Etaamb.openjustice.be
Protocol
gepubliceerd op 24 februari 2022

Samenwerkingsovereenkomst tussen de Belgische Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, en het Nationaal Geografisch Instituut met betrekking tot het nationaal toegangspunt transportdata.be De part(...) De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de vice-eersteminister en minister van Mobiliteit de heer(...)

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2021043116
pub.
24/02/2022
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER


Samenwerkingsovereenkomst tussen de Belgische Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, en het Nationaal Geografisch Instituut met betrekking tot het nationaal toegangspunt (NAP) transportdata.be De partijen De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de vice-eersteminister en minister van Mobiliteit de heer Georges Gilkinet, waarvan de federale opdracht voor het NAP wordt uitgevoerd door mevrouw Emmanuelle Vandamme, voorzitster van het Directiecomité van de FOD Mobiliteit en Vervoer, hierna "de FOD MV" genoemd;

Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, bij delegatie in persoon van mevrouw Lydia Peeters, Vlaams minister voor Mobiliteit en Openbare Werken, waarvan de Vlaamse opdracht voor het NAP wordt uitgevoerd door de heer Filip Boelaert, secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door de Waalse Regering, bij delegatie in persoon van de heer Philippe Henry, minister van Klimaat, Energie, Infrastructuur en Mobiliteit, waarvan de Waalse opdracht voor het NAP wordt uitgevoerd door de heer Etienne Willame, directeur-generaal van SPW - Mobiliteit en Infrastructuren;

Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, vertegenwoordigd door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bij delegatie in persoon van mevrouw Elke Van den Brandt, minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, waarvan de Brusselse Hoofdstedelijke opdracht voor het NAP wordt uitgevoerd door de heer Christophe Vanoerbeek, directeur-generaal van Brussel Mobiliteit; en het Nationaal Geografisch Instituut, vertegenwoordigd door mevrouw Ingrid Vanden Berghe, administrateur-generaal, hierna het "NGI" genoemd;

Gelet op de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de gegevens en procedures voor het aanbieden, waar mogelijk, van minimale universele verkeersveiligheidsinformatie die kosteloos is voor de gebruikers;

Gelet op de Gedelegeerde Verordening (EU) Nr. 885/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het verstrekken van informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen;

Gelet op de Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/962 van de Commissie van 18 december 2014 ter aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de verlening van EU-wijde realtimeverkeersinformatiediensten betreft;

Gelet op de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1926 van de Commissie van 31 mei 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het aanbieden van EU-brede multimodale reisinformatiediensten;

Gelet op de wet van 8 juni 1976 tot oprichting van het Nationaal Geografisch Instituut, artikel 3, gewijzigd bij koninklijk besluit nr. 234 van 22 december 1983, en artikel 3bis, gewijzigd bij de wet van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2011 pub. 09/01/2012 numac 2011007288 bron ministerie van landsverdediging Wet tot omzetting van de Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (1) type wet prom. 15/12/2011 pub. 21/08/2012 numac 2012000503 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot omzetting van de Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap . - Duitse vertaling sluiten tot omzetting van de Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE);

Gelet op de wet van 17 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/08/2013 pub. 19/09/2013 numac 2013000603 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot creatie van het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen en tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid type wet prom. 17/08/2013 pub. 18/08/2014 numac 2014000611 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot creatie van het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen en tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid. - Duitse vertaling sluiten tot creatie van het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen en tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, de artikelen 4, 5 en 6;

Gelet op het decreet van 29 maart 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2013 pub. 16/04/2013 numac 2013035341 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen sluiten betreffende het kader voor het invoeren van intelligente transportsystemen op het vlak van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen; en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen;

Gelet op de ordonnantie van 28 maart 2013 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen;

Gelet op het decreet van 18 april 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/04/2013 pub. 26/04/2013 numac 2013202454 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen sluiten betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 15 juli 2014Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 15/07/2014 pub. 12/08/2016 numac 2016014240 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Samenwerkingsakkoord betreffende de Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen sluiten betreffende de Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen, hetwelk de oprichting bepaalt van een ITS-stuurgroep, inzonderheid artikel 2;

Gelet op het huishoudelijk reglement betreffende de werking en de vertegenwoordiging van de ITS-stuurgroep;

Gelet op de samenwerkingsovereenkomst van 19 december 2019 tussen de Belgische Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, en het Nationaal Geografisch Instituut voor de ontwikkeling en het beheer van het nationaal toegangspunt (NAP) voor multimodale reisinformatiediensten, hierna "samenwerkingsovereenkomst van 19 december 2019" genoemd, dat door onderhavige samenwerkingsovereenkomst zal vervangen worden;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de FOD MV, gegeven op 21 september 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de Vlaamse overheid, gegeven op 9 september 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de Waalse overheidsdienst, gegeven op 23 september 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, geaccrediteerd bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, gegeven op 22 oktober 2021;

Overwegende de goede uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst van 19 december 2019;

Overwegende dat realtimeverkeersinformatiediensten, verkeersveiligheidsinformatie en informatie over truck parking belangrijke hulpmiddelen zijn voor een veilig en efficiënt verkeersmanagement en verkeersinformatie;

Overwegende dat multimodale routeplanners belangrijke hulpmiddelen zijn om een meer duurzame mobiliteit door middel van de gewenste modale verschuiving te bevorderen;

Overwegende dat de EU-lidstaten met die doelen de verplichting hebben om een nationaal toegangspunt (NAP) op te richten, in uitvoering van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1926; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013; Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 962/2015;

Overwegende de visie 2030 waarin het NGI aangeeft hoe het zijn wettelijke opdracht om de federale overheid optimaal gebruik te laten maken van de kracht van geografische gegevens wil realiseren door de uitbouw van de rol van geo-broker;

Overwegende de beslissing van de federale regering van 20 juli 2016 waarin deze zich akkoord verklaart om het NGI om te vormen tot de federale geo-informatiebroker voor het verder ontsluiten van de geodata ten voordele van de federale instellingen en de andere overheden;

Overwegende dat het NGI de Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE) reeds met succes heeft geïmplementeerd en daarbij een federaal portaal heeft gecreëerd dat de verbinding kan maken met de gewestelijke gegevens;

Overwegende dat de ITS-stuurgroep de samenwerkingsovereenkomst van 19 december 2019 vroegtijdig wenst te vervangen door de huidige samenwerkingsovereenkomst en de opdracht van het NGI - rekening houdende met zijn expertise, knowhow en middelen, alsook de reeds verrichte werkzaamheden in de ontwikkeling en het onderhoud van het NAP voor multimodale reisinformatiediensten - wenst uit te breiden met gegevens gerelateerd aan verkeersveiligheids-informatie, realtimeverkeersinformatiediensten en veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen;

Overwegende dat daartoe de verbintenissen van de respectieve Partijen moeten worden vastgelegd;

De Partijen zijn het volgende overeengekomen: Artikel 1 - Definities § 1. De definities van de volgende gedelegeerde verordeningen zijn van toepassing op deze samenwerkingsovereenkomst: - De Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 ter aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het verstrekken van informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen; - De Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013 van de Commissie van 15 mei 2013 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de gegevens en procedures voor het aanbieden, waar mogelijk, van minimale universele verkeersveiligheidsinformatie die kosteloos is voor de gebruikers; - De Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/962 van de Commissie van 18 december 2014 ter aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad wat de verlening van EU-wijde realtimeverkeersinformatiediensten betreft; - De Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1926 van de Commissie van 31 mei 2017 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het aanbieden van EU-brede multimodale reisinformatiediensten. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder "toegangspunt": een digitaal portaal voor multimodale reisinformatiediensten (MMTIS), verkeersveiligheidsinformatiediensten (SRTI), realtimeverkeers-informatiediensten (RTTI) en informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen (SSTP), dat minstens een van vier volgende doelen kan dienen: - de voor de aanmaak van minimale universele verkeersveiligheidsinformatie vereiste verkeersveiligheidsgegevens verzamelen en beschikbaar stellen voor uitwisseling en hergebruik; - de informatie over veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen verzamelen en ter beschikking stellen voor uitwisseling en hergebruik; - statische weggegevens, dynamische weggegevens en verkeersgegevens, samen met de overeenkomstige metagegevens, toegankelijk maken voor gebruikers met het oog op hergebruik, of de bronnen en metagegevens van deze gegevens toegankelijk maken voor gebruikers met het oog op hergebruik; - aan gebruikers met het oog op hergebruik toegang verschaffen tot ten minste statische reisgegevens en historische reisgegevens, samen met de overeenkomstige metagegevens, of tot de bronnen en metagegevens van die gegevens.

Deze toegangspunten bieden de mogelijkheid om de informatie binnen de hele Europese Unie te verspreiden.

Het Belgische toegangspunt is opgezet onder transportdata.be.

Artikel 2 - Voorwerp § 1. Deze samenwerkingsovereenkomst bepaalt de voorwaarden van de samenwerking tussen de ITS-stuurgroep en het NGI met betrekking tot het nationaal toegangspunt (NAP - National Access Point) transportdata.be: - de verdere ontwikkeling en beheer van het huidige NAP voor multimodale reisinformatiediensten; - diens uitbreiding door middel van de ontwikkeling en het beheer van het NAP voor verkeersveiligheidsinformatiediensten (NAP SRTI), het NAP voor realtimeverkeersinformatiediensten (NAP RTTI) en het NAP voor informatiediensten voor veilige en beveiligde parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bedrijfsvoertuigen (NAP SSTP).

Het NAP moet zo worden uitgebouwd opdat België voldoet aan de verplichtingen zoals opgelegd door de artikelen 3 tot en met 8 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1926, artikelen 3 tot en met 7 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013, artikelen 3 tot en met 8 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013 en artikelen 3 tot en met 10 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/962. § 2. In navolging van de samenwerkingsovereenkomst van 19 december 2019 zal het NGI het NAP blijven ontwikkelen met minstens volgende kenmerken: 1° het informeren van de beoogde gebruikers van het NAP over de reglementaire en technische aspecten, conform de Gedelegeerde Verordening (EU) nr.2017/1926 en de door de ITS-stuurgroep genomen beslissingen (zoals het integreren van de dynamische reis- en verkeersgegevens), via verschillende communicatiekanalen (het toegangspunt zelf, een nieuwsbrief, workshops en dergelijke); 2° het ter beschikking stellen van de reis- en verkeersgegevens zoals bepaald in Gedelegeerde Verordening (EU) nr.2017/1926; en de verkeersgegevens zoals bepaald in de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/962 en door de ITS-stuurgroep, via het Belgische toegangspunt transportdata.be met een register van koppelingen naar de bestaande openbare en particuliere toegangspunten; 3° gegevenseigenaars (zoals vervoersautoriteiten, vervoersexploitanten, aanbieders van vraagafhankelijk vervoer en infrastructuurbeheerders) de mogelijkheid bieden om zich te registreren en de nodige elementen, zoals metagegevens, mee te delen zodat hun gegevens ter beschikking gesteld worden van het NAP;dit met inbegrip van een verklaring van conformiteit naargelang de toepasselijke voorschriften zoals bepaald in artikel 8.2 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013, artikel 11.2.b) van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/962, artikel 9.2 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013 en artikel 9.2.b) van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1926; 4° gegevenseigenaars de mogelijkheid bieden om de in 2° van deze paragraaf vermelde gegevens op het NAP op te laden, voor zover hun gegevensbestand binnen een bepaalde grootte blijft;5° het ter beschikking stellen van zoekdiensten;6° gegevenseigenaars contacteren in geval van vastgestelde onnauwkeurigheden in de aangeboden informatie zodat zij hun gegevens kunnen corrigeren;7° een helpdesk ter ondersteuning van de gebruikers van het NAP;8° analysefuncties om het gebruik van het NAP te monitoren. § 3. Het NGI zal deelnemen aan Europese werkgroepen voor technische en organisatorische afstemming van de in de lidstaten ontwikkelde en geïmplementeerde NAP's. In het bijzonder zal het NGI bijdragen aan het EU-project NAPCORE in uitvoering van de `Programme Support Action (PSA) for the implementation of a Coordination mechanism to federate the National Access Points established under the ITS Directive (2010/40/EU)'. § 4. In overeenstemming met de ITS-stuurgroep zal het NGI meewerken aan het uitvoeren van verbeteringen en het ontwikkelen van bijkomende diensten gedurende de looptijd van deze samenwerkingsovereenkomst. De vraag naar deze verbeteringen of bijkomende diensten kan een gevolg zijn van vaststellingen gemaakt in het NAPCORE-project, in workshops of middels andere kanalen van feedback van gegevenseigenaars, gebruikers en potentiële gebruikers overeenkomstig § 2 van dit artikel, als reactie op de bevindingen van het orgaan vermeld in § 6 van dit artikel of een nog andere oorzaak. § 5. Het NAP zal beschikbaar zijn in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. § 6. Zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van deze samenwerkingsovereenkomst zal het NGI als aanbestedende overheid een orgaan aanstellen ter uitvoering van artikel 9 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1926, artikel 8 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 885/2013, artikel 9 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 886/2013 en artikel 11 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/962. Het NGI zal de geijkte procedures naleven, in het bijzonder de wet van 17 juni 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2016 pub. 14/07/2016 numac 2016021053 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet inzake overheidsopdrachten sluiten inzake overheidsopdrachten, om dit orgaan te selecteren. Minstens ten opzichte van de gebruikers van het NAP SRTI en SSTP moet dit orgaan onpartijdig en onafhankelijk zijn. In overeenstemming met de ITS-stuurgroep kunnen, indien de omstandigheden het vereisen, ook meerdere organen worden aangesteld om de desbetreffende taken uit te voeren. § 7. Het NGI verricht alle noodzakelijke en wenselijke activiteiten om het voorwerp van deze overeenkomst te realiseren. Het NGI engageert zich om het NAP te ontwikkelen met aandacht voor kwaliteitscontrole, de interne controle, de beveiliging van de gegevens en duurzame ontwikkeling.

Artikel 3 - Organieke en functionele bepalingen § 1. De relatie tussen het NGI en de administraties van de bij deze overeenkomst betrokken overheden verloopt via de ITS-stuurgroep. Het NGI legt voor haar activiteiten in het kader van deze samenwerkings-overeenkomst inhoudelijk en financieel verantwoording af ten aanzien van de ITS-stuurgroep. § 2. Het NAP is eigendom van de contracterende partijen in de ITS-stuurgroep, zodat bij beëindiging van de overeenkomst, het op eenvoudig verzoek van de ITS-stuurgroep, kan worden overgedragen aan een door de ITS-stuurgroep aangeduide organisatie. § 3. De ITS-stuurgroep stelt verschillende themagroepen van deskundigen in die worden belast met het concretiseren en opvolgen van de activiteiten vermeld in artikel 2. Met die doeleinden maken deze deskundigen de persoonsgegevens van de gegevenseigenaars over aan het NGI. Hiertoe stellen de onderhavige partijen een verwerkersovereenkomst op.

Operationele vragen die zich aandienen in de ontwikkeling en het beheer van het NAP zullen in deze themagroepen worden behandeld en consensueel zal een oplossing worden nagestreefd.

De formele besluitvorming blijft voorbehouden aan de ITS-stuurgroep.

De relaties tussen de themagroepen van deskundigen en de ITS-stuurgroep worden verzekerd door de coördinatoren van de themagroepen.

Naast stuurgroepleden en deskundigen die door de ITS-stuurgroep zijn geselecteerd, zal het NGI deelnemen aan deze themagroepen. Ook de externe partners waarmee het NGI werkt voor de doelstellingen zoals vastgelegd in deze overeenkomst, kunnen ad hoc uitgenodigd worden in deze themagroepen. § 4. De FOD MV, de Gewesten en hun partnerorganisaties nemen initiatieven om de beoogde gebruikers van het NAP te engageren en zo de realisatie van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2017/1926 te faciliteren.

De Gewesten en hun partnerorganisaties nemen initiatieven om de beoogde gebruikers van het NAP te engageren en zo de realisatie van Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 885/2013, nr. 2015/962 en nr. 886/2013 te faciliteren.

Het NGI zal daaraan in de mate van het mogelijke zijn medewerking verlenen. § 5. Indien het NGI wil afwijken van de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 of in artikel 3, § 3 heeft het de goedkeuring nodig van de ITS-stuurgroep. § 6. Het NGI staat de ITS-stuurgroep bij in de communicatie over het NAP, zowel naar de beoogde gebruikers van het NAP, experten, politieke verantwoordelijken als het brede publiek. Elk voorstel tot communicatie moet eerst door de ITS-stuurgroep worden goedgekeurd. Op het internetportaal van het NAP, zal het NGI duidelijk vermelden dat zij het NAP uitvoert in opdracht en voor rekening van de ITS-stuurgroep, gepaard gaand met het logo van de ITS-stuurgroep.

Artikel 4 - De periodieke verslaggeving § 1. Het NGI levert minstens tweemaal per jaar een omstandig verslag af aan de ITS-stuurgroep. Dit verslag behandelt de verrichte werkzaamheden en de bereikte resultaten in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst, zowel van het NGI als van het orgaan beschreven in artikel 2, § 6. Het verslag bevat de gepresteerde werkuren, de kostprijs ervan op basis van de analytische (of een gelijkwaardige) boekhouding van het NGI en het aandeel ervan dat ten laste van deze samenwerkingsovereenkomst zal worden gelegd. De uitgaven voor leveringen en diensten van derden en eventuele andere uitgaven worden eveneens in dit verslag opgenomen. Het verslag wordt opgesteld in het Nederlands en het Frans.

Er moet bij deze verslaggeving een onderscheid gemaakt worden tussen de kosten en het werk gerelateerd aan het NAP MMTIS enerzijds, en het NAP SRTI, RTTI en SSTP anderzijds. § 2. Het NGI levert maandelijks een boordtabel af voor het NAP MMTIS en een boordtabel voor het NAP SRTI, RTTI en SSTP. De boordtabel geeft inzicht in het totaal aantal geregistreerde organisaties, het aantal datasets per type NAP en een samenvatting van de bezoekersactiviteiten op de website.

Deze rapportering wordt opgesteld in het Nederlands en het Frans. § 3. De door het NGI opgemaakte verslagen worden goedgekeurd door de ITS-stuurgroep. § 4. Het NGI zal de ITS-stuurgroep ook de nodige gegevens aanreiken om de verslaglegging te kunnen uitvoeren die de Belgische Staat verplicht is ten aanzien van de Europese Commissie.

Artikel 5 - Financiële bepalingen § 1. Het ontwikkelen en het beheren van het NAP wordt financieel gedragen door de FOD MV en de Gewesten, volgens een verdeelsleutel die zij onderling afspreken en die wordt opgenomen in de bijlage bij deze samenwerkingsovereenkomst. § 2. Nadat de voorzitter van de ITS-stuurgroep meedeelt dat het in artikel 4, § 1 omschreven verslag werd goedgekeurd, zal het NGI de bewuste kosten factureren. § 3. In de financiering is een bepaalde som voorbehouden ter uitvoering van de activiteit beschreven in artikel 2, § 6. § 4. Door zijn medewerking aan het NAPCORE-project heeft het NGI recht op Europese subsidies. Het NGI zal deze uitsluitend gebruiken ter cofinanciering van zijn activiteiten in het kader van dit project en hiervan melding maken in het financieel verslag zoals vermeld in artikel 4, § 1. § 5. De kostenraming wordt hernomen in de bijlage aan deze overeenkomst.

Artikel 6 - Aansprakelijkheid § 1. Elke partij is aansprakelijk voor de schade die door haar of in haar opdracht is veroorzaakt. Schade die aan geen enkele partij kan worden toegewezen, wordt evenredig verdeeld onder alle partijen. § 2. Wanneer een verhaal door derden wordt uitgeoefend, vrijwaart elke aansprakelijke partij de andere partijen. § 3. Elke partij komt, op eenvoudig verzoek van één van de andere partijen, vrijwillig tussen in elke procedure die zou worden gevoerd.

Artikel 7 - Geschillen en opzegging van de overeenkomst § 1. Ingeval van een geschil tussen de Partijen bij deze overeenkomst over een aangelegenheid die onder de toepassing van deze samenwerkingsovereenkomst valt of een gevolg is van deze samenwerking, zullen de leden van de themagroepen van deskundigen vermeld in artikel 3, § 3 en hun bevoegde diensten via overleg een oplossing trachten te vinden die voor elk van hen aanvaardbaar is. § 2. Indien de leden van de themagroepen van deskundigen er niet in slagen om binnen een termijn van zes maanden een oplossing te bereiken, zal het geschillendossier voor bemiddeling worden bezorgd aan de voorzitter van het Comité van Beheer van het NGI en de federale en de gewestelijke ministers bevoegd voor mobiliteit. § 3. Indien voor het geschil geen aanvaardbare oplossing kan worden gevonden, kan elk van de Partijen deze overeenkomst bij aangetekende brief opzeggen, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden.

De Partijen zullen desgevallend in onderling overleg alle passende maatregelen nemen om de uitvoering van de verplichtingen die het NAP met zich meebrengt voor de Belgische overheden, niet in het gedrang te brengen. Zonder voorafgaand akkoord over deze maatregelen kan de opzegging geen uitwerking krijgen.

Artikel 8 - Duur en wijziging van de overeenkomst § 1. Deze samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Vanaf zijn inwerkingtreding vervangt de onderhavige samenwerkingsovereenkomst de samenwerkingsovereenkomst van 19 december 2019.

De uitgaven van 2021 kunnen worden behouden zoals overeengekomen in de samenwerkingsovereenkomst van 19 december 2019 en enkel bijkomende uitgaven voor 2021 worden in deze samenwerkingsovereenkomst opgenomen. § 2. De samenwerkingsovereenkomst neemt een einde op 31 december 2024.

De betrokken partijen kunnen besluiten de samenwerkingsovereenkomst te verlengen, voor een bepaalde duur. Partijen geven blijk van dergelijke wil tot verlengen van onderhavige overeenkomst binnen een redelijke termijn en minstens zes maanden voorafgaand aan 31 december 2024. § 3. Elke Partij kan de andere Partijen verzoeken om de samenwerkingsovereenkomst te evalueren en, indien nodig, te wijzigen.

De wijzigingen gebeuren steeds schriftelijk en met wederzijds akkoord.

Gedaan te Brussel, op 3 december 2021, in vijf originele exemplaren.

Voor de Belgische Staat : FOD Mobiliteit en Vervoer, E. VANDAMME, Voorzitster van het Directiecomité G. GILKINET, Vice-eersteminister van de federale Regering, belast met Mobiliteit Voor het Vlaamse Gewest : Departement Mobiliteit en Openbare Werken, F. BOELAERT, Secretaris-generaal L. PEETERS, Vlaams Minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Voor het Waalse Gewest : SPW - Mobiliteit en Infrastructuren, E. WILLAME, Directeur-generaal Ph. HENRY, Minister van de Waalse Gewestregering, belast met Klimaat, Energie en Mobiliteit Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest : Brussel Mobiliteit, Ch. VANOERBEEK, Directeur-generaal E. VAN DEN BRANDT, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid Voor het Nationaal Geografisch Instituut, I. VANDEN BERGHE, Administrateur-generaal

BIJLAGEN BIJ ARTIKEL 5 Financiële bepalingen BIJLAGE 1 Verdeling van de kosten over de vier opdrachtgevende partijen Er werden verschillende verdeelsleutels afgesproken tussen de betrokken entiteiten, namelijk de FOD MV, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Er wordt een onderscheid gemaakt in ontwikkelingskosten enerzijds en productie- of beheerskosten anderzijds. De voorziene uitgaven worden toegewezen aan het NAP MMTIS of aan het NAP SRTI, RTTI en SSTP, dan wel als gezamenlijk beschouwd. De gedetailleerde kostenraming is opgenomen in Bijlage 2. 1° Wat betreft de kosten voor de verdere ontwikkeling en het beheer van het NAP MMTIS, neemt elke entiteit eenzelfde deel op zich van de verdere ontwikkelingskosten (25%).Voor de productiekosten wordt de federale bijdrage op een kwart vastgelegd, terwijl voor de Gewesten een verdeelsleutel op basis van inwonersaantallen op 1 januari 2020 wordt toegepast. Dit geeft volgende verdeling: ? Vlaamse Gewest: 43,2% ? FOD MV: 25% ? Waalse Gewest: 23,9% ? Brussels Hoofdstedelijke Gewest: 7,9% 2° De kosten voor de verdere ontwikkeling van het NAP SRTI, RTTI en SSTP, en dus de uitbreiding van het NAP MMTIS worden gelijk verdeeld tussen de drie Gewesten (33,33%). De kosten van het beheer van het NAP SRTI, RTTI en SSTP worden verdeeld volgens een verdeelsleutel op basis van inwonersaantallen op 1 januari 2020 tussen de drie Gewesten. ? Vlaamse Gewest: 57,7% ? Waalse Gewest: 31,7% ? Brussels Hoofdstedelijke Gewest: 10,6% 3° Gezamenlijke kosten zijn kosten die niet exclusief kunnen worden toegewezen aan het ontwikkelen of het beheer van het NAP MMTIS dan wel het NAP SRTI, RTTI en SSTP.Zij worden voor de helft toegewezen aan de kosten gerelateerd aan de verdere ontwikkeling en het beheer van het NAP MMTIS en voor de helft aan de kosten gerelateerd aan de verdere ontwikkeling en het beheer van het NAP SRTI, RTTI en SSTP. Hierop is vervolgens de verdeelsleutel van toepassing zoals vermeld in 1° en 2° van deze Bijlage.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de Belgische Staat : FOD Mobiliteit en Vervoer, E. VANDAMME, Voorzitster van het Directiecomité G. GILKINET, Vice-eersteminister van de federale Regering, belast met Mobiliteit Voor het Vlaamse Gewest : Departement Mobiliteit en Openbare Werken, F. BOELAERT, Secretaris-generaal L. PEETERS, Vlaams Minister voor Mobiliteit en Openbare Werken Voor het Waalse Gewest : SPW - Mobiliteit en Infrastructuren, E. WILLAME, Directeur-generaal Ph. HENRY, Minister van de Waalse Gewestregering, belast met Klimaat, Energie en Mobiliteit Voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest : Brussel Mobiliteit, Ch. VANOERBEEK, Directeur-generaal E. VAN DEN BRANDT, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid Voor het Nationaal Geografisch Instituut, I. VANDEN BERGHE, Administrateur-generaal

^