gepubliceerd op 22 december 2006
Ministerieel besluit tot vastlegging van de methode voor de bepaling van de primaire energiebronnen die gebruikt worden om elektriciteit te produceren
13 DECEMBER 2006. - Ministerieel besluit tot vastlegging van de methode voor de bepaling van de primaire energiebronnen die gebruikt worden om elektriciteit te produceren
De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Gelet op het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 34, 2°, a, b en d, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2002;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 11, § 3;
Gelet op het advies CD-6i05-CWaPE- 146 van de 'CWaPE' (Waalse Energiecommissie) van 12 september 2006;
Gelet op het advies 41.517/4 van de Raad van State, gegeven op 13 november 2006, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.Richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt, inzonderheid artikel 1; Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG, inzonderheid artikel 3.6, en Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG, inzonderheid artikel 5, worden gedeeltelijk omgezet bij dit besluit.
Art. 2.§ 1. Ter uitvoering van artikel 11, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt, hierna « het besluit » genoemd, stelt de leverancier, om zijn eindafnemers te bevoorraden, de lijst op van de primaire energiebronnen op grond van de primaire energiebronnen die voor zijn eigen productie worden gebruikt, van de contracten die desgevallend met de overige producenten gesloten worden en van de labels van garanties van oorsprong, namelijk de « garanties van oorsprong » in de zin van de artikelen 5 van de Richtlijnen 2001/77/EG en 2004/8/EG. De gebruikte gegevens hebben betrekking op het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar van de samenvattende balans bedoeld in artikel 11, § 1, van « het besluit ». § 2. De hoeveelheden elektriciteit geproduceerd vanaf hernieuwbare bronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de zin van Richtlijn 2004/8/EG worden door de CWaPE gecertificeerd op grond van : 1° hetzij facturen betreffende de aankoop van groene elektriciteit bij Waalse producenten die behoorlijk erkend zijn in de databank van de CWaPE;2° hetzij labels van garantie van oorsprong toegekend voor elektriciteitsproductie vanaf hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in één van de lidstaten van de Europese Gemeenschap en overgedragen op een rekening van de leverancier die daartoe is geopend in een elektronische databank onder de verantwoordelijkheid van de CWaPE. De CWaPE gaat na of de labels van garantie van oorsprong voldoen aan Richtlijn 2001/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt en/of aan Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG, en voert controle uit op de uniciteit ervan. Die labels van garantie van oorsprong worden dan afgeschaft; 3° hetzij de producties van groene elektriciteit van de leverancier waarvoor hij als groene producent wordt bestempeld, naar gelang van de hoeveelheden geproduceerd overeenkomstig de berekeningsnota's op grond waarvan groene certificaten toegekend konden worden, voorzover de leverancier een verklaring op erewoord heeft toegestuurd ter bevestiging van de hoeveelheden die, onder zijn eigen producties, zijn geleverd in een ander land of in een ander Belgisch gewest, alsook degene die zijn verkocht aan een andere leverancier of aan distributienetbeheerders van het Waalse gewest. § 3. De hoeveelheden elektriciteit geproduceerd vanaf fossiele, kernenergie- en andere bronnen, met uitzondering van degene die zijn geproduceerd vanaf hernieuwbare energiebronnen en hoogrenderende warmtekrachtkoppelingsinstallaties, worden bepaald op basis van contracten gesloten tussen de leverancier en de producent(en); als het contract niet op een welbepaalde installatie slaat, worden de primaire energiebronnen op grond van het globale productiepark van bedoelde producent bepaald na aftrek van de hoeveelheden die daadwerkelijk in aanmerking worden genomen ter uitvoering van § 2 wat betreft de elektriciteit aangevoerd vanaf hernieuwbare energiebronnen en/of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling; als de leverancier zich bij één of meer tussenpersonen bevoorraadt, wordt, bij gebrek aan contracten die specifiek betrekking hebben op bepaalde installaties, rekening gehouden met het gemiddelde van de primaire energiebronnen die gebruikt worden om de door de tussenpersoon afgenomen elektriciteit te produceren na aftrek van de hoeveelheden die daadwerkelijk in aanmerking worden genomen ter uitvoering van § 2 wat betreft de elektriciteit aangevoerd vanaf hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling; als de leverancier zich bij een elektriciteitsbeurs bevoorraadt, wordt, bij gebrek aan een specifiek contract met de producent, rekening gehouden met het gemiddelde van de primaire energiebronnen gebruikt voor de productie van elektriciteit die het voorwerp is van transacties op de elektriciteitsmarkt, na aftrek van de hoeveelheden die daadwerkelijk in aanmerking worden genomen ter uitvoering van § 2 wat betreft de elektriciteit aangevoerd vanaf hernieuwbare energiebronnen of hoogrenderende warmtekrachtkoppeling. § 4. In afwijking van de paragrafen 2 en 3 kan een leverancier de hoeveelheden primaire energie op basis van die van andere leveranciers berekenen naar rata van de van die leveranciers afgekochte hoeveelheden elektriciteit, op voorwaarde dat laatstgenoemden deze hoeveelheden hebben opgenomen in het totaal van de hoeveelheden elektriciteit die worden gebruikt om hun eigen "stookolie-mix" te bepalen. § 5. De primaire energiebronnen worden ingedeeld in de volgende categorieën : 1° hernieuwbare energiebronnen (hydraulisch, windenergie, biomassa, andere);2° warmtekrachtkoppeling 3° aardgas;4° andere fossiele brandstoffen;5° kernenergie 6° bronnen van onbekende herkomst. Het aandeel van de bronnen van onbekende herkomst mag niet hoger zijn dan 5 %, behoudens uitdrukkelijke goedkeuring door de CWaPE.
Art. 3.In afwijking van artikel 2, § 3, 2°, en in afwachting van de vastlegging door de Europese Gemeenschap van geharmoniseerde rendementsreferentiewaarden wat betreft de hoogrenderende warmtekrachtkoppeling overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2004/8/EG en van de oprichting van een internationale databank die de conformiteit van de labels van garantie van oorsprong toegekend voor elektriciteitsproductie uit hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de zin van Richtlijn 2004/8/EG, neemt de CWaPE akte van het percentage elektriciteit geproduceerd vanaf hoogrenderende warmtekrachtkoppeling in de zin van Richtlijn 2004/8/EG die redelijkerwijs aan niet-gecertificeerde producties toegeschreven kunnen worden.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt bekendgemaakt.
Namen, 13 december 2006.
A. ANTOINE