Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord van 05 oktober 2018
gepubliceerd op 08 juli 2019

Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de realisatie van prioritaire spoorwegprojecten die genieten van bijkomende financiering van het Vlaamse Gewest overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2019030568
pub.
08/07/2019
prom.
05/10/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 OKTOBER 2018. - Uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat en het Vlaamse Gewest betreffende de realisatie van prioritaire spoorwegprojecten die genieten van bijkomende financiering van het Vlaamse Gewest overeenkomstig artikel 92bis, § 4nonies van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen


Gelet op de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 92bis, ingevoegd bij de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en laatst gewijzigd bij de Bijzondere wet van 6 januari 2014 volgens dewelke de federale Staat effectief in voldoende middelen dient te voorzien teneinde een aantrekkelijk en performant aanbod voor spoorvervoer dat goed aansluit op de andere vervoermiddelen te verzekeren op het gehele grondgebied;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren, artikel 12;

Overwegende dat krachtens het artikel 92bis, § 1, derde lid, van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, het samenwerkingsakkoord, dat de instemming heeft gekregen van de betrokken parlementen, kan voorzien dat de uitvoering ervan zal worden verzekerd door uitvoerende samenwerkingsakkoorden die gelden zonder dat de instemming bij wet of decreet vereist is;

Overwegende dat het Vlaamse Gewest streeft naar een gebiedsgerichte en integrale mobiliteitsbenadering om gelijktijdig een integrale aanpak van mobiliteitsinfrastructuur voor verschillende modi te bewerkstelligen, overeenkomstig de bevoegdheidsverdelende regels, en hiertoe daadkrachtig en wederzijds versterkend wenst samen te werken met de relevante entiteiten;

Overwegende dat de partijen streven naar een vlotte en tijdige realisatie van de Vlaamse prioritaire spoorwegprojecten en een doelmatige aanwending van de hiervoor ingezette financiële middelen en daarbij volledige transparantie nastreven omtrent de ingezette middelen;

Overwegende dat artikel 12 van het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren het sluiten van een uitvoerend samenwerkingsakkoord voorziet om de bijkomende financiering door de gewesten van bepaalde projecten te regelen en dit onder de voorwaarden bepaald door artikel 92bis, § 4nonies, van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;

Overwegende dat dit akkoord de praktische uitvoering bepaalt van de voorwaarden van het genoemde artikel 92bis, § 4nonies;

Overwegende dat het Vlaamse Gewest elf gewestelijke spoorwegprojecten als prioritair heeft aangemerkt waarvoor zij bereid is, in toepassing van het samenwerkingsakkoord, bijkomende financiering te verlenen voor een bedrag van honderd miljoen courante euro, in overeenstemming met het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren, artikel 5, § 1;

Overwegende dat de partijen in dit uitvoerend samenwerkingsakkoord de algemene principes rond de samenwerking en de financiering inzake de gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten (geraamd budget, het bedrag van de federale en de gewestelijke bijkomende financiering per gewestelijk prioritair spoorwegproject en per jaar) vastleggen, die vervolgens verder zullen uitgewerkt worden in projectgebonden uitvoeringscontracten;

Overwegende de rol die wordt toebedeeld aan De Werkvennootschap nv van publiek recht, opgericht bij Decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 07/02/2017 numac 2017010446 bron vlaamse overheid 23 DECEMBER 2016 - Decreet houdende de totstandbrenging van De Werkvennootschap nv van publiek recht sluiten houdende de totstandbrenging van De Werkvennootschap nv van publiek recht;

De Belgische Staat, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Charles MICHEL, Eerste minister, gevestigd te 1000 Brussel, Wetstraat 16, en François BELLOT, Minister van Mobiliteit gevestigd te 1070 Brussel, Ernest Blerotstraat 1;

Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Geert BOURGEOIS, Minister-president van de Vlaamse Regering gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein 19 en Ben WEYTS, Vlaams Minister van Mobiliteit en Openbare Werken gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein 7. hierna de partijen genoemd, Gezamenlijk hun eigen bevoegdheden uitoefenend, komen overeen wat volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In het kader van dit akkoord wordt verstaan onder: 1° "Samenwerkingsakkoord": het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren;2° "De Werkvennootschap": de naamloze vennootschap van publiek recht die, conform artikel 3 van het Decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 07/02/2017 numac 2017010446 bron vlaamse overheid 23 DECEMBER 2016 - Decreet houdende de totstandbrenging van De Werkvennootschap nv van publiek recht sluiten houdende de totstandbrenging van De Werkvennootschap nv van publiek recht, voor het Vlaamse Gewest optreedt in het kader van gewestelijke prioritaire spoorwegprojecten waarvan sprake in artikel 1, 8° van het Samenwerkingsakkoord. HOOFDSTUK 2. - Voorwerp

Art. 2.Dit uitvoerend samenwerkingsakkoord heeft betrekking op de bijkomende financiering, overeenkomstig de artikelen 6, § 1, X, eerste lid, 14°, en 92bis, § 4nonies, van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, van elf gewestelijke spoorwegprojecten als prioritair aangemerkt door het Vlaamse Gewest, hierna de "Projecten" genoemd, waarvan sprake in artikel 1, 8° van het Samenwerkingsakkoord en zoals opgenomen in bijlage 1.

Art. 3.De kostprijs van de Projecten is door de NMBS en Infrabel geraamd op basis van de huidige kennis van de Projecten.

De beschrijving van elk van deze Projecten en hun planning bedoeld in artikel 2, § 5 van het Samenwerkingsakkoord wordt in fiches beschreven. Het geheel van deze fiches is opgenomen als bijlage 2.

De voorwaarden, volgens dewelke de federale Staat zich engageert opdat de NMBS en Infrabel het geheel van de Projecten, vermeld in bijlagen 1 en 2, realiseren, bevinden zich in bijlage 4. Er wordt nagestreefd de Projecten vlot en tijdig te realiseren. HOOFDSTUK 3. - Financiering en verbintenissen

Art. 4.De partijen verbinden zich ertoe om voor elk van deze Projecten, in overeenstemming met de timing opgenomen in bijlage 6, een projectgebonden uitvoeringscontract af te sluiten met De Werkvennootschap (die in het kader van de onderhandelingen in dit verband optreedt voor het Vlaamse Gewest) en de NMBS of Infrabel. Deze projectgebonden uitvoeringscontracten bevatten minimaal de bepalingen van het model voor, hetzij Infrabel zoals opgenomen in bijlage 3A, hetzij de NMBS zoals opgenomen in bijlage 3B, voor zover deze van toepassing zijn.

Deze bepalingen kunnen desgevallend aangevuld worden in onderling overleg tussen de partijen, de NMBS en/of Infrabel en De Werkvennootschap. In elk geval zal het projectgebonden uitvoeringscontract geen afbreuk doen aan de hoedanigheid van Infrabel/de NMBS als de exclusieve opdrachtgever, aanbestedende overheid en bouwheer in het kader van de Projecten. Voorgaande belet niet dat de partijen bij het desbetreffende projectgebonden uitvoeringscontract in het kader van de projecten inzake combimobiliteit vernoemd in bijlage 1 afwijken van voorgaande hoedanigheden, en de daaruit voortvloeiende taakverdeling tussen De Werkvennootschap en de NMBS.

Art. 5.De federale Staat engageert zich ertoe om via de projectgebonden uitvoeringscontracten alle noodzakelijke maatregelen te nemen opdat Infrabel, in zijn hoedanigheid van spoorweginfrastructuurbeheerder en de NMBS, in haar hoedanigheid van stationsbeheerder, de in bijlage 1 voorziene werken en studies kunnen uitvoeren binnen het kader van de afgesproken voorwaarden in dit akkoord en zijn bijlagen.

Het Vlaamse Gewest engageert zich ertoe om bijkomende financiering ter beschikking te stellen opdat Infrabel en de NMBS, in hun voormelde hoedanigheden, de in bijlage 1 voorziene werken en studies kunnen uitvoeren binnen het kader van de afgesproken voorwaarden in dit akkoord en zijn bijlagen.

In overeenstemming met artikel 6, paragraaf 2 van het samenwerkingsakkoord van 5 oktober 2018 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende de financiering van de strategische spoorweginfrastructuren, mogen de projectgebonden uitvoeringscontracten geen invloed hebben op de schuldpositie van Infrabel of de NMBS. Het Vlaamse Gewest engageert zich er bovendien toe om alle noodzakelijke maatregelen te nemen opdat De Werkvennootschap in het kader van de realisatie van de Projecten optreedt voor het Vlaamse Gewest en haar rol kan vervullen in overeenstemming met artikel 3 van het Decreet van 23 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 23/12/2016 pub. 07/02/2017 numac 2017010446 bron vlaamse overheid 23 DECEMBER 2016 - Decreet houdende de totstandbrenging van De Werkvennootschap nv van publiek recht sluiten houdende de totstandbrenging van De Werkvennootschap nv van publiek recht, binnen het kader van de afgesproken voorwaarden in dit akkoord en zijn bijlagen opdat de in bijlage 1 voorziene werken en studies kunnen worden uitgevoerd binnen het kader van de afgesproken voorwaarden in dit akkoord en zijn bijlagen.

Art. 6.Per specifiek Project zal de wijze van financiering van het Project in het projectgebonden uitvoeringscontract worden vastgelegd, waarbij een optimale waarde-kostprijs verhouding wordt nagestreefd.

Art. 7.De bijkomende financiering bedoeld in artikel 2 van dit akkoord bedraagt honderd miljoen courante euro bovenop de federale bijdrage, zoals opgenomen in bijlage 1.

Het aandeel in de financiering van het Vlaamse Gewest, zoals vastgelegd in bijlage 1, is een maximaal bedrag per Project dat in geen geval overschreden zal worden. Er kan in geen geval door de federale overheid, Infrabel of de NMBS een schuldvordering bij het Vlaamse Gewest worden verhaald voor bedragen bovenop het maximaal aandeel van de Vlaamse bijkomende financiering van de Projecten zoals vastgelegd in bijlage 1.

Het Vlaamse Gewest stelt per Project en per jaar de bedragen zoals vastgelegd in de desbetreffende projectgebonden uitvoeringscontracten ter beschikking aan Infrabel/de NMBS. De betalingsmodaliteiten per Project worden in de projectgebonden uitvoeringscontracten gepreciseerd.

De financiering van het Vlaamse Gewest wordt verstrekt voor concrete en objectief verifieerbare prestaties (met name studies, werken en aanverwante diensten en leveringen door derden) op basis van betalingsschijven, zonder dat dit enige prefinanciering door Infrabel/de NMBS impliceert.

De financiering van het Vlaamse Gewest wordt aangewend voor dergelijke prestaties geleverd door derde partijen (m.n. entiteiten die niet zijn verbonden aan of geassocieerd met Infrabel en/of de NMBS) die worden aangesteld op basis van een plaatsingsprocedure conform de Belgische regelgeving inzake overheidsopdrachten. Andere kosten, zoals de werkingskosten van Infrabel/de NMBS en kosten verbonden aan prestaties geleverd door partijen verbonden aan of geassocieerd met Infrabel/de NMBS, worden aangerekend op de financiering van de federale Staat. De notie "verbonden en geassocieerde entiteiten" moet worden begrepen in de zin van artikelen 11 en 12 van het Wetboek Vennootschappen van 7 mei 1999. In de mate dat voor een gewestelijk prioritair spoorwegproject uitsluitend het Vlaamse Gewest een bijdrage voorziet of indien de omvang van de federale bijdrage tot een onoplosbaar technisch-financieel probleem zou leiden bij toepassing van de algemene regel, zullen de partijen in het projectgebonden uitvoeringscontract een regeling opnemen die weliswaar afwijkt van voorgaand principe, doch niettemin daar zo nauw als redelijkerwijze mogelijk bij aansluit.

Art. 8.Indien het vooropgestelde aandeel van het Vlaamse Gewest in de financiering van een Project de benodigde middelen voor de realisatie van dat Project overschrijdt, zal overeenkomstig artikel 7 van het Samenwerkingsakkoord het aandeel van het Vlaamse Gewest in de investeringskost dienovereenkomstig worden herzien en verminderd.

De partijen leggen in onderling overleg vast hoe zij de vrijgekomen middelen zullen bestemmen voor de realisatie van andere Vlaamse prioritaire spoorwegprojecten.

Art. 9.In geen geval zal de financiering vanwege het Vlaamse Gewest worden gebruikt om andere kosten te vergoeden dan de kosten verbonden aan de realisatie van de Projecten vermeld in bijlage 1 en die vervat zitten in de prestaties m.b.t. de desbetreffende opdrachten, onverminderd hetgeen bepaald in artikel 7 van dit akkoord.

Art. 10.De projectgebonden uitvoeringscontracten bevatten bepalingen omtrent de wijze waarop de partijen aan elkaar gronden en andere onroerende goederen overdragen voor de uitvoering van het Project. De partijen zullen streven naar een zo eenvoudig mogelijke uitwerking, zowel op juridisch als op financieel en technisch gebied. HOOFDSTUK 4. - Samenwerking en gezamenlijke opvolging

Art. 11.De projectgebonden uitvoeringscontracten bepalen de modaliteiten inzake de samenwerking tussen de partijen, Infrabel en/of de NMBS en De Werkvennootschap.

De Projecten worden geïnitieerd, uitgevoerd en specifiek voor wat betreft de Projecten die volledig uitgevoerd worden, in gebruik genomen, conform de bijlagen 1 en 2.

In het projectgebonden uitvoeringscontract nemen partijen een concrete timing op voor de uitvoering van de studies (m.i.v. studies inzake haalbaarheid en technische realisatie), het ontwerp en de realisatie van het desbetreffende Project.

De projectgebonden uitvoeringscontracten omvatten telkens per Project de concrete samenwerkingsmodaliteiten en de concrete en objectief verifieerbare gebeurtenissen (mijlpalen) alsook de wijze waarop deze gezamenlijk worden opgevolgd door de partijen die het projectgebonden uitvoeringscontract zullen ondertekenen. De projectgebonden uitvoeringscontracten zullen tevens de modaliteiten inzake terbeschikkingstelling van de financiële middelen in het kader van Vlaamse bijkomende financiering bevatten.

In geval van een eventueel inzicht m.b.t. het niet-respecteren van de datums van indienststelling of de einddatums van de werken, ten aanzien van één of meerdere Projecten wordt een bijvoegsel bij dit akkoord afgesloten, in overeenstemming met hetgeen bepaald in het derde lid van dit artikel. De partijen kunnen evenwel enkel afwijken van voornoemde timing op basis van deugdelijk gemotiveerde en objectieve omstandigheden. In de projectgebonden uitvoeringscontracten wordt voorzien dat de partij die een dergelijke omstandigheid vaststelt, de andere partijen die het contract hebben ondertekend hierover informeert.

Indien de timing niet kan worden aangehouden omwille van een omstandigheid zoals voornoemd, zullen de partijen overleggen over een nieuwe timing. Een dergelijke nieuwe timing zal zo nauw als redelijkerwijze mogelijk aansluiten bij de initieel vooropgezette timing en de prioritering die aan de basis ligt van die vooropgezette timing.

Art. 12.Gelet op artikel 1, 10° van het Samenwerkingsakkoord en overeenkomstig de artikelen 6, § 1, X, eerste lid, 14°, en 92bis, § 4nonies, van de Bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, mag het Vlaamse Gewest het gebruik van de door haar aangebrachte bijkomende financiering opvolgen.

Voornoemde rol doet geen afbreuk aan de exclusieve bevoegdheid van de federale Staat om toezicht te houden op het gebruik van de financiële middelen die voortvloeien uit de beheerscontracten tussen de federale Staat en respectievelijk de NMBS en Infrabel.

Art. 13.Om te voldoen aan het evenredigheidsbeginsel mag de intensiteit van de opvolging uitgevoerd door het Vlaamse Gewest de intensiteit van de opvolging uitgevoerd door de federale Staat, in het kader van de monitoring van de uitvoering van de spoorweginvesteringen, zoals bepaald in de beheerscontracten, niet overschrijden. Deze opvolging gebeurt volgens de modaliteiten opgenomen in bijlage 5.

Art. 14.De projectgebonden uitvoeringscontracten bepalen de modaliteiten voor de oprichting van een stuurgroep. Deze stuurgroep kan, ongeacht de andere taken die haar worden voorbehouden in het projectgebonden uitvoeringscontract, beslissingen nemen wanneer blijkt dat de ontvangen informatie-elementen die voortvloeien uit het proces van toezicht noodzaken bepaalde knopen door te hakken m.b.t. de sturing van de studies en de werken, verzekerd door de NMBS en Infrabel. De partijen zullen of kunnen, afhankelijk van de voortgang van het Project zoals hierna nader geduid, in de schoot van deze stuurgroep een of meerdere werkgroep(en) oprichten.

Art. 15.De toepassing van de artikelen 13 en 14 belet de partijen bij de projectgebonden uitvoeringscontracten niet om andere dan de in de artikelen 13 en 14 vermelde overlegstructuren of -mechanismen te voorzien. HOOFDSTUK 5. - Duur

Art. 16.Dit akkoord eindigt bij de beëindiging van het Samenwerkingsakkoord. De gewestelijke financiële bijdragen die niet aangewend zijn op het moment van de beëindiging van onderhavig akkoord zullen, na deze datum, aangewend worden voor de projecten waarvoor ze waren bedoeld indien en voor zover de partijen een akkoord afsluiten dat dezelfde bepalingen bevat als dewelke zijn vervat in dit akkoord.

Bij gebrek aan een dergelijk akkoord zullen deze financiële middelen worden teruggestort. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 17.Dit akkoord treedt in werking de dag na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Opgemaakt te Brussel, in vier exemplaren waarvan elke partij verklaart er één te hebben ontvangen, op 5 oktober 2018.

De Eerste Minister, Ch. MICHEL De Minister van Mobiliteit, Fr. BELLOT De Minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaams Minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS

Bijlagen : - Bijlage 1 : Tabel van de Vlaamse prioritaire spoorwegprojecten - Bijlage 2 : Projectfiches - Bijlage 3a : Model van projectgebonden uitvoeringscontract met Infrabel - Bijlage 3b : Model van projectgebonden uitvoeringscontract met de NMBS (in het kader van de combimobiliteit) - Bijlage 4 : Algemene voorwaarden Infrabel/de NMBS - Bijlage 5 : Rapportering en opvolging - Bijlage 6 : Streefdata voor de afsluiting van de projectgebonden uitvoeringscontracten

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^