Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 juni 2007
gepubliceerd op 13 juli 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007023143
pub.
13/07/2007
prom.
29/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/29/2007023143/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op de artikelen 336, 337, 338, 339 en 346, gewijzigd bij de wet van 23 december 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 januari 2004, 16 juli 2004, 10 november 2005, 29 maart 2006 en 20 juli 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op de eerste februari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven op de eerste februari 2007;

Gelet op het advies nr 1.598 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 30 maart 2007;

Gelet op het advies nr 42.810 van de Raad van State, gegeven op 3 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 4°, g) worden de woorden "artikel 346, § 4" vervangen door de woorden "artikelen 339, § 3 en 346, § 4";2° in het eerste lid, 4°, i), worden de woorden "artikel 346, § 4" vervangen door de woorden "artikelen 339, § 3 en 346, § 4";3° in het eerste lid, 5°, worden de woorden "artikel 346" vervangen door de woorden "artikelen 339 en 346".

Art. 2.Artikel 4 van het voornoemde koninklijk besluit van 16 mei 2003, wordt vervangen als volgt : «

Art. 4.§ 1. Buiten de doelgroepverminderingen bedoeld in de artikelen 339, §§ 1 en 3 en 346, §§ 1 en 4 van de programmawet van 24 december 2002, wordt het bedrag van de doelgroepvermindering als volgt berekend : Pg = G * µ * 1/b Pg wordt tot op de cent afgerond, waarbij 0,005 EUR wordt afgerond op 0,01 EUR. § 2. Voor de werknemer die op de laatste dag van het kwartaal de leeftijd van 57 jaar niet bereikt heeft, wordt de doelgroepvermindering bedoeld bij artikel 339, § 1 van de programmawet van 24 december 2002 als volgt berekend : Pg = µ * 1/b * ((leeftijd- 49) * (G2 * 12,5 %));

Pg wordt tot op de cent afgerond, waarbij 0,005 EUR wordt afgerond op 0,01 EUR. § 3. Bij toepassing van artikel 339, § 3 van de programmawet van 24 december 2002 worden de in artikel 339, §§ 1 en 2 bedoelde doelgroepverminderingen samen berekend als volgt : Pg = µ * 1/b * (G2 + ((leeftijd - 57) * (G2 * 12,5 %)));

Indien ((leeftijd - 57) * (G2 * 12,5 %)) groter is dan G2 dan wordt ((leeftijd - 57) * (G2 * 12,5 %)) gelijk aan G2 beschouwd.

Pg wordt tot op de cent afgerond, waarbij 0,005 EUR wordt afgerond op 0,01 EUR. § 4. De in artikel 346, § 1 van de programmawet van 24 december 2002 bedoelde doelgroepvermindering wordt als volgt berekend vanaf 1 januari van het jaar volgend op hetwelk de jonge werknemer de leeftijd van 18 jaar bereikt en tot de laatste dag van het kwartaal dat voorafgaat aan het kwartaal tijdens hetwelk hij de leeftijd van 30 jaar bereikt : Pg = µ * 1/b * ((30 - leeftijd) * (G3 * 10 %));

Indien ((30 - leeftijd) * (G3 * 10 %)) groter is dan G3 dan wordt ((30 - leeftijd) * (G3 * 10 %)) gelijk aan G3 beschouwd.

Pg wordt tot op de cent afgerond, waarbij 0,005 EUR wordt afgerond op 0,01 EUR. § 5. Bij toepassing van artikel 346, § 4 van de programmawet van 24 december 2002 worden de in artikelen 18, 2°, 3° of 4° en 19 bedoelde doelgroepverminderingen samen berekend als volgt : Pg = µ * 1/b * (G + ((30 - leeftijd) * (G3 * 10 %)));

Indien ((30 - leeftijd) * (G3 * 10 %)) groter is dan G3 dan wordt ((30 - leeftijd) * (G3 * 10 %)) gelijk aan G3 beschouwd.

Pg wordt tot op de cent afgerond, waarbij 0,005 EUR wordt afgerond op 0,01 EUR. Pg mag nooit groter zijn dan G + G3. »

Art. 3.Artikel 6 van voornoemd koninklijk besluit van 16 mei 2003 wordt vervangen als volgt : «

Art. 6.§ 1. Het deel van de doelgroepvermindering bedoeld in artikel 339, § 1, van de programmawet van 24 december 2002 kan worden toegekend voor de werknemers van categorie 1, bedoeld in artikel 330 van de programmawet van 24 december 2002, die op de laatste dag van het kwartaal minstens de leeftijd van 50 jaar hebben en waarvoor het refertekwartaalloon kleiner is dan de loongrens S1, ten belope van het forfaitair bedrag G2. Dit bedrag wordt pro rata berekend volgens de leeftijd van de werknemer overeenkomstig de formule bedoeld bij artikel 4, § 2 of 3 van dit besluit. § 2. Het deel van de doelgroepvermindering bedoeld in artikel 339, § 2, van de programmawet van 24 december 2002 kan worden toegekend voor de werknemers van categorie 1, bedoeld in artikel 330 van de programmawet van 24 december 2002, die op de laatste dag van het kwartaal minstens de leeftijd van 57 jaar hebben, ten belope van het forfaitair bedrag G2. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2007.

Art. 5.Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Onze Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^