Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 01 oktober 2019
gepubliceerd op 04 oktober 2019

Ministerieel besluit houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken

bron
waalse overheidsdienst
numac
2019030874
pub.
04/10/2019
prom.
01/10/2019
ELI
eli/besluit/2019/10/01/2019030874/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 OKTOBER 2019. - Ministerieel besluit houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken


De Minister van Natuur en Landelijke Aangelegenheden, Gelet op het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2009 betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek, artikel 19, lid 1, 5° ;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, en 84, § 1, lid 1, 3° ;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid verantwoord is door het feit dat de sanitaire crisis die de Afrikaanse varkenspest is, een ernstige, zeer snel evoluerende crisis is, die vereist dat beslissingen onmiddellijk dienen te worden genomen rekening houdend met de situatie op het terrein;

Terzake is het, in de huidige stand van de kennis, bewezen dat de gevreesde toename van de Afrikaanse varkenspestepidemie, voortvloeiend uit de geboortes van het jaar 2019 (periode einde van de lente en zomerperiode) uitgebleven is dankzij de combinatie van enerzijds de bestrijdingsmaatregelen, aangenomen door het Waals Gewest om de verspreiding en de overdracht van deze ziekte in te dijken, en van anderzijds het aanzienlijke sterftecijfer bij de jonge dieren door het van nature letale effect van de Afrikaanse varkenspest en dankzij de moeilijkheid voor een jong om alleen te overleven als de zeug verdwijnt;

Overwegende dat deze crisis, zelfs als deze indicator erop wijst dat de situatie gunstig evolueert, niettemin ernstig blijft en dat dit zo zal blijven totdat de ziekte geheel is uitgeroeid;

Als de ziekte immers niet snel kan worden uitgeroeid, dreigt ze endemisch te worden;

Overwegende dat dit geen theoretische hypothese betreft : de bestaande wetenschappelijke documentatie over de epidemiologische cyclus van de Afrikaanse varkenpest, getoetst aan de terreingegevens, wijst erop dat het risico dat de ziekte in het Waals Gewest endemisch wordt, reëel is;

Het resultaat van de recente serologische analyses, verricht op wilde zwijnen die in het geïnfecteerde gebied zijn afgeschoten, aangekondigd in het ministerieel besluit van 11 september 2019 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 juni 2019 besluit houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken, werd op 13 september 2019 bekendgemaakt;

Overwegende dat uit de analyse van die resultaten blijkt dat sommige dieren seropositief zijn : sommige wilde zwijnen overleven de ziekte door antilichamen te ontwikkelen tegen het virus van de Afrikaanse varkenspest;

Het overlevingscijfer voor deze wilde zwijnen is evenwel betrekkelijk daar deze onderzoeken niet kunnen uitmaken of de afgeschoten seropositieve dieren antilichamen ontwikkeld hebben die op natuurlijke wijze een weerstand zouden vormen tegen de verspreiding van het virus dan wel of het virus enkel in « sluimertoestand » verkeert;

Bijgevolg is er geen enkel formeel bewijs voorhanden waaruit blijkt dat die overlevenden geen uitwerpselen voortbrengen die later hun niet-geïmmuniseerde soortgenoten, of tamme varkens, zouden kunnen besmetten, zowel bij een natuurlijke dood als gevolg van necrofagie als door het dalen van de immuniteit waardoor het virus weer op krachten kan komen;

Overwegende dat, daarbij, het risico op verspreiding van de ziekte nog hoger ligt doordat deze wilde zwijnen geen enkel voorteken van besmetting door de ziekte vertonen; dat zekerheid omtrekt de besmettingsdiagnose enkel bij een post mortem onderzoek verkregen kan worden;

De geïnfecteerde seropositieve wilde zwijnen kunnen de ziekte dus nog veel verder verspreiden dan de viropositieve wilde zwijnen, die de gevolgen van de ziekte ontwikkelen en ondergaan en bij voorkeur naar vochtige bosgebieden trekken om er te sterven;

Overwegende dat er in deze omstandigheden nieuwe, nog drastischer en constantere, maatregelen aangenomen zouden moeten worden;

Overwegende dat dus voorkomen dient te worden dat de ziekte daadwerkelijk endemisch wordt, daar alle menselijke en financiële moeite die het Waalse Gewest zich tot dan getroost heeft in het tegenovergestelde geval waardeloos zou worden; de economische kosten en verliezen die dit in de toekomst voor de Belgische varkensfokkerij zou betekenen nog buiten beschouwing gelaten;

Rekening houdend met al deze elementen vloeien de beslissingen die in huidig ministerieel besluit gestalte krijgen, voort uit een dagelijks bijgestelde reflectie die fijner uitgewerkt wordt met de input van gegevens te velde over de evolutie van de ziekte en ten opzichte van de overlegging van het Europese expertenverslag ter zake, op 12 september 2019 : grootschalige vernietigingsverrichtingen door het uitzetten van vallen, afschieten na het uitzetten van lokvoeder, nachtschoten, opsporen en weghalen van karkassen, resultaten na de uitvoering van de bioveiligheidsmaatregelen enz.;

Overwegende dat deze verschillende parameters evolueren en dat een volledige anticipatie onmogelijk is;

Bijgevolg zouden de gegevens reeds voorbijgestreefd zijn bij het inachtnemen van een termijn van dertig dagen voor het aanvragen van het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State;

De ingeroepen dringende noodzakelijkheid is vervuld;

Gelet op het advies 66.595/4 van de Raad van State gegeven op 25 september 2019, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat, overeenkomstig Richtlijn 2002/60 van de Raad van 27 juni 2002 houdende specifieke bepalingen voor de bestrijding van Afrikaanse varkenspest en houdende wijziging van Richtlijn 92/119/EEG met betrekking tot gecontamineerde varkensverlamming (Teschenerziekte) en Afrikaanse varkenspest, sinds de bevestiging, op 13 september 2018, van een primair geval van Afrikaanse varkenspest onder wilde zwijnen het Waalse Gewest ertoe verplicht is, onmiddellijk meerdere maatregelen te nemen om de verspreiding van de ziekte af te remmen en te voorkomen, waaronder de afbakening van een besmet gebied en aangepaste, daar toe te passen, maatregelen;

Overwegende dat deze bepalingen aangepast kunnen worden naarmate de sanitaire toestand evolueert;

Overwegende dat de beoogde bepalingen, wanneer aangenomen, vastgesteld worden aan de hand van de aanbevelingen van de Europese deskundigen en wetenschappers gespecialiseerd in de beheersing van Afrikaanse varkenspest;

Overwegende dat de verschillende aanwezige belangen bij het vaststellen van deze bepalingen in overweging zijn genomen, met inbegrip van de particuliere belangen, maar dat de globale beoordeling van de potentiële risico's van elke activiteiten in termen van waarschijnlijkheid dat de ziekte zich verspreidt, ertoe leidt, ze af te keuren of toe te laten volgens modaliteiten en voorwaarden die nu eens gelijkend dan weer uiteenlopend zijn;

Overwegende dat het leefmilieu en het leefgebied van de soort wild zwijn, als enige wildsoort die besmet kan worden met het virus van de Afrikaanse varkenspest, hoofdzakelijk het bosmilieu is;

Overwegende dat de bestaande wetenschappelijke documentatie over de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest aantoont dat menselijke activiteit deze bevordert (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS en S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 7);

Overwegende dat bij toepassing van deze doctrine ervan uit kan worden gegaan dat het behoud van het bosverkeer een reëel risico inhoudt op verspreiding van het virus naar niet besmet bosgebied, en dus een nog hoger risico inhoudt op een overspringing naar kweekvarkensfokkerijen;

Overwegende dat één van de voornaamste maatregelen voor de beheersing van Afrikaanse varkenspest er inderdaad in bestaat, maximaal te voorkomen dat zieke dieren zich verplaatsen; het is zo dat deze zieke dieren zich hoofdzakelijk in het bosgebied bevinden; bijgevolg zijn de activiteiten van elk type in het bosmilieu, en in het bijzonder de activiteiten buiten de wegen en paden, die er het meest voor zorgen dat wilde zwijnen op de vlucht slaan naar andere plekken, zodat het geïnfecteerd gebied potentieel uitbreidt als gevolg; omgekeerd heeft een verstoring op een open plek, vooral als deze plek zich midden in het bos bevindt, als gevolg dat de dieren weer het bos in worden gejaagd, namelijk hun levensruimte, en het risico wordt dan minderd kritiek geacht in termen van uitbreiding van het besmette gebied;

Overwegende dat een onaangepast beheer van de ziekte tot catastrofale en rampzalige economische gevolgen zou leiden over het gehele grondgebied van het Waals Gewest en, ruimer nog, het Koninkrijk België;

Overwegende dat het Waalse Gewest om te handelen als normaal voorzichtige en naarstige beheerder, veiligheid en voorzichtigheid moet voorstaan door de epidemie in te sluiten en strikte maatregelen in die zin aan te nemen;

Overwegende dat het beheer van de ziekte evenwel vereist dat toegang wordt verleend tot het geïnfecteerd gebied, voor de personen die met de ziektebestrijding zijn belast;

Overwegende dat deze bestrijding de vorm aanneemt van verschillende maatregelen, aangenomen door het Gewest, waaronder met name grootschalige vernietigingsverrichtingen bij het zetten van vallen en verrichten van nachtschoten, het oprichten van meer dan 250 km lange omheiningen, intense opsporings- en afvoerverrichtingen van de karkassen van de wilde zwijnen en de uitvoering van bioveiligheidsmaatregelen;

Overwegende dat het samengaan van insluiting van de epidemie en van de aangenomen bestrijdingsmaatregelen doeltreffend is daar de zonering van de Afrikaanse varkenspest ten slotte sinds maart 2019 niet meer uitbreidde, wat wijst op een vertraging van de geografische uitbreiding van de epidemie;

Overwegende dat er gevreesd werd voor een toename van de ziekte door een hogere sterftepiek, en dus van het aantal kadavers, tijdens de worpen aan het einde van de lente en het begin van de zomer;

Overwegende dat er, met deze vrees voor ogen, door het Waalse Gewest nieuwe maatregelen zijn aangenomen via het besluit van de Waalse Regering van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen en het ministerieel besluit van 27 juni 2019 houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen om de verspreiding van Afrikaanse varkenspest te beperken;

Overwegende dat er, in afwachting van de validering van nieuwe serologische analyses op wilde zwijnen die afgeschoten werden in het geïnfecteerde gebied, en van de mededeling door de Europese deskundigen inzake Afrikaanse varkenspest, van het definitieve verslag van de task force GF-TAD betreffende de situatie en de evolutie van de ziekte op zijn grondgebied, bij ministerieel besluit van 11 september 2019 tot wijziging van het ministerieel besluit van 27 juni 2019 houdende een tijdelijk verkeersverbod in de bossen ter beperking van Afrikaanse varkenspest, overgegaan werd tot de verlenging van de maatregelen vervat in het ministerieel besluit van 27 juni 2019 als bovenvermeld, en dit tot 4 oktober 2019;

Overwegende dat deze maatregelen ter bestrijding van de verspreiding en het overbrengen van de ziekte, aangenomen door het Gewest in juni 2019 en verlengd in september 2019, doeltreffend zijn daar de toename waarvoor gevreesd werd uitgebleven is;

Overwegende dat uit de laatste tellingen te velde, tijdens die periode verricht, een daling blijkt in de concentratie van wilde zwijnen sinds het aantreffen van het eerste geval van Afrikaanse varkenspest;

Overwegende dat de situatie ondanks de bemoedigende resultaten van de beheersing van de Afrikaanse varkenspest, niettemin kritiek blijft en zal blijven tot de volledige uitroeiing van de ziekte is geschied;

Overwegende dat, hoewel deze resultaten zouden kunnen laten uitschijnen dat het virus aanstonds zou kunnen verdwijnen en het dus niet meer nodig is zich zo strikt te tonen, is daar niets van aan : deze resultaten moeten in dit stadium dus gerelativeerd worden met betrekking tot vier hoofdparameters, namelijk de daling van het aantal wilde zwijnen onder invloed van de aangenomen uitroeiingsmaatregelen, het van nature letaal effect van de ziekte, de moeizame overleving van jonge dieren bij afsterven van de zeug en de moeilijkheid om in het groeiseizoen de kadavers op te sporen;

Overwegende dat er in de wetenschappelijke literatuur te lezen valt dat het meer dan waarschijnlijk is dat de ziekte naar een evenwicht toe groeit met een wilde zwijnenpopulatie die de instandhouding van het virus over een langere termijn bevordert, wat de endemische fase is (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS et S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, pp. 18-19 en p. 25);

Overwegende dat het bijgevolg frequent voorkomt dat de ziekte in de weken of maanden na het afnemen van de populatie weer opduikt;

Overwegende dat de bepalende factor daarvoor vermoedelijk de wilde zwijnen zijn, die het geïnfecteerde gebied bevolken door geboortes of binnendringing en daar het « sluimerend » virus hebben opgelopen in de karkassen van wilde zwijnen die door necrofagie of eenvoudig contact ziek zijn geworden;

Gelet op de validering, op 13 september 2019, van de recente serologische analyses verricht op afgeschoten wilde zwijnen in het geïnfecteerde gebied;

Overwegende dat uit de analyse van die resultaten blijkt dat sommige dieren seropositief zijn : sommige wilde zwijnen overleven de ziekte door antilichamen te ontwikkelen tegen het virus van de Afrikaanse varkenspest;

Het overlevingscijfer voor deze wilde zwijnen is evenwel betrekkelijk daar deze onderzoeken niet kunnen uitmaken of de afgeschoten dan wel dood aangetroffen seropositieve dieren antilichamen ontwikkeld hebben die op natuurlijke wijze een weerstand zouden vormen tegen de verspreiding van het virus dan wel of het virus enkel in « sluimertoestand » verkeert;

Bijgevolg is er geen enkel formeel bewijs voorhanden waaruit blijkt dat die overlevenden geen uitwerpselen voortbrengen die hun niet-geïmmuniseerde soortgenoten, of tamme varkens, zouden kunnen besmetten, zowel bij een natuurlijke dood als gevolg van necrofagie als door het dalen van de immuniteit in de komende dagen-weken-maanden waardoor het virus weer op krachten kan komen;

Overwegende dat, daarbij, het risico op verspreiding van de ziekte nog hoger ligt doordat deze wilde zwijnen geen enkel ziektesymptoom vertonen; dat zekerheid omtrent de besmettingsdiagnose enkel bij een post mortem onderzoek verkregen kan worden;

Overwegende dat de geïnfecteerde seropositieve wilde zwijnen de ziekte dus nog veel verder kunnen verspreiden dan de viropositieve wilde zwijnen, die de gevolgen van de ziekte ontwikkelen en ondergaan en bij voorkeur naar vochtige bosgebieden trekken om er te sterven;

Overwegende dat de seropositieve dieren volgens de wetenschappelijke literatuur beschouwd dienen te worden als viropositieve en vernietigde individuen om het overdragen van de ziekte lam te maken en ze definitief uit te roeien (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS en S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, p. 14 en p. 25);

Overwegende dat in het geïnfecteerde gebied het sanitair vacuüm doorgevoerd moet worden;

Overwegende dat alle menselijke en financiële moeite die het Waalse Gewest zich tot dan getroost heeft om de ziekte uit te roeien, bij een onbestaand beheer van deze beide aspecten van de evolutie van de ziekte, voor niets zou zijn wegens een nieuwe verspreiding naar niet-besmette groepen wilde zwijnen; Overwegende dat het Gewest als plicht heeft, de tot dan aangenomen maatregelen waarvan de doelgerichtheid door de Europese deskundigen is onderstreept bij de prestentatie van het verslag, voorgelegd op 12 september (Standing Group of Experts on ASF in Europe - GF TADs), in stand te houden met het oog op de bestendiging van de strijd tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest en de zo spoedig mogelijke uitroeiing ervan;

Overwegende dat de prospectie van karkassen, in het verlengde van de reeds aangenomen maatregelen en ter sanering van het geïnfecteerde gebied, nog sterker zal toenemen;

Overwegende dat er, in dat opzicht, een nieuwe beheersmaatregel in verband met de Afrikaanse varkenspest in de maak is, namelijk de installatie van een afschietinstallatie met talrijke aandrijf- en voederpunten in de nabijheid van verharde wegen in het geïnfecteerde gebied;

Overwegende dat het tegelijk opvoeren van een ad hoc jachtdruk en het snel weghalen van de karkassen in de endemische fase volgens de wetenschappelijke literatuur de waarschijnlijkheid dat het virus uitgeroeid zal worden nog zal doen toenemen (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS en S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 26);

Overwegende dat de schietverrichtingen in het geïnfecteerde gebied nog opgetrokken zullen worden (met schoten op ongewone uren en plaatsen), en nog intenser tijdens de eerstkomende (zomer- en winter)maanden;

Overwegende dat de invoering van een dergelijk systeem, om overduidelijke veiligheidsredenen, dient te gebeuren zonder dat er een risico bestaat dat het wild verstoord wordt door niet-essentieel bosverkeer;

Overwegende dat een geheel bosverkeersverbod bijgevolg bevolen is en wordt;

Overwegende dat dit een zaak is van bescherming van het algemeen nut;

Overwegende dat er evenwel, mits enkele voorzorgs- en bioveiligheidsmaatregelen, voorzien kan worden in maatregelen ter tempering van dat algemeen verkeersverbod in de bossen voor een beperkt aantal rechthebbenden met het oog op de openbare veiligheid of de bereikbaarheid van bepaalde woonsten;

Overwegende dat talrijke activiteiten van het type bosbouw, landbouw, visteelt en cultuur eveneens onder het algemeen verkeersverbod in bos en woud, nodig voor de inperking van de epidemie van Afrikaanse varkenspest, lijden;

Overwegende dat de mogelijkheid tot toekenning van individuele afwijkingen daarvoor beorodeeld en geëvalueerd wordt met behulp van wetenschappelijke studies en ten opzichte van de evolutie van de ziekte, om een hervatting van deze activiteiten mogelijk te maken zonder dat dit schade kan toebrengen aan de maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van de ziekte met het oog op de bescherming van het algemeen nut;

Overwegende dat de in het geding zijnde belangen tegen elkaar afgewogen moeten worden en dat dit leidt tot machtigingen voor de ene, maar niet voor de andere activiteit, al lijken ze op elkaar, omdat dit net afhangt van het milieu waarin ze plaatsvinden : bosmilieu of open milieu;

Overwegende dat een advies in verband met het risico op introductie van Afrikaanse varkenspest in de varkensfokkerijen, gepaard gaand met werkhervattingen in de bossen van zone II (met de ziekte besmet), is aangevraagd bij het wetenschappelijk comité van het FAVV om te bepalen of een hervatting van activiteiten en uitbatingen in de bosbouw,rekening houdend met de epidemie en haar evolutie, te overwegen valt;

Overwegende dat dat advies (sneladvies nr 09/2019 - Risico op introductie van Afrikaanse varkenspest (AVP) in varkensbedrijven gelinkt aan het hernemen van bosbouw-werkzaamheden in zone II (wilde fauna geïnfecteerd met AVP) (dossier SciCom 2019/10)) uitgebracht is door het wetenschappelijk comité van het FAVV, op 4 juni 2019;

Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV het risico op indirecte transmissie via de personen en het materieel naar niet-gecontamineerde gebieden via de hervatting van bosbouwactiviteiten (namelijk, voorbereiding van de bodems - met inbegrip van het aanbrengen van bodemverbeteraars, het aanplanten en inzaaien, het snoeien, het merken van bomen in dunning en bosuitbating) als gematigd labelt, namelijk niveau 3 op 4 in de risicobepalingsschaal;

Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV verder in bedoeld advies nog aanstipt dat het aantal aannemers die de beoogde bosbouwwerkzaamheden uitvoert beperkt is waardoor ze zichzelf en hun materiaal dienen te verplaatsen tussen verschillende exploitatiesites verspreid over het land en vaak verwijderd zijn van elkaar. Gezien het invasieve karakter van de bosbouwwerkzaamheden bestaat er een aanzienlijke kans om in contact te komen met gecontamineerd materiaal (kadavers, uitwerpselen) in zone II. Bovendien vertoont het virus van de Afrikaanse varkenspest een hoge weerstandsgraad in biologische substanties, en dus in het milieu; Wegens deze beide factoren is het risico op verspreiding van het virus aanzienlijk. »;

Overwegende dat het wetenschappelijk comité van het FAVV bijgevolg momenteel afraadt « om de bosbouwwerkzaamheden te hervatten en dit niet wegens het risico op introductie van het virus in de varkensbedrijven en vooral wegens het risico op verdere verspreiding van het AVP virus in de wilde fauna »; [00e2][0080] TM?97[00e2][0080][0088]Que cette considération et la recommandation qui est formulée sont justifiées au regard « du caractère invasif...[00c2][0081] des travaux dans les forêts [et de la] forte probabilité d'entrer en contact avec des substances contaminées »;

Overwegende dat de meeste dood aangetroffen wilde zwijnen, positief bevonden op Afrikaanse varkenspest, op datum van 3 juni 2019, aangetroffen zijn in het bosecosysteem gekenmerkt door de aanwezigheid van talrijke vochtige en frisse milieus, namelijk daar waar de bosbouwactiviteiten en -uitbatingen uitgevoerd worden;

Overwegende dat de wilde zwijnen die met de Afrikaanse varkenspest zijn besmet, immers door de koorts waaraan ze lijden, koele en vochtige gebieden opzoeken om er te sterven;

Overwegende dat een bosuitbating, hoe beperkt en gericht ook, noodzakelijkerwijs geluidshinder veroorzaakt en invasief is en dus de wilde zwijnen uit het gebied zou kunnen verstoren en verjagen, zoals ANSES acht in een advies van 24 januari 2019 (aanhangigmaking nr. 2018-SA-0250) betreffende de evaluatie van de impact van de activiteiten in het bos op het risico op verspreiding van Arikaanse varkenspest op het nationaal grondgebied;

Overwegende dat het risico op transmissie en verspreiding van Afrikaanse varkenspest door toegang tot het bosmilieu om bosbouwactiviteiten en -uitbatingen uit te voeren, naar andere niet-besmette gebieden, dus reëel is;

Overwegende dat het risico nog hoger komt te liggen in aanwezigheid van seropositieve wilde zwijnen die, anders dan hun soortgenoten die de ziekte ontwikkelen en frisse en vochtige gebieden opzoeken om er te sterven, zich door schrik zouden kunnen verplaatsen naar andere gebieden dan bosgebied;

Overwegende dat het enig gekend geval van succesvolle uitroeiing van Afrikaanse varkenspest in Europa zich in de Tsjechische Republiek heeft voorgedaan;

Overwegende dat de strategie die in dat land is gevolgd, het verbod inhield op activiteiten in bossen en wouden van het gecontamineerde gebied, behoudens wat viel onder de bestrijding van Afrikaanse varkenspest (Petr Satran, From ASF infection in wild boar to eradication and free status recovery in the Czech Republic, GF-TADs, Praha, 11.3.2019);

Overwegende dat dit succes en de conclusies van het advies van het wetenschappelijk comité van het FAVV eerder op een maximaal verbod wijzen van bosbouwactiviteiten en -uitbatingen, wil men voorkomen dat de Afrikaanse varkenspest verder uitbreidt naar nieuwe gebieden;

Overwegende dat het enkel om dwingende redenen van sanitair type is dat men het bosverkeer zou overwegen;

Overwegende dat zulks nog eens bevestigd wordt door de Europese experts inzake Afrikaanse varkenspest (REPORT ASF Expert Mission to Belgium, EUVET Initiative, 7-8 January 2019, by Vittorio GUBERTY - ISPRA, Italy);

Overwegende dat, als sommige bosbouwwerkzaamheden onontbeerlijk zijn voor het overleven van de bestanden, andere werkzaamheden enkel een betere vormgeving en dus een beter economisch rendement voor de eigenaar beogen; een goede vormgeving voor bomen bekomen is niet doorlsaggevend tegenover het algemeen belang, namelijk voorkomen dat de varkenspest zich verspreidt; vrijmaken en weghalen is niet toegelaten daar het weghalen van struikgewas aanwezige wilde zwijnen verjaagt, en het risico op verspreiding van de ziekte wegens dergelijke verplaatsingen wordt niet aanvaardbaar geacht;

Overwegende dat de wouden niettemin, samen met de epidemie van Afrikaanse varkenpest die heden in het Waalse Gewest, onder een bijkomende sanitaire crisis lijden door de exponentiële ontwikkeling van de populatie van een schadelijk insect (schorskever ofte ipsus typographicus) in naaldbomen, meer bepaald de spar ofte epicea;

Overwegende dat het voor doeleinden van bescherming en vrijwaring van het bosecosysteem passend is, maatregelen te nemen om de woekering van dit insect zo goed mogelijk in te dijken om te voorkomen dat de bosbestanden diepgaand en langdurig ondermijnd worden, dat het beheer der eigendommen daardoor verstoord wordt en dat er landschapsverstoring optreedt;

Overwegende dat de vrijwaring en de bescherming van het bosecosysteem eveneens van algemeen nut is;

Overwegende dat enkel via de afvoer, binnen de vier weken, van elke nieuw door de schorskever aangetaste boom doelzaam gestreden kan worden tegen de massale kolonisering van de spar door dit schadelijk organisme;

Overwegende dat het daartoe en in deze specifieke context te overwegen valt en passend is, mits enige voorzorgsmaatregelen op vlak van veiligheid en bioveiligheid, die identiek zijn met de maatregelen opgelegd aan het personeel dat met de opsporingsverrichtingen belast is wegens wilde zwijnenkadavers en onder voorbehoud van verificaties ter plaatse wat de aanwezigheid, of niet, betreft van potentieel aangetaste wilde zwijnenkadavers, van het algemeen verkeersverbod in bossen en wouden af te wijken om de uitbating van, enkel, de door schorskevers aangetaste sparrenbestanden mogelijk te maken;

Overwegende dat hier sprake is van een evenwicht tussen de verplichte voortzetting van de strijd tegen Afrikaanse varkenspest en de noodzaak om de woekering van schorskever over het gehele Waalse grondgebied te voorkomen;

Overwegende dat deze enige bosactiviteit, daar zij een doel van algemeen belang nastreeft en rekening houdend met de verstoring die zij teweeg kan brengen voor de wilde zwijnen die de ziekte ontwikkeld hebben en voor de seropositieve wilde zwijnen, toegelaten zou kunnen worden;

Overwegende dat de uitoefening van deze activiteit een aanzienlijk risico inhoudt inzake de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest waarvan de beheersingeen plicht is voor het Waals Gewest;

Overwegende dat het toelaten van nog meer bosactiviteiten van aard zou zijn, het risico op verspreiding nog te laten toenemen door nog meer verstoring;

Overwegende dat die risico's op verspreiding, van bosmilieus naar andere milieus, niet licht opgevat mogen worden en strikt beperkt moeten worden;

Gelet ook op, overigens, bepaalde economische activiteiten op vlak van landbouw, visteelt, cultuur, lijdend onder de maatregelen aangenomen ter zake van strijd tegen de Afrikaanse varkenspest in het gecontamineerde gebied;

Overwegende dat, net als voor de bosbouwactiviteiten en -uitbatingen, dient te worden bekeken of een snelle hervatting van genoemde activiteiten overwogen kan worden zonder schade te berokkenen aan de aangenomen veiligheids- en bioveiligheidsmaatregelen om doeltreffend te strijden tegen de epidemie en de verspreiding ervan te voorkomen;

Overwegende dat het virus inzake Afrikaanse varkenspest een resistent virus is wanneer het gepaard gaat met organisch materiaal (V. GUBERTI, S. KHOMENKO, M. MASIULIS en S. KERBA, Handbook on ASF in wild boar and biosecurity during hunting, GF-TADs, 25/09/2018, blz. 11-13);;

Overwegende dat het virus op leefbare wijze meerdere weken in het bloed en in (zelfs ontbonden) kadavers van gecontamineerde dieren voort kan woekeren, als dit in gangbare waarden van zgn. omgevingstemperaturen gebeurt (met seizoensvariaties / streekvariaties / bodemdieptevariaties al naar gelang);

Overwegende dat het virus veel minder lang contamineerbaar blijft, slechts enkele dagen, in uitwerpselen (faeces, urine) van zieke wilde zwijnen, te meer omdat grillige weersomstandigheden de leefbaarheid van het virus nog sterker kunnen aantasten;

Overwegende dat de overleving van het virus overigens in het speeksel en in de lucht zeer beperkt is, met name in vochtige en/of zonnige streken;

Overwegende dat er dus een afnemend gradiënt in de resistentie van het virus, schalend van gecontamineerd karkas naar inorganische dragers (zoals asfalt- of met kassei en natuursteen verharde wegen), waar te nemen valt (Advies ANSES vatting nr. 2018-SA-0237 betreffende « mise à jour des connaissances sur les méthodes et procédés d'inactivation du virus de la peste porcine africaine (PPA)) »;

Overwegende dat de overlevensduur van het virus, door de blootstelling aan klimaatgrillen en aan wegspoelen van organisch materiaal, bijgevolg veel korter is op wegen en met kassei en natuursteen verharde wegen dan dit in bossen en wouden het geval is;

Overwegende dat dit verschil er dus voor zorgt dat de risicobeoordeling en de belangenafweging resulteert in een gedifferentieerde behandeling van de toegangen die enkel gebeuren via wegen en met kassei en natuursteen verharde wegen, met een laag risico, dan bij toegangen tot het bosmilieu op zich, waar het risico vele malen hoger is;

Overwegende dat de landbouwactiviteiten hoofdzakelijk betrekking hebben op landbewerking en runderteelt;

Overwegende dat de velden en weilanden waar deze activiteiten beoefend worden, in open milieu plaatsvinden, weg van het bosmilieu;

Overwegende dat dit milieu geen wilde-zwijnenhabitat is;

Overwegende dat het verspreidingsrisico inzake Afrikaanse varkenspest wegens uitwerpselen van zieke wilde zwijnen die potentieel aanwezig zouden zijn op veld en wei, bij een eenvoudige transit van deze dieren, als laag gelabeld wordt wegens de aard zelf van hun matrix en hun blootstelling aan klimaatgrillen buiten het bos;

Overwegende dat, van alle in het bos aangetroffen kadavers, een zeer beperkt aantal kadavers zijn aangetroffen in de nabijheid van met kassei en natuursteen verharde wegen en dat de waarschijnlijkheid dat het tot een contact komt beperkt is op deze ondergrond;

Overwegende dat het niet-bestaan van de parameters inzake verspreiding, namelijk het bosmilieu, alwaar de incubatie plaatsvindt, en de gradiënt in de resistentie tegen het virus aantonen dat het risico op verspreiding van Afrikaanse varkenspest voor het uitoefenen van de landbouwactiviteiten laag is voor zover toegang tot veld en wei verkregen wordt via verharde wegen in kassei of natuursteen;

Overwegende dat dit risico niet verhoogd wordt voor een veld of een weide, gelegen op een grondstuk toegankelijk via het bos over wegen in kassei of natuursteen;

Overwegende dat de activiteiten van landbouwsoort er niet toe bijdragen dat dit een risico inhoudt op verspreiding van de Afrikaanse varkenspest naar niet-geïnfecteerde beboste geiden, in tegenstelling tot de bosactiviteiten, die wilde zwijnen, aanwezig in het gecontamineerd bosmilieu, zouden kunnen verstoren en verplaatsen naar niet-gecontamineerd gebied;

Overwegende dat de eventuele wilde zwijnen, aanwezig in velden en weiden, net als de bosactiviteiten, verstoord zullen worden door storingsgeluiden van landbouw en dus zullen vluchten naar hun natuurlijke leefomgeving, namelijk het bos;

Overwegende dat er, om deze eventualiteit het hoofd te bieden, een reeks bioveiligheidsmaatregelen, toegepast op de bossector, zijn aangenomen door de landbouwsector, in overleg met het Waalse Gewest;

Overwegende dat geen garantie gegeven kan worden op een nulrisico inzake verspreiding van Afrikaanse varkenspest door de uitoefening van dit soort activiteit, maar dat dit risico evenwel vermindert gelet op de persistentie en de resistentie van het virus in genoemd milieu, en op de verhoudingsgewijs genomen maatregelen ter voorkoming van de ziektespreiding;

Overwegende dat het daartoe, en in deze specifieke context, te overwegen valt en passend is, mits de inachtneming van vastgestelde voorwaarden af te wijken van het algemeen verkeersverbod in bos en woud om een snelle hervatting van deze activiteiten mogelijk te maken;

Overwegende dat de activiteiten zoals visteelt of visvangst zoals alle activiteiten van het landbouwtype, buiten het bosmilieu plaatsvinden;

Overwegende dat er, hoewel bepaalde activiteiten zoals visvangst plaatsvinden in koel en vochtig gebied, sprake is van een gebeuren aan de rand van aangelegde watervlakken waar menselijk bezoek en menselijke activiteiten regelmatig en verstorend zijn, waardoor deze plekken niet bepaald geliefd zijn bij potentieel aangetaste wilde zwijnen, die het rustige bosmilieu als sterfplek zullen verkiezen;

Overwegende dat bewezen is dat de resistentie van het virus vanuit een gecontamineerd karkas aanzienlijk is ten opzichte van de fecaliën;

Overwegende dat het risico dat een kadaver van een aangetast wild zwijn aangetroffen wordt op plaatsen waar dit soort activiteiten uitgeoefend wordt ten opzichte van het bosmilieu laag is;

Overwegende dat menselijke activiteiten rondom gebieden van visvangst en visteelt de rust van het wild zwijn « in se » verstoren terwijl het wild zwijn eerder rustige vochtige gebieden zal opzoeken die gelegen zijn in zijn leefgebied;

Overwegende dat de toegang tot dit soort activiteiten enkel via wegen en verharde wegen uit kassei en natuursteen gebeurt;

Overwegende dat de verspreiding van het virus in het water overigens geen bewijsdragende verspreidingsparameter is, gelet op de oplossing ervan in een omvangrijk waterlichaam;

Overwegende dat de garantie op een nulrisico voor de verspreiding van Afrikaanse varkenspest ten opzichte van de uitoefening van dit soort activiteit onmogelijk is, maar dat het risico wel bijna nul is door gereglementeerde verplichtingen terzake;

Overwegende dat deze activiteiten daarnaast onderworpen zijn aan de inachtneming van net dezelfde bereikbaarheidsvoorwaarden als voor landbouw;

Overwegende dat het rekening houdend met deze verschillende parameters te overwegen valt en passend is van het algemeen verkeersverbod in bos en woud af te wijken om de hervatting van visteelt en visvangst mogelijk te maken;

Overwegende dat een vergelijkbare redenering kan worden gemaakt voor cultureel waardevolle gebieden;

Overwegende dat dit soort activiteiten, indien ze indoor plaatsvinden, zonder dwingende voorwaarden georganiseerd kunnen worden onder het voorbehoud dat de toegang tot de gronden, gelegen in bos of woud, gebeurt via wegen en verharde wegen;

Overwegende dat als deze activiteiten outdoor plaatsvinden, dit niet in bosgebied mogelijk is;

Overwegende dat, voor zover de toegang tot deze culturele activiteiten gebeurt via wegen en/of verharde wegen, het risico op verspreiding van de ziekte laag is;

Overwegende dat het in deze omstandigheden te overwegen valt en passend is voor deze activiteiten af te wijken van het algemeen verkeersverbod in bossen om de activiteiten inzake cultuur te laten hervatten mits de inachtneming van de gestelde voorwaarden;

Overwegende dat het samengaan van de aangenomen maatregelen met de grootschalige afschotregeling tijdens de komende maanden (herfst en winter) regelmatig op het terrein geëvalueerd zal worden;

Overwegende dat het blijkens de wetenschappelijke literatuur nodig is alle wilde zwijnen, aanwezig in het geïnfecteerde gebied, uit te roeien;

Overwegende dat, zelfs als de resultaten van de vernietigingsverrichtingen bij het begin van de ziekte belangrijk waren, zij -logischerwijze- mettertijd afnemen;

Overwegende dat dit verantwoord is ten opzichte van het feit dat de wilde zwijnen in het geïnfecteerd gebied minder talrijk zijn dan bij het begin van de ziekte en dat het dus moeilijker is om de overige wilde zwijnen te vinden en te vernietigen;

Overwegende dat de huidige periode overigens een periode van sterke plantengroei is, waarbij wilde zwijnen zich makkelijk kunnen verbergen;

Overwegende dat het, rekening houdend met deze elementen, redelijk en verantwoord voorkomt de bij dit ministerieel besluit aangenomen maatregelen aan te houden tot eind januari 2020;

Overwegende dat het Waals Gewest op die datum over voldoende elementen zal beschikken om in overleg met de Europese experts de gebieden waar de ziekte actief is en de beheersmaatregelen die toegelaten zouden kunnen worden, te herzien;

Overwegende dat de Waalse Overheidsdienst een publieke voorlichtingscampagne heeft gevoerd en verder blijft voeren door informatiebrochures en -folders te verspreiden "La peste porcine africaine, agissons ensemble" en door een informatiecampagne langs de mediakanalen te voeren;

Overwegende dat die gekaderde, gerichte en beperkte toegangen niet meer dan een marginale impact zouden moeten hebben op de rust van het wild en de eventuele verspreiding van de zieke wilde zwijnen, In afwijking van de artikelen 19 tot 23 van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek is het éénieder verboden zich in de bossen en wouden te verplaatsen buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek aan de binnenkant van de buitengrenzen van het buffergebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van het Waals Gewest van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen, Besluit :

Artikel 1.In afwijking van de artikelen 19 tot 23 van het decreet van 15 juli 2008 betreffende het Boswetboek is het éénieder verboden zich in de bossen en wouden te verplaatsen buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek aan de binnenkant van de buitengrenzen van het buffergebied zoals omschreven in de bijlage bij het besluit van het Waals Gewest van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen.

De eventuele toegangsmachtigingen, verkregen op grond van voornoemde artikelen voor de datum van bevestiging van het eerste geval van Afrikaanse varkenspest in het Waalse Gewest, ofte 13 september 2018, worden opgeschort.

Gemachtigd tot afwijking van het verbod van lid 1 zijn enkel, binnen de perken van de handelingen die strikt nodig zijn voor de beheersing van Afrikaanse varkenspest, o.a. het opsporen van nieuwe haarden, de vernietiging van wilde zwijnen en het verwijderen van karkassen van dood of gedood aangetroffen wilde zwijnen, en op voorwaarde dat zij de aanbevolen bioveiligheidsmaatregelen in acht nemen als bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 6 juni 2019 houdende verscheidene tijdelijke maatregelen ter bestrijding van Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen : het personeel van het Departement Natuur en Bossen en van het Departement Onderzoek naar het Natuurlijk en Landbouwmilieu van de Waalse Overheidsdienst en iedere persoon, gemandateerd door deze departementen, de jachtrechthouders en hun beëdigde opzichters, de eigenaren, het personeel van Sanitair toezichtsnet voor Wild in Wallonië, het personeel van de burgerbescherming, het personeel van diensten van de sanitaire ordehandhaving, het personeel van federale en lokale politie, het personeel van de administraties of van gespecialiseerde ondernemingen, belast met het installeren van een omheining om de verplaatsingen van wilde zwijnen in het gecontamineerde gebied te beperken.

Die personen, alsmede hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden dan wel binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur na iedere interventie in het gecontamineerde gebied.

Art. 2.In afwijking van artikel 1 worden de interventies die niet verband houden met de beheersing van Afrikaanse varkenspest en die een toegang, buiten de wegen om, tot de bossen en wouden in de omtrek van het gecontamineerde gebied vereisen, tegen volgende voorwaarden toegelaten : 1° de interventie wordt verricht in de uitoefening van hun ambt door de hulpdiensten, door de burgerbescherming, de politiediensten, de beambten en beheerders van de watertoevoernetten of gas- of elektriciteitsnetten, door de beambten van Infrabel en door de werknemers van mobiele telefonie-operatoren en door de beambten of afgevaardigden van gemeenschapsinfrastructuren of infrastructuren van openbaar nut;2° behoudens spoedeisende gevallen waarbij mensenlevens in gevaar zijn, wordt van de interventie vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;3° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;4° als er een toegang is buiten de verharde wegen, worden de ontsmettingsmaatregelen van het voertuig, het schoeisel en de uitrustingen na gebruik uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van het Departement Natuur en Bossen;5° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;6° die personen, evenals hun voertuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen. Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.

Art. 3.In afwijking van artikel 1 worden de personen wier woonst gelegen is in de bossen en wouden in het besmette gebied en die niet over een toegang via een weg beschikken gemachtigd om zich buiten de wegen om tegen de volgende voorwaarden te verplaatsen: 1° het verkeer buiten wegen om is enkel beperkt tot de toegang tot bedoelde woonst;2° de toegang gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;3° van het gebruikte traject wordt schriftelijk kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;4° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;5° als er een toegang is buiten de verharde wegen, worden de ontsmettingsmaatregelen van het voertuig en eventueel het schoeisel uitgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van het Departement Natuur en Bossen;6° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;7° de personen bedoeld bij dit artikel en hun voertuigen is het verboden een varkensbedrijf te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens.

Art. 4.De eigenaars en bezetters die een terrein hebben gebruikt voor landbouw-, visteelt- of visserijdoeleinden omsloten door de bossen en wouden in het gecontamineerde gebied en die geen toegang hebben via een weg, maar door een verharde wegel en die toegang ertoe wensen te hebben zonder dat voor hun interventie het einde van de verbodperiode afgewacht kan worden, dienen een voorafgaandelijke schriftelijke en gemotiveerde aanvraag in bij de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen. Laatstgenoemde kan een toegangsmachtiging verstrekken die minstens de inachtneming van volgende voorwaarden inhoudt: 1° de machtiging is beperkt tot de toegang tot dit omsloten terrein gebruikt voor landbouw-, visteelt- en visserijdoeleinden;2° van het gebruikte traject wordt schriftelijk kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester van het Departement Natuur en Bossen;3° de toegang gebeurt enkel via verharde wegen, en het is strikt verboden van de verharde weg af te gaan voor het omsloten terrein te hebben bereikt;op het omsloten terrein kan de verharde weg enkel worden verlaten in open milieu en als de oevers van het watervlak kunstmatig zijn aangelegd; 4° de rust van de bossen en de wouden wordt zo streng mogelijk nageleefd;5° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;6° de personen bedoeld bij dit artikel, hun voertuigen en bedrijfstuigen is het verboden een varkensbedrijf te betreden of, respectievelijk, binnen te rijden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op iedere interventie op het omsloten landbouwterrein. Als het Departement Natuur en Bossen vaststelt dat één van bovenvermelde voorwaarden niet is nageleefd, kan betrokkenen de toegang ontzegd worden.

Art. 5.In afwijking van lid 1 wordt het verkeer op de verharde wegen toegelaten voor de voertuigen gebruikt bij nachtelijke abundantie-inventarissen met het oog op de evaluatie van de afschotplannen voor dierensoort hert, georganiseerd door het Departement Natuur en Bossen.

Bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd.

Art. 6.In afwijking van artikel 1 kan het verkeer in de zowel privé- als publieke bossen en wouden, buiten de wegen in de zin van artikel 2 van het Boswetboek voor de inventaris en het merken, de exploitatie en de controle van de inventarissen van de naaldbomen aangetast door de schorskever door de territoriaal bevoegde houtvester tegen volgende minimumvoorwaarden toegelaten worden: 1° de toegang tot de bestanden gebeurt zoveel mogelijk op de verharde wegen;2° na afloop van iedere interventie worden het schoeisel en de uitrusting van de betrokkenen, evenals de voertuigen die de verharde wegen verlaten hebben, ontsmet overeenkomstig de instructies van het Departement Natuur en Bossen;3° de ontsmetting van de voertuigen en bedrijfstuigen gebeurt op kosten van Wallonië in het kader van een overheidsopdracht, door de Waalse Overheidsdienst gegund aan een gespecialiseerde firma;4° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;5° de betrokkenen, evenals hun voertuigen en bedrijfstuigen, is het verboden, een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op de ontsmettingsmaatregelen.

Art. 7.In afwijking van artikel 1 kan het in de bossen en wouden langs de wegen en verharde wegen omgehakt en opgeslagen hout door hun eigenaar of diens bedienden weggehaald worden zonder dat de gebruikte tuigen de betrokken weg verlaten.

Van de interventie wordt vooraf kennis gegeven aan de territoriaal bevoegde houtvester.

Bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd.

Art. 8.In afwijking van artikel 1 kunnen de in de bossen en wouden omsloten cultureel waardevolle gebieden zoals musea, kastelen of erfgoedsites waarvan de hoofdactiviteiten binnen plaatsvinden, toegankelijk worden gemaakt na machtiging van de territoriaal bevoegde houtvester tegen volgende voorwaarden: 1° de toegang gebeurt enkel via verharde wegen die onder geen enkel beding verlaten mogen worden door de uitbaters, het personeel, de bezoekers en gebruikers van de cultureel en/of toeristisch waardevolle gebieden;2° in het cultureel waardevolle gebied zijn de buitenactiviteiten in bosmilieu verboden;3° bij het aantreffen van een kadaver van een wild zwijn, mag dit geenszins benaderd of aangeraakt worden en het telefoonnummer 1718 wordt onmiddellijk verwittigd;4° de bezoekers van het cultureel waardevolle gebied, de uitbater, diens personeel en de voertuigen is het verboden een varkensfokkerij te betreden of in aanraking te komen met tamme varkens binnen de tweeënzeventig uur volgend op het bezoek van bedoelde gebieden. De exploitant van elke cultureel waardevol gebied waartoe de toegang gemachtigd wordt door de houtvester heeft de verplichting om aangepaste tekens aan te brengen om de verbodsbepaling van dit besluit een materiële omzetting te waarborgen. Er wordt aan zijn personeel, aan de bezoekers en de gebruikers van bedoeld gebied informatie verstrekt over de risico's in verband met de Afrikaanse varkenspest en met de maatregelen die uitgevoerd dienen te worden om genoemde ziekte zo goed mogelijk in te perken.

Art. 9.Wanneer dit besluit een desinfectie oplegt, zijn volgende minimummaaatregelen van toepassing : 1° voor het materieel en de voertuigen : a) elk spoor van aarde wordt verwijderd, indien nodig met de borstel;b) er wordt een eerste keer met water gereinigd;c) de eigenlijke desinfectie gebeurt dan met een besproeiing met een Virkon oplossing, opgelost tegen 1% (of een ander virusdodend middel van de d) laarzen en schoeisel worden daarnaast gedurende minstens 12u in een oplossing van bleekwater opgelost in 10%.2° voor de personeen : a) zo snel mogelijk wordt een douche genomen;b) kleren worden gewassen aan 60°.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 4 oktober 2019 en houdt van kracht te zijn op 23 januari 2020.

Namen, 1 oktober 2019.

C. TELLIER

^