Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 30 september 2002
gepubliceerd op 11 oktober 2002

Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 2, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022798
pub.
11/10/2002
prom.
30/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/30/2002022798/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 SEPTEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 2, § 2, tweede lid van het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen


De Minister van Werkgelegenheid en de Minister van Sociale Zaken, Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 7, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1997 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 2, § 2, tweede lid;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van 19 januari 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 13 maart 2001;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 27 april 2001;

Gelet het advies nr. 32.258/1 van de Raad van State, gegeven op 21 februari 2002;

Besluiten :

Artikel 1.§ 1. 1° Voor de berekening van het arbeidsvolume gedurende een kwartaal van de werknemers, die tewerkgesteld zijn aan boord van schepen waarvoor een zeebrief kan worden voorgelegd en varen onder een vlag uit een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid er arbeiders of die tijdelijk onderworpen zijn aan de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, wordt verstaan onder : d : de dagen bedoeld in artikel 24, 1°, ), b), c) en e) van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, met uitzondering van de dagen gedekt door de vergoedingen, bedoeld in artikel 19, § 2, 2°, a), b), d) en e) van dit koninklijk besluit; v : de dagen bedoeld in artikel 24, d) van voormeld koninklijk besluit van 28 november 1969; g : de bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid als gelijkgestelde dag aangegeven dagen, met uitzondering van de dagen tijdelijke werkloosheid te wijten aan economische oorzaken bedoeld in artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; b : de arbeidsdagen waarvoor bijdragen worden gestort, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 5 van het koninklijk besluit van 15 september 1965 met betrekking tot de ining van de bijdragen in de regeling voor overzeese sociale zekerheid; w : het aantal kalenderdagen van het kwartaal van de aangifte bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid. 2° Het arbeidsvolume van de werknemers, bedoeld in 1° is gelijk aan : (d+v+g+b)/w. § 2. Indien de werkgevers voor een bepaald kwartaal niet bewijzen dat een ten minste gelijkwaardig arbeidsvolume werd behouden in vergelijking met het overeenstemmende kwartaal van 1996, dan zijn de vrijgestelde bijdragen voor het betrokken kwartaal verschuldigd.

Art. 2.De werkgevers stellen de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid onverwijld in kennis van de in artikel 1, § 1, 1°, bedoelde dagen d, v, g en b. Deze gegevens hebben betrekking op de voormelde werknemers per schip met zeebrief en dit voor elk kwartaal vanaf 1998.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Brussel, 30 september 2002.

L. ONKELINX F. VANDENBROUCKE

^