Etaamb.openjustice.be
Wet van 04 juli 2001
gepubliceerd op 26 september 2001

Wet tot wijziging van de wet van 10 maart 1980 betreffende het verlenen van de eretitel van hun ambt aan de burgemeesters, aan de schepenen en aan de voorzitters van de raden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of van de gewezen commissies van openbare onderstand

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001000862
pub.
26/09/2001
prom.
04/07/2001
ELI
eli/wet/2001/07/04/2001000862/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2001. - Wet tot wijziging van de wet van 10 maart 1980 betreffende het verlenen van de eretitel van hun ambt aan de burgemeesters, aan de schepenen en aan de voorzitters van de raden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of van de gewezen commissies van openbare onderstand (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2.Artikel 1 van de wet van 10 maart 1980 betreffende het verlenen van de eretitel van hun ambt aan de burgemeesters, aan de schepenen en aan de voorzitters van de raden van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of van de gewezen commissies van openbare onderstand, gewijzigd bij wet van 10 februari 2000, wordt aangevuld met het volgende lid : « De uitoefening van een ambt in een gemeente die later samengevoegd wordt met andere gemeenten of daaraan wordt aangehecht, wordt beschouwd als een ambt uitgeoefend in de gemeente die de samengevoegde of aangehechte gemeenten bevat. »

Art. 3.In dezelfde wet wordt een artikel 5bis ingevoegd, luidende : «

Art. 5bis.Een aftredend gemeenteraadslid of een aftredend OCMW-raadslid dat gedurende ten minste achttien jaar in dezelfde gemeenteraad of OCMW-raad zitting heeft gehad en wiens gedrag onberispelijk is geweest, kan door de gemeenteraad of de OCMW-raad tot het voeren van de eretitel van zijn mandaat worden gemachtigd.

Voor wat gemeenteraadsleden betreft wordt voor de berekening van die termijn rekening gehouden met de tijdspanne tijdens welke de bestendige deputatie de gemeenteraadsverkiezingen hetzij heeft vernietigd overeenkomstig artikel 75 van de gemeentekieswet van 4 augustus 1932 ingeval de Raad van State die beslissing heeft teniet gedaan, hetzij heeft opgeschort overeenkomstig de wettelijke bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van de wet van 7 juli 1994 die de gemeentekieswet van 4 augustus 1932 wijzigt. »

Art. 4.In artikel 6, eerste zin, van dezelfde wet worden, tussen het woord « OCMW » en het woord « mag », de woorden « of van het mandaat van gemeente- of OCMW-raadslid » ingevoegd.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 4 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justicie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Gewone zitting 2000-2001 Kamer van volksvertegenwoordigers : Parlementaire bescheiden.- Wetsvoorstel, nr. 1082/1. - Amendementen, nrs. 1082/2 tot 1082/4. - Verslag, nr. 1082/5. - Tekst aangenomen door de commissie, nr. 1082/6. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat, nr. 1082/7.

Handelingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. - Bespreking en aanneming, vergadering van 23 mei 2001.

Gewone zitting 2000-2001 Senaat : Parlementaire bescheiden. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers, nr. 2-768/1. - Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat, nr. 2-768/2.

^