gepubliceerd op 07 november 2002
Ministerieel besluit houdende oprichting van een Basisoverlegcomité voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
29 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit houdende oprichting van een Basisoverlegcomité voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij de wet van 19 juli 1983;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, inzonderheid op artikel 34, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 mei 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 juli 1998 houdende oprichting van een Basisoverlegcomité (200) voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken;
Gelet op het met redenen omkleed advies van 23 oktober 2002, uitgebracht door het Hoog Overlegcomité, opgericht in het gebied van het Setorcomité I, Besluit :
Artikel 1.Er wordt een Basisoverlegcomité opgericht voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken in het gebied van het Hoog Overlegcomité dat overeenstemt met het Sectorcomité I. Het wordt geïdentificeerd als het Basisoverlegcomité 200.
Art. 2.Het gebied van het in artikel 1 bedoelde Overlegcomité behelst : 1° de stafdiensten, de coördinatie- en ondersteuningsdienst en de Cel Beleidsvoorbereiding;2° de dienst Instellingen en Bevolking;3° de dienst Vreemdelingenzaken;4° de dienst Crisiscentrum;5° de dienst Veiligheids- en preventiebeleid;6° de dienst Civiele Veiligheid;7° de dienst Ondersteuning Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen;8° de dienst Ondersteuning Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen;9° de voorlopige cel opgericht bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
Art. 3.Het in artikel 1 bedoelde Basisoverlegcomité wordt voorgezeten door de Voorzitter van het Directiecomité of door een ambtenaar van niveau 1 die hij aanwijst.
Art. 4.Behalve de voorzitter bestaat de overheidsdelegatie uit een ambtenaar van niveau 1 van elk van de in artikel 2, 1° tot 8°, vermelde diensten.
Voor elk effectief lid wordt een plaatsvervanger aangewezen.
Art. 5.Voor de periode van het bestaan van de voorlopige cel van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, worden de ambtenaren van niveau 1 en hun plaatsvervangers bedoeld in artikel 4, aangewezen onder de ambtenaren van die cel die afkomstig zijn van respectievelijk : 1° voor de dienst bedoeld onder artikel 2, 1° : het Secretariaat-generaal en de Algemene Diensten;2° voor de dienst bedoeld onder artikel 2, 2° : de Algemene Directie van de Wetgeving en van de Nationale Instellingen;3° voor de dienst bedoeld onder artikel 2, 3° : de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken;4° voor de diensten bedoeld onder artikel 2, 4° en 5° : de Algemene Directie van de algemene Rijkspolitie;5° voor de dienst bedoeld onder artikel 2, 6° : de Algemene Directie van de Civiele Bescherming;6° voor de diensten bedoeld onder artikel 2, 7° en 8° : door de voorheen bestaande diensten met dezelfde benaming.
Art. 6.Het ministerieel besluit van 1 juli 1998 houdende oprichting van een Basisoverlegcomité (200) voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken, wordt opgeheven.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2002.
Brussel, 29 oktober 2002.
A. DUQUESNE