gepubliceerd op 28 december 2006
Omzendbrief met betrekking tot het verblijf en de vestiging van onderdanen van Roemenië en Bulgarije, nieuwe lidstaten van de Europese Unie, en van hun familieleden, vanaf 1 januari 2007, met name voor de overgangsperiode die door het Toetredingsverdrag is bepaald
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
20 DECEMBER 2006. - Omzendbrief met betrekking tot het verblijf en de vestiging van onderdanen van Roemenië en Bulgarije, nieuwe lidstaten van de Europese Unie, en van hun familieleden, vanaf 1 januari 2007, met name voor de overgangsperiode die door het Toetredingsverdrag is bepaald
Aan de Dames en Heren Burgemeesters van het Rijk, Op 25 april 2006 hebben Bulgarije en Roemenië het verdrag voor de toetreding tot de Europese Unie ondertekend tijdens een plechtige ceremonie in Luxemburg. De effectieve toetreding van deze twee landen tot de Europese Unie zal op 1 januari 2007 plaatsvinden.
Zoals dit ook het geval was met acht van de tien Staten die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toetraden, bepaalt het Verdrag tot toetreding van Roemenië en Bulgarije dat de huidige lidstaten, tot aan het einde van de periode van twee jaar volgend op de toetredingsdatum, nationale maatregelen of maatregelen als gevolg van bilaterale overeenkomsten mogen toepassen die de toegang van de onderdanen van de nieuwe lidstaten tot hun arbeidsmarkt regelen.
Het Verdrag bepaalt ook dat de huidige lidstaten die maatregelen zullen mogen blijven toepassen tot aan het einde van de periode van vijf jaar volgend op de toetredingsdatum, zelfs tot aan het einde van de periode van zeven jaar, indien hun arbeidsmarkt ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan.
Er mag niet uit het oog worden verloren dat het een overgangsperiode betreft met betrekking tot de toegang tot de arbeidsmarkt die geen enkel gevolg heeft voor het verblijfsrecht van andere categorieën dan werknemers.
De overgangsperiode die het Verdrag bepaalt heeft trouwens alleen de werknemers op het oog en betreft niet de zelfstandigen en degenen die diensten verrichten.
Het van kracht worden van deze overgangsperiode voor het verblijf in België van de personen in kwestie wordt geregeld door het koninklijk besluit van 20 december 2006 tot wijziging als gevolg van de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het koninklijk besluit van 25 april 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Voor het administratieve regime dat van toepassing is op Roemeense en Bulgaarse onderdanen die naar België willen komen tijdens de overgangsperiode van 1 januari 2007 tot 31 december 2008 en voor de situatie van deze onderdanen die zich op 1 januari 2007 al op het grondgebied van het Rijk bevinden, wordt verwezen naar de omzendbrief van 30 april 2004 met betrekking tot het verblijf en de vestiging van de onderdanen van de nieuwe lidstaten van de Europese Unie, met name : Cyprus, Malta, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Letland, Slovenië, Polen, Hongarije, Litouwen en Estland, en van hun familieleden, vanaf 1 mei 2004, met name voor de overgangsperiode die door het Toetredingsverdrag wordt bepaald (1).
De bepalingen van deze omzendbrief zijn van toepassing op Roemeense en Bulgaarse onderdanen en op hun familieleden, met ingang van 1 januari 2007. Voor deze toepassing moet echter in de verschillende passages van de omzendbrief waar naar de overgangsperiode wordt verwezen, worden gelezen : - « 1 januari 2007 » in plaats van « 1 mei 2004 » en - « 31 december 2008 » in plaats van « 30 april 2009 ». De vermelding die in sommige gevallen moet worden aangebracht op de verblijfstitel of het verblijfsdocument moet dienovereenkomstig worden aangepast.
De omzendbrief van 22 december 1999 betreffende de verblijfsvoorwaarden voor bepaalde onderdanen van Centraal- en Oost-Europa die een economische activiteit anders dan in loondienst wensen uit te oefenen in het Rijk of er een vennootschap wensen op te richten, die nog altijd van toepassing was op onderdanen van Bulgarije en Roemenië, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2007 (2).
Bijkomende verduidelijkingen over een specifieke situatie kunnen worden verkregen bij de Dienst Vreemdelingenzaken : - voor individuele gevallen : Bureau Lang verblijf, 02-274 60 39 (F) of 02-274 60 33 (N); Bureau Gezinshereniging, 02-274 60 14 (F) of 02-274 60 11 (N); Bureau Verzoeken tot herziening, 02-205 55 62; - voor alle juridische kwesties : Studiebureau, 02-206 19 23 (F) of 02-206 19 22 (N).
Brussel, 20 december 2006.
De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) Belgisch Staatsblad van 17 mei 2004. (2) Belgisch Staatsblad van 4 februari 2000.