gepubliceerd op 12 augustus 2004
Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2004 betreffende de starterscheques voor prestarters
19 MEI 2004. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2004 betreffende de starterscheques voor prestarters
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, Gelet op het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, inzonderheid op hoofdstuk I en IV, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2003, en op hoofdstuk XII tot en met XVII;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2004 betreffende de starterscheques voor prestarters;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juni 2003 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 29 augustus 2003, 24 oktober 2003 en 18 februari 2004;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 februari 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat Vlaanderen op Europees niveau zeer slecht scoort wat betreft het aantal startende ondernemingen. Zonder dringende maatregelen zal deze situatie in de huidige economische laagconjunctuur een bedreiging vormen voor het toekomstige ondernemerschap in Vlaanderen. Om deze redenen werd in december 2003 op de Ondernemingsconferentie beslist dat de drempels voor het ondernemen dringend verlaagd moeten worden. Een steunmaatregel waarbij de kosten van de dienstverlening voor starters aanzienlijk worden verlaagd sluit hierbij aan en draagt ertoe bij dat de dalende trend van startende ondernemingen zo snel mogelijk wordt omgebogen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° prestarterbesluit : het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2004 betreffende de starterscheques voor prestarters;2° decreet : het decreet van 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;4° afdeling : de afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de administratie Economie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;5° adviezen : schriftelijk, specifieke, waardevolle en toekomstgerichte raadgevingen en aanbevelingen en studies;6° starterscheque : betaalinstrument waarmee adviezen kunnen worden betaald die een erkende adviesinstantie factureert aan een prestarter;7° prestarter : een natuurlijk persoon die geen koopman is of die geen zelfstandig beroep uitoefent en die een onderneming wil oprichten of overnemen in het Vlaamse Gewest;8° erkende adviesinstantie : een onafhankelijke private dienstverlener die geheel of gedeeltelijk is gespecialiseerd in het in kaart brengen en onderzoeken van problemen betreffende het bedrijfsfunctioneren, die vervolgens passende acties kan aanbevelen en kan helpen met de implementatie ervan, en die door de minister wordt erkend voor het systeem van de Vlaamse starterscheques;9° uitgever : de na mededinging aangewezen instelling die belast is met de uitgifte en de betaling van de starterscheques;10° kalenderjaar : de periode van 1 januari tot en met 31 december. HOOFDSTUK II. - De starterscheque
Art. 2.De starterscheque bevat minstens de volgende vermeldingen : 1° de titel « dnacheque »;2° het logo van de Vlaamse Gemeenschap;3° de naam en het erkenningsnummer van de erkende adviesinstantie waarmee de prestarter een overeenkomst heeft gesloten voor een adviesopdracht en het reserveringsnummer in kwestie;een opleiding; 4° de besteldatum;5° de geldigheidsduur van de starterscheque als betaalmiddel voor de prestarter;6° de periode waarbinnen de adviesinstantie de starterscheque moet verzilveren bij de uitgever;7° de naam en het adres van de prestarter;9° de waarde van de starterscheque. HOOFDSTUK III. - Erkenning adviesinstantie
Art. 3.§ 1. De adviesinstantie wordt door de minister erkend voor het systeem van de Vlaamse starterscheques.
De volgende adviesinstanties komen in aanmerking voor erkenning voor het systeem van de Vlaamse starterscheques : 1° de adviesinstantie die beschikt over een Q*for-, een ISO- of een CEDEO-certificaat dat de kwaliteit van de dienstverlening inzake advies garandeert, uitgereikt door een geaccrediteerde certificeringsinstelling.De duur van de erkenning wordt bepaald door de geldigheidsduur van het certificaat; 2° de adviesinstantie die beschikt over een andere door de Vlaamse overheid uitgereikte erkenning op voorwaarde dat de erkenning de kwaliteit van de adviesverlening garandeert zodat de adviesinstantie zich op de markt als een door de overheid erkende adviesinstantie mag profileren en mits akkoord van de functioneel bevoegde minister, die voorwaarden kan koppelen aan de overdracht van de erkenning.De duur van de erkenning wordt bepaald door de geldigheidsduur van de erkenning, verleend door de Vlaamse overheid; 3° de leden van beroepsorganisaties met een deontologische code.Het betreft beroepsorganisaties of beroepen, erkend overeenkomstig de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen, of geregeld via een (bijzondere) wet; 4° natuurlijke personen die positief worden beoordeeld nadat ze een screening hebben doorlopen, uitgevoerd door een privaat arbeidsbemiddelingsbureau, erkend overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2000 tot uitvoering van het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddelingsbureaus in het Vlaamse Gewest, en door de minister aangewezen.Die screening heeft een geldigheidsduur van twee jaar. De duur van de erkenning wordt bepaald door de geldigheidsduur van de screening. Als deze adviseur ook na die periode van twee jaar in aanmerking wil komen voor het systeem van de Vlaamse starterscheques, legt die een certificaat voor als bedoeld in 1°, een erkenning als bedoeld in 2° of een lidmaatschap als bedoeld in 3°.
Deze natuurlijke personen moeten eveneens aan de volgende voorwaarden voldoen : a) als de natuurlijke persoon lid is van een vennootschap moet deze de rechtsvorm van een handelsvennootschap, een Europees economisch samenwerkingsverband, of een economisch samenwerkingsverband hebben aangenomen of een vereniging zonder winstgevend doel zijn waarbij vennootschap of vereniging regelmatig moet opgericht zijn.Als het gaat om een natuurlijk persoon die koopman is of een zelfstandig beroep uitoefent, dan moet deze persoon de burgerrechten en politieke rechten genieten; b) de adviesinstantie moet voldoen aan de verplichtingen die de sociale en fiscale wetgeving opleggen;c) de adviesinstantie moet beantwoorden aan de criteria inzake kwaliteit en deskundigheid, te bewijzen op grond van een gestructureerd currciculum vitae en overeenkomstig de richtlijnen van de minister. § 2. De adviesinstanties, die hun erkenning verkregen op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 14 februari 2003 betreffende de adviescheques, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 4 april 2003, behouden voor de toepassing van dit besluit hun erkenning voor de resterende duur van de erkenning. § 3. De erkenningsaanvraag kan enkel worden ingediend door registratie via de website. De adviesinstantie legt de deontologische code, die als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd, ondertekend voor. De adviesinstantie, genoemd in § 1, 1° en 4°, legt eveneens een kopie van het kwaliteitscertificaat of de screening voor. § 4. Er wordt een erkenningsnummer verleend aan de erkende adviesinstantie.
Art. 4.Als een erkende adviesinstantie niet langer wil functioneren binnen het systeem van de Vlaamse starterscheques, meldt ze dat minstens zes maanden op voorhand per aangetekende brief aan de minister. De erkende adviesinstantie beëindigt echter de door haar aangegane overeenkomsten met de prestarters conform de in de overeenkomst vastgestelde voorwaarden.
Art. 5.De minister kan de erkenning intrekken of schorsen als de voorwaarden van het decreet, het prestarterbesluit en dit besluit niet worden nageleefd.
Art. 6.§ 1. Het willig en oneigenlijk beroep tegen een weigering, intrekking of schorsing van een erkenning wordt ondertekend door de gevolmachtigde van de adviesinstantie, wordt uiterlijk dertig werkdagen na de datum van de betwiste beslissing ingediend en bevat op straffe van onontvankelijkheid de volgende elementen : 1° de naam en het adres van de adviesinstantie;2° een uitvoerige motivering van het beroep. § 2. De minister beslist over de ontvankelijkheid van het beroep, neemt een gemotiveerde beslissing en brengt de adviesinstantie daarvan op de hoogte binnen dertig werkdagen na ontvangst van het beroepschrift. HOOFDSTUK IV. - Aankoopprocedure van de starterscheques
Art. 7.§ 1. De starterscheques kunnen uitsluitend worden gereserveerd door on line een aanvraag in te dienen op de website. Ze worden verder aangekocht on line overeenkomstig de instructies, vermeld op de website. § 2. De prestarter wordt on line geïdentificeerd overeenkomstig de volgende criteria zoals vermeld op de website : 1° voor personen die beschikken over een Belgische identiteitskaart : naam, adres en identiteitskaartnummer worden opgegeven.De prestarter moet een kopie voorleggen van de identiteitskaart; 2° voor personen die niet beschikken over een Belgische identiteitskaart : naam en adres worden opgegeven.De prestarter moet een kopie voorleggen van een ander stavingsdocument.
Na verificatie van de ingevoerde gegevens worden een login-ID en een paswoord toegekend.
Art. 8.§ 1. Een prestarter kan per overeenkomst met een erkende adviesinstantie op basis van de daarin overeengekomen prijs het vereiste aantal starterscheques reserveren. Het maximum aantal te reserveren starterscheques bedraagt de in de overeenkomst bepaalde prijs (exclusief BTW, eventuele voorschotfacturen en facturen waartegenover geen geleverde prestaties staan), gedeeld door 30 euro, afgerond naar de lagere eenheid en eventueel beperkt tot het maximale contingent van 167 starterscheques per kalenderjaar. § 2. De adviesinstantie met wie de overeenkomst werd gesloten, bevestigt de juistheid van de overeenkomst uiterlijk binnen tien kalenderdagen, anders vervalt de reservering. Pas nadat de adviesinstantie zich akkoord heeft verklaard met de reservering, wordt een nummer aan de reservering toegekend en kan de prestarter starterscheques bestellen. § 3. Een reservering kan enkel geannuleerd worden als er nog geen starterscheques besteld zijn. § 4. Een reservering kan enkel stopgezet worden als er al bestellingen geplaatst zijn. § 5. De uitgever verstuurt de aangekochte starterscheques naar het adres van de prestarter. § 6. Het jaarlijkse contingent van maximaal 167 starterscheques per kalenderjaar kan over verschillende overeenkomsten gespreid worden.
Art. 9.De aanvraag tot reservering, bedoeld in artikel 7, is mogelijk zolang de voorraad starterscheques strekt. De voorraad vervalt op 31 december van elk kalenderjaar.
Art. 10.De prestarter en de adviesinstantie delen elke identificatiewijziging onmiddellijk mee aan de afdeling. HOOFDSTUK V. - Inlevering door de adviesinstantie
Art. 11.De starterscheques worden uitbetaald op het rekeningnummer van de adviesinstantie, dat ze zelf heeft ingegeven bij haar registratie als bedoeld in artikel 3, § 3. HOOFDSTUK VI. - Terugbetaling van de starterscheques
Art. 12.Ter uitvoering van artikel 7 van het prestarterbesluit wordt enkel op basis van de volgende documenten overgegaan tot een eventuele terugbetaling : 1° het overlijden of het ongeval van de prestarter wordt gestaafd met een kopie van de akte van overlijden of een medisch attest met expliciete vermelding van volledige arbeidsonbekwaamheid;2° de stopzetting van de activiteit van de adviesinstantie wordt met een van de volgende documenten gestaafd : a) een kopie van de Verklaring van stopzetting, ingediend bij een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen;b) een kopie van de akte van ontbinding of van vereffening in geval van vennootschappen;c) een kopie van het vonnis van het faillissement. HOOFDSTUK VII. - Controle
Art. 13.Onder voorbehoud van de bevoegdheden van de Inspectie van Financiën en het Rekenhof is de administratie Economie belast met het toezicht en de controle op de naleving van dit besluit. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 14.§ 1. Dit besluit treedt in werking op 7 juni 2004. § 2. Het prestarterbesluit treedt in werking op 7 juni 2004. § 3. Hoofdstuk I, IV en XII tot en met XVII van het decreet treden voor de toepassing van het prestarterbesluit in werking op 7 juni 2004.
Brussel, 19 mei 2004.
P. CEYSENS
Bijlage Vlaamse dna-cheques Deontologische Code Adviesinstanties De adviesinstantie : Maatschappelijke naam : Adres maatschappelijke zetel : Vertegenwoordigd door : BTW-nummer : Verbindt zich er toe om de wetgeving inzake de dna-cheques na te leven wat onder meer inhoudt dat zij : Artikel 1.
Enkel dna-cheques zal aanvaarden voor overeenkomsten - gesloten met natuurlijke personen die geen koopman zijn of die geen zelfstandig beroep uitoefenen en die een onderneming willen oprichten of overnemen in het Vlaamse Gewest - met betrekking tot de verleende adviezen gericht op het oprichten of overnemen van een onderneming in het Vlaamse Gewest.
Artikel 2.
Enkel dna-cheques zal aanvaarden voor adviezen die aanvaarbaar zijn zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2004 betreffende de starterscheques voor prestarters en eventuele latere wijzigingen.
Artikel 3.
De juistheid van de overeenkomst afgesloten met de klant, waarvoor dna-cheques werden aangevraagd, binnen uiterlijk tien kalenderdagen via e-mail bevestigt.
Artikel 4.
Geen advies verleent met betrekking tot domeinen waarvoor zij niet deskundig is.
Artikel 5.
Zich pas op de markt als adviesinstantie, erkend voor de Vlaamse dna-cheques, profileert nadat zij haar erkenning heeft gekregen.
Artikel 6.
Geen dna-cheques aanvraagt voor de uitvoering van een advies verleend door zichzelf.
Artikel 7 Enkel overeenkomsten sluit, waarvoor dna-cheques zullen aanvaard worden, tijdens de geldigheidsduur van haar erkenning.
Artikel 8.
Slechts met de uitvoering van een adviesverlening begint vanaf het ogenblik waarop de reservering van de dna-cheques werd goedgekeurd.
Artikel 9.
Enkel dna-cheques aanvaardt, ter betaling van facturen waartegenover geleverde prestaties staan.
Artikel 10.
Elke belangrijke wijziging inzake de aan haar gegeven opdracht meedeelt aan de afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid.
Artikel 11.
Geen ruchtbaarheid geeft aan de gegevens of de feiten waarvan zij bij het uitvoeren van haar opdracht kennis krijgt. Zij is gebonden door het beroepsgeheim.
Artikel 12.
Toestemming geeft aan de administratie Economie om elk nazicht, elk onderzoek of elke controle te doen, nodig voor het goed functioneren van de maatregel inzake dna-cheques.
Artikel 13.
Op eer verklaart dat minder dan 25 % van het kapitaal of de stemrechten van de adviesinstantie rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van de overheid en/of dat de adviesinstantie niet structureel gesubsidieerd wordt door de overheid. Met overheid wordt bedoeld de administratieve overheid zoals bepaald in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Artikel 14.
Zich engageert dat de steunverlening er niet toe leidt dat de geldende maximum steunplafonds worden overschreden door de cumulering van de steun met andere steunverlening ongeacht de bron en in welke vorm ook verleend met betrekking tot dezelfde in aanmerking komende kosten.
Artikel 15.
Op eer verklaart dat - indien ze een natuurlijke persoon is - zij haar burgerrechten en politieke rechten geniet.
Artikel 16.
Op eer verklaart dat ze voldoet aan de verplichtingen die de sociale en fiscale wetgeving opleggen.
Gedaan te () gemeente (), op datum Voornaam en naam, (1) (de adviseur) Handtekening : Voor het bedrijf, Voornaam en naam, Handtekening : Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid
Deontologische Code Adviesinstanties (Inwerkingtreding op datum van inwerkingtreding ministrieel besluit van 19 mei 2004 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2004 betreffende de starterscheques voor prestarters) Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 19 mei 2004 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 23 april 2004 betreffende de starterscheques voor prestarters.
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS _______ Nota (1) Opgelet : indien meerdere adviseurs, werkzaam bij eenzelfde adviesinstantie, erkend zijn in het kader van de Vlaamse adviescheques, dient door elke adviseur afzonderlijk een kopie van deze deontologische code te worden ondertekend. Bijlage Vlaamse Adviescheques Deontologische Code Adviesinstanties De adviesinstantie : Maatschappelijke naam : Adres maatschappelijke zetel : Vertegenwoordigd door : BTW-nummer : Verbindt zich er toe om de wetgeving inzake de adviescheques na te leven wat onder meer inhoudt dat zij : Artikel 1.
Enkel adviescheques zal aanvaarden voor overeenkomsten gesloten met ondernemingen die actief zijn in de sectoren zoals vermeld in de bijlage van het besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2004 betreffende adviescheques en eventuele latere wijzigingen.
Artikel 2.
Enkel adviescheques zal aanvaarden voor bedrijfsadviezen die aanvaarbaar zijn zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2004 betreffende adviescheques en eventuele latere wijzigingen.
Artikel 3.
Enkel haalbaarheidsstudies uitvoert gericht op het opstarten van een geplande ondernemersactiviteit in het Vlaamse gewest.
Artikel 4.
De juistheid van de overeenkomst afgesloten met de klant, waarvoor adviescheques werden aangevraagd, binnen uiterlijk tien kalenderdagen via e-mail bevestigt.
Artikel 5.
Geen advies verleent met betrekking tot domeinen waarvoor zij niet deskundig is.
Artikel 6.
Zich pas op de markt als adviesinstantie, erkend voor de Vlaamse adviescheques, profileert nadat zij haar erkenning heeft gekregen.
Artikel 7.
Geen adviescheques aanvraagt voor de uitvoering van een bedrijfsadvies verleend door zichzelf.
Artikel 8.
Enkel overeenkomsten sluit, waarvoor adviescheques zullen aanvaard worden, tijdens de geldigheidsduur van haar erkenning.
Artikel 9.
Slechts met de uitvoering van een adviesverlening begint vanaf het ogenblik waarop de reservering van de adviescheques werd goedgekeurd.
Artikel 10.
Enkel adviescheques aanvaardt, ter betaling van facturen waartegenover geleverde prestaties staan.
Artikel 11.
Elke belangrijke wijziging inzake de aan haar gegeven opdracht meedeelt aan de afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid.
Artikel 12.
Geen ruchtbaarheid geeft aan de gegevens of de feiten waarvan zij bij het uitvoeren van haar opdracht kennis krijgt. Zij is gebonden door het beroepsgeheim.
Artikel 13.
Toestemming geeft aan de administratie Economie om elk nazicht, elk onderzoek of elke controle te doen, nodig voor het goed functioneren van de maatregel inzake adviescheques.
Artikel 14.
Op eer verklaart dat minder dan 25 % van het kapitaal of de stemrechten van de adviesinstantie rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van de overheid en/of dat de adviesinstantie niet structureel gesubsidieerd wordt door de overheid. Met overheid wordt bedoeld de administratieve overheid zoals bepaald in artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Artikel 15.
Zich engageert dat de steunverlening er niet toe leidt dat de geldende maximum steunplafonds worden overschreden door de cumulering van de steun met andere steunverlening ongeacht de bron en in welke vorm ook verleend met betrekking tot dezelfde in aanmerking komende kosten.
Artikel 16.
Op eer verklaart dat - indien ze een natuurlijke persoon is - zij haar burgerrechten en politieke rechten geniet.
Artikel 17.
Op eer verklaart dat ze voldoet aan de verplichtingen die de sociale en fiscale wetgeving opleggen.
Gedaan te () gemeente (), op datum Voornaam en naam, (1) (de adviseur) Handtekening : Voor het bedrijf, Voornaam en naam, Handtekening : Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid Deontologische Code
Adviesinstanties (Inwerkingtreding op datum van inwerkingtreding ministrieel besluit van 19 mei 2004 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2004 betreffende de adviescheques) Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 19 mei 2004 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2004 betreffende de adviescheques.
De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS _______ Nota (1) Opgelet : indien meerdere adviseurs, werkzaam bij eenzelfde adviesinstantie, erkend zijn in het kader van de Vlaamse adviescheques, dient door elke adviseur afzonderlijk een kopie van deze deontologische code te worden ondertekend.