gepubliceerd op 23 september 2005
Ministerieel besluit betreffende aanvullende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden
19 SEPTEMBER 2005. - Ministerieel besluit betreffende aanvullende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden
De Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning ertoe gemachtigd wordt maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990, 5 februari 1999 en 22 april 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 augustus 2004 en 19 oktober 2004;
Gelet op de verordening (EG) nr. 3690/1993 van de Raad van 20 december 1993 tot invoering van een communautair stelsel van regels voor de minimuminformatie die visvergunningen moeten bevatten;
Gelet op de verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid;
Gelet op verordening (EG) nr. 27/2005 van de Raad van 22 december 2004 tot vaststelling voor 2005, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden die in de wateren van de Gemeenschap en, voor vissersvaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat onverwijld aanvullende tijdelijke beperkende maatregelen moeten genomen worden m.b.t. het gebruik van de visvergunningen teneinde de continuïteit en de duurzaamheid van het beleid inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden te verzekeren, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° visvergunning : de vergunning die werd afgeleverd door de Dienst in uitvoering van het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden;2° de Dienst : de Dienst Zeevisserij van de Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid bij de Administratie Land- en Tuinbouw van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Vrijhavenstraat 5, 8400 Oostende.
Art. 2.§ 1. De visvergunning die werd uitgereikt door de Dienst aan de eigenaar van een vissersvaartuig moet worden ingeleverd minstens vier maanden vóór de verkoop van het vissersvaartuig bij de Dienst indien de eigenaar overgaat tot verkoop. De koper kan een nieuwe visvergunning aanvragen bij de Dienst. De nieuwe visvergunning kan door de Dienst slechts worden uitgereikt en kan door de kopers slechts worden gebruikt ten vroegste één maand na de verkoop van het vissersvaartuig. § 2. De visvergunning die werd uitgereikt door de Dienst aan de eigenaar van een vissersvaartuig moet worden ingeleverd bij de Dienst minstens vier maanden vóór de vervanging van het vissersvaartuig indien de eigenaar het vissersvaartuig vervangt door een nieuwgebouwd of door een bestaand vissersvaartuig zonder visvergunning. Deze eigenaar kan een nieuwe visvergunning aanvragen bij de Dienst. De nieuwe visvergunning kan door de Dienst slechts worden uitgereikt en kan door de eigenaar slechts worden gebruikt ten vroegste één maand na de vervanging van het vissersvaartuig. § 3. De visvergunning die werd uitgereikt door de Dienst aan de eigenaar van een vissersvaartuig moet worden ingeleverd bij de Dienst minstens vier maanden vóór de overdracht van het beheer of het gebruik van het vissersvaartuig indien de eigenaar het beheer of het gebruik van het vissersvaartuig overdraagt of indien de eigenaar failliet wordt verklaard en de curator het beheer overneemt. De overdracht van het beheer of het gebruik van het vissersvaartuig wordt door de Dienst op de visvergunning vermeld. De visvergunning kan door de Dienst slechts terug worden gegeven aan de eigenaar of aan de curator ten vroegste één maand na de overdracht van het beheer of het gebruik.
Art. 3.Bij niet naleving van de termijnen vermeld in § 1, § 2 en § 3 van artikel 2 vervalt de visvergunning en moet ze bij de Dienst worden ingeleverd. De capaciteit, verbonden aan de visvergunning komt ter beschikking van de Dienst.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 19 september 2005.
Y. LETERME