gepubliceerd op 08 oktober 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken, tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden van het Ministerie van Ambtenarenzaken en houdende sommige geldelijke bepalingen, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie
28 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken, tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden van het Ministerie van Ambtenarenzaken en houdende sommige geldelijke bepalingen, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid artikel 4, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbanen van sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken, gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 mei 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden van het Ministerie van Ambtenarenzaken en houdende sommige geldelijke bepalingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 mei 2001, 12 september 2001 en 20 juni 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen;
Gelet op het advies van het Directiecomité van 8 december 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 december 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 25 februari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 20 maart 2003;
Gelet op het protocol nr. 120/1 van 8 april 2003 van het Sectorcomité I - Algemeen Bestuur;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Copernicushervorming tot doel heeft de federale overheidsdienst om te vormen tot een dynamische organisatie die niet alleen een betere dienstverlening aan de gebruiker beoogt maar ook een betere werkgever wil zijn;
Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de peilers is van de genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbanen van de rijksambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Ambtenarenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbanen van sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbanen van sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbanen van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie. »
Art. 2.Artikel 1, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. Bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie komen de volgende graden voor : - in rang 15 : adviseur-generaal van het Openbaar Ambt; adviseur-generaal voor overheidsopdrachten; - in rang 13 : adviseur van het Openbaar Ambt; adviseur voor overheidsopdrachten; hoofdselectieadviseur; - in rang 10 : adjunct-adviseur voor overheidsopdrachten; selectieadviseur. »
Art. 3.Artikel 1, § 4, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 4. Bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie worden de volgende graden geschrapt : - in rang 28 : eerstaanwezend assistent voor overheidsopdrachten; eerstaanwezend selectiecorrespondent; - in rang 26 : assistent voor overheidsopdrachten; selectiecorrespondent. »
Art. 4.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° het artikel 2;2° de artikelen 5 en 6. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden van het Ministerie van Ambtenarenzaken en houdende sommige geldelijke bepalingen
Art. 5.Het opschrift van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden van het Ministerie van Ambtenarenzaken en houdende sommige geldelijke bepalingen wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden van de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie. »
Art. 6.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° het artikel 11;2° het artikel 13, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 september 2001 en 20 juni 2002;3° het artikel 14;4° het artikel 16, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 september 2001 en 20 juni 2002;5° het artikel 18;6° de artikelen 26 tot 31, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 september 2001 en 20 juni 2002. HOOFDSTUK III. - Integratie van de bijzondere loopbanen in de nieuwe loopbanen
Art. 7.§ 1. De ambtenaren die op 1 oktober 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna afgenomen zijn in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in één van de graden die in de rechterkolom voorkomen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren ambtshalve benoemd krachtens § 1, worden de diensten in aanmerking genomen gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, in voorkomend geval, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest.
De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.
Art. 8.§ 1. De in artikel 7, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van financieel deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van assistent voor overheidsopdrachten en begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden: 16.979,79 - 25.439,69 3/1 x 292,59 5/2 x 390,04 9/2 x 625,77 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 4. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van financieel deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend assistent voor overheidsopdrachten en begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal behouden : 21.281,12 - 33.424,72 3/1 x 312,09 1/2 x 505,91 2/2 x 757,46 10/2 x 918,65 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 5. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van selectiecorrespondent en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26 E, bekomen, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben, automatisch de hierna vermelde weddenschaal : 17.728,11 - 26.802,64 3/1 x 252,18 1/ 2 x 292,59 1/ 2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 (Kl. 23j. - N. B - G. A) § 6. De ambtenaren bedoeld in § 5, die geslaagd zijn voor een competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 7. De ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch deskundige, voorheen begunstigde van de weddenschaal 26 E, kunnen deelnemen aan competentiemeting 1.
De ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van financieel deskundige, voorheen begunstigde van de weddenschaal vermeld in § 3, kunnen deelnemen aan competentiemeting 1. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 9.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De geldelijke anciënniteit die verworven is door deze ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 10.§ 1. In afwijking van artikel 9, § 1, behouden de ambtenaren die ambtshalve benoemd worden in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuursassistent en die, bij wijze van overgangsmaatregel, bezoldigd werden in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 17.728,11 - 26.280,49 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 2. In afwijking van artikel 9, § 1, behouden de ambtenaren die ambtshalve benoemd worden in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuursassistent en die, bij wijze van overgangsmaatregel, bezoldigd werden in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 3. De ambtenaren bedoeld in de §§ 1 en 2 kunnen deelnemen aan competentiemeting 4.
De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 4. In afwijking van § 3, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA 2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en de wedde van de weddenschaal vermeld in § 1 of § 2. § 5. De geslaagden bedoeld in § 3, die een anciënniteit van 4 jaar hebben in de weddenschaal CA2, bekomen de weddenschaal CA 3 en dit ten vroegste op 1 september 2003. De anciënniteit verworven in de oude weddenschalen vermeld in de §§ 1 en 2, wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze 4 jaar.
De ambtenaren die gedurende 6 jaar de weddenschaal CA 3 genoten hebben, bekomen de weddenschaal 22B voor zover er betrekkingen in deze schaal vacant zijn.
Art. 11.§ 1. In afwijking van artikel 9, § 1, behouden de ambtenaren die ambtshalve benoemd worden in de graad van bestuurschef (afgeschafte graad), voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuurschef en die, bij wijze van overgangsmaatregel, bezoldigd werden in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 21.761,66 - 30.937,65 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 2. In afwijking van artikel 9, § 1, behouden de ambtenaren die ambtshalve benoemd worden in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuurschef en die, bij wijze van overgangsmaatregel, bezoldigd werden in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 19.086,35 - 28.262,34 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. 20j. - N. C - G. A) § 3. De ambtenaren bedoeld in § 2, die overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage, ingeschaald zijn in de weddenschaal CA 3, bekomen bij voorrang na 6 jaar de weddenschaal 22 B voor zover er betrekkingen in deze weddenschaal vacant zijn en in de volgende orde van voorkeur : 1° de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit;2° bij gelijkheid van graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;3° bij gelijkheid van dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar. Hun anciënniteit verworven in de geschrapte graad van bestuurschef, wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze 6 jaar.
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2002, met uitzondering van de artikelen 9 tot 11 die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002.
Art. 13.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Ambtenarenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 september 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. M. ARENA
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 september 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken, tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden van het Ministerie van Ambtenarenzaken en houdende sommige geldelijke bepalingen, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. M. ARENA