gepubliceerd op 01 april 2008
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 maart 1999 tot goedkeuring van het reglement van leningen die door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" worden toegekend
28 FEBRUARI 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 1 maart 1999 tot goedkeuring van het reglement van leningen die door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Waals Woningfonds van de Grote Gezinnen) worden toegekend
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Gelet op de Waalse Huisvestingscode;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Woningsfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië), gewijzigd bij de besluiten van 7 september 2000, 13 december 2001, 17 februari 2005, 20 december 2007 en 31 januari 2008;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 maart 1999 tot goedkeuring van het reglement van leningen die door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Waals Woningfonds van de Grote Gezinnen) worden toegekend;
Gelet op de beslissing die de raad van bestuur van het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" op 28 januari 2008 getroffen heeft onder voorbehoud dat ze de ministeriële goedkeuring krijgt, Besluit :
Artikel 1.De wijzigingen in het reglement van leningen die door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" toegekend worden, zoals opgenomen in bijlage bij dit besluit, worden goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2008.
Namen, 28 februari 2008.
A. ANTOINE
BIJLAGE Reglement tot wijziging van het reglement van leningen die door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" toegekend worden. 1. In artikel 1 van het reglement worden de bewoordingen "met beperkte aansprakelijkheid" ingevoegd tussen de bewoordingen "de coöperatieve vennootschap" en "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie".2. Volgende begripsomschrijvingen worden toegevoegd aan artikel 2 van het reglement : « e) "aanvrager" : de natuurlijke persoon of personen, ingeschreven in het bevolkingsregister of voor wie een inschrijvingsprocedure aan de gang is, of die beschikt over een referentieadres in België uiterlijk de dag van het verlijden van de akte, of ingeschreven in het vreemdelingenregister met verblijfsvergunning van onbeperkte duur die verzoeken om de toekenning van een sociaal hypothecair krediet bij het Fonds. De aanvrager moet minstens 18 jaar oud of ontvoogde minderjarige zijn op de datum van inschrijving van de kredietaanvraag; f) "woning" : elk huis of appartement gelegen in het Waalse Gewest dat hoofdzakelijk bestemd is om één enkel gezin te huisvesten en samen te laten leven;g) "belastbare inkomsten" : de globaal belastbare inkomsten met betrekking tot het volledige voorlaatste jaar voorafgaand aan de datum waarop het Fonds de aanvrager mededeelt dat deze de expertisekosten, bepaald in artikel 29 van dit reglement, moet storten, zoals blijkt uit het aanslagbiljet of elk daarmee gelijkgesteld bewijsstuk. Als de globaal belastbare inkomsten met betrekking tot het volledige voorlaatste jaar voorafgaand aan de datum waarop het Fonds de aanvrager mededeelt dat deze de expertisekosten moet storten, bepaald in artikel 29 van dit reglement, niet gekend zijn, bepaalt het Fonds de stukken die in overweging genomen moeten worden om de belastbare inkomsten vast te stellen.
De aanvragers die salarissen, lonen of emolumenten genieten die vrij zijn van rijksbelastingen, moeten een attest voorleggen van de persoon die het inkomen verschuldigd is met vermelding van het totaal aantal salarissen, lonen of emolumenten die zij genieten, om de belastbare grondslag te kunnen bepalen zoals die zich zou hebben voorgedaan als de betrokken inkomsten het voorwerp zouden zijn geweest van de belasting ressorterend onder het gemene recht. Met gezinsbijslagen of wezenbijslagen wordt geen rekening gehouden.
Voor de berekening van de globaal belastbare jaarinkomens wordt het gezamenlijk inkomen van de aanvragers en van de personen met wie zij doorgaans samenleven in overweging genomen, ongeacht of er banden van verwantschap tussen hen bestaan, maar verwanten in de opgaande en de nederdalende lijn uitgesloten, op grond van de samenstelling van het gezin; h) "onontbeerlijke werken" : werken die noodzakelijk zijn om een woning aan alle gezondheidsvoorwaarden, bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen, te laten voldoen;i) "energiebesparende werken en werken voor de installatie van hernieuwbare energie" : werken die de bevordering van de energieprestatie van het goed waarvoor de lening is uitgeschreven en het rationeel energiegebruik zoals bepaald bij met name het ministerieel besluit van 11 april 2005 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik tot doel hebben;j) "buurtwoning" : elke woning die ertoe bestemd is één of meerdere bejaarde personen op te vangen en die volledig deel uitmaakt van de grondslag van het goed waarvoor een lening wordt uitgeschreven;k) "bejaard persoon" : ouder van een lener, die woonstkeuze gedaan heeft of doet in het goed dat voor de lening in aanmerking komt (of van de kandidaat-lener), tot in de derde graad en/of persoon met wie de bloedverwant gehuwd is (geweest) of doorgaans samenleeft (samen heeft geleefd);één van die personen moet minstens zestig jaar oud zijn; l) "kind ten laste" : als kind ten laste wordt beschouwd : * het kind voor wie kinder- of wezenbijslag wordt verleend aan de aanvrager of aan de persoon met wie het doorgaans samenleeft, ongeacht of er banden van verwantschap tussen hen bestaan; * het kind voor wie de aanvrager of de persoon met wie het doorgaans samenleeft, ongeacht of er banden van verwantschap tussen hen bestaan, geen bijslag krijgt, maar van wie het Fonds vindt dat ze daadwerkelijk ten laste zijn als ze er het bewijs van aandragen; * het ongeboren kind, nl. het kind verwekt sinds ten minste negentig dagen vanaf de datum van verlening van de lening, mits een medisch attest wordt bezorgd.
De bejaarde persoon die samenleeft met de aanvrager wordt gelijkgesteld met een kind ten laste.
Voor de berekening van het aantal kinderen ten laste worden zowel het weeskind als het gehandicapte kind voor twee kinderen geteld. De gehandicapte aanvrager wordt als een kind ten laste beschouwd. Die bepaling geldt eveneens onder dezelfde voorwaarden voor de echtgenoot(-genote) van de aanvrager met wie hij/zij doorgaans samenleeft en voor elke persoon die door een dergelijke handicap getroffen wordt voor zover er tussen die persoon en de aanvrager, diens echtgenote(-genoot) of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft een verwantschapsband bestaat tot in de derde graad en dat zij onder hetzelfde dak leeft. In dat geval moet de aanvrager zich ertoe verbinden aan het Fonds het bewijs te leveren dat ze samenleven, als de woning waarvoor de lening wordt uitgeschreven eenmaal bewoond is en uiterlijk zes maanden na de eerste dag; m) "gehandicapte persoon" : als gehandicapte persoon wordt beschouwd : * ofwel de persoon erkend door de FOD Sociale Zekerheid als getroffen met ten minste 66 % insufficiëntie of vermindering van de fysieke of geestelijke bekwaamheid; hetzij de persoon met een verdienvermogen dat verminderd is tot één derde of minder van wat een gezonde persoon kan verdienen door het uitoefenen van een beroep op de algemene arbeidsmarkt, overeenkomstig de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap; hetzij de persoon met een gebrek aan zelfredzaamheid dat vastgelegd wordt op 9 punten, overeenkomstig dezelfde wet; ofwel de persoon die getroffen is door een fysieke of geestelijke onbekwaamheid die de toekenning inhoudt van minimum 4 punten overeenkomstig artikel 6, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot uitvoering van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag of de toekenning van minimum 6 punten, overeenkomstig artikel 6, § 2, 4° van diezelfde regelgeving; n) "gebieden met een hoge vastgoeddruk" : de gezamenlijke gemeenten waar de gemiddelde prijs van de gewone woonhuizen op grond van de recentste statistieken van het Nationaal Instituut voor de Statistiek met 35 tot 50 % de gemiddelde prijs overstijgt van dezelfde huizen, berekend op het gewestelijke grondgebied;de lijst van de gemeenten wordt jaarlijks vastgesteld en in juli bijgewerkt om in werking te treden op 1 januari van het daarop volgende jaar; o) "gebieden met een zeer hoge vastgoeddruk" : de gezamenlijke gemeenten waar de gemiddelde prijs van de gewone woonhuizen op grond van de recentste statistieken van het Nationaal Instituut voor de Statistiek met 50 % de gemiddelde prijs overstijgt van dezelfde huizen, berekend op het gewestelijke grondgebied;de lijst van de gemeenten wordt jaarlijks vastgesteld en in juli bijgewerkt om in werking te treden op 1 januari van het daarop volgende jaar; p) "Code" : de Waalse Huisvestingscode, ingevoerd bij het decreet van 29 oktober 1998.» 3. In artikel 3, § 1, van het reglement worden de bewoordingen "door een hypothecaire inschrijving gewaarborgde" ingevoegd tussen de woorden "De" en "leningen". In hetzelfde artikel worden de woorden "vroeger daartoe gemaakte" vervangen door het woord "zware".
Artikel 3 van het reglement wordt aangevuld met volgend lid en volgende paragrafen : « Onder zware schuld wordt verstaan : de hypotheekschuld of schuld i.v.m. een ander aanverwant product waarvan de rentevoet gevoelig hoger is dan de marktvoorwaarden tijdens de inschrijving van de kredietaanvraag of waarvan de afbetalingsmodaliteiten niet meer overeenstemmen met de financiële toestand van de aanvrager. § 2. In dat verband mag het Fonds hypothecaire leningen toestaan voor meer bepaald : a) de financiering van onontbeerlijke werken;b) de uitvoering van werken voor energiebesparing en de installatie van hernieuwbare energie;c) de financiering van de oprichting van buurtwoningen voor de opvang van bejaarde personen. § 3. Indien de lening de financiering betreft van werken die geheel of gedeeltelijk onder een tegemoetkoming van het Gewest vallen, o.m. de renovatiepremie of de premies voor rationeel energiegebruik of een beter gebruik van hernieuwbare energiebronnen, kan het Fonds het bedrag voorschieten indien de ontlener die die tegemoetkomingen gekregen heeft, het bedrag van de premie of die premies afstaat om ze in rekening te brengen op zijn terugbetalingsrekening. » 4. Artikel 5 van het reglement wordt aangevuld met volgend lid : « Er kan afgeweken worden van de voorwaarde waarvan sprake in lid 1 indien de aanvrager reeds een door het Fonds toegestane uitstaande lening heeft en voor zover de aangevraagde lening uitsluitend dient voor één van de doelen waarvan sprake in artikel 3, § 2, van dit reglement.» 5. Artikel 7 van het reglement vervalt.6. Artikel 8, § 1, van het reglement wordt vervangen door volgende tekst : « De belastbare inkomsten die de aanvrager ontvangt, mogen het bedrag vermeld in bijlage 1 niet overschrijden, waarvan sprake in artikel 8 van het besluit van de Waalse Regering van 31 januari 2008 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 met betrekking tot de hypotheekleningen en de huurtegemoetkoming van het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Woningfonds van de Kroostrijke Gezinnen van Wallonië), die geldt voor de gezinnen met minstens drie kinderen ten laste en die vallen onder categorie III, schaal 5. Die bijlage 1 bepaalt de verschillende inkomstencategorieën die in overweging genomen worden voor de berekening van de rentevoeten en is als bijlage opgenomen.
Het bedrag van de maximumbedragen en de verhoging met euro 1.860 per kind ten laste wordt per schijf van euro 50 aangepast op 1 januari van elk jaar N, (en voor de eerste keer vanaf 2009) op grond van de volgende formule : Bedrag in euro x indexcijfer der consumptieprijzen (*) in november van het jaar N-1 Indexcijfer der consumptieprijzen in oktober 1998 (*) wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld op grond van het spilindexcijfer 138,01 van 1 januari 1990). » De paragrafen 2 en 4 van artikel 8 van het reglement vervallen. 7. In artikel 13 van het reglement worden de bewoordingen "het besluit van de Waalse Regering van 25 februari 1999 waarbij de gezondheidsnormen, de verbeterbaarheid van de woningen alsmede de minimumnormen voor de toekenning van subsidies worden bepaald" vervangen door volgende woorden "het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 19° tot 22°bis van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen en de bepalingen van het Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie.» 8. Artikel 14, § 1, van het reglement wordt vervangen door volgende tekst : « § 1.Behoudens de afwijkingen bepaald in artikel 15 van dit reglement mag de verkoopwaarde van de woningen na de werken waarvoor de lening is uitgeschreven voor gezinnen met drie kinderen ten laste het bedrag van 150.000 EUR niet overschrijden, grond inbegrepen behalve voor de bouwverrichtingen.
Dat maximum wordt verhoogd met : a) 5 % per kind dat naast de eerste drie deel uitmaakt van het gezin;b) 10 % indien het jongste kind van de aanvrager of van de persoon met wie hij doorgaans samenleeft de leeftijd van acht jaar niet bereikt heeft op de referentiedaum waarvan sprake in artikel 6, van dit reglement;c) 10 % voor elke bloed- of aanverwant in opgaande lijn van de aanvrager of van de persoon met wie hij doorgaans samenleeft en die op bovenbedoelde referentiedatum sinds minstens zes maanden bij de aanvrager inwoont;d) 10 % voor elke bejaarde persoon;e) 5 % indien het goed waarvoor de lening is uitgeschreven gelegen is in een gebied met een hoge vastgoeddruk;e) 10 % indien het goed waarvoor de lening is uitgeschreven gelegen is in een gebied met een zeer hoge vastgoeddruk. Behalve de verhogingen onder c) en d), indien zij dezelfde persoon betreffen, worden die verhogingen samengevoegd.
De verhogingen onder a) en b) worden niet verleend indien artikel 5, lid 2, van dit reglement wordt toegepast.
Dat aldus verhoogde bedrag wordt afgerond naar het hogere of het lagere tiental al naar gelang het cijfer van de eenheden al dan niet vijf euro bereikt.
Voor de berekening van het aantal kinderen dat deel uitmaakt van het gezin wordt het kind dat als gehandicapt erkend wordt volgens artikel 2, m), van dit reglement, voor twee geteld.
Daarnaast wordt de aanvrager die in dezelfde graad aangetast is door een dergelijke insufficiëntie of vermindering van zijn bekwaamheid, beschouwd als kind dat deel uitmaakt van het gezin. Die bepaling geldt eveneens onder dezelfde voorwaarden voor de persoon met wie de aanvrager doorgaans samenleeft en voor elke persoon die door een dergelijke handicap getroffen wordt voor zover er tussen en de aanvrager of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft een verwantschapsband bestaat tot in de derde graad en dat zij onder hetzelfde dak leeft. In dat geval moet de aanvrager zich ertoe verbinden aan het Fonds het bewijs te leveren dat ze samenleven, uiterlijk zes maanden na de eerste dag van de bewoning. » Artikel 14, § 2, van het reglement vervalt. 9. In artikel 15, § 2, van het reglement worden de woorden "een sociale kredietinstelling" en "Société wallonne du Logement" respectievelijk vervangen door de woorden "een Guichet du Crédit social" en "Société wallonne du Crédit social".10. Artikel 16, § 1, van het reglement wordt vervangen door volgende tekst : « § 1.Onverminderd de artikelen 17, 18 en 19 van dit reglement mag het totaal, bestaande uit de gezamenlijke financiële steun van derden, met inbegrip van de lening tegen een dalend gezinspercentage, het bedrag van de enige levensverzekeringspremie waarvan sprake in artikel 27 van dit reglement, indien voorgeschoten door het Fonds, en de tegemoetkomingen van het Gewest, enerzijds, het bedrag van 150.000 euro niet overschrijden of, anderzijds, al naar gelang, in behoorlijk gemotiveerde omstandigheden, de 100 % of de 125 % niet overschrijden : 1° van de werkelijke kostprijs van de bouwwerkzaamheden;2° van de verkoopwaarde van het goed of van de aankoopprijs, indien deze lager is, bij aankoop;3° van de verkoopwaarde van het goed, bij terugbetaling van een zware schuldenlast;4° van de werkelijke kostprijs van de renovatiewerkzaamheden. Dat maximum van 150.000 EUR wordt verhoogd met : a) 5 % per kind dat deel uitmaakt van het gezin naast de eerste drie;b) 10 % indien het jongste kind van de aanvrager of van de persoon met wie hij doorgaans samenleeft de leeftijd van acht jaar niet bereikt heeft op de referentiedatum bedoeld in artikel 6, lid 1, van dit reglement;c) 10 % voor elke bloed- of aanverwant in de opgaande lijn van de aanvrager of van de persoon met wie hij doorgaans samenleeft, die samenleeft met de aanvrager sinds minstens zes maanden op voornoemde referentiedatum;d) 10 % voor elke bejaarde persoon;a) 5 % indien het goed waarvoor de lening is uitgeschreven in een gebied met hoge vastgoeddruk gelegen is;a) 10 % indien het goed waarvoor de lening is uitgeschreven in een gebied met zeer hoge vastgoeddruk gelegen is. Behalve de verhogingen bedoeld onder c) en d) indien ze dezelfde persoon betreffen, zijn die verhogingen samenvoegbaar.
De verhogingen vermeld onder a) en b) zijn niet van toepassing indien artikel 5, lid 2, van dit reglement toegepast wordt.
Dat aldus verhoogde bedrag wordt afgerond naar het hogere of lagere tiental al naar gelang het cijfer van de eenheden al dan niet vijf euro bereikt.
Voor de berekening van het aantal kinderen dat deel uitmaakt van het gezin, wordt het kind dat als gehandicapt erkend wordt volgens artikel 2, m), van dit reglement voor twee geteld.
Daarnaast wordt de aanvrager die in dezelfde graad aangetast is door een dergelijke insufficiëntie of vermindering van zijn bekwaamheid, beschouwd als kind dat deel uitmaakt van het gezin. Die bepaling geldt eveneens onder dezelfde voorwaarden voor de persoon met wie de aanvrager doorgaans samenleeft en voor elke persoon die door een dergelijke handicap getroffen wordt voor zover er tussen en de aanvrager of de persoon met wie hij doorgaans samenleeft een verwantschapsband bestaat tot in de derde graad en dat zij onder hetzelfde dak leeft. In dat geval moet de aanvrager zich ertoe verbinden aan het Fonds het bewijs te leveren dat ze samenleven, uiterlijk zes maanden na de eerste dag van de bewoning. § 2. Indien de enige levensverzekeringspremie hoger is dan 5 % van de leningen in hoofdsom waarvan sprake in dit artikel, worden die maxima met het overschrijdende bedrag verhoogd.
Het percentage van 125 % wordt teruggebracht naar 100 % indien de terugbetaling van de lening niet gewaarborgd wordt door de levensverzekering waarvan sprake in artikel 27 van dit reglement.
Dat aldus verhoogde bedrag wordt afgerond naar het hogere of lagere tiental al naar gelang het cijfer van de eenheden al dan niet vijf euro bereikt. » 11. Er wordt in het reglement een artikel 17bis ingevoegd, luidend als volgt : « De maximumbedragen van de lening van 150.000 EUR en 25.000 EUR worden per schijf van 1000 EUR door het Fonds aangepast op 1 januari van elk jaar N op grond van volgende formule : Maximumbedrag x ABEX-index op 1 januari van het jaar N (bepaald in november van het jaar N-1) ABEX-index op 1 januari 2003 (bepaald op "547" in november 2002). » 12. Artikel 20 van het reglement wordt vervangen door volgende tekst : « § 1.De rentevoeten die geldig zijn voor elke categorie bepaald in de tariefschaal waarvan sprake in artikel 8 van dit reglement worden vastgesteld op grond van volgende beginselen : De laagste rentevoet - namelijk die van categorie I neventarief 1 zoals omschreven in bijlage 1 waarvan sprake in artikel 8 van dit reglement - wordt bepaald in functie van de theoretische draagkracht van de leners die beschikken over de zwakste inkomens; in geen geval mag hij lager zijn dan de basisrentevoet die hetvolgende beoogt : * de minimumrentevoet geldig voor de gezinnen met drie kinderen ten laste * en een absolute minimumrentevoet geldig voor de gezamenlijke leners van het Fonds, ongeacht de gezinssamenstelling, namelijk 0,1241 % per maand.
De hoogste rentevoet - namelijk de rentevoet van categorie III neventarief 5 zoals omschreven in bijlage 1 waarvan sprake in artikel 8 van dit reglement - is gelijk aan de financieringsrentevoet van het Fonds; * verhoogd met de intermediatiemarge bepaald overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 17 maart 1999 ter uitvoering van artikel 183 van de Waalse Huisvestingscode; * verminderd met de rentevoetvermindering, voor elk kind ten laste tot een maximum beperkt.
Tussen beide rentevoeten (hoogste en laagste rentevoet) verhogen de rentevoeten op gematigde wijze bij elke neventariefsprong.
De geldende tarieven, op grond daarvan bepaald, zijn opgenomen in de bijlage bij dit reglement. § 2. Die percentages worden verminderd met 0,0416 % per maand per bijkomend kind ten laste vanaf het vierde kind zonder evenwel lager te mogen zijn dan de minimale rentevoet.
De oorspronkelijke rentevoet wordt eveneens verlaagd als het aantal kinderen ten laste tijdens de looptijd van de lening verhoogt, zonder dat die rentevoet lager mag zijn dan de minimale rentevoet; verlaagt het aantal kinderen ten laste, dan wordt het percentage niet opgetrokken. § 3. Tussen twee financieringsperiodes van het Fonds wordt de tariefschaal om de drie maanden aangepast aan de evolutie van de IRS-rentevoet met een maturiteit van 25 jaar, op grond van tien opeenvolgende vaststellingen voorafgaand aan de vervaltermijn van drie maanden. Als uit die tien opeenvolgende vaststellingen een variatie blijkt met minstens 25 basispunten van de IRS-rentevoet tegenover de rentevoet die van kracht was bij de fondsenwerving, wordt de tariefschaal overeenstemmend aangepast met toepassing van een afronding naar de hogere vijf basispunten. § 4. Indien de lener de woning overeenkomstig artikel 4, b), van dit reglement gedeeltelijk gebruikt voor de uitoefening van een handels-, een ambachtelijk, een vrij of ander beroep, worden de rentevoeten die voortvloeien uit de toepassing van vorige paragrafen verhoogd met 0,0416 % per maand. » 13. er wordt een 20bis ingevoegd, luidend als volgt : « De aanvragers wordt een subsidie toegewezen die bijdraagt tot de verlaging van de maandelijkse aflossingen voor de lening die toegestaan worden door het Fonds in volgende gevallen : 1.Die tegemoetkoming bedraagt 100 EUR per maand tijdens 8 jaar indien de lening de aankoop, al dan niet gepaard gaand met werken, of de bouw van een goed gelegen in een gebied met zeer hoge vastgoeddruk betreft; 2. Die tegemoetkoming bedraagt 50 EUR per maand tijdens 8 jaar indien de lening de aankoop, al dan niet gepaard gaand met werken, of de bouw van een goed gelegen in een gebied met hoge vastgoeddruk betreft;3. Die tegemoetkoming bedraagt 50 EUR per maand tijdens 8 jaar indien de lening de aankoop, al dan niet gepaard gaand met werken, of de bouw van een goed gelegen betreft in een gebied gelegen in : a) ofwel in een bevoorrecht initiatiefgebied zoals omschreven bij artikel 79, § 2, 1° tot 3°, van het Wetboek;b) ofwel in een omtrek bedoeld in artikel 393 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, c) ofwel op een gemeentelijk grondgebied of deel ervan bedoeld in artikel 147 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie;d) ofwel in een architectuurgeheel waarvan de bestanddelen beschermd zijn krachtens artikel 185 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, of binnen de grenzen van een beschermingsgebied zoals bedoeld in artikel 187 van hetzelfde Wetboek;e) ofwel in een omtrek bedoeld in artikel 173 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, f) ofwel in een stedelijk vrij gebied zoals omschreven ter uitvoering van artikel 38 van het programmadecreet van 23 november 2006 betreffende de prioritaire acties voor de Toekomst van Wallonië.4. Er wordt eveneens een tegemoetkoming van 50 EUR per maand gedurende acht jaar toegekend aan de gezinnen die een woning aankopen die verkocht wordt door een publiekrechtelijk rechtspersoon. Indien er een vermindering wordt toegekend krachtens punt 1 of punt 2, wordt er geen enkele vermindering toegekend krachtens punt 3 wegens de ligging van het goed in een bevoorrecht initiatiefgebied omschreven bij artikel 79, § 2, 1°, van het Wetboek.
De forfaitaire verminderingen kunnen toegekend worden indien de lening aangegaan is voor de afbetaling van een lening toegestaan door de "Société wallonne du Crédit social" of een "Guichet" die zelf het recht geopend had op het voordeel van één of meerdere voornoemde forfaitaire verminderingen.
Het bedrag van de forfaitaire verminderingen is gelijk aan het bedrag toegestaan door de "Société wallonne du Crédit social" of het "Guichet". Overigens wordt de periode waarin de forfaitaire verminderingen zijn toegekend afgetrokken van de acht jaar waarin de aanvragers aanspraak kunnen maken op de verminderingen. » Het voordeel van die verminderingen wordt opgeschort indien de "Société" of de "Guichet" aan de Centrale voor Kredieten aan Particulieren een wanbetaling moet meedelen overeenkomstig de bewoordingen van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren en het koninklijk besluit van 7 juli 2002 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren.
Zodra de wanbetaling weggewerkt is, geniet de ontlener opnieuw het voordeel van de forfaitaire verminderingen, met inbegrip van de sommen die tijdens de opschortingsperiode niet gestort zijn. » 14. In artikel 27 van het reglement worden de woorden "CONTROLEDIENST VOOR DE VERZEKERINGEN" vervangen door de woorden "Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen". Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 28 februari 2008 tot goedkeuring van het reglement van leningen die door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Waals Woningfonds van de Grote Gezinnen) worden toegekend.
Namen, 28 februari 2008.
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE Overzicht van de rentevoeten geldend op 1 maart 2008 Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 28 februari 2008 tot goedkeuring van het reglement van leningen die door het "Fonds du Logement des Familles nombreuses de Wallonie" (Waals Woningfonds van de Grote Gezinnen) worden toegekend.
Namen, 28 februari 2008.
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE