gepubliceerd op 29 mei 1999
Ministerieel besluit waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie aan huurders wordt toegekend en waarbij een type-overeenkomst voor een renovatiehuurcontract wordt opgemaakt
30 MAART 1999. - Ministerieel besluit waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie aan huurders wordt toegekend en waarbij een type-overeenkomst voor een renovatiehuurcontract wordt opgemaakt
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op artikel 16;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor huurders die een verbeterbare woning renoveren in het kader van een renovatiehuurcontract;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 1999 waarbij de gezondheidsnormen, de verbeterbaarheid van de woningen alsmede de minimumnormen voor de toekenning van subsidies worden bepaald;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gegrond op de inwerkingtreding op 1 maart 1999 van de Waalse Huisvestingscode en van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor huurders die een verbeterbare woning renoveren in het kader van een renovatiehuurcontract;
Overwegende dat vanaf 1 maart 1999 ingediende premieaanvragen op grond van de nieuwe regelgeving behandeld moeten worden, waarbij de in acht te nemen technische voorwaarden en de modellen voor huurcontracten onverwijld bepaald moeten worden, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° vereiste plafondhoogte : 2,30 m voor de dagvertrekken en 2,10 m voor de nachtvertrekken en de sanitaire ruimten;2° nuttige oppervlakte : de oppervlakte afgebakend door de binnenwanden van een kamer, een kamergedeelte of een binnenruimte. Wanneer de hoogte van 2,00 m niet bereikt wordt over de gehele oppervlakte van de kamer wordt de nuttige oppervlakte berekend als volgt : a) tegen 100 % wanneer de plafondhoogte meer bedraagt dan 2,00 m;b) tegen 75 % wanneer de plafondhoogte tussen 1,80 m en 2,00 m bedraagt;c) tegen 50 % wanneer de plafondhoogte tussen 1,00 m en 1,80 m bedraagt;d) tegen 0 % wanneer de plafondhoogte minder bedraagt dan 1,00 m. De door de trap op de grond ingenomen oppervlakte, die horizontaal wordt gemeten, wordt op iedere verdieping berekend. 3° woonvertrek : kamer, kamergedeelte of binnenruimte, met uitzondering van de hallen, gangen, sanitaire ruimten, berghokken, kelders, niet ingerichte zolders, onbewoonbare bijgebouwen, garages, lokalen voor het uitoefenen van een beroep.De lokalen met één van volgende kenmerken worden eveneens uitgesloten : a) een nuttige oppervlakte of een oppervlakte onder de vereiste hoogte, die kleiner is dan 4 m2;b) horizontale afmetingen die onder 1,50 m blijven liggen;c) een vloer op de kelderverdieping gelegen op meer dan 1,50 m onder de aangrenzende gronden;d) een totaal gebrek aan natuurlijke verlichting;4° bewoonbare oppervlakte : nuttige oppervlakte van de woonvertrekken;5° oppervlakte van de vensteropeningen : de oppervlakte die berekend wordt als volgt : a) voor de vensters en vensterdeuren : de dagoppervlakte van het buitenmetselwerk;b) voor de koepels of bovenlichten in platdaken : de horizontaal gemeten dagoppervlakte;c) voor de ramen in het dakwerk en de opgeklampte deuren met een glazen gedeelte : enkel de glazen oppervlakte;6° vloeroppervlakte : de oppervlakte afgebakend door de binnenwanden van een ruimte, waarbij de hoogte niet aanmerking komt.
Art. 2.De ongezondheidoorzaken die voor de aan de huurders toegekende renovatiepremies in aanmerking komen, worden hierna bepaald : 1° Op bouwtechnisch vlak : technische gebreken die één of verscheidene van de volgende kenmerken aantasten : a) stabiliteit en stevigheid van het gebouw op het vlak van funderingen, dragende buiten- en binnenmuren, dakwerk en draagconstructies (gebinte, holle balken,...) en de doorgangsmogelijkheden op de vloeren; b) waterdichtheid van buitenmuren en kelders, van het dakwerk, het buitenmetselwerk, planken- en tegelvloeren;c) natuurlijke verlichting en de verluchting : 1.natuurlijke verlichting van de woonvertrekken, door een raamoppervlakte die minder bedraagt dan : - 1/8ste of 1/10de van de vloeroppervlakte van het betrokken dagvertrek al naar gelang dat vertrek al dan niet verlicht wordt door een vensteropening in een verticale muur; - 1/10de of 1/12de van de vloeroppervlakte van het betrokken nachtvertrek al naar gelang dat vertrek al dan niet verlicht wordt door een vensteropening in een verticale muur; 2. verluchting van de woonvertrekken en sanitaire ruimten door onvoldoende rechtstreekse ventilatiemogelijkheden naar de buitenlucht, met name : * voor keukens, badkamers en WC's : verticale leidingen waarvan de doorsnede kleiner is dan 75 cm2, of de vensters, roosters of openingen in een buitenwand waarvan de vrije doorsnede in open stand kleiner is dan : - 200 cm2 voor keukens; - 140 cm2 voor badkamers; - 75 cm2 voor WC's. * voor de andere woonvertrekken (woonkamer, slaapkamers...) : verluchtingsopeningen (roosters, vensters of andere) waarvan de vrije doorsnede in open stand kleiner is dan 8 x Apl cm2.
In deze formule is Apl de in m2 uitgedrukte vloeroppervlakte van het lokaal; 3. beide samen door een plafondhoogte van minder dan de vereiste hoogte bepaald in artikel 1, 1°; Opmerking : een eventuele aanvraag om van deze normen af te wijken wordt aan een rechtvaardigingsverslag van de schatter onderworpen; d) veiligheid in de woning inzake elektriciteitsinstallatie en gasvoorziening, trappen en overlopen, doorgangsmogelijkheden op de vloeren, en schoorstenen;e) hygiëne inzake watervoorziening, sanitaire installaties en afvoer van afvalwater;2° Op het vlak van de bewoning : de niet-naleving van de hierna bepaalde bewoningsnormen : a) minimale bewoonbare oppervlakte van de woning : - voor een woning die door één persoon wordt bewoond : 32 m2; - voor een woning die door een (echt)paar wordt bewoond: 38 m2; - de bovenvermelde minimumwaarden worden verhoogd met 6 m2 per bijkomende persoon voor wie geen bijkomende slaapkamer wordt vereist, en met 12 m2 per bijkomende persoon voor wie een bijkomende slaapkamer wordt vereist, op grond van de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Boven 10 bewoners of 5 slaapkamers worden deze waarden verhoogd met 6 m2 per bijkomende persoon en met 6 m2 per bijkomende slaapkamer; b) dagvertrekken : - een woonkamer; - een keuken met een nuttige oppervlakte van minstens 4 m2 of, bij gebreke hiervan, een speciaal ingerichte kookhoek met verluchting naar buiten toe; c) minimale bewoonbare oppervlakte van de dagvertrekken : - voor een woning die door één persoon wordt bewoond : 16 m2; - de bovenvermelde minimumwaarde wordt verhoogd met 4 m2 per bijkomende persoon, op grond van de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Boven 10 bewoners worden deze waarden verhoogd met 4 m2 per bijkomende persoon. d) nachtvertrekken : - één slaapkamer per alleenstaande persoon of per (echt)paar; - één slaapkamer per kind of per groep van twee kinderen van hetzelfde geslacht jonger dan 21 jaar; - het betrekken van een slaapkamer door drie kinderen van hetzelfde geslacht, jonger dan 21 jaar wordt toegelaten wanneer de grootte van de kamer (minimum 12 m2), de verluchting en indeling ervan dat mogelijk maken met inachtneming van de voorwaarden inzake hygiëne en comfort; - het betrekken van een slaapkamer door twee kinderen van hetzelfde geslacht, onder wie ten minste één ouder dan 20 jaar wordt toegelaten wanneer deze samenwoning o.m. wegens het klein leeftijdsverschil het harmonisch leefklimaat van deze kinderen niet in het gedrang brengt; e) minimale bewoonbare oppervlakte van de nachtvertrekken : - bewoning door één persoon : 6,50 m2; - bewoning door twee personen : 9 m2; f) sanitaire ruimten : - een WC met spoelinrichting die uitsluitend door het gezin gebruikt wordt, die goed verlucht is en niet naar een dagvertrek doorloopt; - een badkamer of een goed verluchte waskamer; g) voor een appartement gelegen in een gebouw met een winkel op de benedenverdieping : beschikken over een toegang tot het openbaar wegennet, die van de winkelruimte gescheiden is. Opmerking : het ongeboren kind komt in aanmerking voor de toepassing van de onder de punten a), c), d) en e), bedoelde normen. 3° Op het vlak van het comfort : a) een onvoldoende thermische isolatie van het gebouw : op het vlak van het dakwerk, de vloeren, de buitenmuren en het buitenmetselwerk;b) geen efficiënte verwarmingsinstallatie of belangrijke gebreken in de werking van de bestaande installatie die tot een te hoog verbruik van brandstoffen leiden;
Art. 3.De werken waarvoor een premie toegekend kan worden moeten verplicht één of verscheidene in artikel 2 bepaalde ongezondheidfactoren verhelpen en in de hierna bepaalde lijst van werken voorkomen met de vermelding « Prioriteit 2 ». Ieder werk moet volledig uitgevoerd zijn om in aanmerking te komen.
Bovendien moeten alle werken uitgevoerd worden met het oog op een zuinig beheer van het gebouw. De kosten van een voor de berekening van de premie in aanmerking genomen werk kan forfaitair beperkt worden tot het geraamde bedrag van werken die goedkoper zijn dan degene die uitgevoerd zijn maar de vastgestelde ongezondheidoorzaak wel kunnen verhelpen.
De werken komen slechts in aanmerking indien ze door geregistreerde ondernemingen van de bouwsector uitgevoerd worden.
Bij het opmaken van de verklaring omtrent de voltooiing van de werken moeten alle in artikel 2 bepaalde ongezondheidoorzaken verholpen zijn, waarvoor werken van de hierna bepaalde lijst, met uitzondering van de werken nr. 4, 10A, 17, 21 en 22 nodig zijn. In de in artikel 5 bepaalde huurovereenkomst verbindt de eigenaar van de woning zich ertoe de kosten van de nodige werken te dragen waarvoor de aanvrager niet om de tegemoetkoming van het Gewest verzoekt.
Werken die voor een subsidie in aanmerking komen : Dakwerk 1. (Prioriteit 1).Vervanging van de bekleding (minimum 50 % van de totale oppervlakte of een gehele dakhelling), met inbegrip van dakvensters, dakramen en gelijkgestelde elementen (volgens de onder werk nr. 4 vastgestelde normen indien de dakverdieping niet in woonvertrek ingericht is). 2. (Prioriteit 1) Aanpassing van het gebinte.3. (Prioriteit 2) Vervanging van elk element of elke inrichting voor de verzameling en de afvoer van regenwater.4. (Prioriteit 2) Installatie van iedere inrichting die voor de natuurlijke verlichting en/of de verluchting van de niet in woonvertrek ingerichte dakverdieping zorgt (één vensteropening per helling indien de dakverdieping niet opgedeeld is of per lokaal indien ze wel opgedeeld is). Muren 5. (Prioriteit 1) Droogmaking van de muren.6. (Prioriteit 1) Versterking van de onstabiele muren of sloping en totale wederopbouw van die muren zonder 30 % van de oppervlakte van de buitenmuren (oppervlakte van vensteropeningen en gemeenschappelijke muren inbegrepen) te mogen overschrijden.
Buitenmetselwerk 7. (Prioriteit 2) Vervanging van het buitenmetselwerk (deuren en raamwerk), met inbegrip van de beglazing onder voorbehoud dat aan de in artikel 2, 1°, c) bepaalde normen wordt voldaan. Vloeren 8. (Prioriteit 1) Vervanging van de draagconstructies (gebinte, holle balken,|PO), en de vloeroppervlakte van één of verscheidene lokalen.9. (Prioriteit 2) Vervanging van de vloeroppervlakte en de onderlagen van één of verscheidene lokalen, met inbegrip van de plinten. Natuurlijke verlichting en verluchting 10A. (Prioriteit 2) Natuurlijke verlichting en verluchting van de woonvertrekken met uitzondering van de keukens : conformiteit met de in artikel 2, 1°, c), bepaalde normen. 10B. (Prioriteit 2) Verluchting van de keukens en sanitaire ruimten : conformiteit met de in artikel 2, 1°, c), 2 bepaalde normen.
Veiligheid 11. (Prioriteit 2) Aanpassing van de elektriciteits- en/of gasinstallatie, met uitzondering van de vervanging van verwarmingsapparaten of van toestellen voor de productie van warm water, en installatiegedeelten die niet noodzakelijk zijn voor een minimumcomfort (telefoon, kabeltelevisie, buitenverlichting,... 12. (Prioriteit 2) Vervanging van de binnentrap, met inbegrip van de vereiste bijbehorende werken.13. (Prioriteit 2) Overtrekken van schachten van schoorstenen, met inbegrip van herstelling, wederopbouw of sloping van de schoorsteentoppen en aanvullende onderdelen.
Hygiëne14. (Prioriteit 2) Plaatsing van een tappunt voor drinkwater boven de gootsteen in de keuken.15. (Prioriteit 2) Plaatsing van een inrichting voor de afvoer van afvalwater of totale vervanging van de bestaande inrichting, overeenkomstig de ter zake geldende voorschriften. 16. (Prioriteit 2) Plaatsing van een eerste WC met spoelinrichting, die aangesloten is op de openbare riolering of op een afvoer- en behandelingssysteem overeenkomstig de ter zake geldende voorschriften. De WC dient in een verlucht lokaal te staan dat enkel via een sas naar een dagvertrek doorloopt. 17. (Prioriteit 2) Plaatsing van een eerste badkamer. Overbewoning 18. (Prioriteit 2) Verbouwingswerken in het bebouwd volume om aan de in artikel 2, 2°, bepaalde normen te voldoen zonder dat de daaruit voortvloeiende bewoonbare oppervlakte meer dan 30 % groter is dan de minimale bewoonbare oppervlakte, en voor zover de aanvankelijke bewoonbare oppervlakte meer bedraagt dan de helft van de minimale bewoonbare oppervlakte, zoals in dezelfde normen bepaald. In het verslag moet de afgevaardigde van de Minister de geplande werken nader bepalen en aantonen dat de woning overbewoond is op grond van een onvoldoende bewoonbare oppervlakte en/of het gebrek aan bepaalde onontbeerlijk geachte woonvertrekken.
Opmerking : het betrekken van een slaapkamer door twee kinderen van hetzelfde geslacht, jonger dan 21 jaar, vormt krachtens artikel 2 geen ongezondheidoorzaak. Indien de aanvrager evenwel van mening is dat deze samenwoning o.m. wegens het leeftijdsverschil of de handicap van één van beiden het harmonisch leefklimaat van deze kinderen in het gedrang brengt, kan de inrichting van een bijkomende slaapkamer in aanmerking komen als afwijking die aan het bestuur ter beoordeling wordt voorgelegd en op grond van een met redenen omkleed verslag.
Toegang 19. (Prioriteit 2) Aanleg van een toegang tot het openbaar wegennet, die van de winkelruimte gescheiden is. Huiszwam 20. (Prioriteit 1) Alle werken om de huiszwam of andere zwammen met gelijksoortige effecten weg te werken, door vervanging of behandeling van de aangetaste onroerende elementen. Isolatie 21. (Prioriteit 2) Isolatie van de wanden die het beschermd of verwarmd volume afbakenen. Verwarming 22. (Prioriteit 2) Plaatsing, vervanging of aanpassing van een verwarmingsinstallatie (verwarmingsketel, brander, regeling,...) met uitzondering van de afzonderlijke verwarmingselementen.
Art. 4.Specifieke werken in lokalen die niet voor bewoning bestemd zijn, kunnen onder bepaalde voorwaarden krachtens artikel 7, § 1, 4de lid, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999, in aanmerking komen voor werken in het buitenmetselwerk (met uitzondering van de garagedeuren) en in de elektriciteitsinstallatie.
Art. 5.Het renovatiehuurcontract bedoeld in artikel 1, 11°, van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 wordt opgemaakt op grond van één van de volgende type-overeenkomsten die bij dit besluit worden gevoegd.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1999.
Namen, 30 maart 1999.
W. TAMINIAUX
Bijlage Modellen voor renovatiehuurcontracten 1° Geval waarin het bestaande huurcontract voor hoofdverblijfplaats vóór 31 mei 1997 afgesloten werd en vanaf deze datum niet vernieuwd is Tussen : (Naam, voornaam, woonplaats of firma, adres) hierna de verhuurder genoemd en (Naam, voornaam, woonplaats) hierna de huurder genoemd wordt overeengekomen wat volgt : Artikel 1.Doel De partijen hebben op ...................... (datum) een huurcontract voor hoofdverblijfplaats afgesloten met ingang van .......................
De huurder heeft onder de bij het besluit van de Waalse Regering van 21 januari verzocht om een premie voor huurders die een verbeterbare woning renoveren in het kader van een renovatiehuurcontract of zal erom verzoeken.
De huurder verbindt zich ertoe, met instemming van de verhuurder, de volgende werken uit te voeren die in de lijst voorkomen zoals bepaald in artikel 3 van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 met de vermelding « Prioriteit 2 », waarvan de kosten, exclusief B.T.W. geraamd is op |PO|PO|PO|PO BEF De werken moeten binnen een termijn van |PO|PO|PO|PO.maanden, met ingang van |PO|PO|PO|PO|PO|PO|PO worden uitgevoerd, met dien verstande dat ze voltooid moeten zijn binnen twee jaar na de datum waarop de huurder in kennis wordt gesteld van de ontvankelijkheid van de premieaanvraag.
De verhuurder verbindt zich ertoe binnen de bovenvermelde termijn van twee jaar de volgende werken uit te voeren die in de lijst voorkomen zoals bepaald in artikel 3 van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 en die door een afgevaardigde van de Minister nodig worden geacht :
Art. 2.Compensatie Als tegenprestatie voor de werken waarvan de kosten door de huurder worden gedragen verbindt de verhuurder zich ertoe : ofwel (*) de huurder vóór |PO|PO|PO|PO|PO|PO (datum) niet op te zeggen; ofwel (*) de herziening van de huurprijs niet tot .............. (datum) aan te vragen; ofwel (*) de huurprijs met |PO|PO|PO|PO BEF per maand te verminderen tot ............. (datum); ofwel (*) geen huurprijs aan te vragen tot ...............(datum) (*) Schrappen wat niet past
Art. 3.Bij de volledige voltooiing van de werken waarvan de kosten door de huurder worden gedragen, gebeurt een oplevering van deze werken ofwel tussen de verhuurder en de huurder indien deze de werken zelf heeft uitgevoerd, ofwel tussen de verhuurder, de huurder en de ondernemers.
Art. 4.Deze overeenkomst wordt door de huurder geregistreerd.
De onkosten, met inbegrip van de belastingzegels, worden elk voor de helft gedragen door de verhuurder en de huurder. De huurder wordt ertoe gemachtigd de bijdrage van de verhuurder af te trekken van de huurprijs van de maand volgend op de maand waarin de overeenkomst geregistreerd werd.
Opgemaakt op ................(datum) te ...................... in zoveel originelen als er partijen zijn, plus één exemplaar dat bij het dossier voor de premieaanvraag van de huurder gevoegd wordt en één dat bestemd is voor de Ontvanger van de Registratie.
De verhuurder, De huurder, 2° Geval waarin het bestaande huurcontract voor hoofdverblijfplaats vanaf 31 mei 1997 afgesloten of vernieuwd werd Tussen : (Naam, voornaam, woonplaats of firma, adres) hierna de verhuurder genoemd En (Naam, voornaam, woonplaats) hierna de huurder genoemd wordt overeengekomen wat volgt : Artikel 1.Doel De partijen hebben op .................. (datum) een huurcontract voor hoofdverblijfplaats afgesloten met ingang van .............................
De huurder heeft onder de bij het besluit van de Waalse Regering van 21 januari verzocht om een premie voor huurders die een verbeterbare woning renoveren in het kader van een renovatiehuurcontract of zal erom verzoeken.
De huurder verbindt zich ertoe, met instemming van de verhuurder, de volgende werken uit te voeren die in de lijst voorkomen zoals bepaald in artikel 3 van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 met de vermelding « Prioriteit 2 », waarvan de kosten, exclusief B.T.W. geraamd is op .............. BEF De werken moeten binnen een termijn van ............... maanden, met ingang van ....................... worden uitgevoerd, met dien verstande dat ze voltooid moeten zijn binnen twee jaar na de datum waarop de huurder in kennis wordt gesteld van de ontvankelijkheid van de premieaanvraag.
De verhuurder verbindt zich ertoe binnen de bovenvermelde termijn van twee jaar de volgende werken uit te voeren die in de lijst voorkomen zoals bepaald in artikel 3 van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 en die door een afgevaardigde van de Minister nodig worden geacht :
Art. 2.Compensatie De verhuurder doet afstand van de betaling van de huurprijs tot de volledige uitvoering van de werken. Als tegenprestatie voor de werken waarvan de kosten door de huurder worden gedragen verbindt de verhuurder zich er ook toe : ofwel (*) de huurder vóór ............ (datum) niet op te zeggen; ofwel (*) de herziening van de huurprijs niet tot ............. (datum) aan te vragen; ofwel (*) de huurprijs met ................. BEF per maand te verminderen tot |PO|PO|PO|PO (datum); ofwel (*) geen huurprijs aan te vragen tot .................. (datum) (*) Schrappen wat niet past
Art. 3.Bij de volledige voltooiing van de werken waarvan de kosten door de huurder worden gedragen, gebeurt een oplevering van deze werken ofwel tussen de verhuurder en de huurder indien deze de werken zelf heeft uitgevoerd, ofwel tussen de verhuurder, de huurder en de ondernemers.
Art. 4.Deze overeenkomst wordt door de huurder geregistreerd.
De onkosten, met inbegrip van de belastingzegels, worden elk voor de helft gedragen door de verhuurder en de huurder. De huurder wordt ertoe gemachtigd de bijdrage van de verhuurder af te trekken van de huurprijs van de maand volgend op de maand waarin de overeenkomst geregistreerd werd.
Opgemaakt op .................(datum) te ...................... in zoveel originelen als er partijen zijn, plus één exemplaar dat bij het dossier voor de premieaanvraag van de huurder gevoegd wordt en één dat bestemd is voor de Ontvanger van de Registratie.
De verhuurder, De huurder, Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 30 maart 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie aan huurders wordt toegekend en waarbij een type-overeenkomst voor een renovatiehuurcontract wordt opgemaakt.
Namen, 30 maart 1999.
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX