Etaamb.openjustice.be
Protocol van 24 oktober 2016
gepubliceerd op 20 januari 2017

Protocolakkoord gesloten tussen de federale regering en de overheden bedoeld in art. 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, over de ziekenhuisnoodplanning

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2016024291
pub.
20/01/2017
prom.
24/10/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU


24 OKTOBER 2016. - Protocolakkoord gesloten tussen de federale regering en de overheden bedoeld in art. 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet, over de ziekenhuisnoodplanning


I. INLEIDING Gelet op de respectievelijke bevoegdheden waarover de Federale Staat en de in artikel 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden, hierna de Gemeenschappen/Gewesten genoemd, op het vlak van het gezondheidsbeleid beschikken;

Gelet op de Gemeenschappelijke verklaring van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid over de ziekenhuisnoodplanning van 27 juni 2016;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 oktober 1964Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/10/1964 pub. 21/01/2009 numac 2008001066 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd, meer bepaald bijlage A, III, 14° ;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 oktober 1991 en omzendbrief van 4 november 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 februari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 16/05/2006 numac 2006200339 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende de bevordering van werkgelegenheid van werkzoekenden uit de risicogroepen voor de jaren 2005 en 2006 type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 16/05/2006 numac 2006200361 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de eindejaarspremie in uitvoering van artikel 20 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 21/04/2006 numac 2006200493 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging, in uitvoering van artikelen 13 en 16 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 30 mei 2005 type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 15/03/2006 numac 2006200438 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de meldingsplicht contracten bepaalde duur en uitzendarbeid in uitvoering van artikel 8 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 15/03/2006 numac 2006200436 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardigingen in uitvoering van artikel 16 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 15/03/2006 numac 2006200450 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het bijdrage aan het sociaal fonds in uitvoering van artikel 7 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 type koninklijk besluit prom. 16/02/2006 pub. 13/04/2006 numac 2006200434 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 oktober 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der marmergroeven en -zagerijen op het gehele grondgebied van het Rijk, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1984, betreffende de vermindering van de arbeidsduur in de ondernemingen der marmergroeven en -zagerijen sluiten en de Ministeriële omzendbrief NPU-1 van 26 oktober 2006;

Gelet op de Bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming;

Gelet op het tussentijds en voorlopig verslag over het onderdeel "hulpverlening" van de parlementaire onderzoekscommissie van 3 augustus 2016 (doc 54/1752/006);

Overwegende dat de ziekenhuisnoodplannen integraal tot de uitbatingsvoorwaarden van het ziekenhuis behoren en dat ze goedgekeurd worden door de gouverneur van de provincie na controle door de Gemeenschappen/Gewesten en na advies van de gezondheidsinspecteur van de federale overheidsdienst volksgezondheid;

Overwegende dat in het kader van de zesde Staatshervorming nieuwe bevoegdheden inzake Volksgezondheid naar de deelstaten werden overgedragen;

Overwegende dat bepaalde materies betreffende het gezondheidsbeleid onder de bevoegdheid van de federale overheid zijn blijven ressorteren;

Overwegende dat rampenmanagement een multidisciplinaire aanpak vergt van de verschillende disciplines onder leiding van de burgemeester, gouverneur of de minister van Binnenlandse Zaken afhankelijk van respectievelijk de gemeentelijke, provinciale fase en de federale fase, wordt overeengekomen wat volgt : II. DOELSTELLINGEN Rampenmanagement vergt een coördinatie tussen de verschillende disciplines waarnaar in de artikels 10 tot 14 van het Koninklijk besluit van 16 februari 2016 wordt verwezen.

Ieder ziekenhuis moet beschikken over een actieplan om het hoofd te bieden aan grote ongevallen binnen het ziekenhuis én ongevallen buiten het ziekenhuis. In deze tekst hierna spreken we voortaan over het ziekenhuisnoodplan waarmee zowel het intern als extern noodplan bedoeld wordt.

Het ziekenhuisnoodplan heeft als doel met alle disciplines binnen het ziekenhuis de nodige acties te ondernemen om het hoofd te bieden aan een externe en interne toestroom van slachtoffers.

Deze moeten op een efficiënte manier kunnen worden opgevangen zonder dat de zorg voor de reeds opgenomen patiënten in het gedrang komt.

Het ziekenhuisnoodplan dient dus om de opvangcapaciteit van het ziekenhuis snel te kunnen opdrijven en de ziekenhuisorganisatie zo snel als mogelijk te transformeren van de dagdagelijkse hulpverlening naar een dringende gezamenlijke noodhulpverlening indien het aantal toegekomen getroffenen de middelen voor een één-op-één-hulpverlening, overschrijdt.

Het ziekenhuisnoodplan wordt bijgevolg uitgewerkt om het monodisciplinaire plan van Discipline 2 - de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening - te ondersteunen zonder dat het er deel van uitmaakt.

III. DEFINITIES EN ROLLEN Als we over het ziekenhuisnoodplan spreken gaat het zowel over het technisch ziekenhuisnoodplan (onder leiding van de preventieadviseur/technisch directeur) die verantwoording moet afleggen aan de algemeen directeur als over het medisch ziekenhuisnoodplan (onder leiding van de hoofdgeneesheer/hoofdarts/medisch directeur). Het is evident dat in het laatste geval de medisch directeur de algemeen directeur op de hoogte brengt van een opstart van een medisch ziekenhuisnoodplan maar dat ook de totstandkoming en de uitvoering ervan gebeurt in nauw overleg met de algemeen directeur.

Het ziekenhuisnoodplan voorziet in procedures en noodplannen (onder andere, bijvoorbeeld, evacuatie, relocatie, receptie en isolatie) en omvat het geheel van mensen, houdingen, procedures, voorzieningen en middelen dat : - op een continue basis de risico's probeert te beperken - een tijdelijke organisatiestructuur opstart met duidelijke bevoegdheden en taakverdeling met als doel de noodsituatie/ rampsituatie zo vlug mogelijk te beheersen.

Het ziekenhuisnoodplan voorziet in de materiële en organisatorische noodmaatregelen om : - zelf op de campus tussen te komen en het hoofd te bieden aan een noodsituatie door zoveel mogelijk de nefaste gevolgen te beperken.

Deze noodsituatie kan zich binnen én buiten het ziekenhuis voordoen. - de interventie van externe overheden en diensten toe te staan indien de gebeurtenis of noodsituatie effecten buiten de site heeft De hoofdarts is verantwoordelijk voor het medisch ziekenhuisnoodplan.

Het permanent comité is belast met het opstellen, actualiseren en valideren van het ziekenhuisnoodplan. We voegen een nieuw element aan het Permanent Comité toe en stellen voor om ook een bureau voor het permanent comité te voorzien (zie verder onder VI afspraken en procedures). De coördinatiecel van het ziekenhuis (CCZ) wordt geactiveerd wanneer het ziekenhuisnoodplan is afgekondigd. De cel coördineert de operaties (logistiek en personeel) en communiceert met het gemeentelijk, provinciaal en/ of federaal coördinatiecomité, staat in voor de contacten met de media en zorgt voor de opvang van de familie van de opgenomen getroffenen.

En dit voor zover het gemeentelijk, provinciaal en/ of federaal niveau de communicatie met de media en met familie en vrienden van de getroffenen, nog niet heeft overgenomen.

Het ziekenhuisnoodplan dient bekend te zijn bij het ziekenhuispersoneel en intern, monodisciplinair en multidisciplinair te worden geoefend. Het dient op regelmatige basis worden aangepast aan de veranderende omgeving en te worden ingebed in de gemeentelijke en provinciale noodplanning.

IV. OPRICHTING WERKGROEPEN Een bevraging aan de ziekenhuizen die door FOD Volksgezondheid in 2013 uitgevoerd werd, heeft, onder andere, aangetoond dat de ziekenhuizen nood hebben aan ondersteunende tools waaronder wij volgende voorstellen : 1. een website voor uitwisseling en informatie;2. een bijeenkomst voor uitwisseling van ervaringen en formulering van adviezen aan de overheid;3. een uniform model van ziekenhuisnoodplan en goedkeuringsprocedure;4. een draaiboek om te oefenen en 5.voorbeelden van plannen voor specifieke risico's (stroompanne, IT-crash, terrorisme, etc).

Om aan deze noden te beantwoorden, werden vier werkgroepen opgericht in juli 2014 : 1. een werkgroep `wetgeving' voor een beschrijving van de conclusies van de revisie van de wetgeving;2. een werkgroep `model van ziekenhuisnoodplan en goedkeuringsprocedure én specifieke risico's' voor een template van ziekenhuisrampenplan dat aan de ziekenhuizen kan gestuurd worden opdat ze het per rubriek kunnen invullen voor hun ziekenhuis;3. een werkgroep `draaiboek om te oefenen' belast met het uitwerken van een tool om te leren over het ziekenhuisnoodplan en een tool om rampoefeningen te organiseren voor het testen en perfectioneren van hun ziekenhuisnoodplan en 4.een werkgroep `uitwisseling van informatie en ervaringen en bijeenkomst' voor een voorstel van een website en een forum voor de ziekenhuizen en een logo voor het ziekenhuisnoodplan.

Het finale doel van deze werkgroepen, is om de terminologie en de inhoud van de ziekenhuisnoodplannen te harmoniseren en om de goedkeuringsprocedure door lokale overheden te faciliteren.

De Gemeenschappelijke Verklaring, goedgekeurd op de Interministeriële Conferentie van 27 juni 2016, vormt de basis voor de samenwerking tussen de Gemeenschappen/Gewesten en de federale overheid in het kader van een optimale opmaak, actualisatie, validatie, en implementatie van het ziekenhuisnoodplan. Er zijn richtlijnen en afstemming nodig tussen de verschillende beleidsniveaus. We herinneren aan het feit dat de verschillende beleidsniveaus zich akkoord hebben verklaard over de verschillende werkgroepen Bovendien wordt er maximaal rekening gehouden met de andere projecten in ontwikkeling binnen de noodplanning, én die een impact hebben op de resultaten van deze werkgroepen : Zo worden de ontwikkelingen van het "Incident Crisis Management Systeem (ICMS)", van een uniform registratiesysteem van de slachtoffers en van de aanpassing van het KB op de noodplanning van 16 februari 2006, meegenomen in de werkzaamheden opdat de resultaten van de werkgroepen congruent en coherent zijn met andere relevante, lopende projecten. Het ICMS is een informaticaplatform voor informatie en communicatie bij collectieve noodsituaties. Dit veiligheidsplatform omvat een centrale databank waar alle gegevens - cruciaal voor de rampenbeheersing - online bijgehouden worden.

Deze centrale databank zorgt voor de automatische generatie van de provinciale en gemeentelijke algemene nood- en interventieplannen en de bijzondere nood- en interventieplannen, de consultatie van een actuele lijst van de bedbezetting van de ziekenhuizen en het registratiesysteem van de rampenslachtoffers.

Idealiter omvat dit veiligheidsplatform, een template voor registratie rampoefening dat elk jaar online dient ingevuld te worden door de ziekenhuizen.

De werkgroepen werden samengesteld uit experten van het werkveld, een vertegenwoordiging van de gemeenschappen en gewesten en van de federale diensten noodplanning van de gouverneurs. De werkgroepen worden aangestuurd door een stuurgroep die het project coördineert en de beslissingen neemt die vereist zijn om de werkzaamheden van de werkgroepen op elkaar af te stemmen en eventuele knelpunten op te lossen.

V. BEVOEGDHEIDSOVERDRACHT T.G.V STAATSHERVORMING We willen de samenwerking met betrekking tot de ziekenhuisnoodplanning en de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen, bestendigen en verderzetten na de bevoegdheidsoverdracht ten gevolge van de 6de Staatshervorming.

We beogen ook een samenwerking tussen de verschillende overheden voor het aanbieden, ter beschikking stellen, evalueren en optimaliseren van de tools en hulpmiddelen voor de ziekenhuizen, die de verschillende werkgroepen gegenereerd hebben.

VI. AFSPRAKEN EN PROCEDURES - Wat betreft de volgende punten, dringen zich de volgende afspraken op die een wijziging van de wetgeving tot gevolg heeft.

De Werkgroep Wetgeving waarin de verschillende overheden betrokken zijn, engageert zich tot het redigeren van een concreet voorstel van aanpassing van de wetgeving. - FASERING twee fasen : `Informatie' en `Actie'; de huidige fasen van pre-alarm, alarm en actie worden vervangen door de fasen informatie en actie.

INFORMATIEFASE : Er is notie van een noodsituatie. Ofwel dat het ziekenhuispersoneel kennis neemt via de 112 noodcentrale van een bericht van afkondiging van een Medisch Interventieplan (MIP), ofwel van een spontane en onaangekondigde toestroom van een belangrijk aantal patiënten van dezelfde gebeurtenis. In het laatste geval zal het ziekenhuis de 112 noodcentrale zelf verwittigen indien er nog geen MIP is opgestart. De arts, die de noodsituatie coördineert, wordt verwittigd. De arts die de noodsituatie coördineert, neemt kennis van het type ramp, het aantal slachtoffers die mogelijks naar het ziekenhuis moeten worden geëvacueerd, de betrokken pathologieën (blast, brandwonden, polytrauma, vergiftiging, etc.), en de aankomsttijden. De arts die de noodsituatie coördineert, beslist na intern overleg wanneer er al dan niet wordt overgegaan naar de actie-fase.

ACTIE-FASE : Het coördinatieteam beslist over de activatie van niveau I of II. Elk team-lid volgt de instructies van de overeenkomstige instructiefiches.

Twee niveaus worden voorzien in de actiefase : - NIVEAU I correspondeert met een minimale stijging, met een interne versterking maar zonder of met een heel beperkte oproep van het personeel. Dit niveau komt overeen met een aantal slachtoffers dat gelijk is aan de eerste theoretische golf (reflexcapaciteit). De afkondiging van dit niveau zal vooral worden overwogen tijdens de dag, wanneer de diensten beter vertegenwoordigd zijn. - NIVEAU II komt overeen met een relatief grote stijging, met interne versterking en oproep van personeel. Dit niveau zal zich vooral s' nachts en in het weekend voordoen als de bestaffing sowieso algemeen lager is, en a fortiori wanneer het aantal verwachte slachtoffers hoger is dan de eerste theoretische golf, of potentieel zeer hoog is. - Goedkeuringsprocedure Er wordt een herziening van de huidige goedkeuringsprocedure voorgesteld : er wordt nog steeds de logica van het KB van 16 februari 2006 gevolgd. De verandering is dat de gemeentelijke veiligheidscel zijn advies geeft aan de Gemeenschappen/Gewesten over de goedkeuring van het ziekenhuisnoodplan.

Deze nieuwe goedkeuringsprocedure kent de voordelen van het subsidiariteitsprincipe, de plaatselijke verankering, advies van mensen met operationele kennis van zaken, pragmatisme en efficiëntie.

Er zullen richtlijnen worden uitgeschreven voor de adviesverlening door de gemeentelijke veiligheidscel met het oog op uniformiteit. De expertise van de Gemeenschappen/Gewesten in verband met het nalevingstoezicht, wordt bij de opmaak van deze richtlijnen, meegenomen. Deze richtlijnen zullen naast criteria voor adviesverlening, ook voorwaarden bepalen zoals dat alle disciplines en de gouverneur moeten vertegenwoordigd zijn opdat de Gemeentelijke Veiligheidscel, een geldig advies kan verlenen. Wat betreft deze laatste voorwaarde, wordt meer bepaald bedoeld dat de Gemeentelijke Veiligheidscel het initiatief neemt om dadelijk bij het ontvangen van het ziekenhuisnoodplan de gouverneur en de federale gezondheidsinspecteur op de hoogte te brengen en te informeren over dit plan en hen uit te nodigen op de gemeentelijke veiligheidscel waar het ziekenhuisnoodplan wordt besproken. De gouverneur en de federale gezondheidsinspecteur hebben 2 maanden de tijd om bezwaar aan te tekenen na de ontvangst van het advies van de gemeentelijke veiligheidscel.

Het ziekenhuisnoodplan moet om de 5 jaar herzien en goedgekeurd worden. - Installatie van een Bureau Het Permanent Comité wordt vandaag als zeer uitgebreid en log ervaren.

Daarom wordt de installatie van een Bureau verplicht gemaakt met een beperkte samenstelling van minimum de hoofdarts, de noodplancoördinator en het diensthoofd van de spoedgevallendienst. En er moet een secretariaatsfunctie of ondersteuning worden voorzien. Het bureau moet uitbreidbaar zijn met een expert in functie van het dossier dat men bespreekt.

De relatie met het Permanent Comité moet bepaald worden in een minimum huishoudelijk reglement met minimum de bepaling van de opdrachten, vergaderfrequentie en wijze van stemmen. - Noodplancoördinator Deze functie is een stafmedewerker onder supervisie van de ziekenhuisdirecteur en zijn/ haar taken zijn tweeledig : - Enerzijds zijn er diens preventieve taken : deelname aan de analyse van de risico's van het ziekenhuis, aan de uitwerking van noodmaatregelen en - procedures en aan de afstemming van het ziekenhuisnoodplan op de diensten van het lokale niveau. - Anderzijds zijn er diens operationele taken : deelname aan de afstemming van het ziekenhuisnoodplan aan de gemeentelijke en provinciale noodplannen, deelname aan de verspreiding van het ziekenhuisnoodplan en de aanpassing aan de evoluties binnen het ziekenhuis in zijn totaliteit en organiseren van de oefeningen, opleiden van sleutelfiguren en het personeel in zijn totaliteit. - Terminologie Er wordt een éénduidige terminologie voorgesteld : ziekenhuisnoodplan, versus plan d'urgence hospitalier versus Krankenhausnotfallplan.

Het ziekenhuisnoodplan introduceert een uniforme en consequent gebruik van begrippen en voorziet een lijst van afkortingen waaronder ZNP (ziekenhuisnoodplan), ZNP TEC (technisch ziekenhuisnoodplan), ZNP MED (medisch ziekenhuisnoodplan), CCZ (coördinatiecel van het ziekenhuis). - Oefenen Het ziekenhuis moet wat betreft het oefenen van de noodplannen een meerjarenplan van 5 jaren voorzien waarbij er minimum 1 keer per jaar moet geoefend worden. De werkgroep Wetgeving engageert zich tot het uitschrijven van richtlijnen van criteria van oefenen en erkent de volgende, soorten oefeningen : alarmeringsoefening, zandbakoefening, terreinoefening, Een echte noodsituatie waarbij het ziekenhuisnoodplan afgekondigd werd afgekondigd kan een jaarlijkse oefening vervangen, op voorwaarde dat er een kwalitatieve debriefing is gevolgd met alle betrokken actoren en de daaruit volgende verbetermogelijkheden werden geïmplementeerd. - Risico's De werkgroep Wetgeving engageert zich tot het bepalen en omschrijven van de risico's waarvoor het ziekenhuisnoodplan, actiekaarten moet voorzien. - Het ziekenhuisnoodplan De volgende principiële uitgangspunten werden in acht genomen bij de ontwikkeling van het concept van het ziekenhuisnoodplan : - `terugplooibare functies' : Dit betekent dat (bvb voor kleinere ziekenhuizen) bepaalde functies kunnen gecombineerd worden. - `toepasbaar voor alle ziekenhuizen' : Het ziekenhuisnoodplan moet kunnen dienen voor zowel grote als kleine, universitaire als niet-universitaire, alsook voor de gespecialiseerde en de psychiatrische ziekenhuizen. - `sensibilisatie leidinggevenden en directies' : Deze moeten doordrongen zijn van het belang van een werkzaam ziekenhuisnoodplan. - `zichtbaarheid van de reflex- en de behandelcapaciteit' : Deze moet van elke ziekenhuis op een bepaalde manier zichtbaar zijn' voor alle ziekenhuizen (cfr. systeem ICMS) - `generieke scenario's' : En dit om te vereenvoudigen en de materie die op zich al complex is, niet onnodig, moeilijker te maken. - `afstemming met de algemene (gemeentelijke, provinciale en federale) noodplanning'; - `Hulpmiddel in plaats van een verplichting' : Het sjabloon van het ziekenhuisnoodplan zal niet verplicht worden opgelegd maar wel als een hulpmiddel aan alle ziekenhuizen worden aangereikt. Het fungeert tevens als middel van uniformisatie en standaardisatie van de ziekenhuisnoodplanning en moet de goedkeuring van het ziekenhuisnoodplan door de bevoegde overheden faciliteren.

Het sjabloon van ziekenhuisnoodplan zal uit vier delen bestaan : Deel I is de handleiding dat een allesomvattend theoretisch kader biedt dat het ziekenhuisnoodplan en zijn gehele context waarbinnen het ingebed is, in al zijn facetten uitlegt. Het is geen verplichte lectuur maar biedt daarentegen wel een referentiedocument en handvat voor begrip en inzicht van het ziekenhuisnoodplan.

Deel II omvat het sjabloon van ziekenhuisnoodplan dat wordt aangeboden in de vorm van een invuldocument met hyperlinks. Het heeft de ambitie om een kort, praktisch werkdocument te dat zijn operationeel nut bewijst op het moment van een collectieve noodsituatie.

Deel III bestaat uit een inventaris van actiekaarten en risico's. Bij het bepalen van de risico's werd er rekening gehouden met de visie van een generieke coördinatie en aanpak van de noodsituaties : dit betekent dat het aantal specifieke interventieprocedures tot een minimum herleid wordt : de tot nu toe gehanteerde interventieprocedures van Receptie, Evacuatie, Isolatie, Relocatie werden aangevuld met volgende verplicht apart uit te werken items : - Lock-down voor de risico's van amok en terreur; - Business Continuity Plan (BCP)/ Logistiek om de risico's van verstoring van logistieke flow, vertraagde patiëntenflow, uitval van nutsvoorzieningen en personeelstekort en - CBRNe voor de risico's Chemisch, Biologisch Radiologisch, Nucleair en Explosief Deel IV omvat een praktische vragenlijst die toelaat het ziekenhuisnoodplan stapsgewijs te controleren op haar volledigheid. - De tool e-learning zal aangeboden via een tool dat een attest genereert na het doorlopen van de verschillende modules. De tool zal uit de volgende modules |b5 bestaan : |b5 Basiskennis ziekenhuisnoodplanning met test |b5 Handleiding oefenen met oefeningen voor specifieke risico's en |b5 Educatief filmpje : "Hoe evacueren bij brand?" |b5 Overzicht van virtuele oefenprogramma's Artsen kunnen inloggen met hun identiteitskaart, ander ziekenhuispersoneel moet zich inloggen. De opleiding komt in aanmerking voor accreditatiepunten voor artsen. - De communicatie aan alle ziekenhuizen zal gebeuren via symposium en website : Alle hierboven beschreven tools zullen gecommuniceerd en uitgelegd worden via een symposium dat gezamenlijk zal georganiseerd worden door de FOD Volksgezondheid, de Gemeenschappen en Gewesten.

Alle tools en informatie zullen ook in het Nederlands en Frans beschikbaar zijn op de website van FOD Volksgezondheid waar er ook verwezen zal worden naar de publieke websites van alle betrokken, relevante overheden.

Het ziekenhuisnoodplan geniet een eigen logo, huisstijl en een brochure.

Aldus overeengekomen, 24 oktober 2016 te Brussel.

Voor de Federale Staat : Mevr. M. DE BLOCK, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Voor de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest : J. VANDEURZEN, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Pour la Région wallonne : M. PREVOT, Ministre des Travaux publics, de la Santé, de l'Action sociale et du Patrimoine.

Pour la Communauté française : R. DEMOTTE, Ministre-Président de la Fédération Wallonie-Bruxelles.

Mme A. GREOLI, Vice-Présidente, Ministre de la Culture et de l'Enfance.

Pour la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale : Voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad : D. GOSUIN, Ministre, Membre du Collège Réuni, compétent pour la politique de la Santé, les Finances, le Budget, la Fonction publique, le Patrimoine et les Relations extérieures.

G. VANHENGEL, Minister, Lid van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, de Financiën, de Begroting, het Openbaar Ambt, het Patrimonium en de Externe Betrekkingen.

Pour le collège de la Commission communautaire française de Bruxelles-Capitale : Voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : Mme C. JODOGNE, Membre du Collège de la Commission communautaire française, compétente pour la Politique de Santé.

Für die Deutschsprachige Gemeinschaft: Pour la Communauté germanophone : A. ANTONIADIS, Minister der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Familie, Gesundheit und Soziales

^