24 MEI 2007. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de uitgifte van Staatsbons

De Minister van Financiën, Gelet op artikel 37 van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium, gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 22 juli 1993, 4 april 1995, 15 juli 1998, 15 december 2004 en 14 december 2005, inzonderheid op hoofdstuk I;

Gelet op de wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op de wet van 28 december 2006 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 8, § 1, 1°;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1991 betreffende de effecten van de Staatsschuld, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juli 1991, 10 februari 1993, 26 november 1998, 11 juni 2001 en 5 maart 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2000 betreffende de uitgifte van Staatsbons, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 2002, 18 februari 2003, 31 juli 2004, 10 november 2006 en ..................2007;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de uitgifte van Staatsbons, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 21 mei 2003;

Overwegende dat het opportuun is om een nieuw type van Staatsbon uit te geven, meer bepaald een Staatsbon op 3 jaar;

Overwegende bovendien dat het door de naderende dematerialisatie van de effecten niet meer zinvol is om de vorm van effecten aan toonder nog toe te laten voor dit nieuwe type van Staatsbon;

Overwegende tenslotte dat enkele technische wijzigingen noodzakelijk zijn, Besluit :

Artikel 1.Het opschrift van hoofdstuk III van het ministerieel besluit van 10 juli 2000 betreffende de uitgifte van Staatsbons wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK III. De Staatsbon op 3 jaar. »

Art. 2.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 5.De Staatsbon op 3 jaar brengt een jaarlijkse vaste rente op en is terugbetaalbaar tegen het pari van de nominale waarde op de eindvervaldag. ».

Art. 3.De artikelen 6 tot en met 9 en het hoofdstuk IV, dat de artikelen 10 tot en met 13 omvat, van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2007.

Brussel, 24 mei 2007.

D. REYNDERS