gepubliceerd op 24 september 2004
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 maart 2004 betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing en producten onderworpen aan milieutaks
16 SEPTEMBER 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 maart 2004 betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing en producten onderworpen aan milieutaks
De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977 (1);
Gelet op de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur (2), inzonderheid op de artikelen 369 en 371, het laatst gewijzigd bij de programmawet van 9 juli 2004 (3);
Gelet op het ministerieel besluit van 2 maart 2004 betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing en producten onderworpen aan milieutaks, inzonderheid de artikelen 2, 3, 5, 6, 7, 8 en 9 (4);
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 (5), inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 (6) en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996 (7);
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende het feit dat dit besluit tot doel heeft de nieuwe bepalingen inzake verpakkingsheffing, opgenomen in de artikelen 24 en 25 van de programmawet van 9 juli 2004 uit te voeren; dat de economische operatoren die beantwoorden aan de nieuwe definitie van belastingplichtige over een zekere termijn moeten beschikken om de toepassing van dit besluit te kunnen organiseren; dat onder deze voorwaarden dit besluit onverwijld moet genomen worden, Besluit :
Artikel 1.§ 1. In Titel II van het ministerieel besluit van 2 maart 2004 betreffende het fiscaal stelsel van drankverpakkingen onderworpen aan verpakkingsheffing en producten onderworpen aan milieutaks wordt een artikel 1bis ingevoegd vóór Hoofdstuk I, luidende als volgt : «
Artikel 1bis.§ 1. Iedere natuurlijke of rechtspersoon die dranken, zoals gedefinieerd in artikel 370 van de wet, verpakt in individuele verpakkingen wanneer de accijns voorafgaandelijk werd betaald op deze dranken, is gehouden een beroepsaangifte in te dienen bij de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen over het gebied waarin hij is gevestigd, en dit op een formulier volgens het model voorgeschreven door de directeur-generaal.
Deze persoon moet een boekhouding voeren die de volgende elementen bevat : - de hoeveelheid ontvangen dranken, uitgedrukt in hectoliter, met verwijzing naar de aankoopfacturen of de leveringsnota's; - de hoeveelheid dranken verpakt in individuele verpakkingen, per datum en soort van verpakking(en). § 2. In afwijking van de bepalingen van § 1, zijn elke fysieke en rechtspersoon gekwalificeerd als erkend entrepothouder, geregistreerd bedrijf of fiscaal vertegenwoordiger, zoals omschreven in de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, vrijgesteld van het neerleggen van de beroepsaangifte. » § 2. Het opschrift van Hoofdstuk I van Titel II van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : « Inverbruikstelling van individuele verpakkingen met betaling van de verpakkingsheffing. »
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde ministerieel besluit wordt opgeheven.
Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.De belastingplichtige van de verpakkingsheffing, zoals bepaald in artikel 369, 12°, van de wet, betaalt de verpakkingsheffing onder dezelfde vorm en voorwaarden, inbegrepen deze met betrekking tot het uitstel van betaling, als deze inzake accijnzen. »
Art. 4.Het opschrift van Hoofdstuk II van Titel II van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : « Erkenning als herbruikbare individuele verpakking ».
Art. 5.In artikel 5, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit worden de woorden "herbruikbare verpakkingen" vervangen door de woorden "herbruikbare individuele verpakkingen".
Art. 6.Het opschrift van Hoofdstuk III van Titel II van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : « Inverbruikstelling van individuele verpakkingen met vrijstelling van verpakkingsheffing ».
Art. 7.Artikel 6, § 1, van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. De vrijstelling van de verpakkingsheffing voorzien bij artikel 371, § 2, van de wet wordt toegekend aan de belastingplichtige, voorzover hij het bewijs levert dat de individuele verpakkingen herbruikbaar zijn ».
Art. 8.In de Franse tekst worden de woorden "Exempté de la cotisation d'emballage" vermeld in artikel 7, laatste alinea, van hetzelfde ministerieel besluit, vervangen door de woorden "Exonéré de la cotisation d'emballage".
Art. 9.Het opschrift van Hoofdstuk IV van Titel II van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : « Inverbruikstelling van individuele verpakkingen die niet zijn onderworpen aan de verpakkingsheffing. »
Art. 10.Artikel 8 van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 8.Op de aangifte ten verbruik betreffende de individuele verpakkingen die niet zijn onderworpen aan de verpakkingsheffing krachtens artikel 371, § 3, 2°, van de wet moet, in vak 44, de vermelding "Niet onderworpen aan de verpakkingsheffing" met verwijzing naar de betrokken wettelijke bepaling, evenals de aard van het materiaal van de verpakking, worden aangebracht. »
Art. 11.Het opschrift van Hoofdstuk V van Titel II van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : « Inverbruikstelling van individuele verpakkingen vrij van verpakkingsheffing. »
Art. 12.Artikel 9 van hetzelfde ministerieel besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 9.De aan de verpakkingsheffing onderworpen individuele verpakkingen bestemd om te worden geleverd in de gevallen bedoeld in artikel 32 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop, kunnen vrij van verpakkingsheffing in het verbruik worden gebracht. »
Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 16 september 2004.
D. REYNDERS _______ Nota (1) Belgisch Staatsblad van 21 september 1977.(2) Belgisch Staatsblad van 20 juli 1993.(3) Belgisch Staatsblad van 15 juli 2004, 2e editie.(4) Belgisch Staatsblad van 5 maart 2004.(5) Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.(6) Belgisch Staatsblad van 15 juli 1989. (7) Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996.