gepubliceerd op 27 mei 1998
Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 juni 1998 - 2003 - 2005, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet, 4 juni 1998-2001-2003-2005
20 MEI 1998. - Ministerieel besluit betreffende de uitgifte van de Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 juni 1998 - 2003 - 2005, en de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet, 4 juni 1998-2001-2003-2005
De Minister van Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 1996 betreffende de uitgifte van de Staatsbons, inzonderheid de artikelen 6, 10 en 21, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 juni 1997.
Gelet op het koninklijk besluit van 21 januari 1998 dat de Minister van Financiën machtigt tot de voortzetting in 1998, van de uitgifte van de leningen genaamd « Lineaire obligaties » en van de uitgifte van de leningen genaamd « Staatsbons », inzonderheid het artikel 1, 2°, Besluit :
Artikel 1.Er wordt overgegaan tot de uitgifte van twee leningen respectievelijk genaamd : « Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar » en « Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet ».
Art. 2.De Staatsbon op 5 jaar, verlengbaar tot 7 jaar - 4 juni 1998 - 2003 - 2005 - rent 4,60 pct. 's jaars vanaf 4 juni 1998 tot 3 juni 2003. Deze rente blijft behouden ingeval de optie tot verlenging wordt uitgeoefend, hetzij voor de periode van 4 juni 2003 tot 3 juni 2005.
Art. 3.De Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet - 4 juni 1998 - 2001 - 2003 - 2005 - rent 4,20 pct. 's jaars vanaf 4 juni 1998 tot 3 juni 2001.
Voor de periode gaande van 4 juni 2001 tot 3 juni 2003, is de faciale rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de lineaire obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele looptijd twee jaar is, zonder dat hij mag lager zijn dan 4,60 pct.
Voor de periode gaande van 4 juni 2003 tot 3 juni 2005, is de faciale rentevoet van deze Staatsbon gelijk aan de rentevoet van de lineaire obligaties uitgegeven door de Staat waarvan de residuele looptijd twee jaar is, zonder dat hij mag lager zijn dan 5,00 pct.
Art. 4.De openbare inschrijving op deze twee Staatsbons zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 10 juni 1996, wordt opengesteld op 25 mei 1998; zij wordt afgesloten op 3 juni 1998. De datum van betaling is vastgesteld op 4 juni 1998. De betaling is volledig in speciën.
Art. 5.De uitgifteprijs van de Staatsbon op 5 jaar verlengbaar tot 7 jaar - 4 juni 1998-2003-2005- is vastgesteld op het pari van de nominale waarde.
De uitgifteprijs van de Staatsbon 3/5/7 met herzienbare en gewaarborgde minimumrentevoet- 4 juni 1998-2001-2003-2005- is vastgesteld op het pari van de nominale waarde.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 mei 1998.
Brussel, 20 mei 1998.
Ph. MAYSTADT