gepubliceerd op 07 november 2002
Koninklijk besluit tot wijziging, wat de financiering van eindeloopbaanmaatregelen betreft, van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 houdende vaststelling van de regelen volgens dewelke het budget van financiële middelen, het quotum van verblijfdagen en de prijs per verblijfdag voor initiatieven van beschut wonen worden bepaald
29 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat de financiering van eindeloopbaanmaatregelen betreft, van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 houdende vaststelling van de regelen volgens dewelke het budget van financiële middelen, het quotum van verblijfdagen en de prijs per verblijfdag voor initiatieven van beschut wonen worden bepaald
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op het artikel 6, vervangen bij de wet van 30 december 1988 en gewijzigd bij de wetten van 20 juli 1990 en van 29 april 1996 en op artikel 87, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1994 en vervangen bij de wet van 14 januari 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 juli 1990 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de initiatieven van beschut, wonen en op de samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 september 1998;
Gelet op het protocol nr. 120/2 van 28 november 2000 van het Gemeenschappelijk Comité voor het geheel van de openbare diensten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 april 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 14 mei 2001;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 31 mei 2001, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies nr. 33.580/1/V van de Raad van State, gegeven op 29 augustus 2002, bij toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 houdende vaststelling van de regelen volgens dewelke het budget van financiële middelen, het quotum van verblijfdagen en de prijs per verblijfdag voor initiatieven van beschut wonen worden bepaald, worden de punten G) en H) toegevoegd, luidend als volgt : « G) Private en openbare initiatieven van beschut wonen waarvan het protocolakkoord hetzelfde regime voorziet als de private sector. 1° Definities Voor de toepassing van huidige paragraaf dient verstaan te worden onder : « het sociaal akkoord » : het sociaal akkoord van 1 maart 2000 afgesloten tussen de federale regering en de representatieve organisaties van de private non-profit sector en het protocol nr. 120/2 van 28 november 2000 van het Gemeenschappelijk Comité voor het geheel van de openbare diensten. « de sociale akkoorden » : de collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten in het bevoegde paritaire comité of de protocolakkoorden afgesloten in de bevoegde onderhandelingscomités, voorzien door de wet van 19 december 1974, tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. « eindeloopbaanmaatregelen » : de maatregelen genomen in de sociale akkoorden, zijnde de toekenning van een voordeel vanaf 45 jaar, 50 jaar en 55 jaar, toegekend onder vorm van een vrijstelling van arbeidsprestaties van respectievelijk 2 uur vanaf 45 jaar, 4 uur vanaf 50 jaar en 6 uur vanaf 55 jaar of onder vorm van een bijkomend voordeel equivalent aan de financiering van de toepasbare vrijstelling van arbeidsprestaties voor de personen die opteren voor het voortzetten van hun arbeidstijd. « personeelsleden » : het verplegend en verzorgend personeel in de zin van artikel 8, 7° van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, dat effectief verplegende en verzorgende taken uitoefent, evenals het verplegend en verzorgend personeel dat hen omkadert en het gelijkgesteld personeel, dat de werkgever heeft ingelicht over zijn keuze. Onder gelijkgesteld personeel dient te worden verstaan, de werknemers die elke maand, en dit gedurende de referentieperiode van 12 maanden voorafgaand aan de maand tijdens dewelke de aanvraag is ingediend, ten minste 2 van de 5 onregelmatige prestaties (zondag, zaterdag, feestdag, nachtdienst of onderbroken diensten) op een afzonderlijke manier verrichten, waarvoor de werknemer een bijkomend geldelijk voordeel ontvangt, waarbij de voornaamste vakantiemaand en de maanden tijdens dewelke de werknemer afwezig is wegens arbeidsongeschiktheid voor een ononderbroken periode van meer dan 7 kalenderdagen geneutraliseerd worden; wanneer met toepassing van voormelde neutralisatieregel meer dan zes maanden worden geneutraliseerd in de referentieperiode van 12 maanden, wordt de referentieperiode verlengd met het nodig aantal maanden om te kunnen nagaan of de voorwaarde van het verrichten van 2 van de 5 onregelmatige prestaties over een periode van ten minste 6 maanden is vervuld.
Worden beschouwd : - als onregelmatige prestaties, de prestaties die als dusdanig worden bezoldigd; - als nachtprestaties en als onderbroken prestaties, de prestaties die in de instelling als dusdanig zijn omschreven; - ofwel als nachtprestaties die tijdens de nachten van zaterdag of zondag worden verricht, ofwel als zaterdag- of zondagprestaties, de prestaties die ofwel als nachtprestaties ofwel als zaterdag- of zondagprestaties worden genoemd, naar gelang van de keuze van de werknemer.
Deze drie personeelscategorieën dienen te werken in het ziekenhuis, de gemeenschappelijke diensten, de ondersteunende diensten, de zorgeenheden, de medisch-technische diensten, de consultaties en de apotheek. Het personeel dat tewerkgesteld is in de diensten die beschouwd worden als niet-ziekenhuisactiviteiten, vallen buiten beschouwing. « arbeidsduur » : de wekelijkse arbeidsduur zoals overeengekomen in het arbeidscontract of zoals het van toepassing is op het personeelslid van een openbaar initiatief van beschut wonen. 2° Financieringsregels a) Teneinde de eindeloopbaanmaatregelen te financieren, wordt aan de initiatieven van beschut wonen een forfaitair bedrag (F) toegekend, vastgesteld volgens de hierna vastgestelde regelen en voor zover de principes van het sociaal akkoord ten laatste op 30 juni 2001 omgezet werden in een collectieve arbeidsovereenkomst, afgesloten in het bevoegde paritaire comité of in een protocolakkoord afgesloten in de bevoegde onderhandelingscomités, voorzien in de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. Het forfaitair bedrag zal toegekend worden binnen de beperking van de voorwaarden van de collectieve arbeids-overeenkomst of het protocolakkoord hierboven beschreven, wat betreft het tijdschema voor de uitwerking van de maatregel, de voorwaarden voor de keuze tussen de vrijstellingen van prestaties en de premie, evenals de perioden van eventuele schorsingen van het voordeel van de maatregel. Ingeval van gecombineerde opties vanaf de leeftijd van 50 jaar, wordt het forfaitair bedrag toegekend op basis van een verdeling in volledige schijven van 2 uur equivalent voltijdse betrekking.
Het forfaitair bedrag wordt als volgt berekend : F = F1 + F2 Waar : F1 = het verschuldigd bedrag voor het personeelslid dat voor de wekelijkse vrijstelling van arbeidsprestaties opteert en wordt als volgt berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waar : A = EUR 37.733,44 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verplegend personeel A = EUR 30.459,57 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verzorgend personeel A = EUR 30.430,64 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het gelijkgesteld personeel H : aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties waarop een voltijdse werknemer recht heeft S : wekelijks arbeidsregime toegepast in het initiatief van beschut wonen X : het aantal maanden in de periode vermeld onder c), 1., 2., 3., in de vereiste leeftijd, gedurende dewelke de maatregel van de eindeloopbaan vastgesteld onder 1°, van toepassing is op het personeel T : aantal te presteren uren per week zoals blijkt uit het arbeidscontract of de individuele benoemingsakte, verricht in voorkomend geval in de functie die het voordeel van de in deze paragraaf bedoelde maatregel verantwoordt En waar : F2 = het verschuldigd bedrag voor het personeelslid dat opteert voor de premie, wordt als volgt berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waar : A = EUR 51.564,80 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verplegend personeel A = EUR 38.404,90 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verzorgend personeel A = EUR 34.701,38 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het gelijkgesteld personeel H = equivalent aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de toekenning van een premie voor een voltijdse werknemer En S, T en X hebben dezelfde betekenis als in de formule F1. b) Inlichtingen te verstrekken door de instelling 1) de naam en voornaam van het personeelslid, 2) zijn geboortedatum, 3) zijn functie, 4) de gekozen optie tussen de vrijstelling van prestaties en de premie, 5) het aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties dat hij kan verkrijgen ten opzichte van zijn leeftijd, 6) het wekelijks uurregime van kracht in het initiatief van beschut wonen, 7) aantal maanden in de vereiste leeftijd tussen de eerste van de maand waarin de verjaardag valt en het einde van de periode waarvan vermelding onder c), 1., 2., en 3., 8) het aantal door het personeelslid te presteren uren zoals blijkt uit het arbeidscontract of de individuele benoemingsakte, verminderd in voorkomend geval naar verhouding van de prestaties verricht in de functie die het voordeel van de in deze paragraaf bedoelde maatregel verantwoordt;9) de datum van zijn aanwerving, 10) de eventuele vertrekdatum, 11) in geval van gelijkgesteld personeel, de verantwoording voor onregelmatige prestaties, 12) het aantal maanden schorsing of onderbreking van de maatregel bij toepassing van een bepaling van de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst of van het toepasselijk protocolakkoord. Deze inlichtingen dienen medegedeeld te worden naargelang de instructies die aan de initiatieven van beschut wonen zullen verstuurd worden. c) Toekenningsmodaliteiten 1.Periode van 1 december 2002 van 30 november 2003 Voor de periode van 1 december 2002 tot 30 november 2003 wordt een voorlopig bedrag F toegekend, op basis van de inlichtingen medegedeeld tegen ten laatste 31 oktober 2002.
Eens de periode verstreken, zal worden overgegaan tot de definitieve berekening van F op basis van de inlichtingen, opgesteld op 30 november 2003, en medegedeeld tegen ten laatste 28 februari 2004.
Het verschil tussen de definitieve F en de voorlopige F zal via een inhaalbedrag vereffend worden. 2. Periode van 1 december 2003 tot 31 december 2004 Voor de periode van 1 december 2003 tot 31 december 2004 wordt een voorlopig bedrag F toegekend, op basis van de inlichtingen medegedeeld tegen ten laatste 31 oktober 2003. Eens de periode verstreken, zal worden overgegaan tot de definitieve berekening van F op basis van de inlichtingen, opgesteld op 30 december 2004, en medegedeeld tegen ten laatste 31 maart 2005.
Het verschil tussen de definitieve F en de voorlopige F zal via een inhaalbedrag vereffend worden. 3. Vanaf 2005 Het voorlopig berekend bedrag met toepassing van punt 3. vermenigvuldigd met 12/13 vormt de provisie die van toepassing blijft vanaf 1 januari 2005.
Het definitieve bedrag voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2005 zal vastgesteld worden op basis van de inlichtingen medegedeeld tegen ten laatste 1 mei 2006 en zal het voorlopige budget dat gestort werd voor de beschouwde periode vervangen.
Telkens een definitief bedrag zal berekend zijn, zal dit bedrag de provisie vormen geldig voor het boekjaar dat volgt op de vaststelling van dit definitief bedrag.
Voor elk van de volgende burgerjaren, zal het definitief bedrag vastgesteld worden op basis van de inlichtingen die tegen 1 mei van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar medegedeeld worden en zal het voorlopige budget dat gestort werd voor de beschouwde periode vervangen.
Het verschil tussen de definitieve F en de voorlopige F zal via een inhaalbedrag vereffend worden. d) Bijkomende bepalingen Voor de personeelsleden die geopteerd hebben voor de wekelijkse vrijstelling van arbeidsprestaties, dient de beheerder het bewijs te leveren dat de vrijgemaakte arbeidstijd en de toegekende financiering gecompenseerd werden door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de wekelijkse arbeidsduur door andere personeelsleden.De werknemers die aangeworven zijn onder het regime van de Sociale Maribel, van een startbaanovereenkomst of het interdepartementeel begrotingsfonds worden niet in aanmerking genomen.
De toegekende financiering wordt, in voorkomend geval, begrensd tot het gebruikt bedrag, op basis van de berekening F1 in punt a), toegepast op de vervangingsfunctie.
Daarom dient de beheerder, tezelfdertijd als de inlichtingen die dienen voor de definitieve berekening, een lijst met volgende inlichtingen over te maken : - Naam en voornaam van het aangeworven personeelslid en van het personeelslid dat het voorwerp uitmaakt van een vermeerdering van zijn arbeidstijd, - bijkomende VTE, - aanvangsdatum van het contract, - einddatum van het contract.
Een kopie van het arbeidscontract of van de individuele benoemingsakte dient bij deze lijst gevoegd te worden. e) Sancties Indien de beheerder niet binnen de vereiste termijn de inlichtingen betreffende de uitwerking van de definitieve budgetten mededeelt, zullen de voorlopige bedragen zoals bedoeld onder de punten c), 1., 2., en 3., teruggevorderd worden.
H) Andere openbare initiatieven van beschut wonen dan deze uit G). 1° Definities Voor de toepassing van huidige paragraaf dient verstaan te worden onder : « protocol nr.120/2 » : het protocol nr. 120/2 van 28 november 2000 afgesloten tussen het Gemeenschappelijk Comité voor het geheel van de openbare diensten. « de sociale akkoorden » : de protocolakkoorden afgesloten in de bevoegde onderhandelingscomités, voorzien in de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. « eindeloopbaanmaatregelen » : de maatregelen genomen in de sociale akkoorden, zijnde de toekenning van een voordeel vanaf 45 jaar, 50 jaar en 55 jaar, toegekend onder vorm van een vrijstelling van prestaties van respectievelijk 2 uur vanaf 45 jaar, 4 uur vanaf 50 jaar en 6 uur vanaf 55 jaar of onder vorm van een bijkomend voordeel equivalent aan de financiering van de toepasbare vrijstelling van arbeidsprestaties voor de personen die opteren voor het voortzetten van hun arbeidstijd. « personeelsleden » : het verplegend en verzorgend personeel in de zin van artikel 8, 7° van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, dat effectief verplegende en verzorgende taken uitoefent, evenals het verplegend en verzorgend personeel dat hen omkadert en het gelijkgesteld personeel, dat de werkgever heeft ingelicht over zijn keuze. Onder gelijkgesteld personeel dient te worden verstaan, het personeel zoals bepaald in punt G), 1°.
Deze drie personeelscategorieën dienen te werken in het initiatief van beschut wonen. « arbeidsduur » : de wekelijkse arbeidsduur zoals deze toepasbaar is op het personeelslid van een openbaar initiatief van beschut wonen. 2° Financieringsregels a) Teneinde de eindeloopbaan maatregelen te financieren, wordt aan de initiatieven van beschut wonen een forfaitair bedrag (F) toegekend, vastgesteld volgens de hierna vastgestelde regelen en voorzover de principes van het protocol nr.120/2 ten laatste op 30 juni 2001 omgezet werden in een protocolakkoord afgesloten in de bevoegde onderhandelingscomités, voorzien door in wet van 19 december 1974, tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.
Het forfaitair bedrag zal toegekend worden binnen de beperking van de voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst of het protocolakkoord hierboven beschreven, wat betreft het tijdschema voor de uitwerking van de maatregel, de voorwaarden voor de keuze tussen de vrijstellingen van prestaties en de premie, evenals de perioden van eventuele schorsingen van het voordeel van de maatregel. In geval van gecombineerde opties vanaf de leeftijd van 50 jaar, wordt het forfaitair bedrag toegekend op basis van een verdeling in volledige schijven van 2 uur equivalent voltijdse betrekking.
Het forfaitair bedrag wordt als volgt berekend : F = F1 + F2 Waar : F1 = het verschuldigd bedrag voor het personeelslid dat voor de wekelijkse vrijstelling van arbeidsprestaties opteert en wordt als volgt berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waar : A = EUR 37.733,44 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verplegend personeel A = EUR 30.459,57 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verzorgend personeel A = EUR 30.430,64 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het gelijkgesteld personeel H : aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties waarop een voltijdse werknemer recht heeft S : wekelijks arbeidsregime toegepast in het initiatief van beschut wonen X : het aantal maanden in de periode vermeld onder c), 1., 2., 3., in de vereiste leeftijd, gedurende dewelke de maatregel van de eindeloopbaan vastgesteld onder 1°, van toepassing is op het personeel T : aantal te presteren uren per week zoals blijkt uit het arbeidscontract of de individuele benoemingsakte, verricht in voorkomend geval in de functie die het voordeel van de in deze paragraaf bedoelde maatregel verantwoordt En waar : F2 = het verschuldigd bedrag voor het personeelslid dat opteert voor de premie, wordt als volgt berekend : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waar : A = EUR 51.564,80 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verplegend personeel A = EUR 38.404,90 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het verzorgend personeel A = EUR 34.701,38 (index per 1 juni 2001) verhoogd met 1 % vanaf 1 oktober 2001, voor het gelijkgesteld personeel H = equivalent aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties in het kader van de toekenning van een premie voor een voltijdse werknemer En S, T en X hebben dezelfde betekenis als in de formule F1. b) Inlichtingen te verstrekken door de instelling 1) de naam en voornaam van het personeelslid, 2) zijn functie, 3) zijn geboortedatum, 4) de gekozen optie tussen de vrijstelling van arbeidsprestaties en de premie, 5) het aantal uren van vrijstelling van arbeidsprestaties dat hij kan verkrijgen, naargelang zijn leeftijd, 6) het wekelijks uurregime van kracht in het ziekenhuis, 7) aantal maanden in de vereiste leeftijd tussen de eerste van de maand waarin de verjaardag valt en het einde van de periode waarvan vermelding onder c), 1., 2., en 3., 8) het aantal door het personeelslid te presteren uren zoals blijkt uit het arbeidscontract of de individuele benoemingsakte, verminderd in voorkomend geval naar verhouding van de prestaties verricht in de functie die het voordeel van de in deze paragraaf bedoelde maatregel verantwoordt, 9) de datum van zijn aanwerving, 10) de eventuele vertrekdatum, 11) in geval van gelijkgesteld personeel, de verantwoording voor onregelmatige prestaties, 12) het aantal maanden schorsing of onderbreking van de maatregel bij toepassing van een bepaling van het toepasselijk protocolakkoord. Deze inlichtingen dienen medegedeeld te worden naargelang de instructies die aan de initiatieven van beschut wonen zullen verstuurd worden. c) Toekenningsmodaliteiten 1.Periode van 1 december 2002 van 30 juni 2003 Voor de periode van 1 december 2002 tot 30 juni 2003 wordt een voorlopig bedrag F toegekend, op basis van de inlichtingen medegedeeld tegen ten laatste 31 mei 2002.
Eens de periode verstreken, zal worden overgegaan tot de definitieve berekening van F op basis van de inlichtingen, opgesteld op 30 juin 2003, en medegedeeld tegen ten laatste 30 september 2003.
Het verschil tussen de definitieve F en de voorlopige F zal via onderdeel C2 van het budget van financiële middelen vereffend worden.
Zowel voor de voorlopige berekening als voor de definitieve, indien blijkt dat het totale bedrag van de tussenkomst voor het personeel dat onder een vastgesteld protocolakkoord valt, groter is dan het budget zoals bedoeld onder punt 5, zal een lineaire verminderingscoëfficiënt toegepast worden overeenkomstig punt 6. 2. Periode van 1 juli 2003 tot 30 juni 2004 Voor de periode van 1 juli 2003 tot 30 juni 2004 wordt een voorlopig bedrag F toegekend, op basis van de inlichtingen medegedeeld tegen ten laatste 31 mei 2003. Eens de periode verstreken, zal worden overgegaan tot de definitieve berekening van F op basis van de inlichtingen, opgesteld op 30 juni 2004, en medegedeeld tegen ten laatste 30 september 2004.
Het verschil tussen de definitieve F en de voorlopige F zal via onderdeel C2 van het budget van financiële middelen vereffend worden.
Zowel voor de voorlopige berekening als voor de definitieve, indien blijkt dat het totale bedrag van de tussenkomst voor het personeel dat onder een vastgesteld protocolakkoord valt, groter is dan het budget zoals bedoeld onder punt 5, zal een lineaire verminderingscoëfficiënt toegepast worden overeenkomstig punt 6. 3. Vanaf 2004 Het voorlopig berekend bedrag bij toepassing van punt 3.vormt de provisie die van toepassing blijft vanaf 1 juli 2004.
Het definitieve bedrag voor de periode van 1 januari 2004 tot 31 december 2004 zal vastgesteld worden op basis van de inlichtingen medegedeeld tegen ten laatste 1 mei 2005 en zal het voorlopige budget dat gestort werd voor de beschouwde periode vervangen.
Telkens een definitief bedrag zal berekend zijn, zal dit bedrag de provisie vormen geldig voor het boekjaar dat volgt op de vaststelling van dit definitief bedrag.
Voor elk van de volgende burgerjaren, zal het definitief bedrag vastgesteld worden op basis van de inlichtingen die tegen 1 mei van het jaar dat volgt op het beschouwde boekjaar medegedeeld worden en zal het voorlopige budget dat gestort werd voor de beschouwde periode vervangen.
Het verschil tussen de definitieve F en de voorlopige F zal via onderdeel C2 van het budget van financiële middelen vereffend worden. 4. Het budget waarvan sprake onder de punten 1., 2. en 3., wordt als volgt per protocolakkoord vastgesteld : 1° het protocol van akkoord gesloten in het Onderhandelingscomité C voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaamse Gewest en Vlaamse Gemeenschap : - voor 2001 : 5.519,27 EUR - voor 2002 : 11.038,53 EUR - voor 2003 : 16.557,80 EUR 2° het protocol van akkoord gesloten in het Onderhandelingscomité C voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Waals Gewest en Franse Gemeenschap : - voor 2001 : 1.655,78 EUR - voor 2002 : 3.587,52 EUR - voor 2003 : 4.967,34 EUR De lineaire verminderingscoëfficiënt waarvan sprake in de punten 1., 2. en 3., wordt op volgende manier vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Waar : C = verminderingscoëfficiënt toe te passen per protocolakkoord zoals bedoeld onder punt 4.
B = het budget waarvan sprake onder punt 4. voor het betreffende protocolakkoord F = het forfaitaire bedrag zoals bedoeld onder punt 2°, a), d) Bijkomende bepalingen Voor de personeelsleden die geopteerd hebben voor de wekelijkse vrijstelling van arbeidsprestaties, dient de beheerder het bewijs te leveren dat de vrijgemaakte arbeidstijd en de toegekende financiering gecompenseerd werden door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de wekelijkse arbeidsduur door andere personeelsleden.De werknemers die aangeworven zijn onder het regime van de Sociale Maribel, van een startbaanovereenkomst of het interdepartementeel begrotingsfonds worden niet in aanmerking genomen.
De toegekende financiering wordt, in voorkomend geval, begrensd tot het gebruikt bedrag, op basis van de berekening F1 in punt a), toegepast op de vervangingsfunctie.
Daarom dient de beheerder, tezelfdertijd als de inlichtingen die dienen voor de definitieve berekening, een lijst met volgende inlichtingen over te maken : - Naam en voornaam van het aangeworven personeelslid en van het personeelslid dat het voorwerp uitmaakt van een vermeerdering van zijn arbeidstijd, - kostenplaats voor verrekening, - bijkomende VTE, - aanvangsdatum van het contract, - einddatum van het contract.
Een kopie van het arbeidscontract of van de individuele benoemingsakte dient bij deze lijst gevoegd te worden. e) Sancties Indien de beheerder niet binnen de vereiste termijn de inlichtingen betreffende de uitwerking van de definitieve budgetten mededeelt, zullen de voorlopige bedragen zoals bedoeld onder de punten c), 1., 2., en 3., teruggevorderd worden. ».
Art. 2.Het artikel 1, G) en H), van het voormeld koninklijk besluit van 18 juli 2001 is van toepassing op de werkgevers die, voor de periode bedoeld in artikel 1, E) en F), van het voormeld koninklijk besluit van 18 juli 2001, integraal de bepalingen naleven voorzien in artikel 1, G) en H), van het voormeld koninklijk besluit van 18 juli 2001. In dat geval kunnen de werkgevers geen aanspraak maken op de financiële tussenkomst voorzien in artikel 1, E) en F), van het voormeld koninklijk besluit van 18 juli 2001.
Art. 3.De punten E) en F), van artikel 1 van het voormeld koninklijk besluit van 18 juli 2001 worden opgeheven met ingang van 1 december 2002 en de punten G) en H) van hetzelfde koninklijk besluit worden de punten E) en F).
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2002.
Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 september 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Volksgezondheid, J. TAVERNIER