Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 juli 2018
gepubliceerd op 17 september 2018

Ministerieel besluit over de berekening van het budget zorgcontinuïteit

bron
vlaamse overheid
numac
2018013639
pub.
17/09/2018
prom.
13/07/2018
ELI
eli/besluit/2018/07/13/2018013639/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin


13 JULI 2018. - Ministerieel besluit over de berekening van het budget zorgcontinuïteit


De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Gelet op het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 1°, en artikel 8, 3°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten;

Gelet op het decreet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/04/2014 pub. 28/08/2014 numac 2014035693 bron vlaamse overheid DECREET houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap sluiten houdende de persoonsvolgende financiering en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en ondersteuning voor personen met een handicap, artikel 15;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 15/01/2016 numac 2015036642 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget sluiten over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget, artikel 37, § 2, tweede lid;

Gelet op het advies van Inspectie Financiën, gegeven op 5 juli 2018, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;2° besluit van 15 december 2000: het besluit 15 december 2000: het besluit van de Vlaamse regering van 15 december houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap;3° besluit van 27 november 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 27/11/2015 pub. 15/01/2016 numac 2015036642 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget sluiten over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget of artikel 27/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap met een actieve zorgvraag naar persoonsvolgende financiering ter beschikking gesteld kan worden;4° besluit van 24 juni 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 07/09/2016 numac 2016036142 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten sluiten houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten;5° budget zorgcontinuïteit: het budget dat in het kader van de continuïteit van de ondersteuning bij de overgang van minderjarigheid naar meerderjarigheid conform artikel 34 en artikel 56 van het besluit van 27 november 2015 of artikel 27/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juni 2016 houdende de transitie van personen met een handicap met een actieve zorgvraag naar persoonsvolgende financiering ter beschikking gesteld kan worden;6° jeugdhulp: jeugdhulpverlening als vermeld in artikel 1, 7/1°, van het besluit van 27 november 2015;7° Jeugdhulpverleningsbeslissing: een jeugdhulpverleningsbeslissing als vermeld in artikel 2, 28°, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;8° MFC: een multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met een handicap als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;9° omslagsleutel: de omslagsleutel, vermeld in artikel 17, derde lid, van het besluit van 27 november 2015;10° persoonsvolgende middelen: de persoonsvolgende middelen als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/03/2017 pub. 06/04/2017 numac 2017040148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden sluiten over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden 11° persoonlijk-assistentiebudget: een persoonlijke-assistentiebudget als vermeld in artikel 1, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijke-assistentiebudget aan personen met een handicap;12° vergunde zorgaanbieder: de aanbieder van zorg en ondersteuning die vergund is door het agentschap conform het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 07/09/2016 numac 2016036142 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten sluiten houdende het vergunnen van aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor personen met een handicap.

Art. 2.Het agentschap bepaalt het bedrag van het budget zorgcontinuïteit op de wijze die in dit besluit is vastgesteld.

Art. 3.Voor de personen met een handicap voor wie de jeugdhulp uitsluitend bestond uit ondersteuning die wordt geboden door een MFC wordt het budget zorgcontinuïteit op de wijze als hierna is bepaald, vastgesteld.

Het agentschap bepaalt op basis van de individuele dienstverleningsovereenkomst met het MFC die het meest recent bij het agentschap is geregistreerd welke van de navolgende ondersteuningsfuncties werden geboden: 1° begeleiding;2° schoolaanvullende dagopvang;3° schoolvervangende dagopvang;4° verblijf. Het agentschap bepaalt op basis van de individuele dienstverleningsovereenkomst met het MFC die het meest recent bij het agentschap is geregistreerd voor de ondersteuningsfuncties, vermeld in het tweede lid, 2° tot en met 4° met welke van de navolgende frequenties de ondersteuningsfuncties werden geboden: 1° 2-4 dagen per maand;2° 2-3 dagen per week;3° 4-5 dagen per week;4° 6-7 dagen per week. De handicapcodes die werden toegekend in het kader van een vraag voor toewijzing van jeugdhulp die werd ingediend bij het agentschap of de handicapcodes, vermeld in de modules jeugdhulp die zijn opgenomen in de jeugdhulpverleningsbeslissing worden aan de hand van de tabel 1, die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, vertaald naar een van de financiële doelgroepen, vermeld in voormelde tabel 1.

Als er meerdere handicapcodes werden toegekend of de jeugdhulpverleningsbeslissing modules voor verschillende handicapcodes bevat wordt die handicapcode weerhouden die conform tabel 2, die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd voor de weerhouden ondersteuningsfuncties het hoogste aantal punten oplevert.

Het agentschap bepaalt vervolgens aan de hand van tabel 2 die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd, een aantal punten voor elke weerhouden ondersteuningsfunctie rekening houdend met de weerhouden frequentie en de weerhouden financiële doelgroepen.

Als er meerdere ondersteuningsfuncties worden weerhouden worden het aantal punten dat voor de verschillende ondersteuningsfuncties is vastgesteld, gesommeerd.

Het agentschap bepaalt een budgetcategorie aan de hand van tabel 3 die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Als de som van punten, vermeld in het zevende lid, overeenstemt met het aantal punten voor een budgetcategorie, vermeld in tabel 3, wordt de overeenstemmende budgetcategorie weerhouden. In de andere gevallen wordt de som van punten vergeleken met het meest nabij liggende gemiddelde van punten tussen budgetcategorieën, vermeld in tabel 3.

Als de som van punten kleiner is dan het gemiddelde wordt de lagere budgetcategorie weerhouden. Als de som van punten groter is dan het gemiddelde wordt de hogere budgetcategorie weerhouden.

Art. 4.§ 1. Als de jeugdhulp bestond uit een persoonlijke-assistentiebudget wordt het budget zorgcontinuïteit berekend op de wijze die in dit artikel wordt bepaald. § 2. Er wordt uitgegaan van het persoonlijke-assistentiebudget dat werd toegewezen door het agentschap of dat is vermeld in de jeugdhulpverleningsbeslissing, geïndexeerd conform artikel 9, § 1, van het besluit 15 december 2000 .

Als het persoonlijke-assistentiebudget gecombineerd wordt met ondersteuning, verleend door een MFC op de wijze, vermeld in artikel 10, § 4,tweede lid, van het besluit van 15 december 2000, bepaalt het agentschap het resterende bedrag van het persoonlijke-assistentiebudget op basis van tabel 7 tot en met 9, opgenomen in de bijlage die bij het besluit van 24 juni 2016 is gevoegd. Het agentschap houdt hierbij rekening met de combinatie op moment van de berekening van het budget zorgcontinuïteit.

Het bedrag van het persoonlijke assistentiebudget, vermeld in het eerste lid of het resterende bedrag van het persoonlijke assistentiebudget, vermeld in het tweede lid, wordt verhoogd met 50 euro.

Als het persoonlijke assistentiebudget geheel of gedeeltelijk wordt ingezet op basis van arbeidsovereenkomsten en er conform artikel 9, § 2, van het besluit van 15 december 2000 aanspraak gemaakt kan worden op een verhoging met 7% van de gemaakte en bewijsbare kosten van de arbeidsovereenkomst wordt voor de berekening van het budget zorgcontinuïteit rekening gehouden met het bijkomende bedrag dat met toepassing van het voormelde artikel 9, § 2, werd toegekend voor het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin het budget zorgcontinuïteit wordt ter beschikking gesteld.

Het bedrag dat wordt bekomen met toepassing van het tweede tot en met het vierde lid, wordt gedeeld door 1,1194.

Voor de ondersteuning die wordt geboden door een MFC of een vergunde zorgaanbieder wordt conform artikel 3, tweede lid tot en met zesde lid, een aantal punten vastgesteld en wordt dat aantal punten op basis van de omslagsleutel omgezet naar een bedrag in euro. Het bekomen bedrag wordt opgeteld bij het bedrag dat is vastgesteld met toepassing van het tweede tot en met het vijfde lid.

Art. 5.Voor de personen met een handicap aan wie persoonsvolgende middelen werden toegekend wordt het budget zorgcontinuïteit als volgt vastgesteld.

Voor de middelen of het deel van de middelen die worden ingezet bij een MFC of een vergunde zorgaanbieder wordt conform artikel 3, tweede lid tot en met zesde lid, een aantal punten vastgesteld en wordt dat aantal punten op basis van de omslagsleutel, omgezet naar een bedrag in euro.

Voor de middelen of het deel van de middelen dat wordt aangewend conform hoofdstuk 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/03/2017 pub. 06/04/2017 numac 2017040148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden sluiten over persoonsvolgende middelen voor minderjarige personen met een handicap met dringende noden wordt conform artikel 4, derde lid, een bedrag in euro vastgesteld;

Als het bedrag vermeld in punt 1° of het bedrag vermeld in punt 2° of bij combinatie van inzet in een MFC of een vergunde zorgaanbieder en de aanwending vermeld in punt 2°, de som van beide bedragen lager is dan het bedrag dat wordt bekomen door het bedrag van persoonsvolgende middelen te delen door 1,2118 dan wordt het bedrag, vermeld in punt 1°, of het bedrag, vermeld in punt 2°, of bij combinatie van inzet in een MFC of een vergunde zorgaanbieder en de aanwending vermeld in punt 2°, de som van beide bedragen weerhouden als het budget zorgcontinuïteit.

Als het bedrag, vermeld in punt 1° of het bedrag vermeld in punt 2° of bij combinatie van inzet in een MFC of een vergunde zorgaanbieder en de aanwending vermeld in punt 2°, de som van beide bedragen hoger is dan het bedrag dat wordt bekomen door het bedrag van persoonsvolgende middelen te delen door 1,2118 dan wordt bedrag dat wordt bekomen door het bedrag van persoonsvolgende middelen te delen door 1,2118 weerhouden als het budget zorgcontinuïteit.

Art. 6.Voor de personen met een handicap die ondersteuning door een MFC combineren met middelen die door het agentschap jongerenwelzijn zijn toegekend in het kader van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod als vermeld in artikel 67, tweede lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, of via de inschakeling van een intersectoraal zorgnetwerk als vermeld in artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 betreffende het intersectorale zorgnetwerk en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp, wat betreft de prioritair toe te wijzen hulpvragen wordt het budget zorgcontinuïteit als volgt vastgesteld: 1° voor de ondersteuning die door het MFC wordt geboden wordt conform artikel 3, tweede lid tot en met zesde lid, een aantal punten, vastgesteld;2° het bedrag van de middelen die door het agentschap jongerenwelzijn zijn toegekend, voor het jaar waarin het budget zorgcontinuïteit wordt ter beschikking gesteld, wordt aan de hand van de omslagsleutel omgezet naar een aantal punten;3° de som van de punten die worden vastgesteld op basis van punt 1° en de punten die worden vastgesteld op basis van punt 2°, wordt conform artikel 3, achtste en negende lid afgeleid naar een budgetcategorie.

Art. 7.Voor de personen met een handicap die persoonsvolgende middelen combineren met middelen die door het agentschap jongerenwelzijn zijn toegekend in het kader van een aanvullend geïndividualiseerd hulpaanbod als vermeld in artikel 67, tweede lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, of via de inschakeling van een intersectoraal zorgnetwerk als vermeld in artikel 1, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 betreffende het intersectorale zorgnetwerk en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 februari 2014 betreffende de integrale jeugdhulp, wat betreft de prioritair toe te wijzen hulpvragen wordt het budget zorgcontinuïteit als volgt vastgesteld: 1° voor de persoonsvolgende middelen die worden ingezet bij een MFC wordt conform artikel 3, tweede lid tot en met zesde lid, een aantal punten vastgesteld;2° het bedrag van de middelen die door het agentschap jongerenwelzijn zijn toegekend, voor het jaar waarin het budget zorgcontinuïteit wordt ter beschikking gesteld, wordt aan de hand van de omslagsleutel omgezet naar een aantal punten;3° de som van de punten die worden vastgesteld op basis van punt 1° en de punten die worden vastgesteld op basis van punt 2°, wordt conform artikel 3, achtste en negende lid afgeleid naar een budgetcategorie met als maximum de hoogste budgetcategorie, vermeld in tabel 3 die is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 8.Voor de personen met een handicap die ondersteuning van een MFC combineren met ondersteuning die wordt geboden door een vergunde zorgaanbieder wordt het budget zorgcontinuïteit als volgt vastgesteld: 1° voor de ondersteuning die wordt geboden door het MFC wordt conform artikel 3, tweede lid tot en met zesde lid, een aantal punten vastgesteld;2° het aantal punten vermeld in punt 1° wordt opgeteld bij het aantal punten dat wordt vermeld in de beslissing, vermeld in artikel 23 van het besluit van 24 juni 2016;3° de som van de punten die worden vastgesteld op basis van punt 1° en de punten die worden vastgesteld op basis van punt 2°, wordt conform artikel 3, achtste en negende lid afgeleid naar een budgetcategorie.

Art. 9.Voor de personen met een handicap die ondersteuning van een MFC als gevolg van de transitie vermeld in hoofdstuk 3 van het besluit van 24 juni 2016 combineren met rechtstreeks toegankelijke hulp als vermeld in artikel 1, 8°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/02/2013 pub. 19/03/2013 numac 2013035262 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap sluiten betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een handicap wordt het budget zorgcontinuïteit als volgt vastgesteld: 1° voor de ondersteuning die wordt geboden door het MFC wordt conform artikel 3, tweede lid tot en met zesde lid, een aantal punten vastgesteld;2° het aantal punten dat conform artikel 14 tot en met artikel 17 van het besluit van 24 juni 2016 is vastgesteld maar met toepassing van artikel 18 van het voormelde besluit niet is vertaald in zorggebonden punten die kunnen worden besteed als een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning wordt opgeteld bij het aantal punten, vermeld in punt 1° ;3° de som van de punten die worden vastgesteld op basis van punt 1° en de punten die worden vastgesteld op basis van punt 2°, wordt conform artikel 3, achtste en negende lid afgeleid naar een budgetcategorie.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018.

Brussel, 13 juli 2018.

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^