gepubliceerd op 20 november 2006
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 februari 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie wordt toegekend, van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie aan huurders wordt toegekend en van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een premie wordt toegekend met het oog op het optrekken van woningen waarvoor een overeenkomst is afgesloten
16 OKTOBER 2006. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 februari 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie wordt toegekend, van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie aan huurders wordt toegekend en van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een premie wordt toegekend met het oog op het optrekken van woningen waarvoor een overeenkomst is afgesloten
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 16 en 20;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de renovatie van verbeterbare woningen;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor huurders die een verbeterbare woning renoveren in het kader van een renovatiehuurcontract;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de inrichting door natuurlijke personen van woningen, waarvoor een overeenkomst is afgesloten tegen een bescheiden huur;
Gelet op het ministerieel besluit van 22 februari 1999 tot wijziging van het ministerieel besluit van 22 februari 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie wordt toegekend krachtens het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 maart 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie aan huurders wordt toegekend en waarbij een type-overeenkomst voor een renovatiehuurcontract wordt opgemaakt;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 maart 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een premie wordt toegekend met het oog op het optrekken van woningen waarvoor een overeenkomst is afgesloten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996, Besluit :
Artikel 1.De opmerking bedoeld in rubriek "Isolatie" in fine van artikel 3 van het ministerieel besluit van 22 februari 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie wordt toegekend krachtens het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999, wordt vervangen als volgt : « Isolatiewerken komen slechts in aanmerking indien zij betrekking hebben op één van bovenvermelde werken die voor een premie in aanmerking komen, en indien ze de volgende normen naleven : a) de isolerende stof moet zodanig geplaatst worden dat een thermische transmissiecoëfficiënt U (W/m2K) lager dan of gelijk aan hetgeen volgt wordt bereikt : - 0,4 W/m2K voor het dak of voor de vloer van de zolder.De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 2,5 m2K/W; - 0,6 W/m2K voor buitenwanden en -vloeren. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 1 m2K/W; - 0,9 W/m2k voor vloeren op onverwarmde lokalen en verticale binnenmuren tegen onverwarmde lokalen of tegen de bodem. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 0,8 m2K/W; - 1,2 W/m2K voor de vloeren op de bodem. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 0,8 m2K/W; b) wat betreft de ramen met dubbele beglazing bedoeld in de posten 7, 10 en/of 18 : de thermische transmissiecoëfficiënt van het geheel ramen + beglazing (Uf) moet gelijk zijn aan of lager zijn dan 2 W/m2K. »
Art. 2.Punt 21 in rubriek "Isolatie" van artikel 3 van het ministerieel besluit van 30 maart 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie aan huurders wordt toegekend en waarbij een type-overeenkomst voor een renovatiehuurcontract wordt opgemaakt, wordt vervangen als volgt : « 21. (Prioriteit 2). Isolatie van de wanden die het beschermd of verwarmd volume afbakenen op voorwaarde dat de volgende normen worden nageleefd : a) de isolerende stof moet zodanig geplaatst worden dat een thermische transmissiecoëfficiënt U (W/m2K) lager dan of gelijk aan hetgeen volgt wordt bereikt : - 0,4 W/m2K voor het dak of voor de vloer van de zolder.De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 2,5 m2K/W; - 0,6 W/m2K voor buitenwanden en -vloeren. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 1 m2K/W; - 0,9 W/m2K voor vloeren op onverwarmde lokalen en verticale binnenmuren tegen onverwarmde lokalen of tegen de bodem. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 0,8 m2K/W; - 1,2 W/m2K voor de vloeren op de bodem. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 0,8 m2K/W; b) wat betreft de ramen met dubbele beglazing bedoeld in de posten 7, 10 en/of 18 : de thermische transmissiecoëfficiënt van het geheel ramen + beglazing (Uf) moet gelijk zijn aan of lager zijn dan 2 W/m2K. »
Art. 3.De opmerking bedoeld in rubriek "Isolatie" in fine van artikel 4 van het ministerieel besluit van 22 februari 1999 waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een renovatiepremie wordt toegekend krachtens het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999, wordt vervangen als volgt : « Isolatiewerken komen slechts in aanmerking indien zij betrekking hebben op één van bovenvermelde werken die voor een premie in aanmerking komen, en indien ze de volgende normen naleven : a) de isolerende stof moet zodanig geplaatst worden dat een thermische transmissiecoëfficiënt U (W/m2K) lager dan of gelijk aan hetgeen volgt wordt bereikt : - 0,4 W/m2K voor het dak of voor de vloer van de zolder.De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 2,5 m2K/W; - 0,6 W/m2K voor buitenwanden en -vloeren. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 1 m2K/W; - 0,9 W/m2k voor vloeren op onverwarmde lokalen en verticale binnenmuren tegen onverwarmde lokalen of tegen de bodem. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 0,8 m2K/W; - 1,2 W/m2K voor de vloeren op de bodem. De thermische weerstand van de isolerende stof moet hoger zijn dan 0,8 m2K/W; b) wat betreft de ramen met dubbele beglazing bedoeld in de posten 7, 10 en/of 18 : de thermische transmissiecoëfficiënt van het geheel ramen + beglazing (Uf) moet gelijk zijn aan of lager zijn dan 2 W/m2K. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.
Namen, 16 oktober 2006.
A. ANTOINE