gepubliceerd op 28 april 2000
Ministerieel besluit tot vaststelling van de type-huurovereenkomst voor de woningen die aan het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen toebehoren
9 DECEMBER 1999. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de type-huurovereenkomst voor de woningen die aan het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen toebehoren
Departement Leefmilieu en Infrastructuur De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op titel VII;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 13;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1999 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 oktober 1999, Besluit :
Artikel 1.De type-huurovereenkomst gevoegd als bijlage 1 bij dit besluit, wordt goedgekeurd en is geldig voor de huurovereenkomsten voor de ééngezinswoningen die toebehoren aan het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen en die worden afgesloten vanaf heden.
Art. 2.De type-huurovereenkomst gevoegd als bijlage 2 bij dit besluit, wordt goedgekeurd en is geldig voor de huurovereenkomsten voor de appartementen die toebehoren aan het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen en die worden afgesloten vanaf heden.
Brussel, 9 december 1999.
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX
Bijlage 1 Huurcontract voor eengezinswoning Tussen de ondergetekenden : "Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen", Coöperatieve Vennootschap, met maatschappelijke zetel, de Meeûssquare 26-27, 1000 Brussel, eigenaar, hier vertegenwoordigd door de heer Erik Arijs, directeur-generaal, hierna "de verhuurder" genoemd, en thans wonende te . . . . . , hierna "de huurder" genoemd, wordt overeengekomen wat volgt : Algemene bepalingen
Artikel 1.De verhuurder geeft aan de huurder, die dit aanvaardt, een woonhuis als hoofdverblijfplaats in huur gelegen te.........................................
De verhuurder en de huurder laten bij de aanvang van de huur door een gezamenlijk gekozen expert en op gezamenlijk betaalde kosten een plaatsbeschrijving opstellen, of stellen de staat in der minne persoonlijk of via een gevolmachtigde vast.
De huurder verklaart de woning te ontvangen in de staat die tegensprekelijk is vastgesteld in de plaatsbeschrijving, gehecht aan onderhavig huurcontract.
Art. 2.Het huurcontract wordt afgesloten in uitvoering van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en, voor de aspecten die niet geregeld zijn door dit decreet, van de wet van 20 februari 1991 houdende wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur, en in overeenstemming met de beschikkingen van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode.
Duur
Art. 3.Dit contract wordt afgesloten voor onbepaalde duur en gaat in op.............................
De terbeschikkingstelling van de woning kan evenwel slechts plaatshebben na ondertekening door de huurder van de plaatsbeschrijving vermeld in artikel 1.
Gezinssamenstelling
Art. 4.Behoudens uitdrukkelijke en geschreven voorafgaandelijke machtiging van de verhuurder mag de woning slechts betrokken worden door de hieronder vermelde personen die thans deel uitmaken van het gezin van de huurder : Elke wijziging die zich tijdens de duur van het huurcontract in deze toestand of in de burgerlijke staat van de gezinsleden voordoet, moet door de huurder onmiddellijk schriftelijk aan de verhuurder worden meegedeeld.
Huurprijs
Art. 5.De basishuurprijs wordt vastgesteld op....................................... BEF per maand.
In toepassing van art. 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 wordt de basishuurprijs aangepast rekening houdend met de gezinslast en het inkomen van de huurder. De aldus bekomen reële huurprijs wordt tijdens de duur van het huurcontract periodiek herzien in functie van de wijzigingen in de gezinslast en/of inkomen van de huurder. De berekeningen van de reële huurprijs en de herzieningen worden doorgevoerd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de nota « vaststelling en herziening van de reële huurprijs », gehecht aan onderhavig huurcontract.
De reële huurprijs, d.w.z. de aan de gezinslast en het inkomen van de huurder aangepaste basishuurprijs, bedraagt......................................... BEF. De reële huurprijs is vooraf betaalbaar door storting op rekeningnummer 435-0306531-91 van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, de Meeûssquare 26-27, te 1000 Brussel en dit ten laatste op de 5e van elke maand.
Art. 6.De verhuurder neemt alle taksen en belastingen door Staat, Gewest, Gemeenschap, Provincie of Gemeente opgelegd aan het verhuurde goed, te zijnen laste.
Indexaanpassing
Art. 7.De basishuurprijs en bijgevolg de reële huurprijs worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met dien verstande dat bij stijging of daling van het indexcijfer, een evenredige aanpassing van de basishuurprijs zal berekend worden volgens de formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Van de maand vóór de verjaardag van de inwerkingtreding van het huurcontract.(2) Van de maand vóór het afsluiten van het huurcontract. Waarborg
Art. 8.Als waarborg voor de goede naleving van zijn verplichtingen, zal de huurder, bij het afsluiten van onderhavig contract, bij een financiële instelling een geblokkeerde bankdeposito in bewaring geven, ter waarde van drie maanden basishuur, zijnde . . . . . BEF, met een maximum van 20 000 BEF, en dit in het voordeel van de verhuurder.
Dit bankdeposito zal slechts kunnen teruggegeven worden aan de huurder bij het beëindigen van de overeenkomst en nadat hij het bewijs zal geleverd hebben zijn verplichtingen jegens de verhuurder volledig te hebben nageleefd.
Afstand van inkomsten, andere dan loon en vervangingsinkomsten
Art. 9.Als bijkomende waarborg der aangegane verbintenissen die het voorwerp van onderhavige huurovereenkomst uitmaken, verklaart de huurder aan de verhuurder, die aanvaardt, onherroepelijk af te staan en over te dragen ten belope van de door hem krachtens deze huurovereenkomst verschuldigde bedragen, het voor overdracht vatbare gedeelte van de voordelen of vergoedingen die hem toekomen, of alle hem door derden (al dan niet handelaars; zowel particulieren, als rechtspersonen en overheidsinstellingen) verschuldigde sommen en vergoedingen van welke aard ook (zoals bijvoorbeeld huurgelden, legaten en erfenissen, belastingsteruggaven, tegoeden op spaar-, zicht- en/of effectenrekeningen bij een financiële instelling, schadevergoedingen, uitkeringen krachtens een verzekering, premies en subsidies vanwege een gemeentelijke, gewestelijke of federale overheid of instelling afhangende van zo een overheid. Deze opsomming is niet limitatief en louter bij wege van voorbeeld), met machtiging om ze rechtstreeks en bij uitsluiting van de huurder tegen eenvoudige kwijtingen en zonder andere formaliteiten noch voorafgaande ingebrekestelling van deze laatste te ontvangen.
Deze afstand mag te allen tijde betekend of ter kennis gebracht worden aan de schuldenaars, en dit op kosten van de huurder.
Onderhoud
Art. 10.De huurder verbindt zich het gehuurde goed in degelijke staat te onderhouden en te meubileren.
Het is de huurder niet toegestaan huisdieren te houden.
De huurder zal de verhuurder, binnen de zeven dagen, bij aangetekend schrijven op de hoogte brengen van elke schade veroorzaakt aan de woning, door een bekende of onbekende oorzaak. Indien het niet bekendmaken grotere schade en hogere herstellingskosten meebrengt, zal het verschil ten laste kunnen gelegd worden van de huurder.
Art. 11.De huurder zal rechtstreeks instaan voor de betaling van het gebruik van water, gas en electriciteit, voor het gebruik van de teledistributie, alsook voor de betaling van de huur van de individuele tellers en andere nutsvoorzieningen. De huurder zal o.m. de buizen, tellers, kranen, enz..., tegen de vorst beschermen en er over waken dat de afvoerbuizen niet verstopt geraken en deze eventueel op eigen kosten laten ontstoppen, evenals de beerput. Behang- en binnenschilderwerken zijn ten laste van de huurder, evenals het aanleggen van de vloerbekleding. Schouwen dienen jaarlijks gekuist te worden. Hij neemt de huurherstellingen en het normale onderhoud op zich, zoals deze door art. 1754 van het Burgerlijk Wetboek en door de plaatselijke gebruiken worden geregeld. Bovendien zal de huurder de bijkomende aanbevelingen i.v.m. het onderhoud van de woning, gevoegd bij onderhavig huurcontract, stipt naleven.
Art. 12.De huurder zal aan het gehuurde goed geen enkele verandering, verbouwing of aanpassing mogen doen, noch gelijk welk ander werk verrichten, zonder de geschreven voorafgaandelijke toelating van de verhuurder. Als verbouwingen, veranderingen, verbeteringen of gelijk welk ander werk werden toegelaten, zal de verhuurder ze met volle recht mogen behouden, zonder enige vergoeding verschuldigd te zijn.
De huurder zal de herstellingen die de verhuurder nodig acht moeten gedogen zonder schadevergoeding voor de hinder, tenzij deze zo belangrijk of langdurig zijn dat tenminste één vierde van de gehuurde lokalen gedurende meer dan dertig dagen onbruikbaar zijn.
Bestemming
Art. 13.De lokalen worden tot privégebruik verhuurd. De huurder zal deze bestemming niet mogen wijzigen zonder de voorafgaandelijk uitdrukkelijk geschreven toelating van de verhuurder.
Art. 14.Het is de huurder niet toegelaten zonder voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de verhuurder of zijn gevolmachtigde, geheel of gedeeltelijk zijn huurrechten over te dragen, noch het gebouw geheel of gedeeltelijk in onderverhuring te geven.
Onroerend bezit
Art. 15.Indien de huurder volle eigenaar of vruchtgebruiker is of wordt van een andere woning, heeft dit de onmiddellijke ontbinding van onderhavig huurcontract voor gevolg.
Verzekering
Art. 16.De huurder zal het onroerende goed en zijn roerende goederen voldoende tegen brand, huurrisico's en burenverhaal laten verzekeren.
Hij zal de betaling van de premies op vraag van de verhuurder moeten bewijzen.
Deze verzekering zal voor de verzekeraar het verbod inhouden de polis op te zeggen zonder vooraf de verhuurder te hebben verwittigd.
Einde huurovereenkomst
Art. 17.De huur kan zowel door de huurder als door de verhuurder per aangetekende brief worden opgezegd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 15 juli 1997 en, voor de aspecten die niet door het decreet geregeld zijn, overeenkomstig de wet van 20 februari 1991.
Elke opzeg dient door de verhuurder te worden gemotiveerd.
De huurovereenkomst neemt van rechtswege een einde bij het overlijden van de langstlevende huurder. De overeenkomst wordt in dit geval als beëindigd beschouwd op de laatste dag van de maand die volgt op de datum waarop de woning volledig werd ontruimd.
Art. 18.In geval van opzegging zullen huurder en verhuurder in gezamenlijk overleg de uren bepalen waarop de woning gedurende twee dagen per week te bezichtigen is. Tevens zal de huurder de plaatsing van een aanplakbiljet gedogen.
Art. 19.Bij het einde van de huur zal een afgevaardigde van de verhuurder samen met de huurder de woning bezoeken en zal een tegensprekelijke plaatsbeschrijving van uittreding opgemaakt worden.
Deze plaatsbeschrijving wordt zowel door de huurder, of zijn gevolmachtigde, als door de verhuurder ondertekend.
Indien de uittredende huurder op de voor de plaatsbeschrijving gestelde dag en uur, hem minstens 8 dagen vooraf per brief gemeld, niet aanwezig is, zal de verhuurder onmiddellijk een gerechtelijke procedure inleiden voor de bevoegde vrederechter tot aanstelling van een deskundige en tot veroordelen van de huurder om de vastgestelde (huur)schade te betalen.
De huurder verbindt er zich toe de woning volledig te ontruimen bij het beëindigen van de huurovereenkomst. Alle roerend goed dat zich na de beëindiging van de huurovereenkomst nog in het gehuurde goed bevindt, zal op kosten van de huurder worden verwijderd.
Art. 20.De verhuurder of zijn afgevaardigde hebben steeds toegang tot het gehuurde goed, om het te bezichtigen. Jaarlijks heeft de verhuurder of zijn afgevaardigde ook het recht het gehuurde goed in detail te controleren.
Slotbepalingen
Art. 21.De verhuurder behoudt zich het recht voor de huurder van de woning, welke het voorwerp van onderhavig contract uitmaakt, te verplichten te verhuizen naar een andere woning/appartement waarvan hij eveneens eigenaar is, dit ten einde over- of onderbezetting te voorkomen. Bovendien kan de verhuurder de huurder verplichten of weigeren na renovatie terug te keren naar zijn oorspronkelijke woning.
Art. 22.De huurder verbindt zich ertoe een aanvraag te doen tot het bekomen van de toelagen welke door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen - afdeling Financiering Huisvestingsbeleid in verband met de sociale huisvesting voorzien zijn (bijvoorbeeld de huursubsidies, de installatiepremie, enz...).
Art. 23.Alle kosten van dit contract, hierin begrepen de registratierechten, zullen door de huurder worden gedragen.
Art. 24.De huurders machtigen het Vlaams Woningfonds om zolang het huurcontract loopt, alle inlichtingen die nodig zijn om de huurprijs periodiek aan te passen (o.a. inkomsten, gezinssamenstelling, eigendom) rechtstreeks en op kosten van de huurder aan de bevoegde overheidsdiensten aan te vragen.
Geschillen
Art. 25.Elk geschil voortvloeiende uit huidige huurovereenkomst zal worden beslecht voor de bevoegde rechtbank van de plaats waar het onroerende goed dat voorwerp van deze overeenkomst uitmaakt, gelegen is.
In drievoud opgemaakt, met één exemplaar voor de registratie, te Brussel, waarvan één exemplaar overhandigd werd aan elke partij. de verhuurder, de huurder, Erik Arijs, directeur-generaal.
Nota : Vaststelling en herziening van de reële huurprijs I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.Voor de vaststelling en herziening van de reële huurprijs dient te worden verstaan onder : - persoon ten laste : * het kind dat op de referentiedatum gedomicilieerd is op het adres van de aanvrager/huurder en : - dat jonger dan 18 jaar is of dat 18 jaar of ouder is en waarvoor kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald; - dat door de minister, op voorlegging van bewijzen, beschouwd wordt als zijnde ten laste; * de aanvrager/huurder die zelf en het gezinslid dat op de referentiedatum erkend is als ernstig gehandicapt onder de voorwaarden die de minister, op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, gesteld heeft. - inkomen : de som, desgevallend verhoogd met de fictieve rente, van het op basis van het op referentiedatum laatst gekende aanslagbiljet aan de personenbelasting onderworpen netto-inkomen, alsook de door de minister, op voorstel van het Vlaams Woningfonds, nader aan te wijzen inkomsten van de aanvrager/huurder en van alle andere personen die met hem dezelfde woning (zullen) betrekken, met uitsluiting van de kinderen die zonder onderbreking deel hebben uitgemaakt van het gezin en minder dan 25 jaar oud zijn op de referentiedatum. - referentiedatum : datum van toewijzing of bij huurprijsherziening zes maanden vóór de vijfjaarlijkse verjaardag van het huurcontract. - basishuurprijs : deze vermeld in art. 5 van het huurcontract.
II. VASTSTELLING VAN DE RE|$$|ADELE HUURPRIJS Reële huurprijs
Art. 2.In toepassing van artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode, en artikel 5 van het huurcontract, wordt de basishuurprijs aangepast rekening houdend met de gezinslast en het inkomen van de huurder.
Deze reële huurprijs is gelijk aan de basishuurprijs verlaagd of verhoogd met de in toepassing van de onderstaande artikelen 3 en 4 toegekende huurverminderingen of -vermeerderingen en rekening houdend met de in navolgende artikelen 5, 6, 7 en 9 opgelegde herberekeningen of beperkingen. De aldus bekomen reële huurprijs wordt afgerond naar het lagere tiental.
Gezinslast
Art. 3.Rekening houdend met het aantal personen ten laste op referentiedatum, wordt een vermindering van 5 % per persoon ten laste boven de tweede toegekend op de basishuurprijs.
Inkomen
Art. 4.Rekening houdend met het netto-belastbaar inkomen op referentiedatum, worden volgende verminderingen toegekend op de basishuurprijs : - vermindering van 5 % indien het inkomen 400 000 BEF tot en met 600 000 BEF bedraagt; - vermindering van 10 % indien het inkomen minder dan 400 000 BEF bedraagt.
Voormelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd conform de bepalingen van art. 16 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999.
III. HERZIENING VAN DE RE|$$|ADELE HUURPRIJS Gezinslast
Art. 5.§ 1. Op verzoek van de huurder kan de overeenkomstig de bovenstaande artikelen 2 tot 4 vastgestelde reële huurprijs jaarlijks op de verjaardag van de inwerkingtreding van het contract worden herzien, indien het aantal personen ten laste tijdens de duur van het huurcontract toenam.
De nieuwe reële huurprijs wordt bekomen door de geïndexeerde basishuurprijs overeenkomstig de bepaling van bovenstaand art. 3 aan te passen. § 2. Deze huurprijsherziening gebeurt enkel op schriftelijk verzoek van de huurder. Hij dient aan het Vlaams Woningfonds alle stukken over te leggen ter staving van zijn recht op een aanpassing van de reële huurprijs.
Inkomen
Art. 6.Om de vijf jaar wordt op de verjaardag van de inwerkingtreding van het contract, de reële huurprijs herzien met inachtneming van de gezinslast - voor zover die toegenomen is - op referentiedatum en het netto-belastbaar inkomen van het derde jaar voorafgaand aan de referentiedatum.
De nieuwe reële huurprijs wordt bekomen door de geïndexeerde basishuurprijs overeenkomstig de bovenvermelde bepalingen van de artikelen 3 en 4 aan te passen.
Ingeval het netto-belastbaar inkomen de op het ogenblik van de herziening geldende inkomstenbarema's overschrijdt, wordt de geïndexeerde basishuurprijs verhoogd met 10 %.
Art. 7.Wanneer het maandelijkse netto-inkomen van de huurder gedurende 3 opeenvolgende maanden met minstens 20 % is gedaald, kan de Raad van Bestuur van het Vlaams Woningfonds op gemotiveerd schriftelijk verzoek van de huurder te allen tijde een tijdelijke herziening van de reële huurprijs toestaan. De huurvermindering bedraagt in principe 10 % van de geïndexeerde basishuurprijs en wordt toegepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de huurprijsherziening door de voormelde Raad van Bestuur werd goedgekeurd. Het voortduren van deze toestand dient om de zes maanden door de huurder bewezen te worden. Bij gebreke daaraan wordt de vorige reële huurprijs onmiddellijk terug van toepassing.
Art. 8.De verhuurder zal de huurder bij aangetekend schrijven op de hoogte brengen van elke wijziging van de reële huurprijs, alsmede van de datum waarop deze van kracht wordt. Elke wijziging wordt tegenover de huurder gemotiveerd.
IV. MINIMALE REELE HUURPRIJS
Art. 9.De reële huurprijs kan nooit minder bedragen dan de helft van de geïndexeerde basishuurprijs.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 9 december 1999 tot vaststelling van de type-huurovereenkomst voor de woningen die aan het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen toebehoren.
Brussel, 9 december 1999.
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX
Bijlage 2 Huurcontract voor appartement Tussen de ondergetekenden : "Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen", Coöperatieve Vennootschap, met maatschappelijke zetel, de Meeûssquare 26-27, 1000 Brussel, eigenaar, hier vertegenwoordigd door de heer Erik Arijs, directeur-generaal, hierna "de verhuurder" genoemd, en thans wonende te........................................, hierna "de huurder" genoemd, wordt overeengekomen wat volgt : Algemene bepalingen
Artikel 1.De verhuurder geeft aan de huurder, die dit aanvaardt, een appartement als hoofdverblijfplaats in huur gelegen te.............................
De verhuurder en de huurder laten bij de aanvang van de huur door een gezamenlijk gekozen expert en op gezamenlijk betaalde kosten een plaatsbeschrijving opstellen, of stellen de staat in der minne persoonlijk of via een gevolmachtigde vast.
De huurder verklaart de woning te ontvangen in de staat die tegensprekelijk is vastgesteld in de plaatsbeschrijving, gehecht aan onderhavig huurcontract.
Art. 2.Het huurcontract wordt afgesloten in uitvoering van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en, voor de aspecten die niet geregeld zijn door dit decreet, van de wet van 20 februari 1991 houdende wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur, en in overeenstemming met de beschikkingen van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode.
Duur
Art. 3.Dit contract wordt afgesloten voor onbepaalde duur en gaat in op..............................
De terbeschikkingstelling van de woning kan evenwel slechts plaatshebben na ondertekening door de huurder van de plaatsbeschrijving vermeld in artikel 1.
Gezinssamenstelling
Art. 4.Behoudens uitdrukkelijke en geschreven voorafgaandelijke machtiging van de verhuurder mag de woning slechts betrokken worden door de hieronder vermelde personen die thans deel uitmaken van het gezin van de huurder : Elke wijziging die zich tijdens de duur van het huurcontract in deze toestand of in de burgerlijke staat van de gezinsleden voordoet, moet door de huurder onmiddellijk schriftelijk aan de verhuurder worden meegedeeld.
Huurprijs
Art. 5.De basishuurprijs wordt vastgesteld op................................................ BEF per maand.
In toepassing van art. 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 wordt de basishuurprijs aangepast rekening houdend met de gezinslast en het inkomen van de huurder. De aldus bekomen reële huurprijs wordt tijdens de duur van het huurcontract periodiek herzien in functie van de wijzigingen in de gezinslast en/of inkomen van de huurder. De berekeningen van de reële huurprijs en de herzieningen worden doorgevoerd overeenkomstig de bepalingen opgenomen in de nota « vaststelling en herziening van de reële huurprijs », gehecht aan onderhavig huurcontract.
De reële huurprijs, d.w.z. de aan de gezinslast en het inkomen van de huurder aangepaste basishuurprijs, bedraagt..........................................................
BEF. De reële huurprijs is vooraf betaalbaar door storting op rekeningnummer 435-0306531-91 van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, de Meeûssquare 26-27 te 1000 Brussel en dit ten laatste op de 5e van elke maand.
Art. 6.De verhuurder neemt alle taksen en belastingen door Staat, Gewest, Gemeenschap, Provincie of Gemeente opgelegd aan het verhuurde goed, te zijnen laste.
Indexaanpassing
Art. 7.De basishuurprijs en bijgevolg de reële huurprijs worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met dien verstande dat bij stijging of daling van het indexcijfer, een evenredige aanpassing van de basishuurprijs zal berekend worden volgens de formule : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Van de maand vóór de verjaardag van de inwerkingtreding van het huurcontract.(2) Van de maand vóór het afsluiten van het huurcontract. Waarborg
Art. 8.Als waarborg voor de goede naleving van zijn verplichtingen, zal de huurder, bij het afsluiten van onderhavig contract, bij een financiële instelling een geblokkeerde bankdeposito in bewaring geven, ter waarde van drie maanden basishuur, zijnde................................................. BEF, met een maximum van 20 000 BEF, en dit in het voordeel van de verhuurder.
Dit bankdeposito zal slechts kunnen teruggegeven worden aan de huurder bij het beëindigen van de overeenkomst en nadat hij het bewijs zal geleverd hebben zijn verplichtingen jegens de verhuurder volledig te hebben nageleefd.
Afstand van inkomsten, andere dan loon en vervangingsinkomsten
Art. 9.Als bijkomende waarborg der aangegane verbintenissen die het voorwerp van onderhavige huurovereenkomst uitmaken, verklaart de huurder aan de verhuurder, die aanvaardt, onherroepelijk af te staan en over te dragen ten belope van de door hem krachtens deze huurovereenkomst verschuldigde bedragen, het voor overdracht vatbare gedeelte van de voordelen of vergoedingen die hem toekomen, of alle hem door derden (al dan niet handelaars; zowel particulieren, als rechtspersonen en overheidsinstellingen) verschuldigde sommen en vergoedingen van welke aard ook (zoals bijvoorbeeld huurgelden, legaten en erfenissen, belastingsteruggaven, tegoeden op spaar-, zicht- en/of effectenrekeningen bij een financiële instelling, schadevergoedingen, uitkeringen krachtens een verzekering, premies en subsidies vanwege een gemeentelijke, gewestelijke of federale overheid of instelling afhangende van zo een overheid. Deze opsomming is niet limitatief en louter bij wege van voorbeeld), met machtiging om ze rechtstreeks en bij uitsluiting van de huurder tegen eenvoudige kwijtingen en zonder andere formaliteiten noch voorafgaande ingebrekestelling van deze laatste te ontvangen.
Deze afstand mag te allen tijde betekend of ter kennis gebracht worden aan de schuldenaars, en dit op kosten van de huurder.
Onderhoud
Art. 10.De huurder verbindt zich het gehuurde goed in degelijke staat te onderhouden en te meubileren.
Het is de huurder niet toegestaan huisdieren te houden.
De huurder zal de verhuurder, binnen de zeven dagen, bij aangetekend schrijven op de hoogte brengen van elke schade veroorzaakt aan de woning, door een bekende of onbekende oorzaak. Indien het niet bekendmaken grotere schade en hogere herstellingskosten meebrengt, zal het verschil ten laste kunnen gelegd worden van de huurder.
Art. 11.De huurder zal rechtstreeks instaan voor de betaling van het gebruik van gas en electriciteit, voor het gebruik van de teledistributie, alsook voor de betaling van de huur van de individuele tellers en andere nutsvoorzieningen. De huurder zal o.m. de buizen, tellers, kranen, enz..., tegen de vorst beschermen en er over waken dat de afvoerbuizen niet verstopt geraken en deze eventueel op eigen kosten laten ontstoppen. Behang- en binnenschilderwerken zijn ten laste van de huurder, evenals het aanleggen van de vloerbekleding.
Schouwen dienen jaarlijks gekuist te worden. Hij neemt de huurherstellingen en het normale onderhoud op zich, zoals deze door art. 1754 van het Burgerlijk Wetboek en door de plaatselijke gebruiken worden geregeld. Bovendien zal de huurder de bijkomende aanbevelingen i.v.m. het onderhoud van de woning, gevoegd bij onderhavig huurcontract, stipt naleven.
Art. 12.De huurder zal aan het gehuurde goed geen enkele verandering, verbouwing of aanpassing mogen doen, noch gelijk welk ander werk verrichten, zonder de geschreven voorafgaandelijke toelating van de verhuurder. Als verbouwingen, veranderingen, verbeteringen of gelijk welk ander werk werden toegelaten, zal de verhuurder ze met volle recht mogen behouden, zonder enige vergoeding verschuldigd te zijn.
De huurder zal de herstellingen die de verhuurder nodig acht moeten gedogen zonder schadevergoeding voor de hinder, tenzij deze zo belangrijk of langdurig zijn dat tenminste één vierde van de gehuurde lokalen gedurende meer dan dertig dagen onbruikbaar zijn.
Huurlasten
Art. 13.De individuele verbruikskosten van het water; de kosten voor het onderhoud, kleine herstellingen en electriciteitsverbruik van de gemeenschappelijke delen; de kosten voor het ruimen van de beerput en het regelmatig nazicht van de toezichtsputten worden voorgeschoten door het Vlaams Woningfonds doch worden doorverrekend aan de huurder.
Bij de inwerkingtreding van de overeenkomst, bedraagt voor al deze lasten de maandelijkse voorafbetaling...............................................................
BEF. Jaarlijks zal op basis van de werkelijke kosten en lasten een afrekening opgesteld worden.
Bestemming
Art. 14.De lokalen worden tot privégebruik verhuurd. De huurder zal deze bestemming niet mogen wijzigen zonder de voorafgaandelijk uitdrukkelijk geschreven toelating van de verhuurder.
Art. 15.Het is de huurder niet toegelaten zonder voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de verhuurder of zijn gevolmachtigde, geheel of gedeeltelijk zijn huurrechten over te dragen, noch het gebouw geheel of gedeeltelijk in onderverhuring te geven.
Onroerend bezit
Art. 16.Indien de huurder volle eigenaar of vruchtgebruiker is of wordt van een andere woning, heeft dit de onmiddellijke ontbinding van onderhavig huurcontract voor gevolg.
Verzekering
Art. 17.De huurder zal het onroerende goed en zijn roerende goederen voldoende tegen brand, huurrisico's en burenverhaal laten verzekeren.
Hij zal de betaling van de premies op vraag van de verhuurder moeten bewijzen.
Deze verzekering zal voor de verzekeraar het verbod inhouden de polis op te zeggen zonder vooraf de verhuurder te hebben verwittigd.
Einde huurovereenkomst
Art. 18.De huur kan zowel door de huurder als door de verhuurder per aangetekende brief worden opgezegd overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 15 juli 1997 en, voor de aspecten die niet door het decreet geregeld zijn, overeenkomstig de wet van 20 februari 1991.
Elke opzeg dient door de verhuurder te worden gemotiveerd.
De huurovereenkomst neemt van rechtswege een einde bij het overlijden van de langstlevende huurder. De overeenkomst wordt in dit geval als beëindigd beschouwd op de laatste dag van de maand die volgt op de datum waarop de woning volledig werd ontruimd.
Art. 19.In geval van opzegging zullen huurder en verhuurder in gezamenlijk overleg de uren bepalen waarop de woning gedurende twee dagen per week te bezichtigen is. Tevens zal de huurder de plaatsing van een aanplakbiljet gedogen.
Art. 20.Bij het einde van de huur zal een afgevaardigde van de verhuurder samen met de huurder de woning bezoeken en zal een tegensprekelijke plaatsbeschrijving van uittreding opgemaakt worden.
Deze plaatsbeschrijving wordt zowel door de huurder, of zijn gevolmachtigde, als door de verhuurder ondertekend.
Indien de uittredende huurder op de voor de plaatsbeschrijving gestelde dag en uur, hem minstens 8 dagen vooraf per brief gemeld, niet aanwezig is, zal de verhuurder onmiddellijk een gerechtelijke procedure inleiden voor de bevoegde vrederechter tot aanstelling van een deskundige en tot veroordelen van de huurder om de vastgestelde (huur)schade te betalen.
De huurder verbindt er zich toe de woning volledig te ontruimen bij het beëindigen van de huurovereenkomst. Alle roerend goed dat zich na de beëindiging van de huurovereenkomst nog in het gehuurde goed bevindt, zal op kosten van de huurder worden verwijderd.
Art. 21.De verhuurder of zijn afgevaardigde hebben steeds toegang tot het gehuurde goed, om het te bezichtigen. Jaarlijks heeft de verhuurder of zijn afgevaardigde ook het recht het gehuurde goed in detail te controleren.
Slotbepalingen
Art. 22.De verhuurder behoudt zich het recht voor de huurder van de woning, welke het voorwerp van onderhavig contract uitmaakt, te verplichten te verhuizen naar een andere woning/appartement waarvan hij eveneens eigenaar is, dit ten einde over- of onderbezetting te voorkomen. Bovendien kan de verhuurder de huurder verplichten of weigeren na renovatie terug te keren naar zijn oorspronkelijke woning.
Art. 23.De huurder verbindt zich ertoe een aanvraag te doen tot het bekomen van de toelagen welke door het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, administratie voor Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen - afdeling Financiering Huisvestingsbeleid in verband met de sociale huisvesting voorzien zijn (bijvoorbeeld de huursubsidies, de installatiepremie, enz...).
Art. 24.Alle kosten van dit contract, hierin begrepen de registratierechten, zullen door de huurder worden gedragen.
Art. 25.De huurders machtigen het Vlaams Woningfonds om zolang het huurcontract loopt, alle inlichtingen die nodig zijn om de huurprijs periodiek aan te passen (o.a. inkomsten, gezinssamenstelling, eigendom) rechtstreeks en op kosten van de huurder aan de bevoegde overheidsdiensten aan te vragen.
Geschillen
Art. 26.Elk geschil voortvloeiende uit huidige huurovereenkomst zal worden beslecht voor de bevoegde rechtbank van de plaats waar het onroerende goed dat voorwerp van deze overeenkomst uitmaakt, gelegen is.
In drievoud opgemaakt, met één exemplaar voor de registratie, te Brussel, waarvan één exemplaar overhandigd werd aan elke partij. de verhuurder, de huurder, Erik Arijs, directeur-generaal.
Nota : Vaststelling en herziening van de reële huurprijs I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.Voor de vaststelling en herziening van de reële huurprijs dient te worden verstaan onder : - persoon ten laste : * het kind dat op de referentiedatum gedomicilieerd is op het adres van de aanvrager/huurder en : - dat jonger dan 18 jaar is of dat 18 jaar of ouder is en waarvoor kinderbijslag of wezentoelage wordt uitbetaald; - dat door de minister, op voorlegging van bewijzen, beschouwd wordt als zijnde ten laste; * de aanvrager/huurder die zelf en het gezinslid dat op de referentiedatum erkend is als ernstig gehandicapt onder de voorwaarden die de minister, op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, gesteld heeft. - inkomen : de som, desgevallend verhoogd met de fictieve rente, van het op basis van het op referentiedatum laatst gekende aanslagbiljet aan de personenbelasting onderworpen netto-inkomen, alsook de door de minister, op voorstel van het Vlaams Woningfonds, nader aan te wijzen inkomsten van de aanvrager/huurder en van alle andere personen die met hem dezelfde woning (zullen) betrekken, met uitsluiting van de kinderen die zonder onderbreking deel hebben uitgemaakt van het gezin en minder dan 25 jaar oud zijn op de referentiedatum. - referentiedatum : datum van toewijzing of bij huurprijsherziening zes maanden vóór de vijfjaarlijkse verjaardag van het huurcontract. - basishuurprijs : deze vermeld in art. 5 van het huurcontract.
II. VASTSTELLING VAN DE RE|$$|ADELE HUURPRIJS Reële huurprijs
Art. 2.In toepassing van artikel 13 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999 betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode, en artikel 5 van het huurcontract, wordt de basishuurprijs aangepast rekening houdend met de gezinslast en het inkomen van de huurder.
Deze reële huurprijs is gelijk aan de basishuurprijs verlaagd of verhoogd met de in toepassing van de onderstaande artikelen 3 en 4 toegekende huurverminderingen of -vermeerderingen en rekening houdend met de in navolgende artikelen 5, 6, 7 en 9 opgelegde herberekeningen of beperkingen. De aldus bekomen reële huurprijs wordt afgerond naar het lagere tiental.
Gezinslast
Art. 3.Rekening houdend met het aantal personen ten laste op referentiedatum, wordt een vermindering van 5 % per persoon ten laste boven de tweede toegekend op de basishuurprijs.
Inkomen
Art. 4.Rekening houdend met het netto-belastbaar inkomen op referentiedatum, worden volgende verminderingen toegekend op de basishuurprijs : - vermindering van 5 % indien het inkomen 400 000 BEF tot en met 600 000 BEF bedraagt; - vermindering van 10 % indien het inkomen minder dan 400 000 BEF bedraagt.
Voormelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari geïndexeerd conform de bepalingen van art. 16 van het besluit van de Vlaamse regering van 11 mei 1999.
III. HERZIENING VAN DE RE|$$|ADELE HUURPRIJS Gezinslast
Art. 5.§ 1. Op verzoek van de huurder kan de overeenkomstig de bovenstaande artikelen 2 tot 4 vastgestelde reële huurprijs jaarlijks op de verjaardag van de inwerkingtreding van het contract worden herzien, indien het aantal personen ten laste tijdens de duur van het huurcontract toenam.
De nieuwe reële huurprijs wordt bekomen door de geïndexeerde basishuurprijs overeenkomstig de bepaling van bovenstaand art. 3 aan te passen. § 2. Deze huurprijsherziening gebeurt enkel op schriftelijk verzoek van de huurder. Hij dient aan het Vlaams Woningfonds alle stukken over te leggen ter staving van zijn recht op een aanpassing van de reële huurprijs.
Inkomen
Art. 6.Om de vijf jaar wordt op de verjaardag van de inwerkingtreding van het contract, de reële huurprijs herzien met inachtneming van de gezinslast - voor zover die toegenomen is - op referentiedatum en het netto-belastbaar inkomen van het derde jaar voorafgaand aan de referentiedatum.
De nieuwe reële huurprijs wordt bekomen door de geïndexeerde basishuurprijs overeenkomstig de bovenvermelde bepalingen van de artikelen 3 en 4 aan te passen.
Ingeval het netto-belastbaar inkomen de op het ogenblik van de herziening geldende inkomstenbarema's overschrijdt, wordt de geïndexeerde basishuurprijs verhoogd met 10 %.
Art. 7.Wanneer het maandelijkse netto-inkomen van de huurder gedurende 3 opeenvolgende maanden met minstens 20 % is gedaald, kan de Raad van Bestuur van het Vlaams Woningfonds op gemotiveerd schriftelijk verzoek van de huurder ten allen tijde een tijdelijke herziening van de reële huurprijs toestaan. De huurvermindering bedraagt in principe 10 % van de geïndexeerde basishuurprijs en wordt toegepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de huurprijsherziening door de voormelde Raad van Bestuur werd goedgekeurd. Het voortduren van deze toestand dient om de zes maanden door de huurder bewezen te worden. Bij gebreke daaraan wordt de vorige reële huurprijs onmiddellijk terug van toepassing.
Art. 8.De verhuurder zal de huurder bij aangetekend schrijven op de hoogte brengen van elke wijziging van de reële huurprijs, alsmede van de datum waarop deze van kracht wordt. Elke wijziging wordt tegenover de huurder gemotiveerd.
IV. MINIMALE REELE HUURPRIJS
Art. 9.De reële huurprijs kan nooit minder bedragen dan de helft van de geïndexeerde basishuurprijs.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 9 december 1999 tot vaststelling van de type-huurovereenkomst voor de woningen die aan het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen toebehoren.
Brussel, 9 december 1999.
De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Beleid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden, B. ANCIAUX