Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 juni 2007
gepubliceerd op 01 augustus 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de inning en de aanwending van 0,1 pct. voorzien in artikel 9.2, § 2 van het nationaal akkoord 2005-2006 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012243
pub.
01/08/2007
prom.
29/06/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JUNI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de inning en de aanwending van 0,1 pct. voorzien in artikel 9.2, § 2 van het nationaal akkoord 2005-2006 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende de inning en de aanwending van 0,1 pct. voorzien in artikel 9.2, § 2 van het nationaal akkoord 2005-2006 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2006 Inning en aanwending van 0,1 pct. voorzien in artikel 9.2, § 2 van het nationaal akkoord 2005-2006 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Overeenkomst geregistreerd op 11 januari 2007 onder het nummer 81495/CO/111) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en voorwerp

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Zij is afgesloten in toepassing van artikel 9.2, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2005 (nationaal akkoord 2005-2006) en heeft als voorwerp om voor de ondernemingen gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de modaliteiten inzake de inning en aanwending van de bijdrage van 0,1 pct. voorzien in dit artikel, vast te leggen.

Zij is niet van toepassing op de ondernemingen die bruggen en metalen gebinten monteren. HOOFDSTUK II. - Modaliteiten van inning van de bijdrage

Art. 2.Het "Fonds voor bestaanszekerheid van de metaalverwerkende nijverheid" wordt, conform artikel 3, § 2 van zijn statuten belast met de praktische uitwerking en de concretisering van de inning en doorstorting van de 0,1 pct. voorzien in hoofdstuk IX - Opleiding, artikel 9.2., § 2 van het nationaal akkoord gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw van 30 mei 2005, voor de ondernemingen gelegen in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 3.Ondernemingen die zich in de toestand van herstructurering en/of moeilijkheden bevinden kunnen vrijstelling bekomen van de betaling van de bijdrage van 0,1 pct. volgens de modaliteiten zoals hierna vastgesteld.

Onder "ondernemingen" in moeilijkheden of herstructurering" verstaan men : hen die beantwoorden aan de definitie van ondernemingen in moeilijkheden of herstructurering in het kader van de reglementering inzake brugpensioen (sectie 3 van het koninklijk besluit van 7 december 1992) die het mogelijk maakt om een afwijkend regime te bekomen.

Art. 4.De betreffende onderneming zal aan de voorzitter van de regionale paritaire sectie van Brabant een aangetekend schrijven richten met de vraag tot vrijstelling alsook : - voor de ondernemingen die, in toepassing van de reglementering inzake brugpensioen, erkend zijn door de Minister van Werk als onderneming in moeilijkheden of herstructurering, het bewijs van de erkenning door de Minister van Werk; - voor de ondernemingen die geen aanvraag hebben ingediend bij de Minister van Werk maar zich niettemin in de situatie bevinden die aanleiding kan geven toe erkenning, de volgende documenten : * voor de ondernemingen in moeilijkheden : de gepubliceerde jaarrekeningen van de vijf laatste boekjaren, alsook het verslag van de bedijfsrevisor of de statuten indien geen bedrijfsrevisor werd benoemd; * voor de ondernemingen in herstructurering op basis van een collectief ontslag : het attest van de subregionale tewerkstellingsdienst dat bevestigt dat de procedures met betrekking tot het collectief ontslag werden nageleefd; * voor de ondernemingen in herstructurering op basis van het percentage tijdelijke werkloosheid wegens gebrek aan werk : het document van de gewestelijke Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening ter vaststelling van het aantal dagen en het percentage tijdelijke werkloosheidsdagen wegens gebrek aan werk.

Art. 5.De voorzitter van de gewestelijke paritaire sectie van Brabant maakt het verzoek van de onderneming over aan de leden van zijn paritaire sectie. De leden van de paritaire sectie hebben een termijn van 30 kalenderdagen, periode die ingaat de dag na de datum van verzending van het aangetekend verzoek door de onderneming, waarbinnen zij hun voorbehoud schriftelijk kunnen overmaken aan de voorzitter.

Indien geen van de partijen voorbehoud maakt wordt het dossier als aanvaard beschouwd.

Indien één der partijen voorbehoud maakt, dan zal de gewestelijke paritaire sectie samenkomen en zich over de aanvaarding of de weigering van het ondernemingsdossier uitspreken. De gewestelijke paritaire sectie spreekt zich uit uiterlijk de zestigste kalenderdag na de datum van verzending van het aangetekend verzoek door de onderneming.

Art. 6.De vrijstelling van de bijdrage van 0,1 pct. gaat in vanaf het kwartaal waarin de aanvraag door de onderneming werd opgestuurd en beperkt zich tot de vier volgende kwartalen. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten van aanwending van de bijdrage

Art. 7.Partijen komen overeen dat de opbrengsten van de 0,1 pct. waarvan sprake in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst integraal zullen doorgestort worden aan RTM Brussel, "Regionaal Tewerkstellingsfonds Metaalbewerkers Brussel".

Art. 8.De raad van bestuur van RTM Brussel, beslist aan welke projecten/initiatieven de 0,1 pct. zal besteed worden. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst gaat in op 1 januari 2006.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd.

Elk der ondertekenende partijen kan er een einde aan stellen, mits inachtname van een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven te richten aan de andere partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 juni 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^