Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 maart 2007
gepubliceerd op 10 april 2007

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden en van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007200917
pub.
10/04/2007
prom.
28/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/28/2007200917/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden en van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, littera m), ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 1996;

Gelet op de titel IV, Hoofdstuk 7, afdeling 3, van de programmawet (I) van 24 december 2002, inzonderheid op de artikelen 335, 336, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 23 december 2005 en 20 juli 2006, 338, gewijzigd bij de wet van 23 december 2005, en 341;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 november 2002, 9 december 2002, 19 maart 2003, 26 maart 2003, 16 mei 2003, 21 januari 2004 en 21 september 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, inzonderheid Hoofdstuk III van Titel III, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 juni 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 juni 2006;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 19 december 2006;

Gelet op het advies 42.088/1 van de Raad van State, gegeven op 25 januari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden

Artikel 1.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot bevordering van de tewerkstelling van langdurig werkzoekenden wordt een § 4 ingevoegd dat als volgt luidt : « § 4. De werknemer die op het ogenblik van de indienstneming uitkeringsgerechtigde volledige werkloze was, is, in afwijking van artikel 44 van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991 en volgens de voorwaarden van voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991 gedurende de maand van indienstneming en de vijftien daarop volgende maanden gerechtigd op een werkuitkering van ten hoogste 500 EUR per kalendermaand voorzover de aangeworven werknemer tegelijk aan volgende voorwaarden voldoet : 1° hij is op de dag van de indienstneming jonger dan 25 jaar;2° hij is werkzoekende op de dag van de indienstneming;3° hij is werkzoekende geweest gedurende minstens 312 dagen, gerekend in het zesdagenstelsel, in de loop van de maand van indienstneming en de 18 kalendermaanden daaraan voorafgaand. Indien de werknemer niet voltijds is tewerkgesteld, wordt de werkuitkering van maximum 500 EUR bedoeld in het vorige lid teruggebracht tot een bedrag in verhouding tot de contractueel wekelijks voorziene arbeidsduur in de deeltijdse betrekking. »

Art. 2.De artikelen 7bis en 11 en het hoofdstuk IIIbis, dat de artikelen 11bis en 11ter bevat, van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 3.Artikel 11sexies, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° hij is op de dag van de indienstneming minstens 25 jaar, maar jonger dan 45 jaar; »

Art. 4.Artikel 11septies van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004, wordt hersteld in de volgende lezing : «

Art. 11septies.De werknemer tewerkgesteld bij een werkgever bedoeld in artikel 11quater en die op het ogenblik van de indienstneming uitkeringsgerechtigde volledige werkloze was, is, in afwijking van artikel 44 van het voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991 en volgens de voorwaarden van voormeld koninklijk besluit van 25 november 1991 gedurende de maand van indienstneming en de 59 daaropvolgende maanden gerechtigd op een werkuitkering van ten hoogste 900 EUR per kalendermaand voorzover hij tegelijk aan volgende voorwaarden voldoet : 1° hij is op de dag van de indienstneming jonger dan 25 jaar;2° hij is werkzoekende op de dag van de indienstneming;3° hij is werkzoekende geweest gedurende minstens 312 dagen, gerekend in het zesdagenstelsel, in de loop van de maand van indienstneming en de 18 kalendermaanden daaraan voorafgaand. Indien de werknemer niet voltijds is tewerkgesteld, wordt de werkuitkering van maximum 900 EUR bedoeld in het vorige lid, teruggebracht tot een bedrag in verhouding tot de contractueel wekelijks voorziene arbeidsduur in de deeltijdse betrekking. »

Art. 5.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) De woorden « artikelen 7, 7bis, 10, 11, 11ter, 11sexies en 11octies » vijf keer vervangen door de woorden « artikelen 7, 10 en 11sexies tot 11octies ».

B) Een nieuw tiende lid wordt ingevoegd, dat als volgt luidt : « Indien de werkzoekende in de loop van de geldigheidsperiode van drie maanden, bedoeld in het zevende tot negende lid, de leeftijd van 25 jaar, respectievelijk 45 jaar bereikt, wordt de geldigheid van de werkkaart, in afwijking van het zevende tot negende lid, beperkt tot de dag vóór die waarop de werkzoekende de leeftijd van 25 jaar, respectievelijk 45 jaar bereikt. »

Art. 6.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden « hoofdstukken II, III, IIIbis en IIIter » vervangen door de woorden « hoofdstukken II, III en IIIter ».

Art. 7.In artikel 15, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « artikelen 7, 7bis, 10, 11, 11ter, 11sexies en 11octies » vervangen door de woorden « artikelen 7, 10 en 11sexies tot 11octies ».

Art. 8.In artikel 17bis, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden « artikelen 7, 7bis, 10, 11 en 11ter » vervangen door de woorden « artikelen 7 en 10 ». HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen

Art. 9.In artikel 8 van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen worden de woorden « artikelen 9, 9bis, 9ter en 12 » vervangen door de woorden « artikelen 9, 9bis en 12 ».

Art. 10.In artikel 9bis van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) 1°, eerste lid, a) wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1° hij is op de dag van de indienstneming minstens 25 jaar, maar jonger dan 45 jaar; » B) een 3° wordt ingevoegd die als volgt luidt : « 3° een forfaitaire vermindering G1 tijdens het kwartaal van indienstneming en de daaropvolgende twintig kwartalen voor zover de aangeworven werknemer tegelijk aan volgende voorwaarden voldoet : a) hij is op de dag van de indienstneming jonger dan 25 jaar;b) hij is werkzoekende op de dag van de indienstneming;c) hij is werkzoekende geweest gedurende minstens 312 dagen, gerekend in het zesdagenstelsel, in de loop van de maand van indienstneming en de 18 kalendermaanden daaraan voorafgaand. De werknemer die een tewerkstelling, bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 19 december 2001, verderzet, moet evenwel niet voldoen aan de voorwaarde bedoeld in het vorige lid, b). »

Art. 11.Artikel 9ter van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 12.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden « artikelen 9, 9bis en 9ter » drie keer vervangen door de woorden « artikelen 9 en 9bis ».

Art. 13.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden « artikelen 9, 9bis en 9ter » twee keer vervangen door de woorden « artikelen 9 en 9bis ».

Art. 14.In artikel 14bis van hetzelfde besluit worden de woorden « artikelen 9, 9bis of 9ter » vervangen door de woorden « artikelen 9 of 9bis ». HOOFDSTUK III. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007.

De werkkaarten bedoeld in artikel 13 van het voormelde koninklijk besluit van 19 december 2001, die na 30 september 2006 zijn afgeleverd en die bevestigen dat een werknemer voldoet aan de voorwaarden van artikel 7bis, 11 of 11ter van het voormelde koninklijk besluit van 19 december 2001 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit en/of aan de voorwaarden van artikel 9ter van het voormelde koninklijk besluit van 16 mei 2003 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, verliezen hun geldigheid uiterlijk op 31 december 2006.

De werknemer die op de datum van publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad de werkuitkering geniet bedoeld in artikel 7bis, 11 of 11ter van het voormelde koninklijk besluit van 19 december 2001 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, kan deze verder genieten vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, onder de voorwaarden vastgesteld in die artikelen, doch in ieder geval beperkt tot de lopende tewerkstelling.

De werkgever die op de datum van publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad de doelgroepvermindering geniet bedoeld in artikel 9ter van het voormelde koninklijk besluit van 16 mei 2003 zoals van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit, kan deze verder genieten vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, onder de voorwaarden vastgesteld in dat artikel, doch in ieder geval beperkt tot de lopende tewerkstelling.

De artikelen 1, 4 en 10, B), zijn toepasselijk indien de werknemer ten vroegste vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit in dienst is getreden.

Art. 16.Onze Minister van Werk en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 maart 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE

^