gepubliceerd op 30 juni 2009
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 december 2008 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het behoud van de visbestanden in zee
VLAAMSE OVERHEID
Landbouw en Visserij
23 JUNI 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 17 december 2008 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het behoud van de visbestanden in zee
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990, 5 februari 1999, 22 april 1999 en 1 maart 2007 en bij de koninklijke besluiten van 25 oktober 1995 en 22 februari 2001;
Gelet op de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 30, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 19;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 15 juni 2007, 28 juni 2007, 10 oktober 2007, 14 november 2007, 5 september 2008, 22 september 2008, 6 januari 2009 en 30 januari 2009;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het ministerieel besluit van 17 december 2008 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij ministerieel besluit van 28 januari 2009;
Gelet op het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot toekenning van een beëindigingspremie voor de definitieve onttrekking van vissersvaartuigen aan de zeevisserijactiviteit in het kader van een vlootaanpassingsregeling;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 43/2009 van 16 januari 2009 van de Raad van december 2008 tot vaststelling voor 2009, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, inzonderheid op de bijlagen IIa en IIc ;
Gelet op Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad van 23 februari 2006 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje;
Gelet op Verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal;
Gelet op Verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1342/2008 van de Raad van 18 december 2008 tot vaststelling van een langetermijnplan voor kabeljauwbestanden en de bevissing van deze bestanden, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voor het jaar 2009 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten worden getroffen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;
Overwegende dat de eerste toewijsperiode van 6 maanden in geval van toewijzing in functie van het motorvermogen in het collectief benuttingsysteem voor vaartuigen behorend tot het groot vlootsegment afloopt op 30 juni 2009, het derhalve noodzakelijk is de toegewezen hoeveelheden per kW voor de volgende periode 1 juli 2009 - 31 oktober 2009 vast te stellen;
Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong in de Golf van Gascogne kan worden bewerkstelligd door het instellen van maximale vangsten per vaartuig vanaf 8 juni 2009 om 00.00 uur;
Overwegende dat met het oog op de visserij-inspanningsbeperkingen, vermeld in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje, alleen de vaartuigen die op de lijst « Visvergunningen Golf van Gascogne 2009 » voorkomen, aanwezig mogen zijn in de i.c.e.s.-gebieden VIIIa,b ;
Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong VIId en bot en schar II, IV en tongschar en witje II, IV bewerkstelligd kan worden door het aanpassen van maximale vangsten per zeereis, gerekend per vaartdag aanwezigheid in het gebied in kwestie, Besluit :
Artikel 1.Aan het artikel 14 § 4 van het ministerieel besluit van 17 december 2008 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen voor het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij ministerieel besluit van 28 januari 2009, worden een derde, vierde en vijfde lid toegevoegd, luidend als volgt : « Vanaf 1 juli 2009 tot en met 31 oktober 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de tongvangst een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 1.000 kg, vermeerderd met een hoeveelheid die gelijk is aan 4 kg vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. In afwijking van vorig lid, worden de tonghoeveelheden in vorig lid met 2 kg per kW verminderd voor de vissersvaartuigen, die op de lijst « Visvergunningen Golf van Gascogne 2009 » vermeld in artikel 20, voorkomen.
In afwijking van het derde lid, worden de tonghoeveelheden zoals bepaald in lid 3 van dit artikel met 4 kg per kW verminderd. voor de vissersvaartuigen, waarvoor een premieaanvraag voor definitieve onttrekking van vissersvaartuigen aan de zeevisserijactiviteit, conform artikel 1 lid 1 of 3 van het ministerieel besluit van 2 juni 2009, werd ingediend. Deze vermindering van 4 kg per kW komt te vervallen, indien ingevolge de beslissing volgens artikel 4 van het besluit van 2 juni 2009 de beëindigingspremie niet wordt toegekend. »
Art. 2.Aan het artikel 15 § 4 van hetzelfde besluit, wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « Vanaf 1 juli 2009 tot en met 31 oktober 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de scholvangst een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 45 kg, vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. »
Art. 3.Aan het artikel 16 § 4 van hetzelfde besluit, wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « Vanaf 1 juli 2009 tot en met 31 oktober 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden VIIf,g voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de tongvangst een hoeveelheid te overschrijden, die gelijk is aan 10 kg per kW vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. »
Art. 4.Aan het artikel 17 § 2 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt : « Vanaf 1 juli 2009 tot 31 oktober 2009 is het in de i.c.e.s.-gebieden VIIh,j,k voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de tongvangst een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 3 kg, vermenigvuldigd met het motorvermogen van het vissersvaartuig, uitgedrukt in kW. »
Art. 5.In het artikel 20 § 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 23 april 2009, wordt het getal « 15 » vervangen door het getal « 17 ».
Art. 6.In het artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3 en § 4 worden de woorden « 31 december » vervangen door de woorden « 30 juni », 2° aan § 3 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In de periode van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009 is het in het i.c.e.s.-gebied VIId, voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van 221 kW of minder, verboden bij de tongvangst per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 180 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens die zeereis in het desbetreffend i.c.e.s.-gebied worden gerealiseerd. » 3° aan § 4 wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « In de periode van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009 is het in het i.c.e.s.-gebied VIId voor een vissersvaartuig met een motorvermogen van meer dan 221 kW, verboden bij de tongvangst per zeereis een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 360 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens die zeereis in het desbetreffende i.c.e.s.-gebied worden gerealiseerd. »
Art. 7.In artikel 26 § 4 van hetzelfde besluit gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 januari 2009 en 23 april 2009 worden met ingang van 1 juli 2009 de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « 31 december » worden vervangen door de woorden « 30 juni »; 2° aan § 4 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van vorige leden, is het voor een vissersvaartuig, in de periode van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009 zolang geen 60 % van het quotum is benut, verboden bij de bot- en scharvangsten per zeereis in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) een hoeveelheid te overschrijden die gelijk is aan 1 500 kg, vermenigvuldigd met het aantal vaartdagen die tijdens die zeereis in de desbetreffende i.c.e.s.-gebieden worden gerealiseerd. »
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2009 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2010.
Brussel, 23 juni 2009.
De Vlaamse minister voor Institutionele Hervormingen, Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media, Toerisme, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS