Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 januari 2014
gepubliceerd op 04 februari 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct- administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2014009030
pub.
04/02/2014
prom.
29/01/2014
ELI
eli/besluit/2014/01/29/2014009030/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 JANUARI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct- administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op de wet van 30 november 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/11/1998 pub. 18/12/1998 numac 1998007272 bron ministerie van landsverdediging Wet houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst sluiten houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, artikel 6, § 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 november 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Ambtenarenzaken van 9 december 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 4 december 2013;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 406 van het Sectorcomité III - Justitie, gesloten op 23 december 2013;

Gelet op de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereevoudiging, artikel 8, § 1er, 4° ;

Overwegende dat dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het bepalingen van autoregulering betreft;

Gelet op het advies 54.762/2 van de Raad van State, gegeven op 6 januari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid,1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 14 januari 1994 houdende het statuut van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal van de Veiligheid van de Staat worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden "na advies van de in Raad vergaderde Ministers" ingevoegd tussen het woord "Justitie" en het woord "door" 2° in het tweede lid wordt het woord "eenmaal" ingevoegd tussen het woord "is" en het woord "hernieuwbaar"; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : "Als zijn mandaat niet hernieuwd wordt, kan het verlengd worden met maximum zes maanden tot het mandaat begint van de administrateur-generaal die aangewezen werd om hem op te volgen."

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt het woord "eenmaal" ingevoegd tussen het woord "is" en het woord "hernieuwbaar"; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende : "Als zijn mandaat niet hernieuwd wordt, kan het verlengd worden met maximum zes maanden tot het mandaat begint van de adjunct-administrateur-generaal die aangewezen werd om hem op te volgen."

Art. 3.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 maart 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/03/2006 pub. 27/03/2006 numac 2006014065 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot instelling van een gericht marien reservaat in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 oktober 2005 tot instelling van speciale beschermingszones en speciale zones voor natuurbehoud in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België. type koninklijk besluit prom. 05/03/2006 pub. 24/03/2006 numac 2006022247 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « mobiele urgentiegroep » moet voldoen om te worden erkend type koninklijk besluit prom. 05/03/2006 pub. 24/03/2006 numac 2006022248 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg » moet voldoen om erkend te worden type koninklijk besluit prom. 05/03/2006 pub. 30/03/2006 numac 2006003196 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende bekendmaking van de lijst van de betalings- en effectenafwikkelingssystemen die geregeld worden door het Belgisch recht, tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen sluiten, onder 3°, worden de woorden "in de rechten" geschrapt.

Art. 4.In hetzelfde besluit worden de artikelen 9/1 tot 9/7 ingevoegd, luidende : "

Art. 9/1.De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal worden tijdens hun mandaat jaarlijks geëvalueerd. De eerste viercycli worden met een tussentijdse evaluatie afgesloten. De laatste cyclus eindigt zes maanden vóór het verstrijken van het mandaat en wordt met een eindevaluatie afgesloten.

Art 9/2. De evaluatie van de administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal handelen over : 1° de verwezenlijking van de doelstellingen bepaald in het strategisch plan en de actieplannen bedoeld in artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 5 december 2006 betreffende het algemeen bestuur en de ondersteuningscel van de Veiligheid van de Staat;2° de manier waarop deze doelstellingen al dan niet werden verwezenlijkt;3° de persoonlijke bijdrage van de houder van de functie aan de verwezenlijking van deze doelstellingen;

Art. 9/3.De evaluatie wordt uitgevoerd door : 1° de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse zaken voor wat de administrateur-generaal betreft;2° de minister van Justitie, en de minister van Binnenlandse zaken daarin bijgestaan door de administrateur-generaal, voor wat de adjunct-administrateur-generaal betreft. Na afloop van het evaluatiegesprek stellen de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken een evaluatieverslag op en formuleren een evaluatie vermelding.

Art. 9/4.Het evaluatieverslag wordt binnen dertig dagen na het evaluatiegesprek tegen ontvangstbewijs bezorgd aan : 1° het ministerieel comité voor inlichtingen en veiligheid en de administrateur-generaal;2° de adjunct-administrateur-generaal wat betreft zijn evaluatie.

Art. 9/5.§ 1. Elke evaluatie wordt afgesloten met één van de volgende vermeldingen : "uitstekend", "voldoet aan de verwachtingen", "te ontwikkelen", of "onvoldoende".

Er wordt geen rekening gehouden met de doelstellingen waarvan het niet bereiken geenszins afhing van de verantwoordelijkheid van de geëvalueerde. § 2. De evaluatie wordt besloten met de vermelding "onvoldoende" wanneer uit de evaluatie blijkt dat het functioneren van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal onder het verwachte niveau ligt en/of dat de doelstellingen bedoeld in artikel 9/2 niet bereikt werden en/of dat de wijze waarop deze doelstellingen bereikt werden niet optimaal was en/of dat de betrokkene slechts een kleine persoonlijke bijdrage heeft geleverd tot de verwezenlijking van deze doelstellingen.

De evaluatie wordt besloten met de vermelding "te ontwikkelen" als eruit blijkt dat het functioneren van de van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal enigszins onder het verwachte niveau ligt en/of de doelstellingen bepaald in het artikel 9/2 slechts gedeeltelijk zijn verwezenlijkt en/of de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden en de persoonlijke bijdrage van de geëvalueerde aan het behalen van de doelstellingen niet volkomen toereikend zijn geweest.

De evaluatie wordt besloten met de vermelding "voldoet aan de verwachtingen" als eruit blijkt dat de meeste doelstellingen bepaald in het artikel 9/2 werden verwezenlijkt en dat de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden alsook de persoonlijke bijdrage van de geëvalueerde aan het behalen van de doelstellingen toereikend zijn geweest.

De evaluatie wordt besloten met de vermelding "uitstekend" als eruit blijkt dat alle doelstellingen bepaald in het artikel 9/2 werden verwezenlijkt en dat sommige overtroffen werden, dat de wijze waarop de doelstellingen bereikt werden optimaal is geweest en dat bovendien de persoonlijke bijdrage van de houder van de managementfunctie de verwachtingen heeft overtroffen.

Art. 9/6.Het evaluatiedossier bestaat uit de volgende elementen : 1° een identificatiefiche met de persoonlijke gegevens en het aanstellingsbesluit;2° de functiebeschrijving;3° het strategisch plan en het (de) actieplan(nen) evenals, desgevallend, de opeenvolgende aanpassingen die hieraan werden aangebracht;4° in voorkomend geval ieder ander document dat inzicht verschaft in de aanpassingen, de afspraken en de schikkingen;5° de evaluatieverslagen;6° eventueel dossier van het ingestelde beroep. De betrokkene kan in zijn evaluatiedossier documenten laten toevoegen.

De evaluatiedossiers worden bewaard bij de directeur van de stafdienst personeel en organisatie van de federale overheidsdienst Justitie.

Art. 9/7.De administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal mogen hun evaluatiedossier raadplegen.

De toegang tot deze dossiers wordt eveneens verleend aan de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken.

Art. 9/8.§ 1. De administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal wiens tussentijdse evaluatie resulteert in de vermelding "onvoldoende" of wiens eindevaluatie niet resulteert in de vermelding "uitstekend" kan, per aangetekende brief, geadresseerd aan de minister van Justitie,,beroep instellen bij het Ministerieel comité voor inlichtingen en veiligheid, binnen vijftien dagen na de kennisgeving van het evaluatieverslag. § 2. De Minister van Justitie maakt binnen de 10 dagen na ontvangst van de aangetekende brief het beroep en het evaluatiedossier over aan het beroepsorgaan.

De beroep werkt schorsend. In dat geval wordt het mandaat verlengd tot het einde van de beroepsprocedure zoals beschreven in dit artikel. § 3. De minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken zijn aanwezig en nemen deel aan de beraadslaging. § 4. De administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal wordt opgeroepen, uiterlijk vijf dagen voor de hoorzitting, ten einde zijn verweermiddelen uiteen te zetten. Hij dient persoonlijk te verschijnen. Hij mag zich laten bijstaan door een persoon naar keuze.

Indien de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal, ofschoon behoorlijk opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt, doet het beroepsorgaan uitspraak op grond van de stukken van het dossier. Hetzelfde geldt zodra de zaak van de tweede maal ter hoorzitting komt, zelfs indien de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal een geldige reden kan aanvoeren.

Het beroepsorgaan hoort iedereen en verzamelt alle nodige gegevens opdat het met volle kennis van zaken zich kan uitspreken. § 5. Het beroepsorgaan kan slechts op een rechtsgeldige manier de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal horen en beraadslagen voor zover de meerderheid van de leden aanwezig is.

De stemming is geheim. Bij staking van stemmen bestaat het advies in het voorstel om de vermelding toe te kennen die onmiddellijk hoger is dan deze die toegekend was. § 6. Het beroepsorgaan brengt zijn advies uit binnen de maand na het indienen van het beroep en brengt de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken, de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal zo snel mogelijk op de hoogte van zijn beslissing.

Art. 9/9.§ 1. Als de eindevaluatie afgesloten wordt met de vermelding "uitstekend" of "voldoet aan de verwachtingen", wordt het mandaat van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal hernieuwd voor een periode van vijf jaar. § 2. Wanneer de evaluatie, bedoeld in artikel 9/1, leidt tot een vermelding "te ontwikkelen" dan wordt het mandaat niet automatisch hernieuwd en wordt een nieuwe selectieprocedure opgestart. § 3. Wanneer de evaluatie, bedoeld in artikel 9/1, leidt tot een vermelding "onvoldoende", eindigt het mandaat van de administrateur-generaal of de adjunct-administrateur-generaal op de eerste dag van de maand na die waarin de vermelding werd toegekend en de uittredende titularis van de functie mag niet opnieuw zijn kandidatuur stellen.

De houder van de functie van administrateur-generaal of adjunct-administrateur-generaal van wie het mandaat werd beëindigd omwille van een vermelding "onvoldoende" of na een nieuwe benoeming ten gevolge van een evaluatie "te ontwikkelen" en die geen beroepsinkomen of rustpensioen geniet of zou kunnen genieten, ontvangt een beëindigingvergoeding.

De beëindigingsvergoeding wordt berekend overeenkomstig de regels vastgelegd in artikel 21 van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/10/2001 pub. 31/10/2001 numac 2001002158 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten sluiten betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 januari 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Binnenslandse Zaken, Mevr. J. MILQUET

^