Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 21 oktober 2002
gepubliceerd op 29 oktober 2002

Omzendbrief betreffende de aanvraag tot verblijf of vestiging in het Koninkrijk, ingediend op basis van artikel 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, door de familieleden van een onderdaan van een lidstaat van de **** **** Ruimte of van een ****, die niet in het bezit zijn van de vereiste documenten om het Belgisch grondgebied te mogen betreden

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000763
pub.
29/10/2002
prom.
21/10/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


21 OKTOBER 2002. - **** betreffende de aanvraag tot verblijf of vestiging in het ****, ingediend op basis van artikel 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, door de familieleden van een onderdaan van een lidstaat van de **** Economische **** of van een ****, die niet in het bezit zijn van de vereiste documenten om het **** grondgebied te mogen betreden


**** de dames en heren burgemeesters van het Koninkrijk, 1. Inleiding : Artikel 41, 2**** lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen bepaalt dat, om te genieten van het recht om het Koninkrijk te betreden, de echtgenoot en de familieleden van de EG-vreemdeling of van een in artikel 40 bedoelde ****, die niet de nationaliteit bezitten van een lidstaat van de **** Economische **** (****.****.****. de lidstaten van de **** ****, ********, **** en **** - hierna : ****.****.****.) houder moeten zijn van de documenten die krachtens artikel 2 van dezelfde wet vereist zijn (in principe een geldig paspoort dat, in voorkomend geval, voorzien is van een geldig visum).

**** bepaling verzekert de omzetting van de artikelen 3 van de richtlijn 68/360/**** van de **** van de **** Gemeenschappen inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van de werknemers der ****-**** en van hun familie binnen de **** en van de richtlijn 73/148/**** van de **** van de **** Gemeenschappen inzake de opheffing van de beperkingen van de verplaatsing en het verblijf van onderdanen van de ****-**** binnen de **** ter zake van vestiging en verrichten van diensten, volgens dewelke deze familieleden moeten worden toegelaten tot het grondgebied van de lidstaten op eenvoudig vertoon van een identiteitskaart of een geldig paspoort dat, in voorkomend geval, voorzien is van een visum dat vereist is om het grondgebied te mogen betreden.

Artikel 4 van de hiervoor genoemde richtlijn 68/360/**** en artikel 6 van de hiervoor genoemde richtlijn 73/148/****, volgens dewelke de lidstaten het recht op verblijf op hun grondgebied toekennen aan de in artikel 40 bedoelde familieleden van een onderdaan van een lidstaat, die niet de nationaliteit van een lidstaat van de ****.****.**** bezitten, die het document kunnen overleggen waarmee ze het grondgebied hebben betreden, een document dat hun bloed- of aanverwantschap aantoont en, in voorkomend geval, een document dat bewijst dat ze ten laste zijn, werden omgezet in de **** wet door artikel 42 van de wet van 15 december 1980 en de verschillende artikelen van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, die de procedure vastleggen die van toepassing is op de aanvragen tot verblijf of vestiging van deze personen.

De omzendbrief van 28 augustus 1997 betreffende de procedure van de huwelijksafkondiging en de documenten die dienen overgelegd te worden teneinde een visum met het oog op het afsluiten van een huwelijk in het Rijk te bekomen en teneinde een visum **** op basis van een huwelijk afgesloten in het buitenland te bekomen (punt 4 - Belgisch Staatsblad , 1 oktober 1997) en de omzendbrief van 12 oktober 1998 betreffende de aanvraag tot verblijf of tot vestiging in het **** die na het voltrekken van het huwelijk ingediend wordt op grond van de artikelen 10 of 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (Belgisch Staatsblad , 6 november 1998), leggen de gevolgen vast, voor wat het verblijf betreft, van het niet respecteren van deze verplichting.

In het kader van een beroep tot nietigverklaring dat werd ingediend tegen deze twee omzendbrieven, heeft de **** van **** vier **** vragen gesteld aan het **** van **** van de **** Gemeenschappen met betrekking tot de interpretatie van de communautaire bepalingen betreffende de voorwaarden voor de toegang tot het grondgebied en het verblijf van de familieleden van een onderdaan van een lidstaat van de ****.****.****. op het grondgebied van een andere lidstaat.

**** zijn arrest van 25 juli 2002 heeft het **** van **** van de **** Gemeenschappen een bindende interpretatie gegeven van de bovenvermelde communautaire bepalingen, die in het licht van het **** gelezen werden. **** interpretatie dient bijgevolg gegeven te worden aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die deze communautaire bepalingen naar **** recht omgezet hebben.

Het **** van Justitie heeft aangegeven dat de betrokken communautaire bepalingen als volgt moeten geïnterpreteerd worden : een lidstaat mag een onderdaan van een derde land die gehuwd is met een onderdaan van een lidstaat, en die zonder geldige identiteitskaart of geldig paspoort, of in voorkomend geval zonder visum, zijn grondgebied tracht binnen te komen, niet aan de grens terugdrijven wanneer deze echtgenoot het bewijs kan leveren van zijn identiteit en huwelijksband, en uit niets blijkt dat hij een gevaar is voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid een lidstaat kan noch een verblijfsvergunning weigeren aan een onderdaan van een derde land die het bewijs kan leveren van zijn identiteit en van zijn huwelijk met een onderdaan van een lidstaat, noch ten opzichte van hem een **** nemen, op de enkele grond dat hij het grondgebied van de betrokken lidstaat onregelmatig is binnengekomen; een lidstaat kan noch een verblijfsvergunning weigeren aan een onderdaan van een derde land die gehuwd is met de onderdaan van een lidstaat en het grondgebied van deze lidstaat regelmatig is binnengekomen, noch ten opzichte van hem een **** nemen, op de enkele grond dat zijn visum verlopen is vóór de aanvraag van de verblijfsvergunning.

Het Hof heeft eveneens geantwoord dat de buitenlandse echtgenoot van een onderdaan van een lidstaat het recht heeft om een besluit tot weigering van afgifte van een eerste verblijfsvergunning of een besluit tot verwijdering van het grondgebied vóór de afgifte van een dergelijk document voor te leggen aan de bevoegde adviserende instantie (in **** **** het om het advies van de **** van advies voor vreemdelingen dat wordt gegeven in het kader van het verzoek tot herziening), ook wanneer de echtgenoot niet over een **** beschikt dan wel wanneer hij visumplichtig is maar zonder visum het grondgebied van de lidstaat is binnengekomen of er is gebleven na het verlopen van zijn visum.

**** doel van deze omzendbrief is aan te geven op welke manier sommige wettelijke en reglementaire bepalingen met betrekking tot een **** categorie van familieleden van een onderdaan van een lidstaat van de ****.****.****. of van een **** onderdaan, die niet de nationaliteit van een lidstaat van de ****.****.****. bezitten en die een aanvraag tot verblijf of tot vestiging indienen, moeten geïnterpreteerd worden, dit in het licht van het ****, door het **** van Justitie toegepast in het betrokken arrest.

**** dat het arrest van het **** van **** enkel de echtgenoot van een onderdaan van een lidstaat van de ****.****.****. betreft, is de interpretatie van het **** van Justitie ook van toepassing op de andere familieleden, bedoeld in artikel 40 van de wet van 15 december 1980, evenals op de in artikel 40, § 6, van dezelfde wet bedoelde familieleden van een ****. 2. Principe : **** aanvraag tot vestiging ingediend door de in artikel 40 van de wet bedoelde familieleden van een onderdaan van een lidstaat van de ****.****.****. of van een **** die hun bloed- of aanverwantschap met deze persoon bewijzen, moet voortaan in overweging worden genomen en akte van worden genomen door het opmaken van een document overeenkomstig het model van de bijlage 19 bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

**** aanvraag tot verblijf die door deze personen op basis van artikel 50 van hetzelfde koninklijk besluit wordt ingediend, moet eveneens in overweging worden genomen. 3. Procedure : **** indien ze zich in de situatie bedoeld in artikel 50, § 2, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 bevinden, zullen deze familieleden worden ingeschreven in het **** en in het bezit worden gesteld van een attest van ****, model ****, overeenkomstig het model van bijlage 4 van hetzelfde koninklijk besluit, op voorwaarde dat ze de volgende documenten **** overleggen : het bewijs van hun bloed- of aanverwantschap met de onderdaan van een lidstaat van de ****.****.****. of de **** onderdaan met wie ze zich komen vestigen [zie met betrekking tot dat onderwerp artikel 44 van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 8 oktober 1981 en de omzendbrief van 14 juli 1998 betreffende de **** voor EG-onderdanen en hun familieleden alsmede betreffende de **** voor de vreemde familieleden van de **** onderdanen (Belgisch Staatsblad , 21 augustus 1998), met name hoofdstuk ****, punt ****.2.****, hoofdstuk ****, punt ****.1. en hoofdstuk ****, punt 3]; en het bewijs van hun identiteit, door het overleggen van : - hetzij een geldig nationaal paspoort, of een daarmee gelijkgestelde ****, niet voorzien van het vereiste visum of voorzien van een verstreken visum; - hetzij een nationaal paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** waarvan de geldigheidsduur is verstreken.

**** bureau EN van de **** Vreemdelingenzaken kan steeds worden geconsulteerd indien er twijfel bestaat over deze documenten.

Wanneer het attest van **** wordt afgeleverd, herinner ik **** eraan dat de regels moeten worden toegepast die worden voorzien in de artikelen 49, 50, § 1, 52, 54, 55bis , 60 of 61 van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 8 oktober 1981.

**** ze zich in de in artikel 50, § 2, van het koninklijk besluit bedoelde situatie bevinden, zullen de familieleden in het bezit worden gesteld van een document overeenkomstig het model van de bijlage 22 bij hetzelfde koninklijk besluit.

Wanneer het familielid zijn identiteit niet bewijst ****.****.****. één van de hiervoor genoemde documenten, kan er geen attest van **** of een bijlage 22 worden afgeleverd. **** dat geval moet de aanvraag tot verblijf of vestiging onmiddellijk worden gefaxt naar het bureau EN van de **** Vreemdelingenzaken.

**** zal er een beslissing tot weigering van verblijf of vestiging door de **** of zijn gemachtigde worden genomen. **** beslissing tot weigering van vestiging wordt genomen overeenkomstig het model van de bijlage 20 bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1981.

**** beslissing tot weigering van verblijf of vestiging blijft vatbaar voor een verzoek tot herziening overeenkomstig artikel 44 van de voornoemde wet van 15 december 1980 en overeenkomstig artikel 111 van het voornoemd koninklijk besluit van 8 oktober 1981.

**** de bepalingen van artikel 67 van de wet kan geen enkele maatregel tot verwijdering van het grondgebied worden genomen, zolang het onderzoek van het verzoek tot herziening loopt. **** artikel 113 van het koninklijk besluit wordt de betrokken vreemdeling vervolgens in het bezit gesteld van een document overeenkomstig het model van de bijlage 35 bij hetzelfde besluit. **** bijzonder **** stelt de vreemdeling in staat om legaal op het grondgebied te verblijven voor de duur van de behandeling van zijn verzoek tot herziening.

Ik herinner **** er eveneens aan dat het niet-overleggen van het bewijs van bloed- of aanverwantschap met de onderdaan van een lidstaat van de ****.****.****. of de **** onderdaan met wie de aanvrager zich komt vestigen, het voorwerp moet uitmaken van een beslissing tot **** op basis van artikel 44 van het hiervoor genoemde koninklijk besluit van 8 oktober 1981 [zie eveneens de omzendbrief betreffende de **** voor ****.****.-onderdanen en hun familieleden alsmede betreffende de **** voor de vreemde familieleden van de **** onderdanen (Belgisch Staatsblad , 21 augustus 1998), met name hoofdstuk ****, punt ****.2.****, hoofdstuk ****, punt ****.1 en hoofdstuk ****, punt 3]. 4. **** van vroegere aanvragen ingediend op basis van de hiervoor genoemde omzendbrieven van 28 augustus 1997 en 12 oktober 1998 **** aanvragen tot verblijf of vestiging die door de in artikel 40 van de wet bedoelde familieleden van een onderdaan van een ****.****.****.-lidstaat of van een **** werden ingediend en werden behandeld volgens de in de hiervoor vermelde omzendbrieven van 28 augustus 1997 en 12 oktober 1998 bepaalde regels, en waarvan de weigering het voorwerp uitmaakt van een verzoek tot herziening, zullen opnieuw worden behandeld in het licht van de nieuwe, in de voorgaande punten uitgelegde interpretatie.

**** dit kader zullen onderzoeken naar de gezamenlijke vestiging worden gevraagd in de gevallen waarin dat nog niet was gebeurd en in voorkomend geval zullen bijzondere ****, overeenkomstig de bijlage 35 bij het koninklijk besluit, worden afgeleverd.

**** in artikel 40 van de wet bedoelde familieleden van een onderdaan van een ****.****.****.-lidstaat of van een **** wier aanvragen werden afgesloten in toepassing van de hiervoor genoemde omzendbrieven (beslissing tot bevel om het grondgebied te verlaten dat geen voorwerp uitmaakte van een verzoek tot herziening) kunnen een nieuwe aanvraag tot vestiging indienen. 5. **** met betrekking tot de aan de grens toe te passen procedure : **** **** van type **** (of een **** indien het paspoort is vervallen) dat vijftien dagen geldig is, zal worden uitgereikt aan de in artikel 40 van de wet bedoelde familieleden van een onderdaan van een ****.****.****.-lidstaat of van een **** die zich aan de grens aanbieden zonder in het bezit te zijn van het vereiste visum, op voorwaarde dat ze de volgende documenten **** overmaken : het bewijs van hun bloed- of aanverwantschap met de onderdaan van een lidstaat van de ****.****.****. of met de **** onderdaan met wie ze zich komen vestigen; en een nationaal paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** als bewijs van hun identiteit.

Indien het familielid zijn identiteit niet bewijst door middel van een nationaal paspoort of een daarmee gelijkgestelde **** ten **** van zijn identiteit, zal hij **** het voorwerp uitmaken van een beslissing tot weigering van toegang tot het grondgebied met ****, waartegen eveneens een verzoek tot herziening kan worden ingediend. **** beslissing zal overeenstemmen met het model dat zo snel mogelijk als bijlage 11ter (nieuw) in het koninklijk besluit zal worden ingevoegd. 6. Slotbepalingen : Punt 4 (**** ) van de omzendbrief van 28 augustus 1997 betreffende de procedure van de huwelijksafkondiging en de documenten die dienen overgelegd te worden teneinde een visum met het oog op het afsluiten van een huwelijk in het Rijk te bekomen en teneinde een visum **** op basis van een huwelijk afgesloten in het buitenland te bekomen (Belgisch Staatsblad , 1 oktober 1997) en de omzendbrief van 12 oktober 1998 betreffende de aanvraag tot verblijf of tot vestiging in het **** die na het voltrekken van het huwelijk ingediend wordt op grond van de artikelen 10 of 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (Belgisch Staatsblad , 6 november 1998) worden opgeheven. De **** van Binnenlandse ****, ****. **** _______ **** (**** ) Ter herinnering : de punten 1 tot en met 3 van deze omzendbrief werden vervangen door de omzendbrief van de **** van **** van 17 december 1999 inzake de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk (Belgisch Staatsblad , 31 **** 1999) en de punten 5 tot en met 7 door de omzendbrief van 11 juli 2001 inzake de documenten die dienen overgelegd te worden teneinde een visum met het oog op het afsluiten van een huwelijk in het Rijk te bekomen of teneinde een visum **** op basis van een huwelijk afgesloten in het buitenland te bekomen (Belgisch Staatsblad , 28 juli 2001).

^