gepubliceerd op 11 april 2019
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 maart 2014 tot bepaling van de wapens en de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het vervoeren en het gebruiken van de bewapening
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING
Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid
3 APRIL 2019. - Ministerieel besluit tot wijziging van het
ministerieel besluit van 10 maart 2014Relevante gevonden documenten
type
ministerieel besluit
prom.
10/03/2014
pub.
30/04/2014
numac
2014007109
bron
ministerie van landsverdediging
Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens en de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het vervoeren en het gebruiken van de bewapening
sluiten tot bepaling van de wapens en de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het vervoeren en het gebruiken van de bewapening
De Minister van Landsverdediging, Gelet op de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens, artikel 27, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/06/2002 pub. 29/06/2002 numac 2002009610 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht sluiten betreffende het voorhanden hebben, en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht, artikel 2, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 11 juli 2003, 20 juli 2006 en 3 juni 2007;
Overwegende de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst;
Overwegende de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen;
Overwegende dat het om veiligheidsredenen niet gepast is om artikel 2 van dit ministerieel besluit bekend te maken;
Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen die op 18 februari 2019 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het ministerieel besluit van 10 maart 2014Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/03/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014007109 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot bepaling van de wapens en de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het vervoeren en het gebruiken van de bewapening sluiten tot bepaling van de wapens en de munitie die behoren tot de voorgeschreven uitrusting van de personeelsleden van de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht en tot vaststelling van de bijzondere bepalingen betreffende het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het vervoeren en het gebruiken van de bewapening worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2°, tekst tussen haakjes, wordt het woord « accessoires, » ingelast vóór het woord « optiek »;2° in punt 4° worden de woorden "elk type munitie, explosieven en mijnen waarvan het gebruik wettelijk is toegelaten" vervangen door de woorden "alle tuigen geladen met explosieve stoffen, propulsieve stoffen, pyrotechnische samenstellingen, ontstekingssamenstellingen en mijnen waarvan het gebruik wettelijk toegestaan is";3° in punten 6° en 7° wordt het woord "hetwelke" vervangen door het woord "hetwelk". Art. 2.
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2 worden de woorden "een operationele inzet" vervangen door de woorden "de uitoefening van de opdracht";2° in paragraaf 3 worden de woorden "of in een beveiligd lokaal bedoeld voor de bewaring van de bewapening" toegevoegd na het woord "wapenmagazijn".
Art. 4.Paragraaf 2 van artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "Het is ieder personeelslid verboden om tijdens de dienst voorhanden te hebben, te dragen of te gebruiken: 1° wapens en munitie die niet behoren tot de voorgeschreven uitrusting; 2° persoonlijke wapens en munitie."
Art. 5.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "Divisie Veiligheidsinlichting" vervangen door de woorden "Directie Veiligheid".
Art. 6.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of in een beveiligd lokaal bedoeld voor de bewaring van de bewapening" toegevoegd na het woord "Veiligheid" 2° een derde lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt: "In het geval bedoeld in artikel 2, 9° wordt, op het einde van de samenwerking, de bewapening teruggegeven aan de partner die er eigenaar van is.".
Brussel, 3 april 2019.
D. REYNDERS