gepubliceerd op 27 april 2005
Wet tot bescherming van de journalistieke bronnen
7 APRIL 2005. - Wet tot bescherming van de journalistieke bronnen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.De bescherming van de bronnen als bepaald in artikel 3, genieten de volgende personen : 1° journalisten, dus eenieder die als zelfstandige of loontrekkende werkzaam is, alsook iedere rechtspersoon, en die regelmatig een rechtstreekse bijdrage levert tot het verzamelen, redigeren, produceren of verspreiden van informatie voor het publiek via een medium;2° redactiemedewerkers, dus eenieder die door de uitoefening van zijn functie ertoe gebracht wordt kennis te nemen van informatie die tot de onthulling van een bron kan leiden, ongeacht of dat verloopt via het verzamelen, de redactionele verwerking, de productie of de verspreiding van die informatie.
Art. 3.De personen bedoeld in artikel 2 hebben het recht hun informatiebronnen te verzwijgen.
Met uitzondering van de gevallen bedoeld in artikel 4, kunnen zij er niet toe worden gedwongen hun informatiebronnen vrij te geven en inlichtingen, opnames en documenten te verstrekken die onder meer : 1° de identiteit van hun informanten kunnen bekendmaken;2° de aard of de herkomst van hun informatie kunnen prijsgeven;3° de identiteit van de auteur van een tekst of audiovisuele productie kunnen bekendmaken;4° de inhoud van de informatie en van de documenten zelf kunnen bekendmaken, indien daarmee de informant kan worden geïdentificeerd.
Art. 4.De personen bedoeld in artikel 2 kunnen enkel op vordering van de rechter ertoe gedwongen worden de informatiebronnen bedoeld in artikel 3 vrij te geven, indien die van aard zijn misdrijven te voorkomen die een ernstige bedreiging opleveren voor de fysieke integriteit van één of meer personen, daarin begrepen de misdrijven bedoeld in artikel 137 van het Strafwetboek, in de mate zij de fysieke integriteit in het gedrang brengen, en indien de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn : 1° de gevraagde informatie is van cruciaal belang voor het voorkomen van deze misdrijven;2° de gevraagde informatie kan op geen enkele andere wijze verkregen worden.
Art. 5.Opsporings- of onderzoeksmaatregelen zoals fouilleringen, huiszoekingen, inbeslagnemingen, het afluisteren en opnemen van telefoongesprekken mogen niet slaan op gegevens die betrekking hebben op de informatiebronnen van de personen bedoeld in artikel 2, tenzij die gegevens kunnen voorkomen dat de in artikel 4 bedoelde misdrijven worden gepleegd, en met naleving van de daarin bepaalde voorwaarden.
Art. 6.De personen bedoeld in artikel 2 kunnen niet op grond van artikel 505 van het Strafwetboek worden vervolgd als zij hun recht uitoefenen om hun informatiebronnen te verzwijgen.
Art. 7 Ingeval het beroepsgeheim in de zin van artikel 458 van het Strafwetboek wordt geschonden, kunnen de personen bedoeld in artikel 2 niet op grond van artikel 67, vierde lid, van het Strafwetboek worden vervolgd als zij hun recht uitoefenen om hun informatiebronnen te verzwijgen. _______ Nota's (1) Verwijzingen naar de parlementaire voorbereiding te vermelden bij de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad. Kamer van volksvertegenwoordigers : Stukken : Dec 51 0024/ (B.Z. 2003) : 001 : Wetsvoorstel van de heer Bourgeois. 002 : Advies van de Raad van State. 003 en 004 : Amendementen. 005 : Advies van de Hoge Raad voor de Justitie. 006 tot 009 : Amendementen. 010 : Verslag. 011 : Tekst aangenomen door de commissie. 012 tot 014 : Amendementen. 015 : Aanvullend verslag. 016 : Tekst aangenomen door de commissie. 017 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Zie ook : Integrale verslag : 6 mei 2004 Senaat.
Stukken : 3-670 - 2003/2004 : Nr. 1. Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.
Nr. 2. Amendementen. 3-670 - 2004/2005 : Nrs. 3 tot 5 : Amendementen.
Nr. 6. Verslag.
Nr. 7. Tekst aangenomen door de commissie.
Nr. 8. Tekst geamendeerd door de Senaat en teruggezonden naar de Kamer van volksvertegenwoordigers.
Handelingen van de Senaat : 27 januari 2005.
Kamer van volksvertegenwoordigrs.
Stukken : Doc 51 0024 (B.Z. 2003) : 018 : Ontwerp geamendeerd door de Senaat. 019 : Amendement. 020 : Verslag. 021 : Teskt aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.
Zie ook : Integraa verslag : 17 maart 2005.