Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 15 mei 2008
gepubliceerd op 15 juli 2008

Ministerieel besluit houdende delegaties van handtekeningen toegestaan aan de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende financiële steun toegekend aan de ondernemingen in het kader van de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2008031355
pub.
15/07/2008
prom.
15/05/2008
ELI
eli/besluit/2008/05/15/2008031355/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 MEI 2008. - Ministerieel besluit houdende delegaties van handtekeningen toegestaan aan de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende financiële steun toegekend aan de ondernemingen in het kader van de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op artikel 6, § 1, VI°;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, inzonderheid op de artikelen 5, h) en 10;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juli 2004 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 maart 1999 betreffende de delegatie van tekenbevoegdheid voor financiële aangelegenheden aan de ambtenaren-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid op de artikelen 2, 6 en 8;

Overwegende de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, zoals tot op heden gewijzigd, alsook desbetreffende uitvoeringsbesluiten;

Overwegende het ministerieel besluit van 1 oktober 1984 houdende overdracht van bevoegdheden en delegatie van handtekeningen;

Overwegende de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals tot op heden gewijzigd, alsook desbetreffende uitvoeringsbesluiten;

Overwegende het ministerieel besluit van 5 januari 1995 houdende overdracht van bevoegdheden en delegatie van handtekeningen;

Overwegende de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de gewestelijke steun voor de algemene investeringen ten gunste van de micro-, kleine of middelgrote ondernemingen, zoals tot op heden gewijzigd, alsook desbetreffende uitvoeringsbesluiten, met name het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 oktober 2005;

Overwegende het ministerieel besluit van 17 februari 2006 betreffende delegaties van handtekening toegestaan aan de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met de toepassing van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de gewestelijke steun voor de algemene investeringen ten gunste van de micro-, kleine of middelgrote ondernemingen;

Overwegende dat met het oog op een goed beleid van de administratie, dienen de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegdheden uitoefenen inzake wetgeving betreffende de financiële steunen voor ondernemingen, inzonderheid, dat delegaties van handtekening dienen te worden toegekend aan deze ambtenaren en beambten voor de aangelegenheden en binnen de perken vastgesteld bij onderhavig besluit;

Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene voorschriften

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de Algemene Directie, alsook op de Directie Steun aan Ondernemingen en de Directie Economische Inspectie van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van de Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met de uitvoering van economie, als bedoeld in artikel 6, § 1, VI° van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, zoals tot op heden gewijzigd.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : « Minister » : de Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Economie, « Directeur - generaal » : de Directeur - generaal van het Bestuur Economie en Werkgelegenheid van de Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, « Wet van 4 augustus 1978 » : de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering, zoals tot op heden gewijzigd, alsook desbetreffende uitvoeringsbesluiten, « Ordonnantie van 1 juli 1993 » : de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals tot op heden gewijzigd, alsook desbetreffende uitvoeringsbesluiten, « Ordonnantie van 1 april 2004 » : de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de gewestelijke steun voor de algemene investeringen ten gunste van de micro-, kleine of middelgrote ondernemingen, zoals tot op heden gewijzigd, alsook desbetreffende uitvoeringsbesluiten, « Besluit van 25 maart 1999 » : het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 25 maart 1999 betreffende de delegatie van tekenbevoegdheid voor financiële aangelegenheden aan de ambtenaren-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals tot op heden gewijzigd, « Bevestiging van inbreuk » : de beslissing van de ordonnateur waardoor het bestaan van een inbreuk wordt erkend. HOOFDSTUK II. - Ordonnantie van 1 juli 1993

Art. 3.Delegatie wordt verleend aan de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die belast zijn met de toepassing van de ordonnantie van 1 juli 1993.

Art. 4.Voor de beslissing van de toekenning en van de weigering van tegemoetkomingen in toepassing van de ordonnantie van 1 juli 1993, in voorkomend geval vergezeld van een vrijstelling van de onroerende voorheffing en van een Gewestwaarborg, alsook voor de briefwisseling aangaande die verrichtingen, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur generaal die bevoegd is voor de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, voor zover de tegemoetkoming een bedrag van 100.000,00 euro niet overschrijdt.

Art. 5.Voor de vastlegging en de vereffening van kredieten die bestemd zijn voor de uitvoering van de ordonnantie van 1 juli 1993, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur - generaal die bevoegd is voor de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, zonder beperking van bedrag.

Art. 6.Voor de weigering van aanvragen, gemotiveerd op grond van het verzuim van naleving van de ontvankelijkheidvoorwaarden, bepaald door de ordonnantie van 1 juli 1993, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur - generaal die bevoegd is voor de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, zonder beperking van bedrag.

Art. 7.Voor de bevestiging van de inbreuken alsook voor de bepaling van de nadere voorwaarden en van het bedrag van de sancties, op grond van de beschikkingen van de ordonnantie van 1 juli 1993, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur generaal die bevoegd is voor de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, zonder beperking van bedrag.

Art. 8.Voor de uitvoering van de sancties, als bedoeld in artikel 7, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur - generaal die bevoegd is voor de in artikel 3 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, zonder beperking van bedrag. HOOFDSTUK III. - Ordonnantie van 1 april 2004

Art. 9.Delegatie wordt verleend aan de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die belast zijn met de toepassing van de ordonnantie van 1 april 2004.

Art. 10.Voor de beslissing van de toekenning en van de weigering van de steunen, met de toepassing van de ordonnantie van 1 april 2004, in voorkomend geval vergezeld van een vrijstelling van de onroerende voorheffing en een toelating om versnelde afschrijvingen te verrichten, alsook voor de briefwisseling aangaande die verrichtingen, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur - generaal die bevoegd is voor de in artikel 9 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, voor zover de steun een bedrag van 100.000,00 euro niet overschrijdt.

Art. 11.Voor de vastlegging en de vereffening van kredieten die bestemd zijn voor de uitvoering van de ordonnantie van 1 april 2004 wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur - generaal die bevoegd is voor de in artikel 9 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, zonder beperking van bedrag.

Art. 12.Voor de weigering van aanvragen, gemotiveerd op grond van het verzuim van naleving van de ontvankelijkheidvoorwaarden, bepaald door de ordonnantie van 1 april 2004, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur - generaal die bevoegd is voor de in artikel 9 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, zonder beperking van bedrag.

Art. 13.Voor de bevestiging van de inbreuken alsook voor de bepaling van de nadere voorwaarden en van het bedrag van de sancties, op grond van de beschikkingen van de ordonnantie van 1 april 2004, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur generaal die bevoegd is voor de in artikel 9 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, zonder beperking van bedrag.

Art. 14.Voor de uitvoering van de sancties, als bedoeld in artikel 13, wordt delegatie van handtekening verleend aan de Directeur - generaal die bevoegd is voor de in artikel 9 bedoelde aangelegenheden en aan de ambtenaren van hogere rang, zonder beperking van bedrag. HOOFDSTUK IV. - Wet van 4 augustus 1978

Art. 15.Delegatie wordt verleend aan de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die belast zijn met de toepassing van de wet van 4 augustus 1978.

Art. 16.De artikelen 15, 16 en 17 van de ordonnantie van 1 juli 1993, aangaande de teruggaven, zijn van overeenkomstige toepassing op de tegemoetkomingen die krachtens Titel I, Hoofdstuk I van de wet van 4 augustus 1978 kunnen worden toegekend.

Art. 17.De delegaties die krachtens dit besluit verleend zijn, aangaande de teruggaven als bedoeld door de ordonnantie van 1 juli 1993, zijn eveneens van toepassing op de teruggaven als bedoeld door de wet van 4 augustus 1978. HOOFDSTUK V. - Subdelegaties

Art. 18.Overeenkomstig het besluit van 25 maart 1999, mogen de Directeur - generaal en de ambtenaren van hogere rang de bevoegdheden subdelegeren waarvoor hen delegaties krachtens dit besluit zijn verleend.

Hiervoor houden ze rekening met de beperkingen van bedrag en van graad bepaald in de tabel in bijlage bij het besluit van 25 maart 1999.

De subdelegatie gebeurt door middel van een geschreven akte die voorafgaandelijk ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de adjunct- Secretaris - generaal. De adjunct - Secretaris - generaal maakt onverwijld de geschreven akte over aan de Minister, aan de Minister bevoegd voor Financiën en Begroting en aan de Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken.

De Directeur generaal en de ambtenaren van hogere rang delen aan het Rekenhof onverwijld iedere subdelegatie mee die zij in toepassing van het besluit van 25 maart 1999 en van dit artikel verlenen. HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding en slotbepalingen

Art. 19.Dit besluit heft de vorige bepalingen betreffende delegaties van handtekeningen op, toegekend aan de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die belast zijn met de toepassing van de wet van 4 augustus 1978, van de ordonnantie van 1 juli 1993 en van de ordonnantie van 1 april 2004 : het ministerieel besluit van 1 oktober 1984 houdende overdracht van bevoegdheden en delegatie van handtekeningen, het ministerieel besluit van 5 januari 1995 houdende overdracht van bevoegdheden en delegatie van handtekeningen, het ministerieel besluit van 17 februari 2006 betreffende delegaties van handtekening toegestaan aan de ambtenaren en beambten van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met de toepassing van de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de gewestelijke steun voor de algemene investeringen ten gunste van de micro-, kleine of middelgrote ondernemingen.

Art. 20.De bevoegdheden, die door dit besluit gedelegeerd zijn, worden toegekend onder voorbehoud van het evocatierecht van de Minister.

Art. 21.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn handtekening door de Minister.

Art. 22.De adjunct-Secretaris-generaal maakt onverwijld dit besluit over aan de Minister bevoegd voor Financiën en Begroting, aan de Minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, alsook aan het Rekenhof.

Brussel, 15 mei 2008.

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE

^