gepubliceerd op 15 december 2001
Ministerieel besluit houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van aardgas
12 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van aardgas
De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, de Minister van Economie en de Staatssecretaris voor Energie, Gelet op de wet van 22 januari 1945 op de economische reglementering en de prijzen, inzonderheid op artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wet van 23 december 1969;
Gelet op de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, inzonderheid op artikel 15/10, § 1, ingevoegd bij de wet van 29 april 1999;
Gelet op het ministerieel besluit van 6 september 1994 houdende reglementering van de prijzen van aardgas;
Gelet op de aanbeveling van 26 september 2001 van het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 oktober 2001;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat in het perspectief van de definitieve overgang naar de euro op 1 januari 2002, onverwijld maatregelen moeten worden genomen om een vervroegde en geharmoniseerde kentering te bevorderen van de distributiesector van aardgas; dat deze maatregelen beogen het gebruik te versnellen van de euro bij de facturering van aardgasleveringen; dat het opportuun is om de omzetting in euro te laten samenvallen met de vervanging als maateenheid van de megajoule (MJ) door de kilowattuur (kWh), om redenen die inzonderheid verband houden met de geïnformatiseerde verwerking van de facturering en een grotere begrijpelijkheid van de facturen door de cliënteel; dat het geheel van deze maatregelen zal bijdragen tot het vertrouwd maken van de klanten met de euro en met deze nieuwe energie-eenheid en zullen verhinderen dat eventuele moeilijkheden inzake toepassing zullen ontstaan aan het einde van 2001; dat dit besluit, dat de omzetting in euro bewerkt van de tarifaire constanten, die zijn vastgelegd in het ministerieel besluit van 6 september 1944, houdende reglementering van de aardgasprijzen, op basis van de aanbevelingen van het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas, dus zo spoedig mogelijk moet worden genomen;
Gelet op het advies 32.357/1 van de Raad van State, gegeven op 16 oktober 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluiten : HOOFDSTUK I. - Algemeen
Artikel 1.De verkoopprijzen van het aardgas dat door het distributienet aan de eindafnemers die geen in aanmerking komende afnemers zijn wordt geleverd, mogen niet hoger zijn dan de maximumprijzen die zijn vastgesteld overeenkomstig de tarieven die als bijlage bij dit besluit zijn toegevoegd. HOOFDSTUK II. - Prijsvariatieparameters
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde verkoopprijzen voor het aardgas schommelen maandelijks volgens de prijsvariatieparameters Iga en Igd die respectievelijk als volgt worden toegepast : - variatieparameter Iga op 2,130002 c per kWh in elke proportionele term van de tarieven; - variatieparameter Igd op het saldo van elke proportionele term alsook op het vast recht van de tarieven.
De waarden van de prijsvariatieparameters Iga en Igd worden maandelijks in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt door de Minister die bevoegd is voor Energie.
Art. 3.De variatieparameters Iga en Igd bedoeld in artikel 2 beantwoorden aan de volgende formules : 1° Iga = Gnm + FDnm + dnm Gnmo + dnmo In deze formule, is Gnm de grensprijs "alle gassen" voor de maand m van het jaar n, in c per kWh; vertegenwoordigt FDnm de vaste kosten eigen aan de openbare distributie verbonden aan onregelmatigheidskosten van aardgasinvoer voor de maand m van het jaar n, in c per kWh; vertegenwoordigt dnm de deelname door de openbare distributie in de kosten van de leverancier andere dan de inkoopprijs van het gas aan de grens, voor de maand m van het jaar n, in c per kWh; is Gnmo gelijk aan 1,884614 c per kWh; is dnmo gelijk aan 0,236865 c per kWh;
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In deze formule, is s gelijk aan het nationaal gemiddelde van de referentieloonkost, in EUR per uur, van de nijverheid van metaal-, machine- en elektrische constructies gedurende het trimester dat twee maanden voorafgaat aan de maand waarvoor de waarde van parameter Igd wordt vastgesteld; is Mx gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de beide waarden die enerzijds de kostprijs vertegenwoordigen van niet energetische delfstoffen en hun derivaten, van de producten van de chemische nijverheid en chemische vezels en anderzijds de kostprijs van de metaalwerken, van de producten van het mechanische, elektrische of precisiebouwbedrijf en van het transportmaterieel (afdeling 2 en 3 van de index van de industriële productieprijzen, basis 1980 = 100), gedurende het trimester dat twee maanden voorafgaat aan de maand waarvoor de waarde van de Igd-parameter wordt vastgesteld; hij wordt definitief berekend op basis van de recentste bekendgemaakte waarden; so = 7,25659 EUR;
Mxo = 131,323;
De afronding gebeurt als volgt : - op drie decimalen voor Mx;
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - op vijf decimalen voor s; - op zes decimalen voor Gnm, FDnm en dnm. HOOFDSTUK III. - Opheffings-, overgangs- en eindbepalingen
Art. 4.Het ministerieel besluit van 6 september 1944 houdende reglementering van de prijzen van aardgas wordt opgeheven op 1 januari 2002.
Art. 5.Gedurende de periode die begint op de datum van inwerktreding van dit besluit en eindigt op 31 december, wordt het totaal bedrag van de regularisatiefacturen en van tussenliggende facturen uitgedrukt in frank en in euro.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2001, met uitzondering van artikel 4 dat in werking treedt op 1 januari 2002.
Brussel, 12 december 2001.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Staatssecretaris voor Energie, O. DELEUZE. BIJLAGE 1. Tarieven voor huishoudelijke aanwendingen 1.1. Tarief A - vastrecht : 11,4497.Igd (EUR/jaar) - proportionele term : ? 1e schijf van 4.298 kWh/jaar 2,130002.Iga + 2,260367.Igd (c/kWh) ? 2e schijf (rest) 2,130002.Iga + 1,608626.Igd (c/kWh) 1.2. Specifiek sociaal tarief - geen vastrecht - 556 kWh gratis per jaar - proportionele term : 2,130002.Iga + 0,716789.Igd (c/kWh) Het specifiek sociaal tarief is, op verzoek, toepasbaar in geval van huishoudelijk gebruik buiten de verwarming op iedere afnemer die kan bewijzen dat hijzelf of alle personen die onder zijn dak leven genieten van een beslissing van toekenning : a) het bestaansminimum, krachtens de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum;b) een gewaarborgd inkomen voor bejaarden, krachtens de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden;c) een tegemoetkoming van de mindervaliden ingevolge een blijvende arbeids-ongeschiktheid of een invaliditeit van ten minste 65 %, krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan de mindervaliden;d) een inkomensvervangende tegemoetkoming van gehandicapten, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten;e) een integratietegemoetkoming aan gehandicapten behorend tot de categorieën II, III of IV, krachtens de voornoemde wet van 27 februari 1987;f) een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, krachtens de voornoemde wet van 27 februari 1987;g) een tegemoetkoming voor hulp van derde, krachtens de voornoemde wet van 27 juni 1969;h) een tegemoetkoming voor de wachttijd voor een van de prestaties die beoogd zijn in b), c), d), e), f) en g) die hem is toegestaan door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Het specifiek sociaal tarief is niet van toepassing op het verbruik : - van tweede verblijfplaatsen; - van gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen; - van professionele afnemers; - van tijdelijke afnemers. 1.3. Tarief B - vastrecht : 67,35.Igd (EUR/jaar) - proportionele term : 2,130002.Iga + 0,716789.Igd (c/kWh) Het tarief B is toepasselijk op de afnemer wiens veralgemeende verwarming van de lokalen op aardgas gebeurt, hoe groot het globale verbruik ook weze. Iedere afnemer met een jaarverbruik van meer dan 19.444 kWh krijgt eveneens het tarief B. 1.4. Tarief C - vastrecht : 3,77.Igd (EUR/maand/appartement) - proportionele term : 2,130002.Iga + 0,434500.Igd (c/kWh) Het tarief C is toepasselijk : - voor gebouwen met minstens 10 appartementen en met een collectieve verwarmingsinstallatie; - op het globale verbruik van het gebouw (keuken, warm water, verwarming) geregistreerd door één enkele gasmeter voor het gehele gebouw. 2. Tarieven voor niet-huishoudelijke aanwendingen 2.1. Tarief NH1 Verbruik van 9.722 tot 146.389 kWh/jaar - vastrecht : 142,22.Igd (EUR/jaar) - proportionele term : 2,130002.Iga + 0,646190.Igd (c/kWh) 2.2. Tarief NH2 Verbruik van 146.389 tot 976.944 kWh/jaar - vastrecht : 364,95.Igd (EUR/jaar) - proportionele term : 2,130002.Iga + 0,494033.Igd (c/kWh) 2.3. Tarief NH3 Verbruik vanaf 976.944 kWh/jaar - vastrecht : ? per jaar 1257,61.Igd (EUR/jaar) ? voor maximum dagelijkse afname van het jaar 0,39061.Igd (EUR/kWh dag max.) - abonnementsvergoeding : ? capaciteit kleiner of gelijk aan 350 m3/u 0,0900.capaciteit.Igd (EUR/mois) ? capaciteit groter dan 350 m3/u [31,51 + 0,0293 (capaciteit - 350 m3/u].Igd (EUR/maand) - proportionele term : ? 1e schijf van 2.930.556 kWh/jaar 2,130002.Iga + 0,101575.Igd (c/kWh) ? 2e schijf (rest) 2,130002.Iga + 0,101575.Igd - 0,07139 (c/kWh).
Gezien om te worden toegevoegd aan het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende reglementering van de prijzen van aardgas.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobilitéit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Staatssecretaris voor Energie, O. DELEUZE