gepubliceerd op 03 augustus 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers
4 JULI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 4, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 7 april 1999 en 11 juni 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 13 december 2002 en 10 oktober 2003;
Gelet op advies 36.903/1 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk en Onze Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers wordt aangevuld met een § 3, luidende : « § 3. De werkgever neemt de nodige maatregelen om de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in kennis te stellen van elke arbeidsongeschiktheid van vier weken of meer, vastgesteld voor een werknemer die onderworpen is aan het verplicht gezondheidstoezicht. »
Art. 2.Artikel 12, § 3, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 3. Onder voorbehoud van de bepalingen betreffende de voorafgaande gezondheidsbeoordeling, de gezondheidsbeoordeling van een definitief arbeidsongeschikte werknemer met het oog op zijn reïntegratie en het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting, is elk verzoek om gezondheidstoezicht of elke oproeping van een werknemer om te verschijnen voor een afdeling of een departement belast met het medisch toezicht, hetzij buiten zijn gewone werkuren, hetzij tijdens de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, hetzij in de loop van de periode van vrijstelling van arbeid, absoluut nietig en heeft zij de absolute nietigheid van de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer tot gevolg. »
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 36bis ingevoegd, luidende :
Art. 36bis.§ 1. De werkgever informeert alle werknemers die onderworpen zijn aan het verplicht gezondheidstoezicht, over hun recht om te genieten van een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting in geval van arbeidsongeschiktheid van vier weken of meer, met het oog op een eventuele aanpassing van hun werkpost, alsook over de te vervullen voorwaarden die opgesomd zijn in § 2, 1° en 2°. § 2. In geval van arbeidsongeschiktheid van vier weken of meer, kan de werknemer die onderworpen is aan het verplicht gezondheidstoezicht, een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting vragen wanneer de volgende voorwaarden vervuld zijn : 1° de werknemer neemt zelf het initiatief om voor deze mogelijkheid in aanmerking te komen door een geschreven aanvraag aan de werkgever te richten;2° de werknemer geeft zijn akkoord opdat de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, die werd verwittigd door de werkgever, het medisch dossier van de werknemer bij de behandelende geneesheer kan raadplegen en kan overleggen met deze laatste. § 3. Vanaf het ogenblik dat de werkgever een aanvraag van een werknemer ontvangt zoals bedoeld in § 2, 1°, verwittigt hij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer opdat de werknemer uitgenodigd wordt op het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting dat moet plaatsvinden binnen een termijn van acht dagen volgend op de ontvangst van de aanvraag. § 4. Het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting zoals bedoeld in § 1 moet de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer in staat stellen om, op basis van de gezondheidstoestand van de werknemer en het onderzoek van zijn werkpost, aan de werkgever aangepaste maatregelen voor te stellen die inzonderheid bestaan uit een aanpassing van de post of de arbeidsomstandigheden teneinde de belasting verbonden aan deze post te verminderen zodat de werkgever een aangepast werk kan geven aan de werknemer vanaf de werkhervatting. § 5. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer onderzoekt de werkpost van de werknemer zo spoedig mogelijk met het oog op het onderzoek van de mogelijkheden tot aanpassing van deze post. § 6. In afwijking van de bepalingen betreffende het formulier voor de gezondheidsbeoordeling, formuleert de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer zijn voorstellen betreffende de aanpassingen van de werkpost of van de arbeidsomstandigheden, door enkel rubriek F van het formulier voor de gezondheidsbeoordeling te vervolledigen. § 7. De werkgever neemt de verplaatsingskosten van de werknemer voor het bezoek voorafgaand aan de werkhervatting voor zijn rekening. »
Art. 4.Onze Minister van Werk en Onze Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, Mevr. K. VAN BREMPT _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; Wet van 7 april 1999, Belgisch Staatsblad van 20 april 1999;
Wet van 11 juni 2002, Belgisch Staatsblad van 22 juni 2002;
Koninklijk besluit van 28 mei 2003, Belgisch Staatsblad van 16 juni 2003.