30 JULI 2008. - Koninkijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de primaire marktpraktijken

VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wijzigingen van het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de primaire marktpraktijken zijn ingegeven door de eerste ervaringen met de toepassing van dit besluit. De nummers van de artikelen die hieronder zijn vermeld, verwijzen naar de artikelen van het koninklijk besluit van 17 mei 2007. 1. Inperking van het toepassingsgebied tot de verrichtingen in België waarvoor een prospectus moet worden gepubliceerd dat vooraf is goedgekeurd door de CBFA (artikel 2, eerste lid) Volgens de huidige regeling gelden de werkingsregels van de primaire markt voor alle openbare aanbiedingen van financiële instrumenten op Belgisch grondgebied waarvoor een prospectus moet worden gepubliceerd, ook al vinden deze aanbiedingen in België plaats met een Europees paspoort. Met deze wijziging wordt het toepassingsgebied van het koninklijk besluit ingeperkt tot aanbiedingen op Belgisch grondgebied waarvoor de publicatie is vereist van een prospectus dat vooraf door de CBFA is goedgekeurd. 2. Inperking van de toepasbaarheid van een aantal bepalingen van het koninklijk besluit tot effecten met een aandelenkarakter (artikel 2, tweede lid) Tenzij anders bepaald is het koninklijk besluit van toepassing op alle types van financiële instrumenten.Inmiddels is evenwel gebleken dat de toepassing van een aantal bepalingen die gelden voor effecten die geen effecten met een aandelenkarakter zijn, moeilijk te rijmen valt met de werking van de primaire markt van deze effecten.

Rekening houdend met de wijzigingen die zijn aangebracht in het koninklijk besluit1 blijven enkel artikel 5, § 1, tweede lid, en § 2, artikel 7 en artikel 12, § 1, eerste lid van toepassing voor alle types van financiële instrumenten. 3. Wijzigingen van artikel 4 Artikel 4 van het besluit schrijft voor dat bij elke openbare aanbieding minimaal een schijf van 10 % van de aangeboden financiële instrumenten moet worden voorbehouden aan de particuliere beleggers. Met deze wijzigingen wordt gepreciseerd welke types van beleggers in aanmerking komen voor deze schijf. Dit zijn natuurlijke personen en rechtspersonen, met uitsluiting van rechtspersonen als bedoeld in artikel 10, § 1, a) en b), van de wet van 16 juni 2006. Voorts zijn ook de beleggers uitgesloten die niet geviseerd worden in de voormelde bepalingen van artikel 10 maar deelnemen aan de samenstelling van het orderboek ingeval deze prijsvormingsmethode wordt gevolgd voor de openbare aanbieding.

Daarnaast wordt tevens gepreciseerd dat de schijf van 10 % die moet worden voorbehouden aan de particuliere beleggers, moet worden berekend op basis van alle effecten met een aandelenkarakter die worden aangeboden, m.a.w. niet enkel op basis van de effecten die in het oorspronkelijke bod worden aangeboden maar ook rekening houdend met de bijkomende effecten die worden aangeboden in het kader van de openbare aanbieding. 1. Zie de artikelen 4, 8 en 12.4. Wijziging van artikel 9 De regel die is voorgeschreven bij artikel 9, eerste lid wordt beperkt tot de gevallen waarin niet alle aangeboden effecten zijn geplaatst. Er wordt aan herinnerd dat de safe harbour waarin Verordening 2273/2003 voorziet, veronderstelt dat op alle aandelen is ingeschreven. Deze oplossing zou zowel een antwoord bieden op de opmerking dat er een regel verplicht wordt gesteld die slechts optioneel is in de voormelde Verordening, als op de vraag naar verduidelijking van de geldende bepalingen ingeval een openbare aanbieding niet volledig is onderschreven. 5. Wijziging van artikel 6 Met deze wijziging wordt gepreciseerd dat de in deze bepaling vermelde lijst met informatie niet limitatief is.6. Wijziging van artikel 7, § 2 Bij openbare aanbiedingen van obligaties gebeurt het dat de leden van het plaatsingssyndicaat aan tussenpersonen die geen lid zijn van het syndicaat, obligaties aanbieden tegen een lagere prijs dan de uitgifteprijs, waarna deze tussenpersonen die effecten aan hun cliënten aanbieden tegen de uitgifteprijs (bedoeling hierbij is de administratieve kosten te dekken voor het beheer van hun orders van particulieren).Met de wijziging wordt in de tekst gepreciseerd dat deze praktijk geen voordeel is dat wordt toegekend in de zin van artikel 7, § 2. 7. Wijziging van artikel 10 Artikel 10 bepaalt dat het aantal aandelen dat bovenop een openbare aanbieding wordt aangeboden, niet meer mag bedragen dan 15 % van het bedrag van de openbare aanbieding bij een verrichting met verwateringseffect, of 25 % van dat bedrag bij een verrichting zonder verwateringseffect. Voor zover deze mogelijkheid in het prospectus is vermeld, kan de uitgevende instelling of de aanbieder er zonder meer gebruik van maken. Als de uitgevende instelling of de aanbieder deze limieten evenwel wil overschrijden, zal er een aanvulling op het prospectus moeten worden opgesteld aangezien aldus de aard zelf van de voorgestelde aanbieding wordt gewijzigd. 8. Wijziging van artikel 11 In het koninklijk besluit wordt voor de CBFA de mogelijkheid ingevoerd om afwijkingen toe te staan op grond van de economische situatie van een onderneming (biotech, start up). Er wordt tevens een precisering toegevoegd aan artikel 11 om het geval uit te sluiten van een openbaar overnamebod, alsook van een overdracht van effecten met een aandelenkarakter die de verplichting doet ontstaan om een openbaar overnamebod uit te brengen.

Tot slot wordt erop gewezen dat het in § 1 opgelegde verbod niet geldt ingeval de aangeboden aandelen, op het ogenblik dat ze werden verworven, waren toegelaten tot de verhandeling op een buitenlandse markt die gelijkaardige waarborgen biedt inzake beleggersbescherming. 9. Wijziging van artikel 12 Er komt een aanvulling op artikel 12, § 1, eerste lid waarmee dit ook van toepassing wordt verklaard ingeval er misleidende informatie zou worden verspreid tussen de afsluiting van het bod en de eerste notering van het effect. Ik heb de eer te zijn, Sire, van uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-eersteminister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

30 JULI 2008. - Koninkijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de primaire marktpraktijken ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 2, 1°, k), en artikel 29 gewijzigd bij de wet van 2 mei 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de primaire marktpraktijken;

Gelet op de open raadpleging in de zin van artikel 2, 18°, van de voormelde wet van 2 augustus 2002, die van 17 maart 2008 tot 17 april 2008 gezamenlijk werd georganiseerd door de FOD Financiën en de CBFA;

Gelet op het advies van de CBFA, gegeven op 6 mei 2008;

Gelet op advies 44.765/2 van de Raad van State, gegeven op 14 juli 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de primaire marktpraktijken wordt vervangen als volgt : "Tenzij anders bepaald, is dit besluit van toepassing op de openbare aanbiedingen van financiële instrumenten op het Belgische grondgebied die geen openbare aanbiedingen tot ruil zijn, mits hiervoor krachtens de wet van 16 juni 2006 of haar uitvoeringsbesluiten de verplichting geldt om een prospectus te publiceren dat vooraf ter goedkeuring is voorgelegd aan de CBFA."

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "van effecten met een aandelenkarakter" worden ingevoegd tussen de woorden "elke openbare aanbieding" en de woorden "die niet beperkt is tot een specifieke groep beleggers";2° de woorden "voorbehouden aan de particuliere beleggers" worden vervangen door de woorden "bestemd voor alle beleggers met uitzondering van de beleggers bedoeld in artikel 10, § 1, a) en b) van de wet van 16 juni 2006, of van de beleggers die deelnemen aan de procedure voor de samenstelling van een orderboek, ingeval een dergelijke procedure wordt gevolgd voor de openbare aanbieding"; 3° artikel 4 wordt aangevuld met de volgende zin : "Voor de berekening van deze schijf moet worden uitgegaan van alle effecten met een aandelenkarakter die openbaar worden aangeboden.".

Art. 3.In artikel 5, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "effecten met een aandelenkarakter" vervangen door de woorden "aandelen of andere met aandelen gelijk te stellen financiële instrumenten";2° in het tweede lid van dezelfde paragraaf worden de woorden "effecten met een aandelenkarakter" vervangen door de woorden "aandelen of andere met aandelen gelijk te stellen financiële instrumenten".

Art. 4.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "onverminderd titel VIII van de wet van 16 juni 2006," ingevoegd tussen de woorden "naargelang het geval," en de woorden "het publiek".

Art. 5.In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "voor de leden van het plaatsingssyndicaat" ingevoegd tussen het woord "voordelen" en de woorden "verbonden zijn".

Art. 6.In de eerste zin van artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het woord "moeten" weggelaten en worden de woorden "Bij een openbare aanbieding van effecten met een aandelenkarakter moeten" ingevoegd vóór de woorden "De voorwaarden die worden aangeboden".

Art. 7.Artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Behoudens een door de CBFA verleende behoorlijk gemotiveerde afwijking, mag de uitoefening van de greenshoe-optie bij een openbare aanbieding van effecten met een aandelenkarakter die nog niet volledig onderschreven is, ten hoogste betrekking hebben op 15 % van het bedrag van de openbare aanbieding waarop effectief is ingeschreven."

Art. 8.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : "In het prospectus moet melding worden gemaakt van de mogelijkheid om de omvang van de aanbieding met de voormelde bedragen te vergroten. Zolang de aanbieding loopt, kan de uitgevende instelling of de aanbieder beslissen om de omvang van de aanbieding te vergroten met een bedrag dat de voormelde limieten overschrijdt mits een aanvulling op het prospectus wordt gepubliceerd volgens de regels die zijn vastgelegd in de artikelen 34 en 53 van de wet van 16 juni 2006."

Art. 9.In artikel 11, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "Behoudens een door de CBFA verleende behoorlijk gemotiveerde afwijking, mag » worden ingevoegd vóór de woorden « iedere natuurlijke of rechtspersoon » en in fine van de bepaling wordt het woord "mag" weggelaten;2° de woorden "financiële instrumenten" worden telkens vervangen door het woord "aandelen";3° de woorden ", tenzij het een overdracht betreft die leidt tot de verplichting om een openbaar overnamebod uit te brengen, of indien de aandelen worden ingebracht of overgedragen in het kader van een openbaar overnamebod" worden ingevoegd na de woorden "gedurende één jaar na die toelating".4° artikel 11, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : "Dit verbod geldt niet indien de aandelen, op het ogenblik dat ze werden verworven, waren toegelaten tot de verhandeling op een buitenlandse gereglementeerde markt, op een buitenlandse multilaterale handelsfaciliteit of op enige andere buitenlandse, regelmatig werkende en voor het publiek toegankelijke markt waarvan de CBFA oordeelt dat zij, in het kader van dit artikel, gelijkwaardige waarborgen biedt inzake beleggersbescherming".

Art. 10.In artikel 12, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden ", bij een openbare aanbieding van effecten met een aandelenkarakter," ingevoegd tussen de woorden "Onverminderd titel VI van de wet van 16 juni 2006 mag" en de woorden "informatie over de omvang van de vraag", en worden de woorden "of bij de afsluiting van" ingevoegd tussen het woord « tijdens" en de woorden "de openbare aanbieding".

Art. 11.De Minister bevoegd voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS