gepubliceerd op 05 maart 2004
Ministerieel besluit betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing en producten onderworpen aan milieutaks
2 MAART 2004. - Ministerieel besluit betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing en producten onderworpen aan milieutaks
De Minister van Financiën, Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977 (1);
Gelet op de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur (2), inzonderheid op de artikelen 369, 371, 391, 392 en 394, het laatst gewijzigd bij de wet van 30 december 2002 houdende diverse fiscale bepalingen op het stuk van milieutaksen en ecobonussen (3), op haar beurt gewijzigd bij de programmawetten van 8 april 2003 (4), 5 augustus 2003 (5) en 22 december 2003 (6);
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (7), inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 (8) en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996 (9);
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende het feit dat dit besluit tot doel heeft de nieuwe bepalingen inzake milieutaks en verpakkingsheffing, opgenomen in de gewijzigde wet van 30 december 2002 houdende diverse fiscale bepalingen op het stuk van milieutaksen en ecobonussen, uit te voeren; dat dit besluit gelijktijdig met de wijzigingen aan deze wet op 1 april 2004 in werking moet treden; dat de economische actoren over een zekere termijn moeten beschikken om de toepassing van dit besluit te kunnen organiseren; dat onder deze voorwaarden dit besluit onverwijld moet genomen worden, Besluit : TITEL I. - Algemeenheden
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - administratie : de administratie der Douane en Accijnzen; - directeur-generaal : de directeur-generaal der Douane en Accijnzen; - wet : de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur; - aangifte ten verbruik : de aangifte bepaald in artikel 6 van het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controle daarop.
TITEL II. - Verpakkingsheffing HOOFDSTUK I. - Inverbruikstelling met betaling van de verpakkingsheffing
Art. 2.De verpakkingsheffing is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die dranken verpakt in individuele verpakkingen voor éénmalig gebruik in het verbruik brengt.
Art. 3.De persoon vermeld in artikel 2 betaalt de verpakkingsheffing onder dezelfde vorm en voorwaarden, inbegrepen deze met betrekking tot het uitstel van betaling, als deze inzake accijnzen.
Art. 4.Dienen te worden vermeld in vak 47 van de aangifte ten verbruik onder de code 049 : - het tarief van de verpakkingsheffing; - de in verbruik gebrachte hoeveelheid dranken, uitgedrukt in hectoliter; - het totale bedrag van de verschuldigde verpakkingsheffing. HOOFDSTUK II. - Erkenning als herbruikbare verpakking
Art. 5.§ 1. De herbruikbare verpakkingen bedoeld in artikel 371, § 2, van de wet moeten als dusdanig worden erkend door de directeur-generaal.
Deze erkenning wordt bekomen door middel van een aanvraag ingediend bij de directeur-generaal door de persoon die een stelsel van statiegeld opzet voor de desbetreffende verpakkingen. § 2. De aanvraag bedoeld in § 1, bevat de volgende elementen : - de naam en het adres van de betrokkene; - het samengesteld materiaal van de verpakking; - de inhoudsmaat van de verpakking, uitgedrukt in centiliter; - de aangeboden verpakkingswijze; - de handelsbenaming (merknaam) van de inhoud van de drankverpakking; - de code van de gecombineerde nomenclatuur van de inhoud van de verpakking.
De aanvraag moet gedateerd zijn en eigenhandig ondertekend door de betrokkene. Wanneer de ondertekenaar een rechtspersoon is, moet degene die ondertekent zijn handtekening laten volgen door de vermelding van zijn functie, alsook van zijn naam en voornamen.
Bij deze aanvraag worden alle bewijsstukken gevoegd waaruit blijkt dat de betrokken verpakkingen voldoen aan de voorwaarden vermeld in artikel 371, § 2, van de wet. § 3. Na onderzoek van de voorwaarden voorgeschreven bij artikel 371, § 2, van de wet levert de directeur-generaal aan de betrokkene een machtiging af waarbij de betrokken verpakking wordt erkend als herbruikbare verpakking.
Deze erkenning, toegekend voor één of meerdere welbepaalde verpakking(en), is geldig bij haar (hun) inverbruikstelling.
Elke wijziging van de gegevens vermeld in § 2, moet door de betrokkene onmiddellijk ter kennis worden gebracht van de directeur-generaal. HOOFDSTUK III. - Inverbruikstelling van verpakkingen vrijgesteld van de verpakkingsheffing
Art. 6.§ 1. De vrijstelling van de verpakkingsheffing voorzien bij artikel 371, § 2, van de wet wordt toegekend aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die dranken in het verbruik brengt, voorzover hij het bewijs levert dat de individuele verpakkingen ervan herbruikbaar zijn. § 2. Dit bewijs wordt geleverd door het aanbrengen op de aangifte ten verbruik van het referentienummer van de machtiging toegekend door de directeur-generaal, overeenkomstig artikel 5, § 3.
Art. 7.Op de aangifte ten verbruik moeten de volgende vermeldingen, in vak 31, worden aangebracht : - het aantal in het verbruik gebrachte verpakkingen; - de verpakkingswijze; - de inhoud van de verpakkingen; - de inhoudsmaat van de verpakkingen; - het samengesteld materiaal van de verpakkingen. - de handelsbenaming (merknaam) van de verpakkingen.
Deze vermeldingen kunnen op een listing worden aangebracht, gevoegd bij de aangifte ten verbruik.
Bovendien moeten de vermelding "Vrijstelling van verpakkingsheffing" met verwijzing naar de betrokken wettelijke bepaling alsook het referentienummer van de machtiging toegekend door de directeur-generaal, op de aangifte ten verbruik, in vak 44, worden aangebracht. HOOFDSTUK IV. - Inverbruikstelling van verpakkingen vrijgesteld van de verpakkingsheffing
Art. 8.Op de aangifte ten verbruik betreffende de verpakkingen vrijgesteld van de verpakkingsheffing krachtens artikel 371, § 3, 2°, van de wet moet, in vak 44, de vermelding "Vrijstelling van verpakkingsheffing" met verwijzing naar de betrokken wettelijke bepaling, evenals de aard van het materiaal van de verpakking worden aangebracht. HOOFDSTUK V. - Inverbruikstelling van aan verpakkingsheffing onderworpen producten met vrijstelling van verpakkingsheffing
Art. 9.De aan de verpakkingsheffing onderworpen producten bestemd om te worden geleverd in het kader van de procedure bedoeld in artikel 32 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop kunnen in het verbruik worden gebracht met vrijstelling van de verpakkingsheffing.
TITEL III. - Milieutaksen HOOFDSTUK I. - Registratie van de belastingplichtige van de milieutaks
Art. 10.§ 1. De natuurlijke persoon of rechtspersoon die gehouden is zich te laten registreren bij toepassing van artikel 369, 11°, eerste streepje, van de wet moet hiertoe een aanvraag indienen bij de directeur-generaal. § 2. De aanvraag tot registratie moet de volgende elementen bevatten : 1° de naam en voornamen of handelsnaam en adres van de belastingplichtige;2° zijn BTW-nummer;3° het adres van zijn exploitatiezetel(s);4° zijn beroep of het maatschappelijk doel van zijn maatschappij met bondige beschrijving van de beoogde bewegingen;5° de plaats waar de boekhouding wordt gehouden met specificatie, indien nodig, van de plaats waar de voorraadboekhouding wordt gehouden en deze waar de algemene (of analytische) boekhouding wordt gehouden;6° de datum van afsluiting van de boekhouding;7° de aard van de te produceren, te fabriceren, te leveren of te ontvangen producten, onderworpen aan de milieutaks. De aanvraag moet gedateerd zijn en eigenhandig ondertekend door de belastingplichtige. Wanneer de ondertekenaar een rechtspersoon is, moet degene die ondertekent zijn handtekening laten volgen door de vermelding van zijn functie, alsook van zijn naam en voornamen. § 3. De aanvraag moet eveneens de plaatsen vermelden waar de aan milieutaks onderworpen producten worden voorhanden gehouden.
Bij wijziging van de opslagplaats van de aan de milieutaks onderworpen producten, moet de belastingplichtige de administratie onmiddellijk hiervan op de hoogte brengen. § 4. De buitenlandse fabrikant, de invoerder, de persoon die binnenbrengt of eventueel hun fiscaal vertegenwoordiger die de plaats inneemt van de belastingplichtige voor de verplichtingen die aan hem zijn opgelegd en die geen aan milieutaks onderworpen goederen bezit binnen het nationaal territorium zijn niet onderworpen aan de verplichtingen bedoeld in § 3.
Art. 11.De directeur-generaal levert aan de belastingplichtige of aan de natuurlijke of rechtspersoon die zich in de plaats stelt, een registratienummer af. HOOFDSTUK II. - Inverbruikstelling met betaling van de milieutaks
Art. 12.De milieutaks is verschuldigd naar aanleiding van de inverbruikstelling zoals bepaald in artikel 369, 11°, eerste streepje, van de wet van de producten onderworpen aan milieutaks.
Art. 13.In afwijking van artikel 12, is de milieutaks verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die zich in de plaats gesteld heeft van degene die de aan de milieutaks onderworpen goederen levert aan de kleinhandelaars, of die dergelijke goederen levert aan een marktdeelnemer, ongeacht in welk stadium van de handelsketting.
Art. 14.De belastingplichtige is gehouden een aangifte ten verbruik in te reiken uiterlijk de 15e van de maand volgend op de maand van inverbruikstelling van de aan de milieutaks onderworpen producten.
Een kopie van de leveringsfacturen moet bij de aangifte ten verbruik worden gevoegd.
Op het handelsdocument dat betrekking heeft op het in het verbruik brengen moet het totale bedrag van de milieutaks worden vermeld.
Art. 15.De milieutaks moet onmiddellijk betaald worden bij de neerlegging van de aangifte ten verbruik.
Art. 16.De aangifte ten verbruik moet worden neergelegd bij de ontvanger der douane en/of accijnzen over het gebied van de belastingplichtige. HOOFDSTUK III. - Inverbruikstelling met vrijstelling van milieutaks van producten die genieten van een bijzondere vrijstelling
Art. 17.De aan de milieutaks onderworpen producten kunnen met vrijstelling van milieutaks in verbruik worden gebracht ingevolge een vrijstelling toegestaan krachtens Boek III van de wet.
Art. 18.De inverbruikstelling van de producten die zijn vrijgesteld van de milieutaks geeft geen aanleiding tot het inreiken van een aangifte ten verbruik.
Evenwel moet op het handelsdocument dat betrekking heeft op de producten die vrijgesteld zijn, de vermelding "Vrijstelling van milieutaks" met verwijzing naar de betrokken wettelijke bepaling worden aangebracht.
Art. 19.Het naleven van de voorwaarden vastgelegd door de wet met het oog op het bekomen van deze vrijstelling wordt bewezen ten genoegen van de directeur-generaal. HOOFDSTUK IV. - Inverbruikstelling van aan milieutaks onderworpen producten met vrijstelling van milieutaks
Art. 20.De aan milieutaks onderworpen producten bestemd om te worden geleverd in het kader van de procedure bedoeld in artikel 32 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop kunnen in het verbruik worden gebracht met vrijstelling van de milieutaks.
TITEL IV. - Diverse bepalingen
Art. 21.Het ministerieel besluit van 11 september 1999 betreffende de regeling van producten onderworpen aan milieutaks, wordt opgeheven.
Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2004.
Brussel, 2 maart 2004.
D. REYNDERS _______ Nota's (1) Belgisch Staatsblad van 21 september 1977.(2) Belgisch Staatsblad van 20 juli 1993.(3) Belgisch Staatsblad van 17 april 2003.(4) Belgisch Staatsblad van 17 april 2003.(5) Belgisch Staatsblad van 7 augustus 2003.(6) Belgisch Staatsblad van 31 december 2003.(7) Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.(8) Belgisch Staatsblad van 15 juli 1989. (9) Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996.