Etaamb.openjustice.be
Wet van 10 juni 2001
gepubliceerd op 23 juni 2001

Wet tot wijziging van de artikelen 4, 8, 9, 12 en 13 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993

bron
ministerie van financien
numac
2001003295
pub.
23/06/2001
prom.
10/06/2001
ELI
eli/wet/2001/06/10/2001003295/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 JUNI 2001. - Wet tot wijziging van de artikelen 4, 8, 9, 12 en 13 van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een Eurovignet, overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 4, laatste lid, van de wet van 27 december 1994 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ondertekend te Brussel op 9 februari 1994 door de regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden, en tot invoering van een eurovignet, overeenkomstig richtlijn 93/89/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 oktober 1993, wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.§ 1. Voor de in artikel 4, tweede lid, bedoelde voertuigen is het eurovignet verschuldigd ten belope van het volledig jaarbedrag per opeenvolgende tijdvakken van 12 achtereenvolgende maanden, waarvan het eerste ingaat op de dag vanaf wanneer het voertuig op de openbare weg rijdt. § 2. De belastingschuldigen die er telkens schriftelijk en gemotiveerd om verzoeken vóór de aanvang van de belastbare periode mogen het jaarbedrag van de belasting betalen in vier stortingen per achtereenvolgende periodes van drie opeenvolgende maanden.

Voor de eerste drie stortingen wordt het verschuldigd bedrag berekend tegen het tarief van artikel 7, tweede lid, en de vierde storting is gelijk aan het verschil tussen het voor het belastbaar tijdperk reeds betaald bedrag en het tarief van artikel 7, eerste lid.

De Koning bepaalt de toepassingsmodaliteiten van het tweede lid ingeval van schrapping, wijziging of vervanging van het belastbaar voertuig. »

Art. 4.Artikel 9 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 9.Het eurovignet moet uit eigen beweging bij de bevoegde invorderingsambtenaar of invorderingsdienst worden betaald vóór het begin van ieder belastbaar tijdperk.

De belastingplichtige moet, vooraf, bij dezelfde ambtenaar of dienst, een aangifte onderschrijven die alle gegevens moet behelzen die nodig zijn voor het berekenen van de belasting en het vaststellen van de belastbare periode.

Indien de belastingplichtige nalaat uit eigen beweging het eurovignet te betalen, geen aangifte onderschrijft of op de aangifte onjuiste gegevens over het voertuig vermeldt, zal de bevoegde invorderingsambtenaar het eurovignet vestigen op grond van de gegevens waarover hij beschikt, behoudens tegenbewijs van de betrokkene.

Het aldus vastgestelde bedrag van het eurovignet wordt verhoogd met een administratieve boete overeenkomstig de bepalingen van artikel 13.

Bij gebrek aan andersluidende kennisgeving is de voor een jaar ingediende aangifte geldig voor de volgende jaren.

Bij de betaling van het eurovignet wordt aan de belastingplichtige een certificaat uitgereikt waarvan het model wordt vastgesteld door de Minister die bevoegd is voor Financiën. »

Art. 5.Artikel 12 van dezelfde wet, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidende : « § 2. Voor de in artikel 4, tweede lid, bedoelde voertuigen wordt op aanvraag van de belastingschuldige een evenredige teruggave van het eurovignet verleend ten belope van de periodes van inactiviteit van het voertuig tijdens de belastbare periode.

Dit bedrag is gelijk aan één of twee twaalfden van het jaarbedrag naargelang de periodes van Inactiviteit respectievelijk minstens 30 of 60 dagen bedragen. Het terug te geven bedrag wordt verminderd met een bedrag van 25 euro voor administratiekosten.

Deze aanvraag moet worden ingediend bij de bevoegde gewestelijke directeur verantwoordelijk voor de diensten belast met de inning van het eurovignet uiterlijk zes maanden vanaf de laatste dag van de belastbare periode.

De Koning bepaalt de wijze waarop de inactiviteit van het voertuig moet worden bewezen bij de aanvraag om gedeeltelijke teruggave van het voor het jaarbedrag verschuldigde eurovignet. »

Art. 6.Artikel 13 van dezelfde wet wordt vervangen als volgt : «

Art. 13.Ingeval van inbreuk tegen de huidige wet moet de belastingplichtige het ontdoken bedrag van het eurovignet betalen, verhoogd met een administratieve boete. De Koning stelt de schaal vast van de administratieve boete die niet meer dan drie maal het bedrag van de ontdoken belasting en niet minder dan 250 euro mag bedragen. »

Art. 7.De artikelen 2 tot 4 en artikel 6 treden in werking met ingang van 1 januari 2001.

De teruggave van het eurovignet voorzien in artikel 5 kan voor de eerste maal worden aangevraagd vanaf het aanslagjaar 2000.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekend gemaakt.

Gegeven te Brussel, 10 juni 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Parlementaire verwijzingen : Kamer van volksvertegenwoordigers : Stukken : 50-1135 - 2000/2001 : Nr.1 : Wetsontwerp. - Nr. 2 : Verslag. - Nr. 3 : Amendement. - Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal Verslag : 3 mei 2001.

Senaat : Stukken : 2-735 - 2000/2001 : Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Nr. 2 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.

^