Etaamb.openjustice.be
Wet van 01 september 2004
gepubliceerd op 21 september 2004

Wet betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst justitie
numac
2004011364
pub.
21/09/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/wet/2004/09/01/2004011364/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Wet betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Zij brengt de beginselen ten uitvoer van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen.

Art. 2.In artikel 1604 van het Burgerlijk Wetboek wordt vóór het bestaande enige lid het volgende lid ingevoegd : « De verkoper moet aan de koper een zaak leveren die met de overeenkomst in overeenstemming is. »

Art. 3.In Boek III, Titel VI, Hoofdstuk IV van het Burgerlijk Wetboek wordt een Afdeling IV ingevoegd, luidende : « Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten.

Art. 1649bis.- § 1. Deze afdeling is van toepassing op de verkopen van consumptiegoederen door een verkoper aan een consument. § 2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder : 1° « consument » : iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die geen verband houden met zijn beroepsactiviteit of zijn commerciële activiteit;2° « verkoper » : iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die consumptiegoederen verkoopt in het kader van zijn beroepsactiviteit of zijn commerciële activiteit;3° « consumptiegoederen » : alle roerende lichamelijke zaken, behalve : - goederen die in uitvoering van een beslag of anderszins gerechtelijk zijn verkocht, - water en gas die niet marktklaar zijn gemaakt in een bepaald volume of in een bepaalde hoeveelheid, - elektriciteit;4° « producent » : de fabrikant van consumptiegoederen, de importeur van consumptiegoederen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap of elke andere persoon die zich als producent voordoet door zijn naam, handelsmerk of enig ander onderscheidend teken op de consumptiegoederen aan te brengen;5° « garantie » : elke door een verkoper of producent tegenover de consument aangegane verbintenis om de betaalde prijs terug te betalen, of om de consumptiegoederen te vervangen of te herstellen, of om er zich op enigerlei wijze om te bekommeren, indien de goederen niet overeenstemmen met de beschrijving in het garantiebewijs of in de desbetreffende reclame;6° « herstelling » : het consumptiegoed in geval van gebrek aan overeenstemming met de overeenkomst, daarmee in overeenstemming brengen. § 3. Voor de toepassing van deze afdeling worden overeenkomsten tot levering van te vervaardigen of voort te brengen consumptiegoederen eveneens als verkoopovereenkomsten beschouwd.

Art. 1649ter.- § 1. Voor de toepassing van artikel 1604, eerste lid, wordt het door de verkoper aan de consument geleverde consumptiegoed geacht slechts in overeenstemming met de overeenkomst te zijn indien : 1° het in overeenstemming is met de door de verkoper gegeven beschrijving ervan en de eigenschappen bezit van de goederen die de verkoper aan de consument als monster of als model heeft getoond;2° het geschikt is voor elk bijzonder door de consument gewenst gebruik dat deze aan de verkoper bij het sluiten van de overeenkomst heeft medegedeeld en dat de verkoper heeft aanvaard;3° het geschikt is voor het gebruik waartoe goederen van dezelfde soort gewoonlijk dienen;4° het de kwaliteit en prestaties biedt die voor goederen van dezelfde soort normaal zijn en die de consument redelijkerwijs mag verwachten, gelet op de aard van het goed en op de eventuele door de verkoper, de producent of diens vertegenwoordiger publiekelijk gedane mededelingen over de bijzondere kenmerken ervan, namelijk bij de reclame en de etikettering. § 2. De verkoper is niet gebonden door de in § 1, 4°, bedoelde publiekelijk afgelegde mededelingen indien hij aantoont dat : - bedoelde mededeling hem niet bekend was en hem redelijkerwijs niet bekend kon zijn, - deze mededeling op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst was rechtgezet, of - de beslissing tot aankoop van het consumptiegoed niet door deze mededeling kon beïnvloed zijn. § 3. Gebrek aan overeenstemming wordt geacht niet te bestaan in de zin van dit artikel als, op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, de consument het gebrek kende of redelijkerwijs daarvan op de hoogte moest zijn, dan wel als het gebrek aan overeenstemming voortvloeit uit het materiaal geleverd door de consument. § 4. Gebrek aan overeenstemming ten gevolge van een verkeerde installatie van het consumptiegoed wordt gelijkgesteld met gebrek aan overeenstemming van het goed wanneer de installatie deel uitmaakt van de koopovereenkomst betreffende het goed en door de verkoper of onder diens verantwoordelijkheid is uitgevoerd.

Hetzelfde geldt als een goed dat bestemd is om door de consument geïnstalleerd te worden, door deze geïnstalleerd wordt en de verkeerde installatie een gevolg is van een fout in de montagehandleiding.

Art. 1649quater.- § 1. De verkoper is jegens de consument aansprakelijk voor elk gebrek aan overeenstemming dat bestaat bij de levering van de goederen en dat zich manifesteert binnen een termijn van twee jaar te rekenen vanaf voornoemde levering.

De termijn van twee jaar bedoeld in het eerste lid wordt opgeschort tijdens de periode vereist voor de herstelling of de vervanging van het goed of in geval van onderhandelingen tussen de verkoper en de consument met het oog op een minnelijke schikking.

In afwijking van het eerste lid kunnen voor de tweedehandsgoederen de verkoper en de consument een kortere termijn dan twee jaar overeenkomen zonder dat die termijn korter dan één jaar mag zijn. § 2. De verkoper en de consument kunnen een termijn overeenkomen waarbinnen de consument de verkoper op de hoogte moet brengen van het gebrek aan overeenstemming, zonder dat die termijn korter mag zijn dan twee maanden vanaf de dag waarop de consument het gebrek heeft vastgesteld. § 3. De rechtsvordering van de consument verjaart na verloop van één jaar vanaf de dag waarop hij het gebrek aan overeenstemming heeft vastgesteld, zonder dat die termijn vóór het einde van de termijn van twee jaar, bedoeld in § 1, mag verstrijken. § 4. Manifesteert zich een gebrek aan overeenstemming binnen een termijn van zes maanden vanaf de levering van het goed, dan geldt tot bewijs van het tegendeel het vermoeden dat dit gebrek bestond op het tijdstip van levering, tenzij dit vermoeden onverenigbaar is met de aard van het goed of met de aard van het gebrek aan overeenstemming, door onder andere rekening te houden met het feit of het goed nieuw dan wel tweedehands is. § 5. De bepalingen in dit hoofdstuk met betrekking tot de vrijwaring voor de verborgen gebreken van de verkochte zaak zijn van toepassing na het verstrijken van de termijn van twee jaar bedoeld in § 1.

Art. 1649quinquies.- § 1. Naast desgevallend schadevergoeding, heeft de consument het recht van de verkoper die met toepassing van artikel 1649quater aansprakelijk is voor een gebrek aan overeenstemming te eisen, hetzij de herstelling of de vervanging van het goed onder de voorwaarden bedoeld in § 2, hetzij een passende vermindering van de prijs of de ontbinding van de overeenkomst, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in § 3.

Desgevallend wordt er evenwel rekening gehouden met de verergering van de schade voortvloeiend uit het gebruik van het goed door de consument na het ogenblik waarop hij het gebrek aan overeenstemming heeft vastgesteld of zou hebben moeten vaststellen. § 2. In eerste instantie heeft de consument het recht om van de verkoper het kosteloze herstel of de kosteloze vervanging van het goed te verlangen behalve als dat onmogelijk of buiten verhouding zou zijn.

Elke herstelling of vervanging moet, rekening houdend met de aard van het goed en het door de consument beoogd gebruik, binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast voor de consument verricht worden.

De kosten bedoeld in het vorige lid zijn de kosten die moeten worden gemaakt om de goederen in overeenstemming te brengen, namelijk de verzendingskosten en de kosten die verband houden met loon en materiaal.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt een vorm van genoegdoening geacht buiten verhouding te zijn indien zij voor de verkoper kosten meebrengt die, vergeleken met de alternatieve vorm van genoegdoening onredelijk zijn, gelet op : - de waarde die het goed zonder het gebrek aan overeenstemming zou hebben; - de ernst van het gebrek aan overeenstemming; - de vraag of de alternatieve vorm van genoegdoening concreet mogelijk is zonder ernstige overlast voor de consument. § 3. De consument heeft het recht van de verkoper een passende prijsvermindering of de ontbinding van de koopovereenkomst te eisen : - indien hij geen aanspraak kan maken op herstelling of vervanging, of - indien de verkoper niet binnen een redelijke termijn of zonder ernstige overlast voor de consument de herstelling of de vervanging heeft verricht.

In afwijking van het eerste lid heeft de consument niet het recht de ontbinding van de overeenkomst te verlangen indien het gebrek aan overeenstemming van geringe betekenis is.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt elke terugbetaling aan de consument verminderd teneinde rekening te houden met het gebruik dat deze van het goed heeft gehad sinds de levering ervan.

Art. 1649sexies.- Wanneer de verkoper jegens de consument aansprakelijk is uit hoofde van een gebrek aan overeenstemming, kan hij tegen de producent of tegen iedere contractuele tussenpersoon in de eigendomsoverdracht van het consumptiegoed, verhaal doen op grond van contractuele aansprakelijkheid waartoe deze producent of deze tussenpersoon met betrekking tot het goed is gehouden zonder dat een contractueel beding dat tot gevolg heeft die aansprakelijkheid te beperken of op te heffen, hem mag tegengeworpen worden.

Art. 1649septies.- § 1. Elke garantie is bindend voor diegene die haar biedt volgens de in het garantiebewijs en de daarmee samenhangende reclame vastgestelde voorwaarden. § 2. In de garantie : - moet vermeld staan dat de consument krachtens de toepasselijke nationale wetgeving betreffende de verkoop van consumptiegoederen wettelijke rechten heeft en moet duidelijk worden gesteld dat de garantie die rechten onverlet laat; - moeten in duidelijke en begrijpelijke taal de inhoud van de garantie en de essentiële gegevens vermeld staan die noodzakelijk zijn om van de garantie gebruik te kunnen maken, met name de duur en het geografische toepassingsgebied van de garantie, alsmede de naam en het adres van de garant. § 3. Op verzoek van de consument moet de garantie hem schriftelijk of op een andere te zijner beschikking staande en voor hem toegankelijke duurzame drager beschikbaar worden gesteld.

Wanneer de verkoopovereenkomst schriftelijk is, behoudt ze in ieder geval de inlichtingen bedoeld in § 2. § 4. Indien een garantie niet conform de vereisten bepaald in §§ 2 en 3 is, doet zulks op generlei wijze afbreuk aan het recht van de consument om de naleving ervan te eisen.

Zulks geldt eveneens wanneer de garantie niet conform is aan de eisen voorzien in artikel 13, eerste lid, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.

Art. 1649octies.- Zijn nietig, contractuele bedingen of afspraken overeengekomen vooraleer het gebrek aan overeenstemming aan de verkoper door de consument ter kennis is gebracht, en waardoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, de rechten die de consument uit deze afdeling put, worden beperkt of uitgesloten.

Een beding dat de wet van een Staat die geen lid is van de Europese Unie op een overeenkomst beheerst door deze afdeling toepasselijk verklaart, is nietig wat betreft de in deze afdeling geregelde aangelegenheden, wanneer bij gebreke van dat beding de wet van een lidstaat van de Europese Unie toepasselijk zou zijn en die wet de consument in genoemde aangelegenheden een hogere bescherming verleent. ».

Art. 4.Elke daad die strijdig is met artikelen 1649bis tot 1649octies van het Burgerlijk Wetboek en waardoor de collectieve belangen van de consumenten worden geschaad, kan op verzoek van een vereniging ter verdediging van de consumentenbelangen het voorwerp uitmaken van een vordering tot staking, in toepassing van de volgende bepalingen: 1° artikelen 95 tot 100 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument;2° artikelen 18 tot 20 en 22 tot 24 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen. Elke daad die haar oorsprong in België vindt, waardoor de collectieve belangen van de consumenten in een andere lidstaat van de Europese Unie worden geschaad, en die, al naar gelang de regels betreffende de toepasselijke wet, strijdig is met de artikelen 1649bis tot 1649octies van het Burgerlijk Wetboek of met de bepalingen van de wet van een lidstaat tot omzetting van de in artikel 1, tweede lid, bedoelde richtlijn, kan het voorwerp uitmaken van een vordering tot staking in toepassing van de volgende bepalingen : 1° de wet van 26 mei 2002 betreffende de intracommunautaire vorderingen tot staking op het gebied van de bescherming van de consumentenbelangen;2° artikelen 21 tot 24 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen.

Art. 5.In artikel 32 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het punt 7.wordt het woord « waarborgverplichting » vervangen door het woord « garantieverplichting »; 2° het punt 12.wordt vervangen als volgt: « 12. de wettelijke waarborg voor verborgen gebreken bepaald bij de artikelen 1641 tot 1649 van het Burgerlijk Wetboek of de wettelijke verplichting tot levering van een goed dat met de overeenkomst in overeenstemming is bepaald bij de artikelen 1649bis tot 1649octies van het Burgerlijk Wetboek, op te heffen of te verminderen ».

Art. 6.Artikel 587, eerste lid, 3°, van het Gerechtelijk Wetboek, opgeheven bij de wet van 2 augustus 2002, wordt hersteld in de volgende lezing: « 3° over de vorderingen bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2q en in artikel 4, tweede lid, 2°, van de wet van 1 september 2004 houdende aanvulling van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake verkoop teneinde de consumenten te beschermen; »

Art. 7.Artikel 589 van het Gerechtelijk Wetboek wordt aangevuld als volgt: « 14° in artikel 4, eerste lid, 1°, en in artikel 4, tweede lid, 1°, van de wet van 1 september 2004 houdende aanvulling van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake verkoop teneinde de consumenten te beschermen ».

Art. 8.Deze wet is slechts van toepassing op overeenkomsten die zijn gesloten na haar inwerkingtreding.

Art. 9.Ten laatste drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet, brengen de Ministers die respectievelijk Consumentenzaken, Justitie en Economie in hun bevoegdheden hebben aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers verslag uit over de toepassing van de wet, dat in het bijzonder zal handelen over de gevolgen van deze wet op de bescherming van de rechten van de consumenten.

Art. 10.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Economie, M. VERWILGHEM Met 's Lands zegel gezegeld: De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Stukken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers : 51-982 - 2003/2004 : Nr.1 : Wetsontwerp.

Nrs 2 en 3 : Amendenten.

Nr. 4 : Verslag.

Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie.

Nr. 6 : Teskt aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal Verslag : 27 mei 2004.

Stukken van de Senaat : 3-722 - 2003/2004 : Nr. 1 : Ontwerp geëvoceerd door de Senaat.

Nr. 2 : Amendementen.

Nr. 3 : Verslag.

Nr. 4 : Beslissing om niet te amenderen.

Handelingen van de Senaat : 1 juli 2004.

^