gepubliceerd op 29 september 2008
Samenwerkingsprotocol tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wijziging van het samenwerkingsprotocol van 6 december 2005 met betrekking tot de heffing in de sector van de melk en de zuivelproducten
Samenwerkingsprotocol tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot wijziging van het samenwerkingsprotocol van 6 december 2005 met betrekking tot de heffing in de sector van de melk en de zuivelproducten Gelet op Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1406/2006 van de Raad;
Gelet op Verordening (EG) nr. 595/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten, laatst gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 228/2008 van de Commissie;
Gelet op Verordening (EG) nr. 248/2008 van de Raad van 17 maart 2008, die Verordening 1234/2007 wijzigt betreffende de nationale melkquota;
Gelet op Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991, zoals gewijzigd tot op heden, betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied en houdende intrekking van Verordening nr. 283/72;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999, zoals gewijzigd tot op heden, houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten;
Gelet op het samenwerkingsakkoord van 30 maart 2004 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij;
Gelet op het samenwerkingsprotocol van 6 december 2005 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de heffing in de sector van de melk en de zuivelproducten;
Overwegende dat de bepalingen moeten worden aangepast met het oog op de eventuele verdeling van de te veel geïnde heffing;
Overwegende dat nadere regels moeten worden bepaald, in voorkomend geval, voor de bestemming van het saldo van de heffing die niet in het ELGF gestort werd, in toepassing van artikel 3, lid 1, van de Verordening (EG) nr. 1788/2003;
Het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van de Minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;
Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door zijn Regering, in de persoon van de Minister van Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting; gezamenlijk hun respectievelijke bevoegdheden uitoefenend, zijn overeengekomen wat hierna volgt :
Artikel 1.In het eerste artikel van het samenwerkingsprotocol van 6 december 2005 tussen het Vlaamse Gewest, Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de heffing in de sector melk en zuivelproducten worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° De woorden « Het Gewest van herkomst van de referentiehoeveelheden die eraan toegevoegd worden, wordt bepaald op basis van de zone waartoe die hoeveelheden behoren zoals gedefinieerd in artikel 2.» worden geschrapt. 2° De volgende bepaling wordt toegevoegd : « De Gewesten komen overeen dat startende vanaf 1 april 2008, de referentiehoeveelheden van de nationale reserve voor leveringen en van de nationale reserve voor rechtstreekse verkopen worden beheerd door de gerechtigde autoriteit van elke zone, naar evenredigheid van de relatieve belangrijkheid van de quota, toebedeeld aan de producenten van de betreffende zones op 1 april 2002, zoals vastgesteld in de bijlage van het protocol.»
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde protocol wordt de derde alinea vervangen door de volgende tekst : « De situatie op 1 april 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007 is opgenomen in de bijlage van dit protocol. Deze situatie wordt in voorkomend geval, jaarlijks aangepast door de bevoegde betaalorganen van de Gewesten. «
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde protocol wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 3.De betaalorganen delen jaarlijks aan elkaar de gegevens mee met betrekking tot de producenten van wie de zone van productie veranderd is. De referentiehoeveelheid van de betrokken producenten zal beheerd worden door het Gewest, naar hetwelk de producent zijn productie verhuisd heeft. Voor deze producenten, zullen de overdrachten zoals bedoeld in artikel 4 en de vrijmakingen of tijdelijke overdrachten zoals beoogd in artikel 7 worden onderworpen aan de voorschriften in werking in de zone naar dewelke de productie is verplaatst. »
Art. 4.In artikel 5, § 1, van hetzelfde protocol worden de woorden « Zonder afbreuk te doen aan de voorschriften van artikel 1 », ingevoegd voor de woorden « Bij een eventuele herverdeling van de nationale reserve ».
Art. 5.Aan artikel 6 van hetzelfde protocol wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Als er onregelmatigheden worden vastgesteld bij kopers die innen in een zone waartoe zij niet behoren, licht de bevoegde overheid van de zone waarin de onregelmatigheden zijn vastgesteld de bevoegde overheid van de andere zone in. In dat geval zijn de reglementaire bepalingen van de zone waartoe de betrokken kopers behoren van toepassing. »
Art. 6.Artikel 7 van hetzelfde protocol wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 7.Een producent kan enkel binnen de zone waartoe zijn referentiehoeveelheden behoren op 31 maart 2002, zijn referentiehoeveelheden vrijmaken of tijdelijk overdragen. Wanneer de referentiehoeveelheden na 31 maart 2002 worden overgedragen van de ene zone naar de andere in toepassing van artikel 4, lid 2, is het de nieuwe zone waarbinnen de referentiehoeveelheden kunnen vrijgemaakt of tijdelijk overgedragen kunnen worden. De criteria voor de vrijmaking en de tijdelijke overdrachten worden vastgelegd door de bevoegde overheden van elke zone. Ze zijn onderworpen aan de overlegprocedure zoals voorzien in het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003. »
Art. 7.In artikel 9, § 1, van hetzelfde protocol worden de woorden « 15 000 liter » vervangen door de woorden « 30 000 liter ».
Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde protocol worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2, derde lid wordt vervangen door wat volgt : « De producenten van wie de volgens artikel 9 gecorrigeerde leveringen hun referentiehoeveelheid leveringen overschrijden met ten minste 14.565 liter of met ten minste 5 % als de overschrijding kleiner is dan 14 565 liter, verliezen het recht op eventuele terugbetaling. »; 2° er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3.Wanneer het forfaitaire bedrag van 1 % van de heffing, vermeld in artikel 3, lid 1, van de Verordening (EG) nr. 1788/2003, niet is opgebruikt, overleggen de Gewesten om de uitvoeringsbepalingen vast te stellen van artikel 16bis van de Verordening (EG) nr. 595/2004. »
Art. 9.Aan artikel 11 van hetzelfde protocol wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 3. De Gewesten komen overeen om de verdeling van de bijkomende referentiehoeveelheden die niet vermeld zijn onder § 2 van dit artikel over te laten aan de bevoegdheid van de Gewesten. De bijkomende referentiehoeveelheden zullen, in voorkomend geval, op 1 april van het betreffende jaar verdeeld worden tussen de Gewesten naar evenredigheid van de relatieve belangrijkheid van de quota toebedeeld aan de producenten van de zones, zoals overeengekomen op 1 april 2002 en zoals verduidelijkt in de bijlage van het protocol. De bevoegde overheden van elke zone plegen, in voorkomend geval, overleg om de verdelingscriteria aan elkaar toe te lichten. »
Art. 10.In het hetzelfde protocol wordt de bijlage aan artikel 2 vervangen door de bijlage, die bij dit protocol is gevoegd.
Art. 11.Dit samenwerkingsprotocol heeft uitwerking met ingang van 1 april 2008.
Opgemaakt te Brussel, op 31 juli 2008, in 3 exemplaren, waarvan iedere partij bevestigt een exemplaar ontvangen te hebben.
Voor het Vlaamse Gewest : De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister voor Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS Voor het Waalse Gewest : De Waalse minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De minister van Economie, Tewerkstelling en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE
Bijlage aan artikel 2 van het samenwerkingsprotocol tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de heffing in de sector van de melk en de zuivelproducten Melkquota in kg : Situatie op 1 april 2002 (Foto 2002), 1 april 2003 en 1 april 2004, 1 april 2005, 1 april 2006 en 1 april 2007 excl. osmose en leasing Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor het Vlaamse Gewest : De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister voor Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS Voor het Waalse Gewest : De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister van Economie, Tewerkstelling en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE