gepubliceerd op 29 december 2009
Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie
10 DECEMBER 2009. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, De Minister van Pensioenen en Grote Steden, De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Gelet op het artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2002 houdende oprichting van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2007 houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, Besluiten : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. Met uitzondering van de in dit besluit bepaalde gevallen, worden de delegaties van bevoegdheden toegekend aan de titularissen van een managementfunctie, die zijn aangeduid overeenkomstig de reglementaire bepalingen betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten.
De delegatie van bevoegdheid die wordt verleend aan de titularis van een ambt, wordt ook verleend aan de ambtenaar belast met dat ambt. § 2. Binnen de perken van zijn bevoegdheden en onder zijn verantwoordelijkheid, kan elke titularis van een management- of staffunctie een subdelegatie van bevoegdheden verlenen op grond van een ondertekend en gedateerd document dat de gedelegeerde bevoegdheid bepaalt.
Het origineel exemplaar van dit document wordt bezorgd aan de dienst Budget en Logistiek, die instaat voor de bewaring van alle documenten waarbij een delegatie of subdelegatie van bevoegdheden wordt verleend.
Een kopie van dit document wordt ook door de betrokken dienst bewaard. § 3. De hiërarchische chef van een personeelslid kan, om welke reden ook, de bevoegdheden uitoefenen die aan dit personeelslid werden gedelegeerd overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Hij kan evenwel zijn beslissing niet in de plaats stellen van de beslissing die door de gedelegeerd ambtenaar is getroffen en ter kennis gegeven.
Art. 2.De titularis van een management- of staffunctie duidt het personeelslid aan dat bij afwezigheid of verhindering van de betrokken titularis de bevoegdheden uitoefent die aan deze laatste werden gedelegeerd.
De titularis van een management- of staffunctie kan één of meerdere personeelsleden als vervanger aanduiden. In het laatste geval dient hij wel een rangorde voor zijn vervanging te bepalen. HOOFDSTUK 2. - Personeel
Art. 3.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend om : 1° de eed af te nemen van de personeelsleden van de niveaus A, B, C en D;2° de bevoegdheden uit te oefenen inzake de stage van de ambtenaren;3° te beslissen over de benoeming tot rijksambtenaar in de niveaus B, C en D;4° de veranderingen van graad of de bevorderingen te verrichten voor de personeelsleden van de niveaus B, C en D;5° de toestemming tot de uitoefening van een hoger ambt te verlenen in een ambt van klasse A1 of van niveaus B, C en D;6° te beslissen over het ontslag voor lichamelijke of beroepsongeschiktheid van de personeelsleden van de niveaus B, C en D;7° te beslissen over het ontslag van ambtswege van de personeelsleden van de niveaus B, C en D;8° te beslissen over het eervol ontslag van de personeelsleden van de niveaus B, C en D;9° het ontslag op aanvraag toe te kennen aan de personeelsleden van de niveaus B, C en D;10° de aanvragen tot interne mutatie te ontvangen;11° zaken aanhangig te maken bij de departementale of interdepartementale raad van beroep;12° de ambtenaar belast met de verdediging van het standpunt van de overheid voor de departementale of interdepartementale raad van beroep aan te duiden;13° de eindbeslissing van de overheid mede te delen aan de departementale of interdepartementale raad van beroep;14° de administratieve standplaats vast te stellen wanneer deze bevoegdheid niet uitdrukkelijk aan een andere titularis werd gedelegeerd;15° te beslissen, vanuit administratief oogpunt, dat een slachtoffer van een ongeval onder toepassing valt van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor de beroepsziekten in de overheidssector;16° de arbeidsovereenkomsten van de contractuele personeelsleden van niveaus A, B, C en D te ondertekenen;17° de bevoegdheden uit te oefenen inzake de werving, de vergelijkende selectie en de wijze van toekenning van een betrekking of functie voor de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie;18° zijn akkoord te geven voor de zendingen en de verplaatsingen in Europa van de titularissen van een management- of staffunctie, volgens de voorwaarden vastgesteld door de Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie.
Art. 4.Aan de titularissen van een management- of staffunctie wordt delegatie van bevoegdheid verleend om hun akkoord te geven aan de zendingen en de verplaatsingen binnen Europa van de ambtenaren van hun diensten.
Art. 5.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend : § 1. Om te beslissen : 1° in uitvoering van een beslissing van het Directiecomité in welke mate het nodig is om bijkomende betaalde prestaties te verrichten;2° over de uitwerking van het onthaal- en vormingsprogramma;3° over het bedrag van de wedde van de personeelsleden die vallen onder het statuut van het rijkspersoneel. § 2. Om te verlenen : 1° de bevordering in wedde;2° de toelagen voor uitoefening van hogere functies, ter uitvoering van de beslissingen betreffende de aanwijzing voor deze functies;3° de halftijdse vervroegde uittreding of de vrijwillige vierdagenweek in het raam van de herverdeling van de arbeid in de openbare sector;4° de verloven, afwezigheden en vrijstellingen bedoeld in het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de Rijksbesturen, met uitzondering van : a) het verlof voor opdracht van algemeen belang en van het verlof voor het uitoefenen van een ambt bij een kabinet, die door de Minister worden toegekend;b) het jaarlijks vakantieverlof, het omstandigheidverlof en het uitzonderlijk verlof die worden toegekend door de titularis van een management- of staffunctie onder wie het personeelslid ressorteert.5° de schorsingen van de contracten van het contractueel personeel;6° de verloven wegens dwingende redenen van het contractueel personeel;7° de voltijdse of deeltijdse loopbaanonderbreking van het contractueel personeel;8° de loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid van het contractueel personeel;9° het omstandigheidverlof wegens bevalling van de echtgenote of van de persoon met wie het contractuele personeelslid op het tijdstip van de gebeurtenis samenleeft. HOOFDSTUK 3. - Overheidsopdrachten
Art. 6.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt, tot tweehonderd vijftigduizend (250.000) Euro BTW inbegrepen, delegatie van bevoegdheid verleend inzake de keuze van de wijze van gunnen, de toekenning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de zin van de wet van de 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, waarvan de uitgaven ten laste zijn van de begroting van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, om onder andere het bestek of de documenten die dit vervangen vast te stellen, de wijze te kiezen waarop de opdracht wordt gegund, de procedure in te zetten en de betrokken overeenkomst te sluiten en de leidend ambtenaar aan te duiden. HOOFDSTUK 4. - Schuldvorderingen en ordonnaties
Art. 7.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt, ongeacht het bedrag, delegatie van bevoegdheid verleend voor de goedkeuring van de schuldvorderingen betreffende werken, leveringen en diensten.
Art. 8.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie verleend om alle vastleggingsbulletins en alle ordonnantiebulletins te ondertekenen.
Art. 9.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het goedkeuren van de staten van vergoedingen die aan het personeel worden toegekend voor het verrichten van buitengewone prestaties.
Art. 10.§ 1. Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het goedkeuren van de onkostenstaten met inbegrip van reis- en verblijfkosten van een management- of staffunctie. § 2. Binnen de perken van hun bevoegdheden wordt delegatie van bevoegdheid verleend aan de titularissen van een management- of staffunctie voor het goedkeuren van de onkostenstaten, met inbegrip van de reis- en verblijfskosten, van de ambtenaren van hun diensten. § 3. De schuldvorderingsaangiften van de leden van het Directiecomité worden goedgekeurd door een ander lid dan de indiener.
Art. 11.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het goedkeuren van de rekeningen van de gewone en buitengewone rekenplichtigen. HOOFDSTUK 5. - Administratieve handelingen en beslissingen
Art. 12.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend om de administratieve handelingen en beslissingen te nemen die zich opdringen inzake : - het recht op maatschappelijke integratie; - het recht op maatschappelijke dienstverlening; - de tenlasteneming van steun toegekend door de O.C.M.W.'s; - de sociale economie; - het grootstedenbeleid; - de armoedebestrijding; - de subsidies die onder de budgettaire bevoegdheden van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie vallen.
Art. 13.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend om de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad te machtigen van de koninklijke besluiten, ministeriële besluiten en ministeriële omzendbrieven.
Art. 14.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt delegatie van bevoegdheid verleend om : 1° tot het instellen van alle rechtsvorderingen en over het eventuele verdere verloop ervan te beslissen;2° advocaten aan te duiden die belast zijn met de verdediging van de belangen van de Belgische Staat in de materies die behoren tot de bevoegdheid van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie;3° inzake rechtsgedingen alle beslissingen tot afstand van vordering of geding te nemen;4° de procedurehandelingen aangaande een beroep voor de Raad van State te ondertekenen.
Art. 15.Aan de voorzitter van het Directiecomité wordt de delegatie van bevoegdheid verleend om initiatieven inzake inschakelingeconomie georganiseerd door O.C.M.W.'s, zoals bedoeld in artikel 2, 4°, van het ministerieel besluit van 10 oktober 2004 tot vaststelling van de lijst van de initiatieven voor sociale economie met het oog op de toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie, en pilootprojecten en innoverende experimenten inzake sociale economie zoals bedoeld in artikel 2, 5°, van bovenvernoemd besluit van 10 oktober 2004, te erkennen.
Art. 16.Aan de directeur-generaal van de dienst O.C.M.W.'s wordt delegatie verleend om de beslissingen te nemen inzake de bevoegdheidsconflicten ingeleid door de O.C.M.W.'s.
In geval van afwezigheid of verhindering wordt de gedelegeerde bevoegdheid uitgeoefend door de directeur-generaal van de algemene diensten en in volgende orde het personeelslid dat de hoogste rang heeft en binnen deze rang de hoogste anciënniteit heeft.
Art. 17.Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend voor het ondertekenen van de vaststellingen van de Inspectiedienst bestemd voor de O.C.M.W.'s.
Art. 18.Aan de directeur-generaal van de dienst O.C.M.W.'s wordt delegatie van bevoegdheid verleend om alle beslissingen te nemen als beheersautoriteit in het kader van het Europees Sociaal Fonds.
Aan de directeur-generaal van de algemene diensten wordt delegatie van bevoegdheid verleend om alle beslissingen te nemen als certificeringautoriteit in het kader van het Europees Sociaal Fonds. HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 19.Het ministerieel besluit van 23 maart 2007 houdende delegatie van bevoegdheid binnen de Programmatorische Federale Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie, wordt opgeheven.
Art. 20.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 10 december 2009.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Pensioenen en Grote Steden, M. DAERDEN De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, Ph. COURARD