gepubliceerd op 13 november 2017
Koninklijk besluit nr. 57 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde wat goederenvervoerdiensten en ermee samenhangende diensten betreft
31 OKTOBER 2017. - Koninklijk besluit nr. 57 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde wat goederenvervoerdiensten en ermee samenhangende diensten betreft
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit ontwerp van koninklijk besluit geeft uitvoering aan artikel 21, § 4, van het Btw-Wetboek (hierna : "Wetboek").
Artikel 59bis van de richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006, betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, laat elke lidstaat toe om maatregelen te nemen ten einde dubbele heffing of niet-heffing van de belasting alsmede verstoring van de mededing te voorkomen met betrekking tot diensten waarvan de plaats wordt bepaald op grond van de artikelen 44, 45, 56, 58 en 59 van die richtlijn.
Artikel 21, § 4, van het Wetboek machtigt de Koning om dergelijke maatregelen in het interne recht in te voeren voor een aantal van die diensten.
Dit artikel bepaalt aldus dat de Koning, voor de diensten bedoeld in de paragrafen 2 en 3, 5°, van artikel 21 van het Wetboek of voor sommige ervan, kan : 1° de plaats van deze diensten, die krachtens dit artikel in België is gelegen, aanmerken als buiten de Gemeenschap te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie buiten de Gemeenschap plaatshebben;2° de plaats van deze diensten die, krachtens hetzelfde artikel, buiten de Gemeenschap is gelegen, aanmerken als in België te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie in België plaatshebben. Het koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde (Belgisch Staatsblad van 25 maart 2010) vormde een eerste specifieke uitvoeringsmaatregel van artikel 21, § 4, 1°, van het Wetboek ten einde af te wijken van de algemene plaatsbepalingsregel van de diensten, ten aanzien van de goederenvervoerdiensten en de diensten die met het goederenvervoer samenhangen die werkelijk worden gebruikt of geëxploiteerd buiten de Gemeenschap.
Wanneer de belastingplichtige afnemer van dergelijke diensten aldus in België gevestigd is en de plaats van die diensten derhalve in België gelegen is krachtens artikel 21, § 2, van het Wetboek, wordt die plaats geacht buiten de Gemeenschap gelegen te zijn wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie van die diensten buiten de Gemeenschap plaatsvinden.
Wat meer in het bijzonder het goederenvervoer betreft, wordt dat werkelijke gebruik of die werkelijke exploitatie bepaald naar verhouding van de afgelegde afstanden buiten de Gemeenschap.
Het is gebleken dat deze laatste bepaling tot heel wat moeilijkheden aanleiding gaf doordat ze de betrokken operatoren verplicht te bepalen welk gedeelte van het traject buiten de Gemeenschap wordt afgelegd.
Onderhavig koninklijk besluit nr. 57, nieuw, beoogt vooreerst de toepassing van deze bepaling te verduidelijken.
Om praktische redenen en om geen buitensporige verplichtingen op te leggen aan die operatoren, bevestigt de nieuwe bepaling dat er enkel wanneer het volledige traject van de goederenvervoerdienst buiten de Gemeenschap wordt afgelegd, wordt vanuit gegaan dat het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie van de goederenvervoerdiensten en de diensten die met het goederenvervoer samenhangen buiten de Gemeenschap geschieden.
Paragraaf 1 van artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 57, nieuw, herneemt in zijn eerste lid de bepaling die momenteel is opgenomen in artikel 1, eerste lid, van het voormelde koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010 en preciseert in zijn tweede lid dat het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie van de goederenvervoerdiensten en de diensten die met het goederenvervoer samenhangen buiten de Gemeenschap geschieden wanneer het volledige traject van de goederenvervoerdiensten wordt afgelegd buiten de Gemeenschap.
Paragraaf 2 van artikel 1, van het koninklijk besluit nr. 57, nieuw, voegt bovendien een uitvoeringsbepaling in van artikel 21, § 4, 2°, van het Wetboek en voert zo voor de voormelde diensten de tegenhanger in van de bepaling opgenomen in paragraaf 1, door de betrokken diensten in België te laten plaatsvinden wanneer die er werkelijk worden gebruikt of werkelijk worden geëxploiteerd.
Wanneer de toepassing van de algemene regel van artikel 21, § 2, van het Wetboek ten aanzien van de goederenvervoerdiensten en de diensten die met het goederenvervoer samenhangen tot gevolg heeft dat die diensten plaatsvinden buiten de Gemeenschap omdat de belastingplichtige afnemer daar gevestigd is, zullen die diensten bijgevolg voortaan geacht worden in België plaats te vinden wanneer hun werkelijke gebruik of werkelijke exploitatie in België plaatshebben. Voor de toepassing van deze nieuwe bepaling geschiedt het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie van de goederenvervoerdiensten en de diensten die met het goederenvervoer samenhangen in België wanneer het volledige traject van de goederenvervoerdienst wordt afgelegd in België.
Artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 57, nieuw, heft het voornoemd koninklijk besluit nr. 57 van 10 maart 2010 op.
Er werd rekening gehouden met het advies nr. 61.331/3 van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2017.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT
Advies 61.331/3 van 18 mei 2017 over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde wat goederenvervoerdiensten en ermee samenhangende diensten betreft " Op 5 april 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen, verlengd tot 26 mei 2017, een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde wat goederenvervoerdiensten en ermee samenhangende diensten betreft ".
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 9 mei 2017. De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jan Smets en Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraden, Jan Velaers en Johan Put, assessoren, en Astrid Truyens, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Joke Goris, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 18 mei 2017.
Bij het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit is slechts het volgende op te merken.
Artikel 1 van het koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010 "met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde" wordt volledig vervangen. Vermits het gaat om alle werkzame regels van het bedoelde besluit, kan er beter voor worden geopteerd om het geldende besluit op te heffen en te vervangen door een nieuw koninklijk besluit nr. 57 met hetzelfde opschrift (1).
De griffier, A. Truyens De voorzitter J. Baert _______ Nota (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, Raad van State, 2008, nr.106.1, te raadplegen op de internetsite van de Raad van State (www.raadvst-consetat.be).
31 OKTOBER 2017. - Koninklijk besluit nr. 57 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde wat goederenvervoerdiensten en ermee samenhangende diensten betreft (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 21, § 4, vervangen bij de wet van 26 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2009 pub. 04/12/2009 numac 2009003442 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 februari 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 6 maart 2017;
Gelet op advies nr. 61.331/3 van de Raad van State, gegeven op 18 mei 2017 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Overeenkomstig artikel 21, § 4, 1°, van het Wetboek wordt de plaats van navolgende diensten die op grond van artikel 21, § 2, van het Wetboek in België is gelegen, in afwijking hiervan, geacht buiten de Gemeenschap te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie buiten de Gemeenschap geschieden : 1° de goederenvervoerdiensten;2° de diensten die met het goederenvervoer samenhangen zoals het laden, lossen, de behandeling van goederen en soortgelijke activiteiten. Het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie van goederenvervoerdiensten en van de diensten die met goederenvervoer samenhangen geschiedt buiten de Gemeenschap wanneer het volledige traject van de goederenvervoerdienst wordt afgelegd buiten de Gemeenschap. § 2. Overeenkomstig artikel 21, § 4, 2°, van het Wetboek wordt de plaats van de in paragraaf 1, eerste lid, 1° en 2° bedoelde diensten die op grond van artikel 21, § 2 van het Wetboek buiten de Gemeenschap is gelegen, in afwijking hiervan, geacht in België te zijn gelegen, wanneer het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie in België geschieden.
Het werkelijke gebruik of de werkelijke exploitatie van goederenvervoerdiensten en van de diensten die met goederenvervoer samenhangen geschiedt in België wanneer het volledige traject van de goederenvervoerdienst wordt afgelegd in België.
Art. 2.Het koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010 met betrekking tot de plaats van diensten in functie van hun werkelijke gebruik of hun werkelijke exploitatie inzake belasting over de toegevoegde waarde wordt opgeheven.
Art. 3.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Ciergnon, 31 oktober 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 03/07/1969 pub. 11/04/2016 numac 2016000216 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969. Wet van 26 november 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/11/2009 pub. 04/12/2009 numac 2009003442 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde sluiten, Belgisch Staatsblad van 4 december 2009.
Koninklijk besluit nr. 57 van 17 maart 2010, Belgisch Staatsblad van 25 maart 2010.