gepubliceerd op 30 juni 2017
Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap in het kader van de richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG en in het kader van de gemengde bilaterale en multilaterale verdragen tussen het Koninkrijk België en een andere Staat of andere Staten die voorzien in een administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen
27 MAART 2017. - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap in het kader van de richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG en in het kader van de gemengde bilaterale en multilaterale verdragen tussen het Koninkrijk België en een andere Staat of andere Staten die voorzien in een administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen
Gelet op de grondwet, de artikelen 1, 2, 3, 33, 35, 38, 39 en 173;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 92bis, § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen, de artikelen 4 en 42;
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/01/1989 pub. 06/11/2008 numac 2008000907 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, de artikelen 3 en 5, gewijzigd door de bijzondere wetten van 13 juli 2001 en 26 december 2013;
Gelet op de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 05/09/2013 numac 2013003281 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 16 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG sluiten houdende omzetting van de richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG;
Gelet op de wet van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014024167 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, artikel 2;
Gelet op het decreet van 21 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/06/2013 pub. 26/06/2013 numac 2013035544 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen sluiten van de Vlaamse Overheid betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen;
Gelet op het decreet van 19 september 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/09/2013 pub. 11/10/2013 numac 2013205512 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende verscheidene fiscale bepalingen sluiten van het Waalse Gewest houdende verscheidene fiscale bepalingen;
Gelet op de ordonnantie van 26 juli 2013 van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest houdende omzetting van de richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG;
Gelet op het decreet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 05/05/2014 pub. 18/07/2014 numac 2014204329 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen sluiten van de Duitstalige Gemeenschap betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen;
Gelet op het decreet van 12 januari 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/01/2017 pub. 22/02/2017 numac 2017020259 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen sluiten van de Franse Gemeenschap betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen;
Overwegende de richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG;
Overwegende de gemengde bilaterale en multilaterale verdragen tussen het Koninkrijk België en een andere Staat of andere Staten die niet uitsluitend betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor de Federale Staat, de Gewesten of de Gemeenschappen door of krachtens de Grondwet bevoegd zijn en die voorzien in een administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen;
De Federale Staat, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Charles Michel, Eerste Minister, van mevrouw Maggie De Block, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de heer Johan Van Overtveldt, Minister van Financiën;
Het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Geert Bourgeois, Minister-President, de heer Bart Tommelein, Minister van Begroting, Financiën en Energie;
Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Paul Magnette, Minister-President, de heer Christophe Lacroix, Minister van Begroting, Openbaar Ambt en Administratieve Vereenvoudiging;
Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Rudi Vervoort, Minister-President, de heer Guy Vanhengel, Minister van Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en ontwikkelingssamenwerking;
De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Rudy Demotte, Minister-President;
De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door zijn Regering in de persoon van de heer Oliver Paasch, Minister- President;
Zijn overeengekomen wat hierna volgt : HOOFDSTUK I. - Beginselen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit samenwerkingsakkoord wordt verstaan onder : 1° "richtlijn administratieve samenwerking" : de richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG;2° "uitvoeringsverordening administratieve samenwerking" : de uitvoeringsverordening (EU) nr.1156/2012 van de Commissie van 6 december 2012 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen; 3° "centraal verbindingsbureau" : het centraal verbindingsbureau bedoeld in artikel 3.2 van de richtlijn administratieve samenwerking; 4° "verbindingsdienst" : een verbindingsdienst zoals bedoeld in artikel 3.3 van de richtlijn administratieve samenwerking en aangeduid door de in artikel 3 vermelde bevoegde autoriteit; 5° "bevoegde ambtenaar" : elke ambtenaar zoals bedoeld in artikel 3.4. van de richtlijn administratieve samenwerking en aangeduid door de in artikel 3 vermelde bevoegde autoriteit; 6° "lokale besturen" : de provincies, de agglomeraties en federaties van gemeenten en de gemeenten;7° "het uitwisselen van inlichtingen" : het uitwisselen van inlichtingen op verzoek, het automatisch uitwisselen van inlichtingen en het spontaan uitwisselen van inlichtingen zoals omschreven in artikel 3 van de richtlijn administratieve samenwerking 8° "verzoek om samenwerking" : een verzoek tot uitwisseling van inlichtingen, een verzoek om aanwezig te mogen zijn in de administratiekantoren en/of te mogen deelnemen aan een administratief onderzoek overeenkomstig artikel 11 van de richtlijn administratieve samenwerking, een verzoek tot organisatie van gelijktijdige controles overeenkomstig artikel 12 van dezelfde richtlijn, een verzoek tot administratieve kennisgeving overeenkomstig artikel 13 van dezelfde richtlijn en een verzoek om terugmelding overeenkomstig artikel 14 van dezelfde richtlijn;9° "buitenlandse autoriteit" : het centraal verbindingsbureau, een verbindingsdienst of een bevoegde ambtenaar van een andere lidstaat van de Europese Unie die gemachtigd is om inlichtingen uit te wisselen en een verzoek om samenwerking in te dienen of om een dergelijk verzoek te ontvangen en te behandelen betreffende de belastingen bedoeld in artikel 2 van de richtlijn administratieve samenwerking;10° "dagelijkse administratieve samenwerking" : het uitwisselen van inlichtingen en enerzijds de ontvangst en de behandeling van een verzoek om samenwerking betreffende een belasting als bedoeld in artikel 2 van de richtlijn administratieve samenwerking afkomstig van een buitenlandse autoriteit en anderzijds de indiening van een verzoek om samenwerking betreffende een belasting als bedoeld in artikel 2 van de richtlijn administratieve samenwerking bij een buitenlandse autoriteit;deze bijstand wordt verzekerd door de verbindingsdiensten en de bevoegde ambtenaren; 11° "mailbox" : de door de Commissie opgezette mailbox met het oog op administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen;12° CIRCABC : Communicatie- en informatiecentrum voor overheden, bedrijven en burgers (beheerd door de Europese Commissie;in het Engels : Communication and Information Resource Centre for Administrations, Businesses and Citizens); 13° "Comité inzake administratieve samenwerking op belastinggebied" : het Comité inzake administratieve samenwerking op belastinggebied bedoeld in artikel 26 van de richtlijn administratieve samenwerking;14° "gemengde bilaterale en multilaterale verdragen" : bilaterale en multilaterale verdragen tussen het Koninkrijk België en een andere Staat of andere Staten die niet uitsluitend betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor de Federale Staat, de Gewesten of de Gemeenschappen door of krachtens de Grondwet bevoegd zijn overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten over de nadere regelen voor het sluiten van gemengde verdragen en die voorzien in een administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen.
Art. 2.Dit samenwerkingsakkoord regelt de samenwerking tussen de Federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen, in het kader van : 1° de richtlijn administratieve samenwerking;1° de gemengde bilaterale en multilaterale verdragen. HOOFDSTUK II. - Richtlijn administratieve samenwerking Afdeling 1. - Bevoegde autoriteit
Art. 3.Voor België zijn de bevoegde autoriteiten bedoeld in artikel 3.1. van de richtlijn administratieve samenwerking : 1° wat de belastingen en rechten betreft die worden geheven door of ten behoeve van België, ten behoeve van een territoriaal of een staatkundig onderdeel van België waarvoor de Federale Overheidsdienst Financiën de inning en invordering verzekert : de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;2° wat de belastingen en rechten betreft die worden geheven door het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap of de lokale overheden behorende tot het Vlaamse Gewest : de Vlaamse regering;3° wat de belastingen en rechten betreft die worden geheven door het Waalse Gewest of de lokale overheden behorende tot het Waalse Gewest : de Waalse regering;4° wat de belastingen en rechten betreft die worden geheven door het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest of de lokale overheden behorende tot het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest : de Brusselse Hoofdstedelijk regering;5° wat de belastingen en rechten betreft die worden geheven door de Franse Gemeenschap of de lokale overheden behorende tot de Franse Gemeenschap : de regering van de Franse Gemeenschap;6° wat de belastingen en rechten betreft die worden geheven door de Duitstalige Gemeenschap of de lokale overheden behorende tot de Duitstalige Gemeenschap : de regering van de Duitstalige Gemeenschap;7° voor de inhoudingen die het RIZIV doet op verzekeringspremies die deel uitmaken van de eigen middelen van de ziekteverzekering bedoeld in artikel 191, eerste lid, 8°, 9° en 13° van de wet van 14 juli 994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 : de administrateur-generaal van het RIZIV of de ambtenaar die hij daartoe aanduidt. Afdeling 2. - Centraal verbindingsbureau
Art. 4.De dienst Internationale betrekkingen van de Algemene Administratie van de Fiscaliteit van de Federale Overheidsdienst Financiën wordt aangeduid als centraal verbindingsbureau.
De Gewesten en de Gemeenschappen verbinden zich ertoe de lokale besturen waarover ze voogdij uitoefenen, in te lichten omtrent hun verplichtingen die volgen uit de richtlijn administratieve samenwerking en afspraken te maken met de lokale besturen met het oog op een correcte uitvoering van deze verplichtingen.
De verzoeken om samenwerking en de vragen om informatie van en aan de lokale besturen verlopen via de verbindingsdienst van de betrokken deelentiteit.
Art. 5.Inzake de onder de richtlijn administratieve samenwerking vallende bijstand is het centraal verbindingsbureau : 1° primair verantwoordelijk voor de contacten met de andere lidstaten van de Europese Unie voor andere zaken dan de dagelijkse administratieve samenwerking;2° verantwoordelijk voor de contacten met de Europese Commissie. Deze bepaling is in het bijzonder van toepassing op de mededelingen die krachtens de artikelen 8, leden 2, 3, 8, en 14, lid 2 van de richtlijn administratieve samenwerking aan de Commissie of de betrokken lidstaten moeten gebeuren.
Art. 6.Het centraal verbindingsbureau is verantwoordelijk voor het beheer van de gegevens aangaande de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen betreffende België die vermeld staan op de CIRCABC website.
Op de CIRCABC website moet het onder andere kenbaar maken in welke taal de verbindingsdiensten en de bevoegde ambtenaren de verzoeken om samenwerking en de vragen om informatie wensen te ontvangen.
Art. 7.Het centraal verbindingsbureau doet de Europese Commissie jaarlijks mededeling van : 1° statistieken over de omvang van de automatische uitwisseling van inlichtingen;2° in de mate van het mogelijke, gegevens betreffende de administratieve en andere toepasselijke kosten en baten die voor belastingdiensten en derden zijn gerezen met betrekking tot de verrichte uitwisselingen, en mogelijke veranderingen;3° en alle andere statistische gegevens die de Europese Commissie nodig acht voor de evaluatie van de richtlijn administratieve samenwerking. De verbindingsdiensten en de bevoegde ambtenaren bezorgen het centraal verbindingsbureau de in het vorige lid vermelde gegevens en dit uiterlijk één maand voordat het centraal verbindingsbureau deze gegevens moet overmaken aan de Europese Commissie en overeenkomstig het door de Europese Commissie opgelegde model.
Art. 8.Uiterlijk op 31 maart volgend op het jaar waarop de gegevens betrekking hebben en overeenkomstig het door de Europese Commissie opgelegde model, bezorgen de verbindingsdiensten en de bevoegde ambtenaren het centraal verbindingsbureau de gegevens waarover zij beschikken inzake de specifieke inkomsten- en vermogenscategorieën bedoeld in artikel 8 van de richtlijn administratieve samenwerking.
Art. 9.§ 1. Het centraal verbindingsbureau is verantwoordelijk voor het beheer van de mailbox. § 2. Het beheer van de mailbox houdt in dat het centraal verbindingsbureau : 1° het verzoek om samenwerking uitgaande van een buitenlandse autoriteit, binnen de twee werkdagen naar de bevoegde verbindingsdienst of ambtenaar doorstuurt;2° de ontvangstmelding opgesteld door de verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar op het verzoek om samenwerking bedoeld onder 1°, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar de buitenlandse autoriteit doorstuurt;3° het antwoord geformuleerd door de verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar op het verzoek om samenwerking bedoeld onder 1°, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar de buitenlandse autoriteit doorstuurt;4° het verzoek om samenwerking ontvangen van een verbindingsdienst of een bevoegde ambtenaar, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar de buitenlandse autoriteit doorstuurt;5° de ontvangstmelding ontvangen van de buitenlandse autoriteit op het verzoek om samenwerking bedoeld onder 4°, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar de verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar doorstuurt;6° het antwoord ontvangen van de buitenlandse autoriteit op het verzoek om samenwerking bedoeld onder 4°, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar de verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar doorstuurt. Om de bevoegde verbindingsdienst of ambtenaar te bepalen, zoekt het centraal verbindingsbureau naar een territoriaal aanknopingspunt. § 3. Het beheer van de mailbox houdt eveneens in dat het centraal verbindingsbureau : 1° de vraag om informatie uitgaande van een buitenlandse autoriteit, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar alle bevoegde verbindingsdiensten en ambtenaren doorstuurt;2° de vraag om informatie uitgaande van een verbindingsdienst of een bevoegde ambtenaar, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar de buitenlandse autoriteit doorstuurt.Een kopie van deze vraag wordt ter info gestuurd naar alle bevoegde verbindingsdiensten en ambtenaren; 3° het antwoord geformuleerd door de verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar op de vraag om informatie bedoeld onder 1°, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar de buitenlandse autoriteit doorstuurt.Een kopie van dit antwoord wordt ter info gestuurd naar alle bevoegde verbindingsdiensten en ambtenaren; 4° het antwoord ontvangen van de buitenlandse autoriteit op de vraag om informatie bedoeld onder 2°, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan naar alle bevoegde verbindingsdiensten en ambtenaren doorstuurt. § 4. De verbindingsdienst en de bevoegde ambtenaar leven de verplichtingen opgenomen in de uitvoeringsverordening administratieve samenwerking na.
De verbindingsdienst en de bevoegde ambtenaar leven de termijnen opgelegd door de richtlijn administratieve samenwerking na en bezorgen het centraal verbindingsbureau uiterlijk vijf werkdagen voor het verstrijken van de antwoordtermijn, het antwoord geformuleerd door de verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar op het verzoek om samenwerking uitgaande van een buitenlandse autoriteit.
Indien het verzoek om samenwerking evenwel de uitwisseling van inlichtingen op verzoek betreft, beantwoordt de verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar dit verzoek uiterlijk twee maanden na de datum van ontvangst van het verzoek. Indien de verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar niet binnen de gestelde termijn aan het verzoek kan voldoen, deelt zij de redenen hiervoor onmiddellijk, en in elk geval uiterlijk twee maanden na ontvangst van het verzoek, aan het centraal verbindingsbureau mee, met vermelding van de datum waarop zij denkt aan het verzoek te kunnen voldoen.
Art. 10.Het centraal verbindingsbureau stuurt de verzoeken om samenwerking en de vragen om informatie uitgaande van een buitenlandse autoriteit alsook de ontvangstmeldingen en de antwoorden op een verzoek om samenwerking of op een vraag om informatie ontvangen van een buitenlandse autoriteit, die per post werden ontvangen, binnen de twee werkdagen na ontvangst ervan langs elektronische weg naar de bevoegde verbindingsdienst of bevoegde ambtenaar door.
Art. 11.Het centraal verbindingsbureau stuurt de verzoeken om samenwerking, de ontvangstmeldingen, de antwoorden op een verzoek om samenwerking en de vragen om informatie langs elektronische weg door, tenzij dit om technische redenen onmogelijk is.
De verbindingsdiensten en de bevoegde ambtenaren sturen hun verzoeken om samenwerking, hun vragen om informatie, hun ontvangstmeldingen en hun antwoorden op een verzoek om samenwerking of vraag om informatie langs elektronische weg door aan het centraal verbindingsbureau. Zij gebruiken de standaardformulieren opgenomen in de uitvoeringsverordening administratieve samenwerking.
Het centraal verbindingsbureau stuurt de verzoeken om samenwerking, de vragen om informatie, de ontvangstmeldingen en de antwoorden op een verzoek om samenwerking of op een vraag om informatie door in de taal waarin het bureau ze ontvangen heeft.
Art. 12.De verbindingsdienst of de bevoegde ambtenaar die een verzoek om samenwerking ontvangt dat een optreden vereist buiten de hem krachtens de nationale wetgeving of het nationale beleid verleende bevoegdheid, geeft het verzoek onverwijld door aan het centraal verbindingsbureau en stelt de buitenlandse autoriteit hiervan in kennis. Afdeling 3. - Overlegorgaan
Art. 13.Er wordt een overlegorgaan opgericht dat samengesteld is uit : 1° voor de Federale Staat : a) één vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Financiën, aangeduid door de Voorzitter van het directiecomité van de FOD Financiën, of zijn afgevaardigde;b) de Administrateur-generaal van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, of zijn afgevaardigde;2° voor het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap : twee vertegenwoordigers, aangeduid door de Minister van Financiën van het Vlaamse Gewest, of zijn afgevaardigde;3° voor het Waalse Gewest : één vertegenwoordiger, aangeduid door de Minister van Begroting van het Waalse Gewest, of zijn afgevaardigde;4° voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest : één vertegenwoordiger, aangeduid door de Minister van Financiën van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, of zijn afgevaardigde;5° voor de Franse Gemeenschap : één vertegenwoordiger, aangeduid door de Minister-President van de Franse Gemeenschap, of zijn afgevaardigde;6° voor de Duitstalige Gemeenschap : één vertegenwoordiger, aangeduid door de Minister-President van de Duitstalige Gemeenschap, of zijn afgevaardigde;7° één vertegenwoordiger van het centraal verbindingsbureau. De Gewesten en de Gemeenschappen kunnen zich in functie van de agenda laten bijstaan door een deskundige.
Art. 14.De opdrachten van het overlegorgaan zijn : 1° het opstellen en bijhouden van een lijst van de bevoegde verbindingsdiensten en de bevoegde ambtenaren;2° het opstellen en bijhouden van een methodiek inzake de territoriale aanknopingspunten;3° het zorgen voor het nodige overleg tussen de verbindingsdiensten en de bevoegde ambtenaren met het oog op een goede samenwerking, en meer in het bijzonder in het geval het verzoek om samenwerking betrekking heeft op verschillende vormen van belastingen en taksen, bepalen welke verbindingsdienst of bevoegde ambtenaar de coördinatie op zich neemt;4° het bespreken van de agendapunten van het Comité inzake administratieve samenwerking op belastinggebieden het voorbereiden van de vergaderingen van dit Comité;5° het opstellen en bijhouden van werkprocedures;6° alle overige opdrachten die de dagelijkse administratieve samenwerking overstijgen en waarvoor overleg tussen de verbindingsdiensten en bevoegde ambtenaren nodig is;7° het onderzoeken en evalueren van de administratieve samenwerking op grond van de richtlijn administratieve samenwerking en het onderling delen van de ervaringen en dit ook met het oog om deze ervaringen te delen met de andere lidstaten en de Europese Commissie;8° het vaststellen van de benodigde personeels- en werkingskosten van het centraal verbindingsbureau, alsook de verdeling van die kosten over de Federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen in functie van het aandeel van elke partij in het totaal aantal dossiers.
Art. 15.Het overlegorgaan vergadert in Brussel.
De vertegenwoordiger van het centraal verbindingsbureau neemt de taak van secretaris op zich.
Art. 16.Beslissingen van het overlegorgaan worden genomen bij consensus. Indien geen consensus kan worden bereikt, wordt in het verslag vermeld op welke punten de meningen uiteen lopen.
De onenigheid wordt gerapporteerd aan de rechtstreeks betrokken bevoegde ministers. Indien de ministers niet tot een oplossing komen, wordt de aangelegenheid voorgelegd aan de bevoegde Interministeriële Conferentie.
Art. 17.Het overlegorgaan stelt bij consensus een reglement van interne orde op, dat onder meer het volgende bepaalt : 1° de locatie van de vergaderingen;2° de nadere regels betreffende de bijeenroeping van de vergaderingen;3° de regels voor de agendering van de te bespreken punten. HOOFDSTUK III. - Gemengde bilaterale en multilaterale verdragen die voorzien in een administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen
Art. 18.Met uitzondering van de artikelen 5, tweede lid, 6, 7, 8 en 12 zijn de bepalingen van dit samenwerkingsakkoord naar analogie van toepassing op de inkomende en uitgaande verzoeken om samenwerking op het gebied van de belastingen voorzien in de gemengde bilaterale en multilaterale verdragen, tenzij de betrokken verdragen daarvan afwijken.
In het kader van de gemengde bilaterale en multilaterale verdragen moeten de woorden "buitenlandse autoriteit" opgenomen in de voorgaande artikelen gelezen worden als "bevoegde autoriteit van de betrokken Staat".
Art. 18/1.De bepalingen van artikel 18 zijn facultatief van toepassing voor wat betreft de kilometerheffing, zoals bedoeld in artikel 3, § 2, van het Samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van de kilometerheffing op het grondgebied van de drie gewesten en tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven Interregionaal Samenwerkingsverband Viapass onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen. HOOFDSTUK IV. - Budget
Art. 19.De personeels- en werkingskosten van het centraal verbindingsbureau worden gezamenlijk gefinancierd door de Federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen, overeenkomstig artikel 14, 8°.
Het aandeel van elk van de Gewesten en de Gemeenschappen in de kosten opgelopen in een kalenderjaar wordt in onderling overleg vastgesteld voor 31 maart van het daaropvolgende kalenderjaar en in de rijksmiddelenbegroting gestort voor 30 juni van laatstgenoemd kalenderjaar.
Gedaan te Brussel, op 27 maart 2017, in 1 origineel exemplaar.
Voor de Federale Staat : De Eerste Minister Ch. MICHEL De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK De Minister van Financiën J. VAN OVERTVELDT Voor het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap : De Minister-President, G. BOURGEOIS De Minister van Financiën, Begroting en Energie, B. TOMMELEIN Voor het Waalse Gewest : De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Begroting, Openbaar Ambt en Administratieve Vereenvoudiging Ch. LACROIX Voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-President, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking, G. VANHENGEL Voor de Franse Gemeenschap : De Minister-President, R. DEMOTTE Voor de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, O. PAASCH