gepubliceerd op 18 maart 2004
Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst
29 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling, voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 51, § 1, gewijzigd bij de wetten van 26 juni 1992, 26 maart 1999 en 30 december 2001 en bij het koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling, voor de ondernemingen welke onder het Nationaal Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf vallen, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2003;
Gelet op het advies van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de huidige economische toestand en de rechtszekerheid vereisten dat zonder verwijl de nodige maatregelen worden genomen om de regeling aan te passen die omschrijft onder welke voorwaarden het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden geheel schorst voor de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf ressorteren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden die onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf ressorteren.
Art. 2.Bij gebrek aan werk wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de individuele arbeidsovereenkomst geschorst worden op voorwaarde dat de schorsing ingaat op de eerste werkdag van de week en dat zij geldt voor een ononderbroken periode van volledige werkloosheid van één of twee weken.
In afwijking van dit principe zijn volgende systemen van gedeeltelijke werkloosheid toegestaan : 1o De werkgever opteert voor een systeem van terugroepen waarbij elke werknemer die economisch werkloos werd gesteld tweemaal per trimester kan worden teruggeroepen in de loop van een week werkloosheid. In dit geval zal de werkgever enkel het loon verschuldigd zijn voor de in die week werkelijk gepresteerde dagen en waarborgt hij de wedertewerkstelling tot het einde van de lopende week. 2o De werkgever opteert voor een systeem van instellen van tijdelijke werkloosheid van maximaal twee opeenvolgende weken, en dit in een cyclus van drie weken, waarbij de derde week verplicht een normale werkweek is. Gedurende deze periode van één of twee weken tijdelijke werkloosheid zijn maximaal vijf dagen tijdelijke werkloosheid per werknemer toegelaten. Deze werkloosheidsdagen moeten de twee opeenvolgende wekelijkse rustdagen voorafgaan of volgen. In dit geval zal de werkgever enkel het loon verschuldigd zijn voor de in die week gepresteerde dagen.
Art. 3.De in artikel 1 bedoelde werklieden worden schriftelijk ingelicht over het ontwerp van werkloosheidssysteem dat zal worden toegepast, ten laatste op de woensdag van de week die aan de volledige of gedeeltelijke schorsing voorafgaat. Deze inlichting wordt hen bevestigd in de kennisgeving van de nieuwe arbeidsregeling aan de werknemers, bedoeld in artikel 51, § 1, lid 2, 1o, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, die schriftelijk moet plaatsvinden op de vrijdag van diezelfde week.
Art. 4.De in artikel 3 bedoelde inlichting en kennisgeving vermelden de maximumduur van de volledige of gedeeltelijke schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, de datum waarop de schorsing zal ingaan, de datum waarop zij een einde zal nemen en de data waarop de werklieden werkloos zullen zijn.
Art. 5.Het koninklijk besluit van 31 augustus 1999 tot vaststelling, voor de ondernemingen welke onder het Nationaal Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf vallen, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken, de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 augustus 2003, wordt opgeheven.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 29 februari 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978; Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992;
Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999;
Wet van 30 december 2001, Belgisch Staatsblad van 31 december 2001;
Koninklijk besluit nr. 254 van 31 december 1983, Belgisch Staatsblad van 21 januari 1984.
Koninklijk besluit van 31 augustus 1999, Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1999.
Koninklijk besluit van 26 augustus 2003, Belgisch Staatsblad van 16 september 2003.