gepubliceerd op 11 september 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 23, § 3, 32, tweede en derde lid, 33, § 2, derde lid, 34, 36, 37, § 1, 1°, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 44, § 4, derde lid, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van hoofdstuk III van de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004
28 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 23, § 3, 32, tweede en derde lid, 33, § 2, derde lid, 34, 36, 37, § 1, 1°, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 44, § 4, derde lid, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van hoofdstuk III van de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 39, vervangen bij de wet van 2 januari 2001;
Gelet op de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004, inzonderheid op artikel 24;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 23, § 3, 32, tweede en derde lid, 33, § 2, derde lid, 34, 36, 37, § 1, 1°, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 44, § 4, derde lid, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 1bis , ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 maart 2001 en vervangen bij het koninklijk besluit van 13 januari 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 februari 2003;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut van sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op de vraag naar dringend onderzoek gemotiveerd door de vraag, geuit door de sociale partners in het interprofessioneel akkoord 2003-2004, dat om voor de tewerkstelling van werknemers van buitenlandse origine en van gehandicapten dubbel rekening te houden voor het respecteren van de aan de werkgevers opgelegde verplichting in het kader van de startbaanovereenkomst en dat, bijgevolg, zowel de werkgevers als de werknemers en de organen die belast zijn met het innen van de bijdragen voor de sociale zekerheid zo snel mogelijk kennis moeten hebben van deze regel van dubbel in aanmerking te nemen; deze organen moeten inderdaad en zonder verwijl het informaticaprogramma van de DmfA aanpassen en instructies geven aan de werkgevers, zodat deze dubbel in aanmerking te nemen regel kan worden toegepast vanaf 1 juli 2003;
Gelet op het feit dat de vraag naar dringend onderzoek eveneens gemotiveerd wordt door de noodzaak dat de werkgevers uit de private sector die behoren tot eenzelfde sector en die een redelijke inspanning leverden in het voordeel van de werkgelegenheid zo snel mogelijk kennis kunnen nemen van de mogelijkheid om geheel of gedeeltelijk te worden vrijgesteld van hun verplichting op het vlak van de startbaanovereenkomst wanneer zij gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst die een inspanning voorziet van minstens 0,15 % voor de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004;
Gelet op het advies nr. 35.236/1 van de Raad van State, gegeven op 8 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1bis van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 23, § 3, 32, tweede en derde lid, 33, § 2, derde lid, 34, 36, 37, § 1, 1°, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 44, § 4, derde lid, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 maart 2001 en vervangen bij het koninklijk besluit van 13 januari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, 4°, wordt vervangen als volgt : « 4° het totaal van de VTE-breuken van alle tewerkstellingen van een werknemer, berekend overeenkomstig 2° en 3°, kan nooit groter zijn dan 1. De VTE-breuk bekomen met de formules sub 2° en 3° wordt afgerond tot op twee cijfers na de komma waarbij 0,005 wordt afgerond naar boven; »; 2° § 1 wordt aangevuld als volgt : « 6° de VTE-breuken berekend volgens 3° worden dubbel in rekening gebracht voor wat betreft de jongeren die tewerkgesteld zijn binnen het kader van een startbaanovereenkomst en gedefinieerd bij artikel 23, § 1, 4°, 5° en 6°, van de wet.»; 3° § 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Wat echter de werkgevers betreft die aangesloten zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten, wordt de VTE-breuk, voor het bepalen van het personeelsbestand, berekend in voltijdse equivalenten, en voor de jongeren tewerkgesteld met een startbaanovereenkomst, steeds berekend overeenkomstig de formules sub § 1, 3°, a en b , en 6°. ».
Art. 2.De artikelen 9 en 10 van de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004 treden in werking op 1 juli 2003.
Artikel 11 van de voornoemde wet van 1 april 2003 treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2003, met uitzondering van artikel 1 dat in werking treedt op 1 juli 2003.
Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000; Wet van 1 april 2003, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003;
Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2000; err. 1 april 2000;
Koninklijk besluit van 23 maart 2001, Belgisch Staatsblad van 17 mei 2001;
Koninklijk besluit van 13 januari 2003, Belgisch Staatsblad van 24 januari 2003.