Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 2019
gepubliceerd op 17 oktober 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging van de bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90450/CO/143 van 23 december 2008 die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019203766
pub.
17/10/2019
prom.
29/09/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging van de bijlage (pensioenreglement) aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90450/CO/143 van 23 december 2008 die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zeevisserij;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging van de bijlage (pensioenreglement) aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90450/CO/143 van 23 december 2008 die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 september 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, W. BEKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zeevisserij Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019 Wijziging van de bijlage (pensioenreglement) aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90450/CO/143 van 23 december 2008 die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt (Overeenkomst geregistreerd op 28 februari 2019 onder het nummer 150718/CO/143) Toepassingsgebied

Artikel 1.Alle artikelen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90450/CO/143 van 23 december 2008 die te maken hebben met toepassingsgebied blijven ongewijzigd.

Wijziging pensioenreglement

Art. 2.Het gecoördineerde pensioenreglement in bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en vervangt de bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90450/CO/143 van 23 december 2008.

Opzeggingsmodaliteiten

Art. 3.Duur en opzeggingsmodaliteiten Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 december 2018 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

En heeft dezelfde opzeggingsmodaliteiten als (in artikel 17 van) de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90450/CO/143 van 23 december 2008 dewelke het wijzigt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging van de bijlage (pensioenreglement) aan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 90450/CO/143 van 23 december 2008 die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt "Zeevissersfonds" Pensioenreglement Algemeen De pensioentoezegging treedt in werking op 1 januari 2009 volgens de modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008 gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij (PC 143), die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij (PC 143), houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt.

De pensioentoezegging wordt beheerd door het pensioenreglement. Het onderhavige pensioenreglement betreft een gecoördineerde versie waarbij de laatste wijzigingen in werking zijn getreden op 1 januari 2018.

Artikel 1.Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : Aangeslotene Alle werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij (artikel 4 van de wet van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/2003 pub. 20/06/2003 numac 2003012246 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser sluiten), die een erkenning hebben verkregen als zeevisser.

Arbeidsongeval Een arbeidsongeval dat zich tijdens en door het feit van de uitvoering van een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij heeft voorgedaan.

Bijdrage De bijdragen die door de inrichter gestort worden als tegenwaarde van de verbintenissen van de pensioeninstelling en van de verzekeringsinstelling.

FSMA Financiële Autoriteit voor Markten en Diensten ("Financial Services and Markets Authority").

Datum van inwerkingtreding 1 januari 2009.

Erkend zeevisser De werknemer die erkend wordt als zeevisser overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2005 pub. 07/03/2005 numac 2004203610 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser type koninklijk besluit prom. 17/02/2005 pub. 07/03/2005 numac 2004203611 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende erkenning van een organisatie van werkgevers in uitvoering van artikel 26 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser sluiten tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/2003 pub. 20/06/2003 numac 2003012246 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser sluiten tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser.

Financieringsfonds Stelsel van collectieve reserve, dat beheerd wordt overeenkomstig de in het huidig pensioenreglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen.

Gepresteerde RSZ-dagen Al de dagen die deel uitmaken van een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij, zoals omschreven bij artikel 8, leden 1 en 2 van de wet van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/2003 pub. 20/06/2003 numac 2003012246 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser sluiten tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser.

Inrichter Het fonds voor bestaanszekerheid, "Zeevissersfonds" genaamd, dat werd opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 1986 gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij.

Jaarlijkse aanpassing De datum waarop de aanpassing van de lopende contracten plaatsvindt, met name bij het begin van elk verzekeringsjaar.

Pensioenleeftijd De eerste dag van de maand die volgt op de 60ste verjaardag van de aangeslotene.

Voor werknemers tewerkgesteld als erkend zeevisser met een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor zeevisserij vanaf 1 januari 2019 is de pensioenleeftijd bepaald op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Voor werknemers tewerkgesteld als erkend zeevisser met een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor zeevisserij vanaf 1 februari 2025 wordt de pensioenleeftijd bepaald op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de leeftijd van 66 jaar bereikt.

Voor werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor zeevisserij als erkend zeevisser vanaf 1 februari 2030 is de pensioenleeftijd bepaald op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij de leeftijd van 67 jaar bereikt.

Pensioeninstelling AG Insurance n.v., E. Jacqmainlaan 53, 1000 Brussel - RPR Brussel, BTW BE 0404.494.849, Belgische verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0079, onder het toezicht van de Nationale Bank van België, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, die wordt belast met het verzekeren van de waarborg leven zoals gedefinieerd in artikel 7, alsook van de waarborg overlijden zoals gedefinieerd in artikel 8.1.

Pensioentoezegging De toezegging van een aanvullend pensioen conform onderhavig pensioenreglement door de inrichter aan de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden.

Pensionering De effectieve ingang van het rustpensioen, al dan niet vervroegd, in de wettelijke pensioenstelsels voor werknemers.

Pensioentoezegging van het type "vaste bijdragen" De verbintenis van de inrichter tot het betalen aan de pensioeninstelling van voorafgestelde premies tot financiering van de pensioentoezegging.

Uittreding - Hetzij de intrekking van de erkenning als zeevisser anders dan door overlijden of pensionering; - Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer de aansluitingsvoorwaarden van artikel 3.1 niet langer vervult, zonder dat dit gepaard gaat met de intrekking van de erkenning als zeevisser of de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering; - Hetzij het einde van de aansluiting omwille van het feit dat de reder of, in geval van overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe reder niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008 betreffende het sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers.

Verworven reserves De reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig dit pensioenreglement.

Verzekeringsinstelling AG Insurance n.v., E. Jacqmainlaan 53, 1000 Brussel - RPR Brussel, BTW BE 0404.494.849, Belgische verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0079, onder het toezicht van de Nationale Bank van België, de Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, die wordt belast met het verzekeren van de waarborgen overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval, zoals gedefinieerd in artikelen 8.2 en 9.

Verzekeringsjaar Het jaar dat aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december daaropvolgend.

Wet betreffende de aanvullende pensioenen of WAP De wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.

Art. 2.Voorwerp De inrichter sluit onderhavig pensioenreglement af met het oog op het financieren van een sectoraal pensioenstelsel ten gunste van de werknemers die ressorteren onder de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008 gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij (PC 143), die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij (PC 143), houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt, alsook de latere wijzigingen van deze collectieve arbeidsovereenkomsten.

De pensioentoezegging betreft een pensioentoezegging van het type vaste bijdragen zonder gewaarborgd rendement lastens de inrichter, onverminderd de toepassing van de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen.

Het doel van het sectoraal pensioenstelsel is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake pensioenen en ter verhoging ervan : - aan de aangeslotene, van een kapitaal of een levenslange lijfrente op het ogenblik van zijn pensionering; - aan de begunstigde, bij overlijden van de aangeslotene vóór zijn pensionering, van een kapitaal of een levenslange rente op basis van de verworven reserves op het ogenblik van het overlijden.

In geval van arbeidsongeval wordt voorzien in volgende forfaitaire dekkingen : - ten voordele van de begunstigde, een kapitaal bedoeld in artikel 8.2 in geval van overlijden van de aangeslotene ten gevolge van een arbeidsongeval; - ten voordele van de aangeslotene, een kapitaal in geval van permanente arbeidsongeschiktheid van meer dan 66 pct. ten gevolge van een arbeidsongeval bedoeld in artikel 9.

Het pensioenreglement en zijn bijlagen vormen een pensioenstelsel dat het voorwerp uitmaakt van een verklaring aan de gegevensbank inzake "tweede pijler".

Art. 3.Aansluiting 1. Alle erkende zeevissers worden verplicht aangesloten bij de pensioentoezegging en de waarborgen permanente arbeidsongeschiktheid en overlijden ten gevolge van arbeidsongeval vanaf de eerste dag van de maand volgend op of samenvallend met de maand waarin de werknemer zijn erkenning als zeevisser heeft verkregen.2. De aansluiting bij de onderhavige pensioentoezegging en de waarborgen permanente arbeidsongeschiktheid en overlijden ten gevolge arbeidsongeval geschiedt echter ten vroegste op de datum van inwerkingtreding zonder afbreuk te doen aan de reeds in toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij (PC 143), houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers bestaande aansluitingen aan het huidige sectoraal pensioenstelsel. 3. De aansluiting bij de waarborg leven bedoeld in artikel 7 en de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1 eindigt : a. bij pensionering van de aangeslotene;b. bij overlijden van de aangeslotene vóór de pensionering. De aansluiting bij de waarborg overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval bedoeld in artikel 8.2 en de waarborg permanente arbeidsongeschiktheid bedoeld in artikel 9 eindigt : a. op de eerste dag van de maand volgend op of samenvallend met de maand waarin de erkenning als zeevisser wordt ingetrokken; b. op de pensioenleeftijd of, in geval van verdaging, de leeftijd bedoeld in artikel 6.2; c. bij overlijden van de aangeslotene vóór de leeftijd bedoeld in b.4. De aangeslotene blijft pensioenrechten opbouwen zolang hij in dienst is van een reder vallende onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenstelsel van de inrichter.5. De erkende zeevissers die op het ogenblik van hun indiensttreding gepensioneerd zijn, worden niet aangesloten bij de Pensioentoezegging, met uitzondering van de gepensioneerden die op 1 januari 2016 reeds aangesloten waren.

Art. 4.Bijdragen 1. De waarborgen leven, overlijden en permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval zoals ze worden gedefinieerd in artikelen 7, 8 en 9, worden voor elke aangeslotene gefinancierd door een bruto bijdrage. De bijdragen voor de waarborg leven die eveneens de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1 omvat, worden door de inrichter gestort in het financieringsfonds ingericht bij de pensioeninstelling.

De pensioeninstelling put uit dit financieringsfonds de bijdragen voor de waarborg leven, die eveneens de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1 omvat, om deze op de individuele rekening van de aangeslotene te storten. De bijdragen voor de waarborg overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval bedoeld in artikel 8.2 en de waarborg permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval bedoeld in artikel 9 worden aan de verzekeringsinstelling betaald. 2. De jaarlijkse bijdrage voor de waarborg leven die eveneens de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1 omvat, wordt vastgesteld op 600 EUR vanaf 1 januari 2017 (425 EUR vanaf 1 januari 2009) per 200 gepresteerde RSZ-dagen per verzekeringsjaar tewerkstelling als erkend zeevisser. Als er minder dan 200 gepresteerde RSZ-dagen als erkend zeevisser kunnen worden bewezen per verzekeringsjaar, wordt de jaarlijkse bijdrage pro rata berekend rekening houdend met de werkelijk gepresteerde RSZ-dagen. Deze jaarlijkse bijdrage is te vermeerderen met de verschuldigde premietaksen en kosten.

Overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 2017, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij (PC 143), tot invulling van de loonnorm 2017-2018, wordt voor de jaren 2017-2018 een bijkomende premie aanvullend pensioen gestort voor elke aangeslotene die in het voorafgaande kalenderjaar heeft gevaren en die als volgt wordt berekend : loonmassa voorgaand kalenderjaar x 1,1 pct. extra te storten op het aanvullend pensioen vanaf 1 januari 2017 voor de 2 jaren 2017 en 2018.

De jaarlijkse bijdrage voor de waarborg overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval bedoeld in artikel 8.2 en de waarborg permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval bedoeld in artikel 9 wordt vastgesteld op 75,00 EUR per erkende zeevisser per verzekeringsjaar. Deze jaarlijkse bijdrage is te vermeerderen met de verschuldigde premietaksen en kosten. 3. De bijdrage voor de waarborg leven wordt bij de aanvang van ieder verzekeringsjaar geïndexeerd op basis van de evolutie van de gezondheidsindex met als basis het laatst gekende indexcijfer op 1 januari 2006.De bijdrage voor de waarborg overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en de waarborg permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval wordt jaarlijks aangepast op 1 januari volgens dezelfde evolutie als het wettelijk maximum zoals bepaald door de wetgeving inzake arbeidsongevallen, met als basis het laatst gekende indexcijfer op 1 januari 2006. 4. De bijdragen verschuldigd voor de waarborg overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en de waarborg permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval worden bij de aanvang van ieder verzekeringsjaar door de inrichter aan de verzekeringsinstelling betaald. 5. De bijdrage voor de waarborg leven, die eveneens de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1 omvat, wordt trimestrieel berekend en betaald op basis van het aantal gepresteerde RSZ-dagen van de aangeslotene in het afgelopen trimester. Deze bijdrage voor de waarborg leven wordt door de inrichter berekend en meegedeeld aan de pensioeninstelling. 6. De pensioeninstelling en de verzekeringsinstelling dekken de aangeslotene op basis van de gegevens, zoals die door de inrichter worden overgemaakt en waarbij de inrichter instaat voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen.7. De bijdragen zijn verschuldigd vanaf het ogenblik van aansluiting van de erkende zeevisser.8. De inrichter neemt de bijdragen en daarop verschuldigde taksen, sociale zekerheidsbijdragen en andere kosten ten hare laste.

Art. 5.Verzekeringstechniek 1. De bijdrage voor de waarborg leven die de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1 omvat, wordt aangewend als een koopsom op de individuele rekening van elk der aangeslotenen. 2. De verzekeringstechniek die aangewend wordt om de waarborg leven te financieren is deze van "Uitgesteld Kapitaal Met Terugbetaling van de Reserve bij vroegtijdig overlijden" (U.K.M.T.R.). 3. De pensioeninstelling gaat een resultaatsverbintenis aan voor de kapitalisatie van de gestorte bijdragen voor de waarborg leven op basis van het tarief neergelegd bij de bevoegde toezichthouder en volgens de eventuele bijkomende modaliteiten voorzien in het pensioenreglement.

Art. 6.Verdaging van de pensioenleeftijd Zolang de aangeslotene als erkend zeevisser tewerkgesteld blijft bij een reder na de pensioenleeftijd, wordt de pensioenleeftijd verdaagd als volgt : 1. Voor de waarborg leven, met inbegrip van de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1 : de aanwezige reserve op 60 jaar wordt aangewend als koopsom voor een verzekeringstechniek met als einddatum de 1ste van de maand volgend op de eerstvolgende verjaardag van de aangeslotene. Deze verzekeringstechniek gebeurt in het tarief "Uitgesteld Kapitaal Met Terugbetaling van de Reserve bij vroegtijdig overlijden" (U.K.M.T.R.) zoals omschreven in artikel 5.2 van onderhavig pensioenreglement, en wordt ieder jaar herhaald met als nieuwe einddatum telkens één jaar later; 2. De waarborgen overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van arbeidsongeval, zoals beschreven in artikelen 8.2 en 9, worden behouden tot uiterlijk de 1ste van de maand volgend op de 70ste verjaardag van de aangeslotene.

Art. 7.Waarborg leven 1. Onverminderd de bepalingen in verband met de minimumgarantie voorzien door de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen, waarborgt de inrichter geen rendement.2. Het rendement met betrekking tot de waarborg leven is gelijk aan de som van de intrestvoet gewaarborgd door de pensioeninstelling en van de eventuele winstdeelname toegekend door de pensioeninstelling aan de individuele rekeningen.3. De aangeslotene heeft onmiddellijk aanspraak op zijn verworven reserves.4. De verworven reserves zijn minimaal gelijk aan de reserves die krachtens de WAP en haar uitvoeringsbesluiten moeten worden opgebouwd.5. Zolang de aangeslotene tewerkgesteld is als erkend zeevisser kan hij geen uitbetaling van de verworven reserves krijgen. 6. Afkoop der verworven reserves voor de pensionering, voorschotten op de contracten en inpandgevingen zijn niet toegelaten, zonder evenwel afbreuk te doen aan artikel 13.1, a, b en c. 7. De aangeslotene heeft bij zijn uittreding, bij pensionering of bij opheffing van de pensioentoezegging minstens recht op de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24 van de WAP.8. Indien bij de overdracht van de verworven reserves bij uittreding, op het ogenblik van de pensionering of de opheffing van de pensioentoezegging, het bedrag van de verworven reserves lager zou zijn dan het bedrag van de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen, wordt het bedrag dat nodig is om het tekort aan te zuiveren uit het financieringsfonds geput.Indien de middelen van het financieringsfonds ontoereikend zouden zijn om het tekort aan te zuiveren, stort de inrichter aan de pensioeninstelling een bijkomende éénmalige bijdrage om het tekort aan te zuiveren. 9. De individuele rekening wordt gesloten wanneer een aangeslotene overlijdt, wanneer hij bij uittreding kiest om zijn verworven reserves te transfereren conform artikel 13.1, a en b of bij zijn pensionering. 10. De prestatie van de waarborg leven wordt vereffend op het ogenblik van pensionering van de aangeslotene.Zij wordt berekend op de datum van pensionering en wordt uitbetaald binnen de 30 dagen die volgen op de mededeling door de aangeslotene aan de pensioeninstelling van de gegevens die voor de uitbetaling noodzakelijk zijn.

Art. 8.Waarborg overlijden 1. Ingeval van overlijden van de aangeslotene vóór de pensionering worden de verworven reserves uitgekeerd aan de begunstigde(n) bedoeld in artikel 8.3. 2. Ingeval van overlijden van de aangeslotene ten gevolge van een arbeidsongeval vóór de pensioenleeftijd, of desgevallend vóór de verdaagde pensioenleeftijd, wordt een bijkomend kapitaal overlijden voorzien ten behoeve van de begunstigde(n) bedoeld in artikel 8.3.

Dit kapitaal overlijden is gelijk aan 25 000 EUR. Dit kapitaal overlijden wordt jaarlijks aangepast op 1 januari aan de evolutie van de index overeenkomstig artikel 39 van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten, met als basis het gekende indexcijfer op 1 januari 2006. 3. In geval van overlijden van de aangeslotene vanaf 5 maart 2014 zijn de begunstigden bij voorrang : a.De echtgeno(o)t(e) van de Aangeslotene, behalve indien hij uit de echt of gerechtelijk van tafel en bed gescheiden is, of de wettelijk samenwonende partner van de Aangeslotene, behalve indien aan de wettelijke samenwoning een einde is gemaakt volgens de wettelijke procedure.

Onder "wettelijke samenwoning" wordt verstaan : de toestand van samenleven van twee personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs werd overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats; b. Bij ontstentenis, de kinderen van de aangeslotene, in gelijke delen.Indien één van de kinderen van de aangeslotene vooroverleden is, komt het aandeel van dit kind, in gelijke delen, toe aan zijn kinderen; bij ontstentenis, in gelijke delen aan de andere kinderen van de aangeslotene; c. Bij ontstentenis, iedere persoon aangewezen in een door de aangeslotene ondertekend document;d. Bij ontstentenis, de vader en moeder van de aangeslotene;e. Bij ontstentenis, de broers en zusters van de aangeslotene.De halfbroers of halfzusters worden in deze rang slechts in aanmerking genomen indien ze nominatief aangeduid zijn in een document ondertekend door de aangeslotene.

Onder "halfbroers" of "halfzusters" wordt verstaan : de broers of zusters die één gemeenschappelijke ouder hebben met de aangeslotene; f. Bij ontstentenis, de nalatenschap, met uitsluiting van de Staat;g. Bij ontstentenis, het financieringsfonds. De aangeslotene kan hiervan altijd afwijken om de bovengenoemde rangorde te wijzigen en/of zelf een begunstigde aan te duiden. Deze afwijking wordt vermeld in een door de aangeslotene ondertekende gedateerde verklaring gericht aan de inrichter, waarbij de laatste verklaring doorslaggevend zal zijn. 4. Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt de waarborg overlijden in gelijke delen onder hen verdeeld.5. De uitkeringen worden rechtstreeks aan de begunstigde(n) gedaan.De inrichter behoudt zich het recht voor bij de uitkeringen een levensbewijs te vragen van de begunstigde(n) of ieder bijkomend document om de identiteit van de begunstigde(n) te verifiëren. 6. De belastingen, voorheffingen, rechten, taksen of belastingen op kapitalen, afkoopwaarden en renten zijn ten laste van de begunstigde(n).

Art. 9.Waarborg arbeidsongeschiktheid 1. Ingeval van een permanente arbeidsongeschiktheid van meer dan 66 pct.van de aangeslotene ten gevolge van een arbeidsongeval wordt een kapitaal arbeidsongeschiktheid voorzien ten behoeve van de aangeslotene.

Dit kapitaal arbeidsongeschiktheid is gelijk aan 25 000 EUR. Dit kapitaal arbeidsongeschiktheid wordt jaarlijks aangepast op 1 januari aan de evolutie van de index overeenkomstig artikel 39 van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten, met als basis het laatst gekende indexcijfer op 1 januari 2006. 2. De belastingen, voorheffingen, rechten, taksen of belastingen op kapitalen, afkoopwaarden en renten zijn ten laste van de aangeslotene.

Art. 10.Tranparantie 1. De inrichter overhandigt op eenvoudig verzoek van de aangeslotene de tekst van dit voorliggend reglement en alle latere wijzigingen hiervan.2. De pensioeninstelling zal jaarlijks een verslag over het beheer van de pensioentoezegging opstellen en ter beschikking stellen van de inrichter.Op eenvoudig verzoek van de aangeslotene, deelt de inrichter dit verslag mee aan de aangeslotene. Het verslag wordt opgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 42 van de WAP. 3. De pensioeninstelling stelt een schriftelijke verklaring op met de principes van haar beleggingsbeleid. Deze verklaring wordt ter beschikking gesteld van de inrichter, die ze op eenvoudig verzoek aan de aangeslotene bezorgt. De verklaring wordt ten minste om de drie jaar herzien en onmiddellijk na elke belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid. 4. De pensioeninstelling zal jaarlijks aan alle aangeslotenen die niet zijn uitgetreden een pensioenfiche bezorgen, met gedetailleerde gegevens over de verworven reserves van de aangeslotene.De pensioenfiche wordt opgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 26 van de WAP. 5. De inrichter overhandigt op eenvoudig verzoek van de aangeslotene een historisch overzicht van de verworven reserves volgens de modaliteiten bepaald in artikel 26, § 2 van de WAP.6. De inrichter informeert de aangeslotene aangaande het recht tot omvorming van het kapitaal leven in rente, en dit twee maanden vóór de pensionering op de wettelijke pensioenleeftijd of, in geval van vervroegde pensionering, binnen de 2 weken nadat hij van de vervroegde pensionering in kennis werd gesteld.In geval van overlijden van de aangeslotene, zal de inrichter de begunstigde(n) van de aangeslotene informeren over dit recht op omzetting met betrekking tot de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1, en dit binnen de twee weken nadat de inrichter op de hoogte werd gebracht van het overlijden van de aangeslotene.

Art. 11.Voorwaarden tot fiscale aftrek Overeenkomstig de beschikkingen van het Wetboek der Inkomstenbelastingen, zijn de aftrek van de werkgeversbijdragen voor de waarborg leven slechts toegestaan in de mate waarin de toekenningen naar aanleiding van pensionering, zowel de wettelijke als de extrawettelijke, uitgedrukt in jaarlijkse renten, met uitzondering van de toekenningen uit hoofde van persoonlijk onderschreven individuele levensverzekeringen, niet meer bedragen dan 80 pct. van de laatste normale bruto jaarbezoldiging. Hierbij wordt rekening gehouden met de normale duur van de beroepswerkzaamheid, de overdraagbaarheid ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner (met een maximum van 80 pct.) en de voorziene indexatie van de rente (met een maximum van 2 pct.).

Art. 12.Vereffening 1. Bij vereffening kan de aangeslotene met betrekking tot de waarborg leven of de begunstigde(n) met betrekking tot de waarborg overlijden bedoeld in artikel 8.1 kiezen tussen hetzij de éénmalige uitbetaling in kapitaal, hetzij een omzetting in een levenslange rente. 2. Naar keuze van de aangeslotene of de begunstigde(n) kan het gaan om een lijfrente die enkel aan hem betaald wordt of om een lijfrente die in geval van later overlijden van de begunstigde voor maximaal 80 pct. overdraagbaar is op de overlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner van de begunstigde. De begunstigde kan kiezen voor een jaarlijkse vaste indexatie van de lijfrente met ten hoogste 2 pct.. 3. De berekening van de omzetting van kapitaal in rente zal gebeuren in overeenstemming met artikel 19, § 1 van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023006 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten tot uitvoering van de WAP.4. Wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang ervan lager is dan of gelijk aan 500 EUR, wordt de prestatie in de vorm van een kapitaal uitbetaald.Het minimumbedrag van 500 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (spilindex basis 1996 : op 1 januari 2004 = 111,64; op 1 januari 2007 = 118,47).

Art. 13.Uittreding 1. Onverminderd artikel 13.2 beschikt de aangeslotene bij uittreding over de volgende keuzemogelijkheden met betrekking tot de bestemming van zijn verworven reserves : a. De verworven reserves overdragen naar de pensioeninstelling van ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die werkgever, ofwel de nieuwe rechtspersoon - paritair samengesteld - waaronder de werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die rechtspersoon;b. De verworven reserves overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning;c. De verworven reserves bij de pensioeninstelling laten zonder wijziging van de pensioentoezegging.In geval van overlijden van de aangeslotene worden de verworven reserves uitgekeerd aan de begunstigde overeenkomstig artikel 8.1. 2. De inrichter licht de pensioeninstelling in over de uittreding, en dit uiterlijk binnen één jaar te rekenen vanaf de datum van uittreding. De inrichter zal, uiterlijk binnen de 30 dagen na deze kennisgeving, de volgende gegevens schriftelijk meedelen aan de aangeslotene : a. bedrag van de verworven reserves; b. de verschillende keuzemogelijkheden bedoeld in artikel 13.1.

De aangeslotene zal binnen de 30 dagen na deze kennisgeving aan de inrichter zijn keuze meedelen. Indien de aangeslotene zijn keuze niet meedeelt binnen bovenvermelde termijn van 30 dagen, dan wordt hij verondersteld ervoor gekozen te hebben om zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten zonder wijziging van de pensioentoezegging. De aangeslotene kan te allen tijde vragen aan de pensioeninstelling om zijn verworven reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling overeenkomstig artikel 13.1, a of b. 3. De toepassing van artikelen 7.7, 13.1 en 13.2 wordt uitgesteld in geval van uittreding ten gevolge van het feit dat de aangeslotene de aansluitingsvoorwaarden van artikel 3.1 niet langer vervult zonder dat dit gepaard gaat met de intrekking van de erkenning of de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan overlijden of pensionering. In dat geval worden de verworven reserves bij de pensioeninstelling behouden en worden bij overlijden van de aangeslotene de verworven reserves uitgekeerd aan de begunstigde overeenkomstig artikel 8.3.

Art. 14.Wijziging of opheffing van de pensioentoezegging A. Wijziging of opheffing van de pensioentoezegging 1. De inrichter kan de pensioentoezegging wijzigen, opheffen of overdragen naar een andere pensioeninstelling, mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de WAP. In geen geval mag echter inbreuk gemaakt worden op de verworven reserves opgebouwd uit de door de inrichter aan de pensioeninstelling tot het tijdstip van wijziging of opheffing reeds betaalde respectievelijk nog te betalen bijdragen voor de waarborg leven.

De afbouw of de opheffing van de pensioentoezegging is slechts mogelijk, onder voorbehoud van eventuele andere sociale wetgeving, wanneer zich één of meer hierna omschreven omstandigheden voordoen : a. Bij invoering van nieuwe of wijziging, respectievelijk verdere uitwerking van de bestaande wetgeving, rechtspraak, richtlijnen van de controleoverheid en/of andere maatregelen of feitelijke omstandigheden die rechtstreeks of onrechtstreeks een verhoging van de kostprijs van de pensioentoezegging zouden teweegbrengen;b. Wanneer de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop deze pensioentoezegging een aanvulling vormt, grondige wijzigingen zou ondergaan;c. Wanneer sectorinterne of -externe economische ontwikkelingen de handhaving van de pensioentoezegging (in zijn ongewijzigde vorm) niet langer in overeenstemming zouden brengen met een gezonde bedrijfsvoering.2. Indien op grond van het in voorgaand lid bepaalde tot een afbouw of tot opheffing van de pensioentoezegging wordt besloten, zal de inrichter de aangeslotenen onmiddellijk van haar beslissing in kennis stellen. 3. Zonder afbreuk te doen op artikel 16.5 van het reglement, in geval van definitieve opheffing van de pensioentoezegging of in geval van het verdwijnen van de inrichter, om welke reden dan ook en zonder dat de verplichtingen worden overgenomen door een derde, worden de individuele rekeningen van de aangeslotenen gereduceerd.

B. Verandering van pensioeninstelling en/of overdrachten 1. Wanneer de groepsverzekering bij de pensioeninstelling wordt stopgezet met evenwel verderzetting van de pensioentoezegging bij een andere pensioeninstelling, worden de individuele rekeningen van de aangeslotenen gereduceerd.2. De inrichter licht de FSMA voorafgaandelijk in over de verandering van de pensioeninstelling en van de eventueel daaruit voortvloeiende overdracht van de reserves.De inrichter stelt eveneens de aangeslotenen hiervan in kennis. 3. Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen mag ten laste worden gelegd van de aangeslotenen, of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserves worden afgetrokken.4. In geval van verandering van pensioeninstelling zonder overdracht van de reserves blijft het financieringsfonds bij de pensioeninstelling.5. In geval van verandering van pensioeninstelling met overdracht van de reserves wordt het financieringsfonds mee overgedragen, tenzij de inrichter anders beslist.

Art. 15.Niet-betaling van de bijdragen 1. Bij niet-betaling van de bijdragen voor de waarborg leven binnen de maand na hun vervaldag, zal de pensioeninstelling een aanmaning sturen naar de inrichter per eenvoudig schrijven.2. Indien er geen regeling is binnen de maand volgend op het versturen van de aanmaning, zal de pensioeninstelling een ingebrekestelling sturen naar de inrichter per aangetekend schrijven.Elke schriftelijke mededeling van de inrichter aan de pensioeninstelling om de bijdragen voor de waarborg leven niet meer te betalen of om de afkoop te vragen, ontslaat de pensioeninstelling van het versturen van een ingebrekestelling per aangetekend schrijven. 3. In elk geval zal de pensioeninstelling de aangeslotenen per eenvoudig schrijven op de hoogte brengen van de niet-betaling van de bijdragen voor de waarborg leven binnen drie maanden na hun vervaldag.4. De niet-betaling van de bijdragen voor de waarborg leven leidt tot de reductie van het contract na het verstrijken van een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf het verzenden aan de inrichter van de ingebrekestelling per aangetekend schrijven, die de vervaldag van de bijdragen voor de waarborg leven en de gevolgen van de niet-betaling herinnert.5. Bij niet-betaling van de bijdragen voor de waarborg overlijden en permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval zal de verzekeringsinstelling de inrichter per aangetekend schrijven in gebreke stellen.In die ingebrekestelling wordt de inrichter herinnerd aan de vervaldag en de gevolgen van de niet-betaling.

Vijftien dagen volgend op de dag van afgifte bij de post van deze brief, worden de waarborgen van rechtswege geschorst. De waarborgen worden opnieuw van kracht om 0 uur van de dag volgend op deze van de volledige betaling, aan de verzekeringsinstelling, van de onbetaalde premies.

Art. 16.Financieringsfonds 1. In het kader van deze pensioentoezegging wordt er een financieringsfonds opgericht.2. Het financieringsfonds wordt gefinancierd door : a.voorschotbijdragen en bijdragen in het kader van de waarborg leven die door de inrichter in uitvoering van onderhavig pensioenreglement gestort moeten worden; b. de kapitalen overlijden waarvan het financieringsfonds de begunstigde is; c. de rendementen zoals bepaald onder artikel 7.2 van het reglement die aan de individuele rekeningen moeten toegekend worden. 3. Het financieringsfonds dient om de bijdragen van de waarborg leven die in uitvoering van onderhavig pensioenreglement gestort moeten worden, op de individuele rekeningen te kunnen storten.De bijdragen van de waarborg leven worden gestort op de individuele rekeningen van de aangeslotenen met een valutadatum gelijk aan de datum van ontvangst van de premies in het financieringsfonds. Overeenkomstig artikel 7.8 kunnen uit het financieringsfonds eveneens bedragen worden geput ter aanzuivering van het eventuele tekort met betrekking tot de minimumgarantie overeenkomstig de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen. 4. De voorschotbijdragen dienen in het financieringsfonds te blijven tot de ermee overeenstemmende bijdragen voldaan werden.5. In geval van definitieve opheffing van de pensioentoezegging of in geval van het verdwijnen van de inrichter, om welke reden dan ook en zonder dat de verplichtingen worden overgenomen door een derde, worden de eventueel achterstallige bijdragen aangezuiverd en wordt het financieringsfonds daarna verdeeld onder de aangeslotenen in verhouding tot hun verworven reserve, in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag dat bij toepassing van artikel 24 van de WAP wordt gewaarborgd en voor wat de renteniers betreft, in verhouding tot het vestigingskapitaal van de lopende rente.In afwijking op het voormelde kan aan het geheel of een deel van de activa van het financieringsfonds die niet langer nodig zijn voor het beheer van de pensioentoezegging een andere sociale bestemming worden gegeven mits eerbiediging van de daartoe door de regelgeving voorziene procedures.

Art. 17.Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1. Om de pensioentoezegging te beheren, verstrekt de inrichter of haar lasthebber, het Sociaal Secretariaat van de Kust, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 17 februari 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/02/2005 pub. 07/03/2005 numac 2004203610 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser type koninklijk besluit prom. 17/02/2005 pub. 07/03/2005 numac 2004203611 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende erkenning van een organisatie van werkgevers in uitvoering van artikel 26 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser sluiten houdende erkenning van een organisatie van werkgevers in uitvoering van artikel 26 van de wet van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/05/2003 pub. 20/06/2003 numac 2003012246 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser sluiten tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, een aantal persoonlijke gegevens aan de pensioeninstelling.2. De pensioeninstelling behandelt deze gegevens vertrouwelijk en met het uitsluitend doel tot het beheren van de pensioentoezegging, met uitsluiting van elk ander al dan niet commercieel oogmerk.3. Iedere aangeslotene of begunstigde waarvan persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en verbetering van deze gegevens te verkrijgen, middels schriftelijk verzoek aan de pensioeninstelling met toevoeging van een kopie van de identiteitskaart.

Art. 18.Slotbepalingen 1. Onderhavig pensioenreglement wordt aangevuld enerzijds door een beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling met de verplichtingen van de betrokken partijen, de administratieve procedures en de tariferingsregels en anderzijds door een polis overlijden door een arbeidsongeval en permanente arbeidsongeschiktheid bij arbeidsongeval, afgesloten tussen de inrichter en de verzekeringsinstelling.2. Op het pensioenreglement en de ermee verband houdende contracten is het Belgisch recht van toepassing.Eventuele geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 september 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

^