gepubliceerd op 13 mei 2004
Wet tot herinvoering in de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen van de bevoegdheid van officieren van gerechtelijke politie om 's nachts alle plaatsen te betreden en te doorzoeken zonder voorafgaande toelating van de politierechtbank
12 APRIL 2004. - Wet tot herinvoering in de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen van de bevoegdheid van officieren van gerechtelijke politie om 's nachts alle plaatsen te betreden en te doorzoeken zonder voorafgaande toelating van de politierechtbank (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.In de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende : «
Artikel 6bis.De officieren van gerechtelijke politie mogen te allen tijde alle plaatsen betreden en doorzoeken waar de in deze wet genoemde stoffen worden verkocht, afgeleverd, afgestaan onder bezwarende titel of om niet, vervaardigd, bereid, bewaard of opgeslagen, of andere plaatsen die aan hun toezicht onderworpen zijn, zelfs indien deze voor het publiek niet toegankelijk zijn en meer in het algemeen alle plaatsen waar zij redelijkerwijze vermoeden dat er inbreuken gepleegd worden op de bepalingen van deze wet en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten en de verordening (EEG) nr. 3677 van de Raad van 13 december 1990 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen en van de in toepassing ervan genomen verordeningen. »
Art. 3.In artikel 7, § 3, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003, wordt tussen het eerste en het tweede lid, het volgende lid ingevoegd : « de bevoegdheid tot het geven van een verwittiging is evenwel beperkt tot de inbreuken die betrekking hebben op giftstoffen, slaapmiddelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica. »
Art. 4.In artikel 12, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, zoals ingevoegd bij de wet van 22 december 2003 worden de woorden « met uitzondering van de inbreuken inzake verdovende middelen, psychotrope stoffen en de stoffen die kunnen worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen » ingevoegd tussen de woorden « ter uitvoering ervan genomen besluiten » en de woorden « kan de daartoe aangewezen ambtenaar-jurist ».
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 12 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. ONKELINX Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. ONKELINX Nota (1) Parlementaire voorbereiding. Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire Bescheiden - Wetsvoorstel, nr. 51-0768/1. - Amendementen, nr. 51-0768/2. - Verslag, nr. 51-0768/3. - Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 51-0768/4. - Tekst aangenomen in plenaire veradering en overgezonden aan de Senaat, nr. 51-0768/5.
Senaat : Parlementaire Bescheiden, nr. 3-522/1.