28 MEI 1997. Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten ter uitvoering van de artikelen 455 en 455bis van het Gerechtelijk Wetboek

De Minister van Justitie, Gelet op artikel 455 van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de wetten van 9 april 1980 en 13 april 1995;

Gelet op artikel 455bis van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 9 april 1980, gewijzigd bij de wet van 13 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 1997 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten ter uitvoering van de artikelen 455 en 455bis van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het advies van de Algemene Raad van de Nationale Orde van Advocaten, gegeven op 11 juli 1995;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 december 1996;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 9 december 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de volgende overwegingen : Overwegende dat het aantal personen dat een beroep op het bureau van consultatie en verdediging heeft gedaan duidelijk is toegenomen, zoals blijkt uit de verantwoordingsverslagen van de jaren 1993 tot 1995;

Overwegende dat, gelet op de moeilijke sociale en economische omstandigheden waarmee een deel van de bevolking wordt geconfronteerd, het aantal personen dat een beroep doet op het bureau van consultatie en verdediging in de nabije toekomst waarschijnlijk niet zal afnemen;

Overwegende dat de wet van 13 april 1995 tot wijziging van de artikelen 455 en 455bis van het Gerechtelijk Wetboek tot doel heeft het aantal advocaten dat in aanmerking komt om economisch zwakke personen te verdedigen uit te breiden en vooral de kwaliteit van de bijstand aan de minstvermogenden te verbeteren;

Overwegende dat de toegang tot het recht en het gerecht een onvoorwaardelijk, fundamenteel en grondwettelijk recht is dat in elke democratische samenleving moet worden gewaarborgd;

Overwegende dat het moeilijk is voor behoeftigen ten aanzien van de wet gelijke kansen te waarborgen zolang artikel 2 van de wet van 13 april 1995 niet wordt uitgevoerd;

Overwegende dat het om die reden onontbeerlijk en dringend noodzakelijk is de wet van 13 april 1995 in werking te laten treden om de zaken eveneens onder de advocaten die op het tableau van de Orde zijn ingeschreven te kunnen verdelen;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 23 mei 1997 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten ter uitvoering van de artikelen 455 en 455bis van het Gerechtelijk Wetboek voornoemde wet van 13 april 1995 in werking heeft doen treden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 januari 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.De lijst met punten bedoeld in artikel 1, 1°, derde lid van het koninklijk besluit van 23 mei 1997 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten ter uitvoering van de artikelen 455 en 455bis van het Gerechtelijk Wetboek wordt vastgesteld in de bijlage bij dit ministerieel besluit.

Art. 2.Met betrekking tot de prestaties verricht door de advocaten-stagiairs heeft dit besluit uitwerking met ingang van 1 september 1992.

Met betrekking tot de prestaties verricht door de advocaten ingeschreven op het tableau van de Orde, treedt dit besluit in werking op 1 september 1997.

Brussel, 28 mei 1997 S. DE CLERCK Bijlage bij het ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 23 mei 1997 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning, het tarief en de wijze van uitbetaling van de vergoeding verleend aan de advocaten ter uitvoering van de artikelen 455 en 455 bis van het Gerechtelijk Wetboek Lijst van de aan te rekenen gemiddelde punten voor welbepaalde taken 1. Familieprocesrecht 1.1. Vredegerecht 1.1.1. Dringende en voorlopige maatregelen op grond van art. 223 B.W. 15 1.1.2. Onderhoudsvorderingen 15 1.1.3. Verzegeling 8 1.1.4. Adoptie (verzoekschrift) 4 1.1.5. Familieraad 4 1.1.6. Wederzijdse rechten en verplichtingen : - vaststelling echtelijke verblijfplaats 15 - huur voornaamste gezinswoning 15 - machtigingen op grond van art. 220, 3 B.W. 17 - bankrekeningen en brandkasten 8 1.1.7. Bestuur gemeenschappelijk vermogen verbodsbepalingen en machtigingen op grond van art. 1421 B.W. 16 1.1.8. Geesteszieken (wet van 26/06/1990 en K.B. van 18/07/1991) 15 1.2. Rechtbank van eerste aanleg 1.2.1. Verlengde minderjarigheid 10 Bijkomende persoonlijke verschijning 6 1.2.2. Echtscheiding door onderlinge toestemming : onderhandelingen, voorafgaande overeenkomst, neerlegging en overschrijving 25 1.2.3. Echtscheiding op grond van bepaalde feiten : - de plano 25 - rekwest wegens overspel lichten uitgifte en contacten met gerechtsdeurwaarder 8 - getuigenverhoor 60 - verdediging de plano 8 - verdediging op getuigenverhoor 30 - verdediging op getuigenverhoor en tegenverhoor 40 - tegenvordering de plano 16 - tegenvordering getuigenverhoor (één verhoor) 45 1.2.4. Echtscheiding op grond van feitelijke scheiding : - als eiser 25 - als verweerder 8 1.2.5. Onderhoudsgeld na echtscheiding : a. op grond van bepaalde feiten - gewoon 17 - met kapitalisatie 25 b.op grond van feitelijke scheiding - als eiser 20 - als verweerder 17 1.2.6. Vereffening en verdeling : a. minnelijk zonder tussenkomst notaris en zonder onroerende goederen 12 b.dagvaarding tussenkomst notaris en akkoord ontwerp vereffening 25 bezwaren, pleidooien 60 1.2.7. Wederzijdse rechten en plichten : - machtigingen op grond van art. 215, 1 B.W. 17 - geschillen m.b.t. uitoefening beroep 25 - lastgevingen : herroeping 30 rekeningen 17 - machtigingen op grond van art. 220, 1 & 2 B.W. 17 - nietigverklaringen op grond van art. 224, 1.1 & 1.2 B.W. 17 art. 224, 1.3 & 1.4 B.W. 35 1.2.8. Bestuur van het gemeenschappelijk en eigen vermogen : - nietigverklaringen op grond van artikel 1422 B.W. m.b.t. een onroerend goed 35 m.b.t. roerende goederen 25 - ontneming of teruggave van bestuursbevoegdheden 35 - uit onverdeeldheidtreding 30 - wijziging huwelijksvermogensstelsel 25 1.2.9. Vordering tot nietigverklaring van het huwelijk : 50 1.3. Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg 1.3.1. Voorlopige maatregelen in het kader van een echtscheidingsprocedure 15 1.3.2. Spoedeisende maatregelen 17 1.3.3. Machtigingen op grond van art. 215, 1 B.W. 17 1.3.4. Uitoefening beroep 22 1.4. Jeugdrechtbank 1.4.1. Geschillen m.b.t. ouderlijke macht, hoederecht en bezoekrecht ouders en grootouders : - zonder onderhoudsgeld 17 - met onderhoudsgeld 22 1.4.2. Strafrechtelijke of burgerrechtelijke verdediging (per verdediging die leidt tot een gerechtelijke beslissing) 15 1.4.3. Adoptie en volle adoptie : - overeenkomst 7 - homologatie 25 1.4.4. Verdediging voor de Bemiddelingscommissie van bijzondere jeugdzorg 15 1.4.5. Verdediging van de minderjarige, die gebracht wordt voor de jeugdrechtbank, die ten voorlopige titel oordeelt - verschijning gedurende de werkdagen 3 - verschijning gedurende een zaterdag, een zondag of op een feestdag 10 1.5. Hoger beroep In graad van hoger beroep geldt hetzelfde aantal punten als in eerste aanleg verhoogd met 20 %. 2. Afstammingsrecht 2.1. Onderzoek naar 2.1.1. het moederschap 18 2.1.2. het vaderschap 18 2.2. Betwisting van 2.2.1. het vaderschap van de echtgenoot 2.2.1.1. rechtstreekse betwisting : - tegenbewijs 18 - loutere ontkenning 13 2.2.1.2. onrechtstreekse betwisting 13 2.2.2. Vermeldingen in de geboorteakte m.b.t. de afstamming langs moederszijde 20 2.2.3. De erkenning van het moederschap of het vaderschap : - door de erkenner 18 - door een derde 15 2.3. Erkenning door de vader buiten het huwelijk 2.3.1. Toestemming tot de erkenning 2.3.1.1. Verzoening bij de Vrederechter 8 2.3.1.2. Verzoening bij de Vrederechter en behandeling voor de rechtbank van eerste aanleg 18 2.3.2. Vernietiging van de erkenning 13 2.3.3. Homologatie van de erkenning tijdens het huwelijk van een natuurlijk kind vóór het huwelijk verwekt of van een overspelig kind 13 2.4. Weerlegging van het vermoeden van het wettelijk tijdvak van verwekking (afzonderlijke procedure) 13 2.5. Vordering tot uitkering voor levensonderhoud zonder vaststelling van vaderschap 2.5.1. procedure uitsluitend in raadkamer 8 2.5.2. procedure in raadkamer en behandeling voor de rechtbank van eerste aanleg over de uitkering tot levensonderhoud 14 2.5.3. procedure in raadkamer en behandeling voor de rechtbank van eerste aanleg over de uitkering tot levensonderhoud en het bestaan van de gemeenschap 18 2.6. Opmerkingen 1) Ingeval de verweerder zich naar de wijsheid van de rechtbank gedraagt, mag het ereloon voor deze prestatie geraamd worden op 8 2) In geval hij de vordering betwist zal het aantal punten voor deze prestaties 75 % van dit van de eiser kunnen bedragen.3) In graad van hoger beroep geldt hetzelfde aantal punten als in eerste aanleg verhoogd met 20 %. 3. Strafzaken - wegverkeer 3.1. Verdediging op strafgebied - Politierechtbank 4,50 - Correctionele rechtbank en jeugdrechtbank 7,50 - Hof van beroep 12 3.2. Rechtstreekse dagvaarding - Politierechtbank 6 - Correctionele Rechtbank 9 4. Strafzaken andere dan wegverkeer 4.1. Verdediging op strafgebied 4.1.1. Eerste aanleg Politierechtbank 5 Jeugdrechtbank 15 Correctionele Rechtbank en Krijgsraad 15 Raadkamer (per verschijning) 6 4.1.2. Hoger beroep 4.1.2.1. Indien éénzelfde advocaat in eerste aanleg en in graad van hoger beroep gepleit heeft, past men in graad van hoger beroep dezelfde punten- schaal toe als in eerste aanleg; indien een andere advocaat in graad van beroep pleit, wordt de puntenschaal verhoogd met 20 %. 4.1.2.2. Kamer van Inbeschuldigingstelling (per verschijning) 7 4.1.3. Cassatie - gemotiveerd negatief advies 15 - neerlegging memorie 25 4.1.4. Genadeverzoek - neerlegging verzoekschrift en demarches 10 4.1.5. Eerherstel 10 4.1.6. Commissie voor sociaal verweer (per verschijning) 10 4.1.7. Assisen (per dag) 25 4.1.8. Voorwaardelijke invrijheidsstelling - zonder verschijning voor de bestuurscommissie van de gevangenis 10 - met verschijning voor de bestuurscommissie van de gevangenis 15 5. Burgerlijke en handelszaken 5.1. Vredegerecht en politierechtbank - verzoening 5 - eerste aanleg 8 - verzoek om afbetalingstermijnen 5 5.2. Rechtbank van Eerste Aanleg en Rechtbank van Koophandel - verzoek om afbetalingstermijnen 5 - verzoening 5 - basistarief voor andere procedures 15 - benoeming van deskundige, notaris 8 - zaken in kort geding of op verzoekschrift 15 - expertise, deskundigenonderzoek, plaatsopneming (per uur vacatie) 3 5.3. Hoger beroep Indien éénzelfde advocaat in eerste aanleg en in graad van hoger beroep gepleit heeft, wordt het totaal aantal punten voor de twee aanleggen berekend met toepassing van de basispunten, verhoogd met 50 %; indien een ander advocaat in graad van hoger beroep pleit, wordt het ereloon voor het hoger beroep berekend met toepassing van de basispunten. 5.4. Verhoging in functie van specifieke handelingen Er worden 6 punten toegekend voor volgende prestaties : persoonlijke verschijning, heropening van de debatten, getuigenverhoor, overlegging van stukken, schriftonderzoek, verhoor van partijen, eedaflegging of rekening en verantwoording, tussenvordering wegens valsheid in burgerlijke zaken, verzet tegen een verstekvonnis ten voordele van partijen die niet zelf verzet doen, verwijzing naar de arrondissementsrechtbank, uitlegging of verbetering van een rechterlijke beslissing, verschijning bij een verplichte poging tot minnelijke schikking. 6. Sociale zaken 6.1. Vorderingen betreffende de voorgaande erkenning door de arbeidsrechtbank van een dringende reden in hoofde van een beschermde werknemer - indien de cliënt werkgever is 25 - indien de cliënt werknemer is 15 6.2. Betwistingen betreffende sociale verkiezingen 15 6.3. Kort geding 15 6.4. Arbeidsongevallen - bepaling van percentage van arbeidsongeschiktheid i.g.v. betwisting 15 - indien de kwalificatie als arbeidsongeval wordt betwist 30 - latere herziening i.g.v. betwisting 15 - latere toekenning van een kapitaal van 1/3 van de waarde van de rente 15 6.5. Betwisting met R.S.Z. en R.S.V.Z. uitstel en termijnen van betaling t.o.v. de R.S.Z. en R.S.V.Z. (eisers), indien de cliënt werkgever/zelfstandige (verweerder) is 5 6.6. Betwistingen inzake pensioen, werkloosheid, ziekte- en invaliditeitsverzekering, beroepsziekte, kinderbijslagen, bijslagen voor de gehandicapten (werknemers en zelfstandigen) 15 6.7. Procedures in verband met administratieve geldboeten 15 6.8. Verhaal voor de Arbeidsrechtbank tegen beslissingen van het O.C.M.W. (wet van 12/01/1993) 10 6.9. Hoger Beroep Indien éénzelfde advocaat in eerste aanleg en in graad van hoger beroep gepleit heeft, wordt in graad van hoger beroep het totale puntenaantal voor de twee aanleggen berekend met toepassing van de schaal, verhoogd met 50 %; indien een ander advocaat in graad van hoger beroep pleit, wordt het puntenaantal voor het hoger beroep berekend met toepassing van de basisschaal. 7. Vreemdelingenrecht 7.1. Toegang tot het grondgebied en verblijf 7.1.1. Aanvraag visum 8 7.1.2. Aanvraag machtiging tot een verblijf van meer dan drie maanden 8 7.1.3. Regularisering of verlenging van het verblijf 8 7.1.4. Inschrijving in de gemeente 8 7.1.5. Aanvraag arbeidsvergunning of beroepskaart 10 7.1.6. Schrapping uit de gemeentelijke registers 10 7.2. Vluchtelingen 7.2.1. Dringend beroep (artikel 63 van de wet van 15/12/1980) 8 7.2.2. Procedure voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen 6 7.2.3 Procedure voor de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen 15 7.3. Rechtsmiddelen 7.3.1. Verzoek tot herziening (artikel 64 en volgende) met verschijning voor de Commissie van Advies voor Vreemdelingen 15 7.3.2. Beroep bij de rechterlijke macht (artikelen 71 tot 74) 15 7.3.3. Verzoek tot vernietiging bij de raad van State 25 7.4. Verwerving van de Belgische nationaliteit 7.4.1. Door nationaliteitskeuze (artikelen 13 tot 16 van het Wetboek Belgische Nationaliteit) 10 7.4.2. Door naturalisatie (artikel 18 en volgende van het Wetboek Belgische Nationaliteit) 10 8. Ambtshalve toevoegingen - wet op de bescherming van de persoon van de geesteszieken (1.1.8.) 15 - verlengde minderjarigheid (1.2.1.) 10 - bijkomende persoonlijke verschijning 6 - verdediging voor de bemiddelingscommissie bij het comité voor bijzondere jeugdzorg (1.4.4.) 15 - commissie voor sociaal verweer (4.1.6.) (per verschijning) 10 9. Andere zaken Voor prestaties die niet ondergebracht kunnen worden in de rubrieken 1 - 7 (consultatie, bezoek aan de gevangenis...) worden 3 punten per uur toegekend.

Tijdverlies veroorzaakt door verplaatsingen wordt vergoed à rato van 1 punt per schijf van 20 km, afgelegd vanaf het kantoor en enkel voor de betreffende zaak.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 28 mei 1997.

De Minister van Justitie, S. DE CLERCK