gepubliceerd op 06 mei 2000
Rechterlijke Orde Bij koninklijk besluit van 1 februari 2000, in werking tredend op 3 juni 2000, is de heer Tavernier, R., griffier bij het vredegerecht van het tweede kanton Brugge, op zijn verzoek, in ruste gesteld. Betrokkene mag zijn aan Bij koninklijk besluit van 25 november 1999, in werking tredend op 7 juni 2000, is de heer Lepl(...)
MINISTERIE VAN JUSTITIE
Rechterlijke Orde Bij koninklijk besluit van 1 februari 2000, in werking tredend op 3 juni 2000, is de heer Tavernier, R., griffier bij het vredegerecht van het tweede kanton Brugge, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 25 november 1999, in werking tredend op 7 juni 2000, is de heer Leplat, F., eerstaanwezend adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Hoei, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 13 januari 2000, in werking tredend op 31 mei 2000, is de heer Ring, N., secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 1 maart 2000, in werking tredend op 31 mei 2000, is de heer Peirs, F., secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 12 maart 2000, in werking tredend op 31 mei 2000, is de heer Van Autreve, R., hoofdsecretaris van het parket bij het hof van beroep te Gent, op zijn verzoek, in ruste gesteld.
Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 16 april 2000, met ingang van 1 juli 1998, is, benoemd tot eerstaanwezend adjunct-griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, Mevr. Broos, C., adjunct-griffier bij deze rechtbank.
Bij koninklijk besluit van 18 april 2000 is benoemd tot griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, Mevr. Laureys, A., eerstaanwezend adjunct-griffier bij deze rechtbank.
Bij koninklijk besluit van 15 maart 2000 is, met ingang van 1 juni 2000, vast benoemd tot secretaris-hoofd van dienst bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Doornik, de heer Ménart, Y., secretaris bij dit parket.
Bij koninklijk besluit van 18 april 2000 is Mevr. Godin, M., griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Luik, aangewezen tot griffier-hoofd van dienst bij deze rechtbank, voor een termijn van drie jaar, met ingang van 1 mei 2000.
Bij ministerieel besluit van 17 april 2000 is aan Mevr. Widart, C., beambte bij de griffie van de politierechtbank te Marche-en-Famenne, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen.
Bij ministerieel besluit van 28 april 2000 blijft aan Mevr. Van Bellingen, L., eerstaanwezend opsteller bij de griffie van de arbeidsrechtbank te Leuven, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen.
Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.
Bij koninklijk besluit van 15 maart 2000, dat in werking treedt op 21 mei 2000, is aan de heer Cavenaile, J., ontslag verleend uit zijn ambt van plaatsvervangend rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Bergen.
Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Bij koninklijk besluit van 18 april 2000 is de heer Dessoy, Th., gerechtelijk stagiair bij het parket van de rechtbank van eerste aanleg te Hoei, benoemd tot substituut-procureur des Konings bij deze rechtbank.
Bij koninklijke besluiten van 27 april 2000 : - is de heer Van hoogenbemt, L., raadsheer in het hof van beroep te Antwerpen, benoemd tot raadsheer in het Hof van Cassatie; - is de heer Zajtmann, B., substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, benoemd tot substituut-procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen; - is de aanwijzing van de heer De Bruecker, P., rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, tot het ambt van onderzoeksrechter in deze rechtbank, hernieuwd voor een termijn van twee jaar met ingang van 1 mei 2000; - is de aanwijzing van Mevr. Blondiau, M.-H., rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Nijvel, tot het ambt van jeugdrechter in deze rechtbank, hernieuwd voor een termijn van vijf jaar met ingang van 14 mei 2000; - is de heer Herregods, J., substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, aangewezen tot eerste substituut-procureur des Konings bij deze rechtbank, voor een nieuwe termijn van drie jaar met ingang van 1 mei 2000.
Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.