Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 19 november 1998
gepubliceerd op 08 december 1998

Ministerieel besluit houdende de voorwaarden tot het afleveren van de bewijzen van bekwaamheid voor stewards, baancommissarissen en veiligheidschefs bij sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1998000739
pub.
08/12/1998
prom.
19/11/1998
ELI
eli/besluit/1998/11/19/1998000739/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 1998. - Ministerieel besluit houdende de voorwaarden tot het afleveren van de bewijzen van bekwaamheid voor stewards, baancommissarissen en veiligheidschefs bij sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatshebben


De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende de reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatsvinden, inzonderheid op artikel 13;

Gelet op het advies van de Commissie voor de veiligheid bij sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's, gegeven op 4 september 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de stewards, baancommissarissen en veiligheidschefs slechts op behoorlijke wijze hun taken kunnen uitvoeren voorzien in artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende de reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatsvinden, nadat ze degelijk opgeleid zijn en het bewijs van bekwaamheid hebben behaald;

Dat bij gebreke van onderhavig besluit met bepaling van de voorwaarden van deze opleiding, om redenen dat de sportbonden niet in staat waren volledige voorstellen van opleiding aan de overheid voor te leggen, bij brieven van 6 april 1998, 25 juni 1998 en 4 september 1998 aan de sportbonden een voorlopige en tijdelijke goedkeuring werd gegeven van de opleiding op basis van de ingediende documenten, goedkeuring die op 30 september 1998 echter afloopt;

Dat een verdere verlenging van deze tijdelijke en voorlopige goedkeuring niet meer verantwoord is omwille van het vrijblijvende karakter ervan en niet langer noodzakelijk is omdat alle documenten terzake werden ingediend;

Dat de uitvaardiging van een reglementering, die de voorwaarden van de opleiding bepaalt, dringend noodzakelijk is om in het belang van de veiligheid het programma van de opleiding van stewards, baancommissarissen en veiligheidschefs definitief te kunnen goedkeuren;

Dat bij het uitblijven van deze reglementering en van de goedkeuring het verdere verloop van het lopende rallyseizoen, in het bijzonder van nationale en internationale wedstrijden die nog in de loop van de maanden oktober en november plaatsgrijpen, in het gedrang zou brengen, wat een vervalsing van de competitie zou teweegbrengen en de materiële en financiële voorbereidingen teniet zou doen met alle nadelige gevolgen van dien;

Dat het besluit niet eerder aan het advies van de Raad van State kon voorgelegd worden nadat het advies werd bekomen van de Commissie voor de veiligheid bij sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's, welk advies op 4 september 1998 werd uitgebracht en waardoor aan het voorontwerp een aantal aanpassingen dienden aangebracht te worden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 10 oktober 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, en behoudens andersluidende bepaling, wordt begrepen onder : 1° « het besluit » : het koninklijk besluit van 28 november 1997 houdende de reglementering van de organisatie van sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die geheel of gedeeltelijk op de openbare weg plaatsvinden;2° « wedstrijden of competities » : de sportwedstrijden of sportcompetities voor auto's die onder het toepassingsgebied van het besluit vallen. HOOFDSTUK II. - De basisopleiding Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 2.De basisopleiding van de stewards, de veiligheidschefs en de baancommissarissen, zoals bedoeld in artikel 13, 2°, van het besluit, omvat een theoretisch en een praktisch gedeelte.

Art. 3.§ 1. Het theoretische gedeelte van de basisopleiding, dat zowel voor de stewards, voor de baancommissarissen als voor de veiligheidschefs minimum zes uur dient te bedragen, wordt verzorgd door personen die gespecialiseerd zijn in het specifieke domein. § 2. Het praktische gedeelte van de basisopleiding omvat : 1° een algemeen deel, dat zowel voor de stewards, voor de baancommissarissen als voor de veiligheidschefs minimum vier uur dient te bedragen, verzorgd door de sportbonden in samenwerking met de politiediensten, de brandweer en een medische interventiedienst;2° een stage, gedurende drie wedstrijden of competities, bestaande uit het vergezellen en assisteren van de voor die wedstrijd of competitie aangeduide stewards, baancommissarissen of veiligheidschefs, al naargelang de opleiding die gevolgd wordt. De praktische regeling van de stage wordt opgesteld door de sportbonden en goedgekeurd door de Minister van Binnenlandse Zaken.

Het toezicht op het verloop van de stage wordt verwezenlijkt door de sportbonden en het bewijs van de gevolgde stage wordt afgeleverd door de organisator van die wedstrijd of competitie of zijn gemachtigde.

Art. 4.Op het einde van het theoretische gedeelte en van het praktische gedeelte wordt elke kandidaat geëvalueerd. De nadere regelen van deze evaluatie worden bepaald door de sportbonden en goedgekeurd door de Minister van Binnenlandse Zaken.

Bij een positieve evaluatie, wordt door de sportbonden het bewijs van bekwaamheid, bedoeld in artikel 13, 2°, van het besluit, afgeleverd.

Het model van het bewijs van bekwaamheid wordt bepaald door de sportbonden en goedgekeurd door de Minister van Binnenlandse Zaken.

Art. 5.De basisopleiding verstrekt aan de stewards, baancommissarissen en veiligheidschefs moet specifiek georiënteerd zijn naar hun opdrachten, bedoeld in artikel 13, 2°, van het besluit. Afdeling 2. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 6.Het theoretische gedeelte van de basisopleiding dient minstens volgende elementen te omvatten : - toelichting van het besluit en de omzendbrieven; - overzicht van de sportreglementen en van de verschillende soorten disciplines; - rol van de organisator en van de verschillende overheden tijdens een wedstrijd of competitie; - specifieke risico's verbonden aan de wedstrijden of competities; - eerste hulp-technieken; - overzicht van de te volgen procedure in geval van gevaarlijke situaties of ongevallen, met inbegrip van een overzicht van de verschillende brandbestrijdingsmiddelen; - overzicht van de communicatiemiddelen, met name van het gebruik van de verschillende radiosystemen die gebruikt worden tijdens een wedstrijd of competitie; - begrip van het technisch taalgebruik in het road book van de veiligheid.

Art. 7.Het algemeen deel van het praktische gedeelte van de basisopleiding dient minstens volgende elementen te omvatten : - verlenen van eerste hulp; - gebruik van de verschillende middelen van brandbestrijding, specifiek gericht op het blussen van auto's; - gebruik van de verschillende communicatiemiddelen die gebruikt worden tijdens een wedstrijd of competitie; - deelname aan een simulatie van een wedstrijd of competitie. Afdeling 3. - Bijzondere bepalingen voor de stewards

Art. 8.Ten aanzien van de stewards dient het theoretische gedeelte bedoeld in artikel 6 van dit besluit, aangevuld te worden met minstens volgende elementen : - rol, bekwaamheid, statuut en opdracht van de stewards tijdens de organisatie en het verloop van een wedstrijd of competitie; - opsporing van gevaarlijke en/of verboden gedragingen bij het publiek; - beheersing van een crisis- of conflictsituatie ten aanzien van het publiek.

Art. 9.Ten aanzien van de stewards dient de simulatie bedoeld in artikel 7, in fine, van dit besluit, specifiek gericht te zijn op de beheersing van het publiek bij spektakelpunten en bij conflicten, ongevallen en incidenten. Afdeling 4. - Bijzondere bepalingen voor de baancommissarissen

Art. 10.Ten aanzien van de baancommissarissen dient het theoretische gedeelte bedoeld in artikel 6 van dit besluit, aangevuld te worden met minstens volgende elementen : - rol, bekwaamheid, statuut en opdracht van de baancommissarissen tijdens de organisatie en het verloop van een wedstrijd of competitie; - overzicht van de overeengekomen en ondubbelzinnige signalen om de piloten te informeren of hen instructies te verstrekken.

Art. 11.Ten aanzien van de baancommissarissen dient de simulatie bedoeld in artikel 7, in fine, van dit besluit, specifiek gericht te zijn op het optreden van de baancommissarissen ten opzichte van de deelnemers bij ongevallen of incidenten die de wedstrijd of competitie hinderen en op het in stand houden en herstellen van het materieel, nodig voor het afbaken van de voor het publiek verboden zones. Afdeling 5. - Bijzondere bepalingen voor de veiligheidschefs

Art. 12.Ten aanzien van de veiligheidschefs dient het theoretische gedeelte bedoeld in artikel 6 van dit besluit, aangevuld te worden met minstens volgende elementen : - rol, bekwaamheid, statuut en opdracht van de veiligheidschefs tijdens de organisatie en het verloop van een wedstrijd of competitie; - organisatie en coördinatie van het optreden van de stewards en de baancommissarissen; - overzicht van de te volgen procedures in geval van uitstel van de start of het stilleggen van de klassementsproef.

Art. 13.Ten aanzien van de veiligheidschefs dient de simulatie bedoeld in artikel 7, in fine, van dit besluit, specifiek gericht te zijn op de coördinatie van de handelingen van de stewards en van de baancommissarissen op plaatsen van een grote concentratie van publiek en bij conflicten, ongevallen en incidenten. HOOFDSTUK III. - Het bijscholingsprogramma Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 14.De bijscholing van de stewards, baancommissarissen en veiligheidschefs, zoals bedoeld in artikel 13, 2° van het besluit, omvat een theoretisch en een praktisch gedeelte.

Art. 15.Na het doorlopen van het bijscholingsprogramma wordt het attest van bekwaamheid door de sportbonden vernieuwd. Afdeling 2. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 16.De bijscholing, die zowel voor de stewards, baancommissarissen als voor de veiligheidschefs minimum vier uur dient te bedragen, dient minstens volgende elementen te omvatten : 1° voor het theoretische gedeelte, bedoeld in artikel 6 van dit besluit : - de wijzigingen aan het besluit en aan de omzendbrieven; - de evolutie van de sportreglementen en van de verschillende soorten disciplines; - de evolutie van de rol van de organisator en van de verschillende overheden tijdens een wedstrijd of competitie. 2° voor het praktische gedeelte, bedoeld in artikel 7 van dit besluit : - bespreking van praktische risico-ervaringen; - verlenen van eerste hulp; - gebruik van verschillende middelen van brandbestrijding, specifiek gericht op het blussen van auto's. Afdeling 3. - Bijzondere bepalingen voor de stewards,

de baancommissarissen en de veiligheidschefs

Art. 17.Ten aanzien van de stewards dient de bijscholing bedoeld in artikel 16 van dit besluit, aangevuld te worden met minstens : - de evolutie van de bepalingen houdende de rol, bekwaamheid, statuut en opdrachten van de stewards; - praktische oefening(en) over crisis- en conflictsituaties ten aanzien van het publiek.

Art. 18.Ten aanzien van de baancommissarissen dient de bijscholing bedoeld in artikel 16 van dit besluit, aangevuld te worden met minstens : - de evolutie van de bepalingen houdende de rol, bekwaamheid, statuut en opdrachten van de baancommissarissen; - praktische oefening(en) om de piloten te informeren of hen instructies te verstrekken naar aanleiding van een incident of ongeval.

Art. 19.Ten aanzien van de veiligheidschefs dient de bijscholing bedoeld in artikel 16 van dit besluit, aangevuld te worden met minstens : - de evolutie van de bepalingen houdende de rol, bekwaamheid, statuut en opdrachten van de stewards, de baancommissarissen en de veiligheidschefs; - de evolutie van de bepalingen houdende de te volgen procedures in geval van uitstel van de start of het stilleggen van de klassementsproef; - praktische oefening(en) gericht op de coördinatie van de handelingen van de stewards en van de baancommissarissen, bij spektakelpunten en bij conflicten, ongevallen en incidenten, en in geval van uitstel van de start of het stilleggen van de klassementsproef. HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepaling

Art. 20.De stewards, baancommissarissen en veiligheidschefs die het theoretische en het praktische gedeelte van de basisopleiding gevolgd hebben vóór 31 oktober 1998, zijn vrijgesteld van de stage zoals bepaald in artikel 3, § 2, 2° van dit besluit. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding

Art. 21.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 13 maart 1998.

Brussel, 19 november 1998.

L. VAN DEN BOSSCHE

^