MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

14 SEPTEMBER 1998. - Ministeriële omzendbrief betreffende de personeelsleden van de exploitatiemaatschappijen die door de Regering aangewezen worden om overtredingen van het reglement op de politie van personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocar op te sporen en vast te stellen

De Heren directeuren-generaal van de exploitatiemaatschappijen (TEC), Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op de wet van 9 juli 1875 op de paarden-spoorwegen, gewijzigd bij de wet van 15 augustus 1897, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op de wet van 25 juli 1891 houdende herziening van de wet van 15 april 1843 op de politie van de spoorwegen;

Gelet op de besluitwet van 30 december 1946 betreffende het bezoldigd vervoer van personen over de weg met autobussen en met autocars;

Gelet op de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 september 1976 houdende reglement op de politie van personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocar, inzonderheid op artikel 41, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 1978;

Overwegende dat de personeelsleden van de maatschappijen van openbaar vervoer die op de door de exploitatiemaatschappijen beheerde lijnen overtredingen van dat reglement moeten opsporen en bij proces-verbaal vaststellen, bij besluit van de Waalse Regering worden aangewezen;

Overwegende dat die personeelsleden daartoe beëdigd zijn;

Overwegende dat die personeelsleden met een mandaat van gerechtelijke politie bekleed zijn en in die hoedanigheid houder zijn van een kaart van de commissie van de gerechtelijke politie, en gelet anderzijds op artikel 1 van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten;

Om de taak van die personeelsleden te verlichten;

Om de politie niet onnodig te overlasten, Worden eraan herinnerd dat : De personeelsleden van de maatschappijen van openbaar vervoer die door de Waalse Regering aangewezen worden om overtredingen van het reglement op de politie van personenvervoer per tram, premetro, metro, autobus en autocar op te sporen en vast te stellen, en die daartoe beëdigd zijn, eenieder mogen identificeren in het kader van dat reglement, ook preventief.

Die personeelsleden mogen iedereen om zijn identiteitskaart vragen en degene die ze weigert te tonen tegenhouden tot de komst van de politie.

In geval van twijfel (bijvoorbeeld bij mondelinge mededeling van de identiteit), mogen ze bij de bevoegde diensten nagaan of de opgegeven identiteit juist is.

Namen, 14 september 1998.

De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. Lebrun