gepubliceerd op 22 mei 1999
Ministerieel besluit waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een premie wordt toegekend met het oog op het optrekken van woningen waarvoor een overeenkomst is afgesloten
30 MAART 1999. - Ministerieel besluit waarbij de technische voorwaarden worden bepaald voor woningen waarvoor een premie wordt toegekend met het oog op het optrekken van woningen waarvoor een overeenkomst is afgesloten
De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op artikel 20;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de inrichting, door natuurlijke personen, van woningen, waarvoor een overeenkomst is afgesloten, tegen een bescheiden huur;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 1999 waarbij de gezondheidsnormen, de verbeterbaarheid van de woningen alsmede de minimumnormen voor de toekenning van subsidies worden bepaald;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gegrond op de inwerkingtreding op 1 maart 1999 van de Waalse Huisvestingscode en van het besluit van de Waalse Regering van 21 januari 1999 tot invoering van een premie voor de inrichting, door natuurlijke personen, van woningen, waarvoor een overeenkomst is afgesloten, tegen een bescheiden huur;
Overwegende dat premieaanvragen vanaf 1 maart 1999 ingediend kunnen worden, waarbij de in acht te nemen technische voorwaarden onverwijld bepaald moeten worden, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° vereiste plafondhoogte : a) in geval van bouwverrichting : 2,40 m voor de dagvertrekken en 2,20 m voor de nachtvertrekken en de sanitaire ruimten;b) in geval van aankoopverrichting die al dan niet gevolgd wordt door de uitvoering van renovatie-, indelings- of herstructureringswerken : 2,30 m voor de dagvertrekken en 2,10 m voor de nachtvertrekken en de sanitaire ruimten;2° nuttige oppervlakte : de oppervlakte afgebakend door de binnenwanden van een kamer, een kamergedeelte of een binnenruimte. Wanneer de hoogte van 2,00 m niet bereikt wordt over de gehele oppervlakte van de kamer wordt de nuttige oppervlakte berekend als volgt : a) tegen 100 % wanneer de plafondhoogte meer bedraagt dan 2,00 m;b) tegen 75 % wanneer de plafondhoogte tussen 1,80 m en 2,00 m bedraagt;c) tegen 50 % wanneer de plafondhoogte tussen 1,00 m en 1,80 m bedraagt;d) tegen 0 % wanneer de plafondhoogte minder bedraagt dan 1,00 m. De door de trap op de grond ingenomen oppervlakte, die horizontaal wordt gemeten, wordt op iedere verdieping berekend; 3° woonvertrek : kamer, kamergedeelte of binnenruimte, met uitzondering van de hallen, gangen, sanitaire ruimten, berghokken, kelders, niet ingerichte zolders, onbewoonbare bijgebouwen, garages, lokalen voor het uitoefenen van een beroep.De lokalen met één van volgende kenmerken worden eveneens uitgesloten : a) een nuttige oppervlakte of een oppervlakte onder de vereiste hoogte, die kleiner is dan 4 m2;b) horizontale afmetingen die onder 1,50 m blijven liggen;c) een vloer op de kelderverdieping gelegen op meer dan 1,50 m onder de aangrenzende gronden;d) een totaal gebrek aan natuurlijke verlichting;4° bewoonbare oppervlakte : nuttige oppervlakte van de woonvertrekken;5° oppervlakte van de vensteropeningen : de oppervlakte die berekend wordt als volgt : a) voor de vensters en vensterdeuren : de dagoppervlakte van het buitenmetselwerk;b) voor de koepels of bovenlichten in platdaken : de horizontaal gemeten dagoppervlakte;c) voor de ramen in het dakwerk en de opgeklampte deuren met een glazen gedeelte : enkel de glazen oppervlakte;6° vloeroppervlakte : de oppervlakte afgebakend door de binnenwanden van een ruimte, waarbij de hoogte niet aanmerking komt.7° nuttige oppervlakte van de woning : de oppervlakte afgebakend door de binnenwanden van de woning, met uitzondering van de kelders, niet ingerichte zolders, garages, lokalen voor het uitoefenen van een beroep, onbewoonbare bijgebouwen en belendende bijgebouwen die niet rechtstreeks naar de woning doorlopen.De muren, scheidingswanden en schoorsteenpijpen worden meegerekend.
Art. 2.Na afloop van de door het Gewest gesubsidieerde verrichting mogen de woningen waarvoor een hierboven bepaalde premie wordt toegekend, geen enkele van de bouwtechnische ongezondheidoorzaken vertonen die één of verscheidene van de volgende kenmerken aantasten : a) stabiliteit en stevigheid van het gebouw op het vlak van funderingen, dragende buiten- en binnenmuren, dakwerk en draagconstructies (gebinte, holle balken,|PO) en de doorgangsmogelijkheden op de vloeren;b) waterdichtheid van buitenmuren en kelders, van het dakwerk, het buitenmetselwerk, planken- en tegelvloeren;c) natuurlijke verlichting en verluchting : 1° natuurlijke verlichting van de woonvertrekken, door een raamoppervlakte die minder bedraagt dan : - 1/8e of 1/10e van de vloeroppervlakte van het betrokken dagvertrek al naar gelang dat vertrek al dan niet verlicht wordt door een vensteropening in een verticale muur; - 1/10e of 1/12e van de vloeroppervlakte van het betrokken nachtvertrek al naargelang dat vertrek al dan niet verlicht wordt door een vensteropening in een verticale muur; 2° verluchting van de woonvertrekken en sanitaire ruimten door onvoldoende rechtstreekse ventilatiemogelijkheden naar de buitenlucht, met name : * voor keukens, badkamers en WC's : verticale leidingen waarvan de doorsnede kleiner is dan 75 cm2, of de vensters, roosters of openingen in een buitenwand waarvan de vrije doorsnede in open stand kleiner is dan : - 200 cm2 voor keukens; - 140 cm2 voor badkamers; - 75 cm2 voor WC's. * voor de andere woonvertrekken (woonkamer, slaapkamers...) : verluchtingsopeningen (roosters, vensters of andere) waarvan de vrije doorsnede in open stand kleiner is dan 8 x Apl cm2.
In deze formule is Apl de in m2 uitgedrukte vloeroppervlakte van het lokaal; 3° beide samen door een plafondhoogte van minder dan de vereiste hoogte bepaald in artikel 1, 1°; Opmerking : in geval van aankoopverrichting die al dan niet gevolgd wordt door de uitvoering van werken moet een eventuele aanvraag om van deze normen af te wijken worden onderworpen aan een rechtvaardigingsverslag van de ambtenaar die het gebouw bezichtigt; d) veiligheid in de woning inzake elektriciteitsinstallatie en gasvoorziening, trappen en overlopen, doorgangsmogelijkheden op de vloeren, en schoorstenen;e) hygiëne inzake watervoorziening, sanitaire installaties en afvoer van afvalwater.
Art. 3.Op het vlak van de bewoning moeten de woningen aan de volgende voorwaarden voldoen : a) minimale bewoonbare oppervlakte van de woning : - voor een woning die door één persoon wordt bewoond : 32 m2; - voor een woning die door een (echt)paar wordt bewoond: 38 m2; de bovenvermelde minimumwaarden worden verhoogd met 6 m2 per bijkomende persoon voor wie geen bijkomende slaapkamer wordt vereist, en met 12 m2 per bijkomende persoon voor wie een bijkomende slaapkamer wordt vereist, op grond van de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Boven 10 bewoners worden deze waarden verhoogd met 4 m2 per bijkomende persoon. d) nachtvertrekken : - één slaapkamer per alleenstaande persoon of per (echt)paar; - één slaapkamer per kind of per groep van twee kinderen van hetzelfde geslacht jonger dan 21 jaar; het betrekken van een slaapkamer door drie kinderen van hetzelfde geslacht, jonger dan 21 jaar wordt toegelaten wanneer de grootte van de kamer (minimum 12 m2), de verluchting en indeling ervan dat mogelijk maken met inachtneming van de voorwaarden inzake hygiëne en comfort; het betrekken van een slaapkamer door twee kinderen van hetzelfde geslacht, onder wie ten minste één ouder dan 20 jaar wordt toegelaten wanneer deze samenwoning o.m. wegens het klein leeftijdsverschil het harmonisch leefklimaat van deze kinderen niet in het gedrang brengt.
De minimale bewoonbare oppervlakte van de nachtvertrekken moet de volgende waarden bedragen : - bewoning door één persoon : 8 m2 of 6,50 m2 naargelang de gesubsidieerde verrichting in een bouw of een aankoop bestaat; - bewoning door twee personen : 10 m2 of 9 m2 naargelang de gesubsidieerde verrichting in een bouw of een aankoop bestaat; 3° sanitaire ruimten : - een WC met spoelinrichting die uitsluitend door het gezin gebruikt wordt, die goed verlucht is en niet naar een dagvertrek doorloopt; - een badkamer of een goed verluchte waskamer; c) voor een appartement gelegen in een gebouw met een winkel op de benedenverdieping : beschikken over een toegang tot het openbaar wegennet, die van de winkelruimte gescheiden is. Opmerking : het ongeboren kind komt in aanmerking voor de toepassing van de in dit artikel bedoelde normen.
Art. 4.De renovatiewerken die in aanmerking kunnen komen om het bedrag van de investeringen te bepalen in het kader van een aankoop-renovatieverrrichting moeten verplicht één of verscheidene in de artikelen 2 en 3 bepaalde ongezondheidfactoren verhelpen en in de hierna vastgestelde lijst van werken voorkomen. Ieder werk, van nummer 1 tot en met 20 in deze lijst, moet volledig uitgevoerd zijn om in aanmerking te komen.
Werken die voor een subsidie in aanmerking komen : Dakwerk 1. Vervanging van de bekleding, met inbegrip van dakvensters, dakramen en gelijkgestelde elementen.2. Aanpassing van het gebinte.3. Vervanging van elk element of elke inrichting voor de verzameling en de afvoer van regenwater.4. Installatie van iedere inrichting die voor de natuurlijke verlichting en/of de verluchting van de niet in woonvertrek ingerichte dakverdieping zorgt (één vensteropening per helling indien de dakverdieping niet gedeeld is of per lokaal indien ze wel gedeeld is). Muren 5. Droogmaking van de muren.6. Versterking van de onstabiele muren of sloping en totale wederopbouw van die muren. Buitenmetselwerk 7. Vervanging van het buitenmetselwerk (deuren en raamwerk), met inbegrip van de beglazing onder voorbehoud dat aan de in artikel 2, c) bepaalde normen wordt voldaan. Vloeren 8. Vervanging van de draagconstructies (gebinte, holle balken,|PO), en de vloeroppervlakte van één of verscheidene lokalen.9. Vervanging van de vloeroppervlakte en de onderlagen van één of verscheidene lokalen, met inbegrip van de plinten. Natuurlijke verlichting en verluchting 10A. Natuurlijke verlichting en verluchting van de woonvertrekken met uitzondering van de keukens : conformiteit met de in artikel 2, c), bepaalde normen. 10B. Verluchting van de keukens en sanitaire ruimten : conformiteit met de in artikel 2, c), 2 bepaalde normen.
Veiligheid 11. Aanpassing van de elektriciteits- en/of gasinstallatie, met uitzondering van de vervanging van verwarmingsapparaten of van toestellen voor de productie van warm water, en installatiegedeelten die niet noodzakelijk zijn voor een minimumcomfort (telefoon, kabeltelevisie, buitenverlichting,|PO).12. Vervanging van de binnentrap, met inbegrip van de vereiste bijbehorende werken.13. Overtrekken van schachten van schoorstenen, met inbegrip van herstelling, wederopbouw of sloping van de schoorsteentoppen en aanvullende onderdelen. Hygiëne 14. Plaatsing van een tappunt voor drinkwater boven de gootsteen in de keuken.15. Plaatsing van een inrichting voor de afvoer van afvalwater of totale vervanging van de bestaande inrichting, overeenkomstig de ter zake geldende voorschriften.16. Plaatsing van een eerste WC met spoelinrichting, die aangesloten is op de openbare riolering of op een afvoer- en behandelingssysteem overeenkomstig de ter zake geldende voorschriften.De WC dient in een verlucht lokaal te staan dat enkel via een sas naar een dagvertrek doorloopt. 17. Plaatsing van een eerste badkamer. Overbewoning 18. Vergrotings- of verbouwingswerken om aan de in artikel 3 bepaalde normen te voldoen indien de woning door een alleenstaande persoon betrokken wordt. Toegang 19. Aanleg van een toegang tot het openbaar wegennet, die van de winkelruimte gescheiden is. Huiszwam 20. Alle werken om de huiszwam of andere zwammen met gelijksoortige effecten weg te werken, door vervanging of behandeling van de aangetaste onroerende elementen. Isolatie Opmerking : Isolatiewerken worden slechts in aanmerking genomen indien zij betrekking hebben op één van bovenvermelde werken die voor een premie in aanmerking komen.
Art. 5.Alle werken die in de in artikel 4 bedoelde lijst voorkomen, en nodig zijn om de ongezondheidoorzaken in de woning te verhelpen, moeten verplicht uitgevoerd worden, met uitzondering van de werken nr. 4 en 10A.
Art. 6.Specifieke werken in lokalen die niet voor bewoning bestemd zijn, kunnen in aanmerking komen mits deze werken uitgevoerd worden in het dakwerk, in de muren, in het buitenmetselwerk (met uitzondering van de garagedeuren) en in de elektriciteitsinstallatie, indien deze lokalen in het hoofdgebouw van de woning gelegen zijn en niet in een bijgebouw hiervan en indien de niet-uitvoering van deze werken de gezondheid van het bewoningsgedeelte van de woning in het gedrang kan brengen.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 1999.
Namen, 30 maart 1999.
W. TAMINIAUX