Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 juni 2023
gepubliceerd op 10 juli 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023010220
pub.
10/07/2023
prom.
28/06/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JUNI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 juni 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 Invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (Overeenkomst geregistreerd op 24 januari 2023 onder het nummer 177842/CO/200)

Artikel 1.Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten de hierna vermelde begrippen als volgt worden begrepen : - Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw : het afzonderlijk vermogen in de zin van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening ("WIBP"), ingericht in Pensio B OFP (instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, vergund op 18 december 2007, met identificatienummer toegekend door de FSMA : 50.584 en met ondernemingsnummer : 0888.025.595, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 3), dat bestaat uit de activa en de verplichtingen die betrekking hebben op het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw; - Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw : de PC 200 Bedienden, die werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Bouw (met uitsluiting van de studenten en leerlingen) en zich in een vergelijkbare situatie bevinden als de arbeiders die werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Bouw (dit zijn de arbeiders die onder PC 124 ressorteren) met wie zij voor doeleinden van het aanvullend pensioen "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP, en die overeenkomstig de regels van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden toegewezen aan deze specifieke subcategorie; - Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019 : de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019, gesloten in het PC 200, betreffende de koopkracht in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 2019 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen met registratienummer 152849/CO/200, zoals gewijzigd inzake de termijnen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2021, gesloten in het PC 200, met registratienummer 168827/CO/200; - Harmonisatieverplichting : de wettelijke verplichting tot harmonisering van de aanvullende pensioenen voor arbeiders en bedienden in de zin van de WAP; - Hoofdzakelijkheidscriterium : in situaties waar Werkgevers ressorteren onder meerdere paritaire (sub)comités voor hun arbeiders, houdt het hoofdzakelijkheidscriterium in dat de PC 200 Bedienden moeten vergeleken worden met hun collega arbeiders die werken in de hoofdactiviteit van hun Werkgever. De hoofdactiviteit wordt voor doeleinden van artikel 14 van de WAP bepaald als de Ondernemingsactiviteit waar de Werkgever het grootst aantal arbeiders tewerkstelt, uitgedrukt in voltijds equivalente arbeiders. De hoofdactiviteit wordt bepaald aan de hand van officiële sociale documenten waarbij gebruik gemaakt wordt van de kengetallen en RSZ identificatienummers; - Inrichter : de multi-sectorale inrichter, Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf - fbzp-fsep Constructiv (afgekort : "fbzp-fsep Constructiv"), met zetel te 1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 3 en ondernemingsnummer : 0816.563.321, die het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw inricht, alsook het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders die werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Bouw (dit zijn de arbeiders die onder PC 124 ressorteren) waarmee de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP; - Ondernemingsactiviteiten (OA) : de beroepscategorieën en ondernemingsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 14/4, § 1, 1ste lid van de WAP; - Ondernemingsactiviteit Bouw : de Ondernemingsactiviteiten waarvoor het PC 124 bevoegd is en die vallen onder het bevoegdheidsgebied van PC 124 zoals vastgesteld in het koninklijk besluit van 4 maart 1975 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan, zoals laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 4 augustus 2014; - PC 124 : het Paritair Comité voor het bouwbedrijf; - PC 200 : het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden; - PC 200 Bedienden : de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het PC 200; - SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw : het sectoraal aanvullend pensioenstelsel dat door PC 200 wordt ingevoerd, in overeenstemming met de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019, voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en die in het kader van de Harmonisatieverplichting beoogt het verschil weg te werken inzake aanvullende pensioenen op sectorniveau tussen de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en de arbeiders die werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Bouw met wie zij "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP; - Technische Bedrijfseenheid : de technische bedrijfseenheid zoals omschreven in artikel 14 van de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven; - Vestigingseenheid : een plaats die men, geografisch gezien, kan identificeren door een adres waar ten minste één activiteit van de in de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde juridische entiteit wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend in de zin van artikel 1.2., 16° van Boek I van het Wetboek van economisch recht. Dit komt neer op elke geografisch afgescheiden exploitatiezetel, afdeling of onderafdeling (atelier, fabriek, magazijn, bureau,...) van de betrokken juridische entiteit (op basis van het ondernemingsnummer), gesitueerd op een geografisch welbepaalde locatie en identificeerbaar met een adres en met een vestigingseenheidsnummer; - WAP : de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, waarin het wettelijk kader inzake de harmonisatie van de aanvullende pensioenen voor arbeiders en bedienden werd ingeschreven door de wet van 5 mei 2014 tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen, en werd gewijzigd door de wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 (1); - Werkgever : de juridische entiteit (op basis van het ondernemingsnummer), of desgevallend de Vestigingseenheden (op basis van het vestigingseenheidsnummer) indien de juridische entiteit over meerdere Vestigingseenheden beschikt.

Art. 2.Toepassingsgebied § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de Werkgevers die vallen onder de bevoegdheid van PC 200 en de PC 200 Bedienden die deze Werkgevers tewerkstellen, op voorwaarde dat : - de betrokken Werkgever voor alle arbeiders of een deel van de arbeiders die hij tewerkstelt, valt onder de bevoegdheid van PC 124; - de PC 200 Bedienden volledig of deels tewerkgesteld zijn in de Ondernemingsactiviteit Bouw; en - de PC 200 Bedienden door de betrokken Werkgever tewerkgesteld worden in een Technische Bedrijfseenheid waarin deze Werkgever ook arbeiders tewerkstelt waarvoor hij valt onder de bevoegdheid van PC 124. § 2. De vaststelling of, en welk deel van, de PC 200 Bedienden moeten beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw gebeurt op basis van de regels bepaald in artikel 2, § 3 en § 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw moeten door de betrokken Werkgever of zijn sociaal secretariaat onder de volgende RSZ kengetallen 024, 026, 044 en 054 worden aangegeven in de DmfA. § 3. Indien de Werkgever voor al zijn arbeiders ressorteert onder de bevoegdheid van het PC 124, dan worden de PC 200 Bedienden die de Werkgever tewerkstelt in de Ondernemingsactiviteit Bouw, beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. § 4. Indien de Werkgever : - voor een deel van de arbeiders die hij tewerkstelt in de betrokken Technische Bedrijfseenheid ressorteert onder PC 124 én voor de andere arbeiders ressorteert onder de bevoegdheid van één of meerdere paritaire (sub)comités voor arbeiders; en - de PC 200 Bedienden die hij tewerkstelt in de betrokken Technische Bedrijfseenheid op basis van de feitelijke omstandigheden niet kan toewijzen aan één van de specifieke Ondernemingsactiviteiten waarvoor één van de betrokken paritaire (sub)comités voor arbeiders bevoegd is, aangezien deze PC 200 Bedienden ondersteunende of overkoepelende taken uitvoeren ten aanzien van meerdere Ondernemingsactiviteiten en/of niet-occasioneel en niet-uitzonderlijk werkzaam zijn in meerdere Ondernemingsactiviteiten van de Werkgever, gelden de volgende regels om te bepalen welke PC 200 Bedienden moeten beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw : (a) De Werkgever moet vaststellen of de PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid toegewezen worden aan de Ondernemingsactiviteit Bouw of aan de Ondernemingsactiviteit(en) die behoren tot het bevoegdheidsgebied van één van de andere paritaire (sub)comités voor arbeiders (overeenkomstig het toepasselijk koninklijk besluit dat de bevoegdheid van dit paritair comité heeft vastgesteld) waaronder de Werkgever voor een deel van zijn arbeiders ressorteert. De Werkgever doet deze vaststelling eenmalig ("foto") volgens de modaliteiten vastgelegd in deze collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij (i) naar aanleiding van de inwerkingtreding van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw op 1 januari 2023 (op basis van de DmfA gegevens van het eerste kwartaal van 2022, zoals beschikbaar op 30 juni 2022), hetzij (ii) nadien op het moment dat de Werkgever voor het eerst ook ressorteert onder PC 124 voor een deel van zijn arbeiders (op basis van de DmfA gegevens op het einde van het eerste kwartaal dat de Werkgever ook onder paritair PC 124 ressorteert voor een deel van zijn arbeiders), hetzij (iii) nadien op het moment dat de Werkgever voor een deel van zijn arbeiders naast PC 124 ook ressorteert onder een ander paritair (sub)comité dan PC 124 (op basis van de DmfA gegevens op het einde van het eerste kwartaal dat de Werkgever ook onder een ander paritair (sub)comité dan PC 124 ressorteert voor een deel van zijn arbeiders), en wijzigt niet meer nadien behoudens in de uitzonderlijke situatie zoals vastgelegd hierna in (c); (b) Deze vaststelling gebeurt op basis van het Hoofdzakelijkheidscriterium, in dit kader uitgedrukt op basis van het aantal arbeiders in voltijdsequivalent of FTE, dat de Werkgever tewerkstelt in de betrokken Technische Bedrijfseenheid ("foto" vastgesteld op basis van de DmfA gegevens van het eerste kwartaal van 2022 zoals beschikbaar op 30 juni 2022, op het einde van het eerste kwartaal dat de Werkgever ook onder PC 124 ressorteert voor een deel van zijn arbeiders of op het einde van het eerste kwartaal dat de Werkgever ook onder een ander paritair (sub)comité dan PC 124 ressorteert voor een deel van zijn arbeiders) : - indien de Werkgever arbeiders tewerkstelt die ressorteren onder meerdere paritaire (sub)comités voor arbeiders, dan worden de PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid die ondersteunende of overkoepelende taken uitvoeren ten aanzien van meerdere Ondernemingsactiviteiten en/of niet-occasioneel en niet-uitzonderlijk werkzaam zijn in meerdere Ondernemingsactiviteiten van de Werkgever, beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw indien het hoogste aantal arbeiders van de Werkgever ressorteert onder PC 124; - indien de Werkgever op de in punt (a) en (b) vastgestelde datum een gelijk aantal arbeiders tewerkstelt in de verschillende paritaire (sub)comités voor arbeiders waaronder hij ressorteert en het Hoofdzakelijkheidscriterium geen antwoord biedt, dan worden de PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid die ondersteunende of overkoepelende taken uitvoeren ten aanzien van meerdere Ondernemingsactiviteiten en/of niet-occasioneel en niet-uitzonderlijk werkzaam zijn in meerdere Ondernemingsactiviteiten van de Werkgever, beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw wanneer gemiddeld gedurende acht RSZ kwartalen (dit is gedurende het eerste kwartaal van 2022 en de zeven daaraan voorafgaande RSZ kwartalen) (= de referentieperiode of "film") het hoogste aantal arbeiders (uitgedrukt in voltijdsequivalent of FTE) van de Werkgever ressorteert onder PC 124. Indien er geen acht RSZ kwartalen zijn, wordt het lager aantal beschikbare RSZ kwartalen (dit is het eerste kwartaal van 2022 en het lager aantal daaraan voorafgaande RSZ kwartalen) als referentieperiode of "film" genomen.

Indien de Werkgever ook gedurende deze voormelde referentieperiode of film een gelijk aantal arbeiders tewerkstelt in de verschillende paritaire (sub)comités voor arbeiders waaronder hij ressorteert, dan worden de PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid die ondersteunende of overkoepelende taken uitvoeren ten aanzien van meerdere Ondernemingsactiviteiten en/of niet-occasioneel en niet-uitzonderlijk werkzaam zijn in meerdere Ondernemingsactiviteiten van de Werkgever, beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw wanneer de Ondernemingsactiviteit Bouw kan beschouwd worden als de hoofdactiviteit van de Werkgever op basis van de rangorde die gebruikt werd in de activiteiten die opgesomd worden in het maatschappelijk voorwerp, zoals vermeld in de statuten van de Werkgever. (c) Indien de PC 200 Bedienden, op basis van de regels in (b), beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, maar de verhouding tussen de respectievelijke aantallen van arbeiders in de verschillende Ondernemingsactiviteiten nadien op een duurzame en significante wijze wijzigt, kan de Werkgever via een schriftelijk, gemotiveerd verzoek aan de Inrichter vragen dat zijn PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid niet langer beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. Hiertoe moet de Werkgever in zijn schriftelijk en gemotiveerd verzoek minstens de volgende gegevens opnemen : (i) de aantallen van arbeiders bepaald op het moment voorzien onder (b); (ii) de evolutie op kwartaalbasis van de aantallen van arbeiders bedoeld onder (b) sinds het moment voorzien onder (b), waaruit de duurzame en significante aard van de wijziging blijkt; (iii) het aantonen op basis van de activiteiten van de Werkgever waarom deze wijziging zich ook in de toekomst verder zal bestendigen.

De Inrichter van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw beslist over dit verzoek, binnen de twee maanden na ontvangst van alle hiervoor vermelde benodigde gegevens. In geval van een positieve beslissing, zullen de PC 200 Bedienden van de betrokken Werkgever in de betrokken Technische Bedrijfseenheid vanaf het eerstvolgende kwartaal na deze positieve beslissing, niet langer beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (wat aanleiding geeft tot een uittreding uit het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw). De betrokken Werkgever zal de betrokken PC 200 Bedienden hierover inlichten. De Inrichter zal aan PC 200 één keer per jaar een overzicht overmaken van de Werkgevers die toepassing van dit artikel hebben gemaakt.

Omgekeerd, indien de PC 200 Bedienden, op basis van de regels in (b), niet beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, maar de verhouding tussen de respectievelijke aantallen van arbeiders in de verschillende Ondernemingsactiviteiten nadien op een duurzame en significante wijze wijzigt, kan de Werkgever zich wenden tot de inrichter van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel van de andere (sub)sector waarbij zijn PC 200 Bedienden zijn aangesloten, om te vragen dat zijn PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid voortaan kunnen beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, waarna ze aangesloten worden aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

Art. 3.Voorwerp - invoering van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw De representatieve organisaties in het PC 200 hebben deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten ter uitvoering van de Harmonisatieverplichting en artikel 7, 1° (i) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als enige voorwerp de invoering, met ingang van 1 januari 2023, van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. Vanaf de datum van invoering van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw stopt de betaling van de tijdelijke jaarpremie bepaald in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019 aangezien het volledig budget van de tijdelijke jaarpremie wordt aangewend voor het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

Art. 4.Aansluiting aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw § 1. Alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die, op of na 1 januari 2023, verbonden zijn via een arbeidsovereenkomst met een Werkgever, zoals bedoeld in artikel 1 en die niet uitgesloten zijn uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw overeenkomstig artikel 8, worden aangesloten bij het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. § 2. De hiervoor vermelde Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw blijven aangesloten aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw tot aan hun uittreding, pensionering of overlijden. Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die hun wettelijk (vervroegd) pensioen hebben opgenomen, maar verder of opnieuw tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst gesloten met een Werkgever, zoals bedoeld in artikel 4, § 1 in het kader van "toegelaten arbeid voor gepensioneerden", blijven of worden niet aangesloten bij het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, overeenkomstig artikel 13 van de WAP.

Art. 5.Aanduiding van de Inrichter § 1. Het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf - fbzp-fsep Constructiv (afgekort : "fbzp-fsep Constructiv"), met zetel te 1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 3 en ondernemingsnummer : 0816.563.321, wordt aangeduid als Inrichter van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteiten Bouw.

Het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf - fbzp-fsep Constructiv (afgekort : "fbzp-fsep Constructiv") werd via de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 (registratienummer in aanvraag) omgevormd tot multi-sectorale inrichter die het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw inricht, alsook het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders die werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Bouw (dit zijn de arbeiders die onder PC 124 ressorteren) waarmee de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP. § 2. De gecoördineerde statuten van de Inrichter zijn vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 tot aanduiding van het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen van de Werklieden uit het Bouwbedrijf (fbzp-fsep Constructiv) als multi-sectorale inrichter van het sectoraal aanvullende pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (PC 200), en tot vaststelling van de statuten van de multi-sectorale inrichter (registratienummer in aanvraag).

Voor zover gewenst, kunnen de sociale partners in het PC 200, gezamenlijk met de sociale partners in het PC 124, de leden van de raad van bestuur van de Inrichter aanduiden conform de modaliteiten bepaald in de statuten van de Inrichter.

Art. 6.Aanduiding van de pensioeninstelling § 1. Het beheer en de uitvoering van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw wordt toevertrouwd aan Pensio B OFP, instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, vergund op 18 december 2007, met identificatienummer toegekend door de FSMA : 50.584 en met ondernemingsnummer : 0888.025.595, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Koningsstraat 132, bus 3. § 2. De pensioenverplichtingen en de activa verbonden aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw zullen binnen Pensio B OFP worden beheerd in het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

De beheers-, werkings- en financieringsregels die worden afgesproken tussen de Inrichter en Pensio B OFP als pensioeninstelling, worden vastgelegd in de beheersovereenkomst, alsook in de verklaring inzake de beleggingsbeginselen (SIP) en het financieringsplan van de pensioeninstelling.

Art. 7.Pensioentoezegging § 1. Het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw dat per 1 januari 2023 wordt ingevoerd, is een gewoon sectoraal aanvullend pensioenstelsel dat enkel bestaat uit een pensioentoezegging.

De regels en modaliteiten betreffende de pensioentoezegging worden verder vastgelegd in het pensioenreglement dat is opgenomen in Bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De pensioentoezegging is een pensioenstelsel van het type cash balance dat voorziet : - in de opbouw van een aanvullend pensioen dat overeenkomstig de regels en modaliteiten van het pensioenreglement wordt uitbetaald aan de actieve of passieve aangeslotene bij het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw op het moment van pensionering; - in een overlijdenskapitaal in geval van overlijden van de actieve of passieve aangeslotene aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw vóór pensionering, dat gelijk is aan het bedrag dat op het ogenblik van overlijden van de betrokken aangeslotene op zijn individuele rekening in de pensioeninstelling staat en dat wordt uitbetaald aan de begunstigden van de overleden aangeslotene overeenkomstig de regels en modaliteiten van het pensioenreglement.

Art. 8.Uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw ("buiten toepassing") - geen mogelijkheid tot opting-out § 1. De Werkgevers die voor al hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, uiterlijk op 1 januari 2023, in de betrokken Technische Bedrijfseenheid reeds voorzien in één of meerdere aanvullende pensioenstelsels op ondernemingsniveau, die minstens gelijkwaardig zijn aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, overeenkomstig de regels zoals vastgelegd in Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Daarnaast kunnen Werkgevers, die op of na 1 januari 2023 worden opgericht of pas vanaf of na 1 januari 2023 ten gevolge van gewijzigde omstandigheden (zoals onder meer een fusie, een splitsing, een overname of een andere transactie, een wijziging van paritair comité, een wijziging van activiteiten, enz.) hetzij (i) voor het eerst ressorteren onder PC 200 voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, hetzij (ii) voor het eerst Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw tewerkstellen, hetzij (iii) voor het eerst ressorteren onder PC 124 voor een deel van hun arbeiders, ook worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, op voorwaarde dat zij aantonen dat zij op dat moment voor al hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in de betrokken Technische Bedrijfseenheid voorzien in één of meerdere aanvullende pensioenstelsels op ondernemingsniveau die minstens gelijkwaardig zijn aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

De voorwaarden en modaliteiten om uitgesloten te worden uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw ("buiten toepassing") worden verder vastgelegd in Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, die integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze Werkgevers en de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die zij tewerkstellen in de betrokken Technische Bedrijfseenheid, nemen bijgevolg niet deel aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, in zoverre en voor zolang de ondernemingspensioenstelsels van de betrokken Werkgevers te allen tijde gelijkwaardig zijn aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en de betrokken Werkgevers (blijven) voldoen aan de voorwaarden van "buiten toepassing", zoals vastgelegd in Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De Werkgevers die op basis van artikel 8, § 1 worden vrijgesteld van deelname aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, kunnen nadien op eender welk moment beslissen om voor de toekomst voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in de betrokken Technische Bedrijfseenheid toch deel te nemen aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

Zij dienen in dat geval hun wens tot deelname aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw te melden aan de Inrichter, volgens de modaliteiten die worden vastgelegd in Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. De deelname aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw zal ingaan vanaf het eerstvolgend kwartaal na de bevestiging van deelname door de Inrichter aan de betrokken Werkgever. § 3. Er wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot opting-out zoals voorzien in artikel 9 van de WAP.

Art. 9.Financiering, bijdragen en inningsmodaliteiten § 1. De financiering van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw zal gebeuren via een patronale bijdrage die, voor elke actieve aangeslotene bij het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, gelijk is aan 1,30 pct. van het referteloon. Het referteloon is gelijk aan het aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen brutoloon aangegeven met DmfA bezoldigingscodes 1, 3 en 4, zoals dit uitdrukkelijk blijkt uit de betrokken kwartaalstaat voor de RSZ/DmfA-aangifte, maal 1,0368.

Deze patronale bijdrage van 1,30 pct. word opgesplitst in : (i) een pensioenbijdrage ("Dotatie" genoemd in het pensioenreglement) gelijk aan 1,10 pct.van het referteloon; (ii) een bijdrage van 0,12 pct. ter dekking van de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. verschuldigd op de pensioenbijdrage; (iii) een bijdrage van 0,02 pct. ter dekking van de beheerskosten; (iv) een bijdrage van 0,06 pct. voor de aanleg van een buffer binnen het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van Pensio B OFP om toekomstige financieringstekorten te vermijden. § 2. De patronale bijdrage van 1,30 pct. vermeld in artikel 9, § 1 zal door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, worden geïnd bij alle Werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. Hiertoe wordt door de Inrichter een beheersovereenkomst gesloten met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Voor de inning van de voormelde patronale bijdrage wordt gebruik gemaakt van de gedifferentieerde RSZ-inningstechniek, waarbij de bijdrage voor het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw wordt afgescheiden van de andere trimestriële bijdragen bestemd voor het fonds voor bestaanszekerheid Sociaal Fonds PC 200.

De bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. verschuldigd op de pensioenbijdrage zoals bepaald in artikel 9, § 1 (ii), wordt voldaan ten aanzien van de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid bij wijze van verhoging van de pensioenbijdrage en wordt door de RSZ afgehouden aan de bron. Bijgevolg moeten de Werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. niet apart berekenen en aangeven. § 3. De Inrichter zal de ontvangen patronale bijdragen vervolgens doorstorten naar de pensioeninstelling, waar deze worden ondergebracht in het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

De pensioenbijdrage van 1,10 pct. van het referteloon voor een kwartaal wordt op de eerste dag van het kwartaal waarin de effectieve dienstperiode is gesitueerd, ingeschreven op de individuele rekeningen van de aangeslotenen.

De praktische aspecten van de doorstorting van patronale bijdrage naar de pensioeninstelling en de toebedeling van de verschillende delen ervan (zoals bepaald in artikel 9, § 1 (i), (iv) en (iii)) aan de individuele rekeningen van de aangeslotenen, aan de buffer dan wel ter dekking van de beheerskosten wordt vastgelegd in een beheersovereenkomst tussen de Inrichter en de pensioeninstelling. § 4. De Inrichter is verantwoordelijk voor de aanzuivering van de tekorten van de wettelijke minimum rendementsgarantie voorzien in artikel 24, § 2 van de WAP (hierna "WAP-rendementsgarantie"). De WAP-rendementsgarantie moet worden gegarandeerd op het moment van de individuele overdracht van de verworven reserves door de aangeslotenen na uittreding, op het moment van pensionering of wanneer de prestaties verschuldigd zijn, of op het moment van opheffing van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

Onder meer in het kader van de WAP-rendementsgarantie zal in het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw een buffer aangelegd worden ter dekking van het eventuele verschil tussen de bedragen inschreven op de individuele rekeningen van de aangeslotenen bij het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en deze bedragen aangevuld tot de WAP-rendementsgarantie.

Indien de patronale bijdragen die door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden geïnd, en de buffer in het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw niet zouden volstaan voor een afdoende financiering van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, zullen de Werkgevers die zijn aangesloten bij het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, zorgen voor de financiering van deze tekorten en zal het percentage van de bijdrage voor de aanleg van de buffer, zoals bepaald in artikel 9, § 1 (iv), verhoogd worden volgens de modaliteiten bepaald in de hogervermelde beheersovereenkomst die door de Inrichter wordt gesloten met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 10.Duur van de overeenkomst - opzeggings- en opheffingsprocedure § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 8 december 2022 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met dien verstande dat het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw slechts van toepassing is vanaf 1 januari 2023. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan enkel bij eenparig akkoord van de partijen met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden worden opgezegd. De opzegging wordt betekend bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van PC 200 en aan elk van de andere ondertekenende partijen. § 3. Voorafgaand aan de opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet het PC 200 de beslissing nemen om het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw op te heffen, waarbij rekening zal moeten worden gehouden met de regels van de WAP inzake de Harmoniseringsverplichting.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw Pensioenreglement Inleiding

Artikel 1.Doel en situering 1.1. Het huidige Pensioenreglement wordt gesloten in uitvoering van artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 tot invoering van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, gesloten binnen het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200), hierna "CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw" genoemd. 1.2. De CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw voert een sectoraal aanvullend pensioenstelsel in voor de Bedienden van de Ondernemingsactiviteit Bouw (hierna "Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel") dat bestaat uit een pensioentoezegging die bepaald is in het Pensioenreglement opgenomen in deze bijlage 1 bij de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. 1.3. De pensioentoezegging bepaald in het huidige Pensioenreglement is van het type "cash balance", die vanaf 1 januari 2023 ingericht wordt en kent een aanvullend pensioen toe ten voordele van de Bedienden tewerkgesteld in de Ondernemingsactiviteit Bouw die aan de hierna in artikel 5 bepaalde aansluitingsvoorwaarden voldoen.

Art. 2.Tekst en bijlagen 2.1. Het Pensioenreglement is opgesteld in het Nederlands en het Frans. 2.2. Daar waar in het Pensioenreglement de mannelijke persoonsvorm gebruikt wordt, wordt hiermee ook de vrouwelijke persoonsvorm bedoeld. 2.3. Alle bijlagen aan dit Pensioenreglement worden geacht er integraal deel van uit te maken.

Art. 3.Inwerkingtreding Dit Pensioenreglement treedt in werking op 1 januari 2023. HOOFDSTUK I. - Definities

Art. 4.Definities Voor de toepassing van het Pensioenreglement, hebben de begrippen met een hoofdletter de betekenis eraan gegeven in dit artikel. 4.1. Aangeslotene : de definitie van Aangeslotene omvat volgende drie categorieën : Actieve Aangeslotene : de Bediende Ondernemingsactiviteit Bouw die de aansluitingsvoorwaarden van artikel 5 van het Pensioenreglement vervult en blijft vervullen.

Passieve Aangeslotene : de Actieve Aangeslotene die, bij zijn Uittreding, Verworven Reserves verkregen heeft en die beslist heeft om zijn Verworven Reserves in het Pensioenfonds te laten.

Gepensioneerde Aangeslotene : de gewezen Actieve en de gewezen Passieve Aangeslotene die een trimestriële rente-uitkering ontvangen in uitvoering van het Pensioenreglement. 4.2. Aanvullend Pensioenkapitaal : het voordeel bepaald in artikel 8.1. van het Pensioenreglement. 4.3. Actuaris : de actuariële functie van het Pensioenfonds. 4.4. Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw : het afzonderlijk vermogen in de zin van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, dat bestaat uit de activa en de verplichtingen die betrekking hebben op het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel ingericht ten gunste van de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. 4.5. Bediende : een werknemer verbonden krachtens een arbeidsovereenkomst voor bedienden, zoals bepaald in de toepasselijke wetgeving terzake. Voor alle duidelijkheid wordt gepreciseerd dat personen tewerkgesteld als uitzendkracht, via uitzendarbeid of terbeschikkingstelling, alsook deze tewerkgesteld krachtens een overeenkomst voor studentenarbeid, leerovereenkomst of leerverbintenis, niet beschouwd worden als Bediende. 4.6. Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw : de Bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200), en die werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Bouw en zich in een vergelijkbare situatie bevinden als de arbeiders die werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Bouw met wie zij voor doeleinden van het aanvullend pensioen "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP, en die vallen onder de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en die overeenkomstig de regels van de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw worden toegewezen aan deze specifieke subcategorie. 4.7. Begunstigde : de perso(o)n(en) die overeenkomstig artikel 10.2. van het Pensioenreglement aanspraak kan/kunnen maken op een Kapitaal-Overlijden in geval van overlijden van een Actieve of Passieve Aangeslotene. 4.8. Buffer : het positief verschil tussen het vermogen van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in het Pensioenfonds enerzijds en anderzijds (i) de bedragen ingeschreven op de Individuele Rekeningen van de Aangeslotenen en (ii) de Vestigingskapitalen van de Rentegenieters. 4.9. Datum van Betaling : de datums bepaald in artikels 16 en 17 van het Pensioenreglement. 4.10. Derde Werkgever : de natuurlijke of rechtspersoon die geen Werkgever is omdat hij hetzij (i) niet ressorteert onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200), hetzij (ii) niet actief is in de Ondernemingsactiviteit Bouw, hetzij (iii) niet valt onder het toepassingsgebied van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel. 4.11. Dotatie(s) : de patronale bijdrage(n) bepaald in artikel 6 van het Pensioenreglement, die door de RSZ geïnd wordt bij de Werkgever conform de modaliteiten bepaald in de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. 4.12. Effectieve Dienstperiode : de periode waarvoor een Dotatie betaald wordt op basis van het "Referteloon van een Effectieve Dienstperiode". 4.13. Individuele Rekening : de binnen het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in het Pensioenfonds geopende individuele rekeningen, voor en op naam van elke Actieve Aangeslotene, die gecrediteerd worden met de Dotatie en het Toegewezen Rendement, alsook de binnen het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in het Pensioenfonds geopende individuele rekeningen, voor en op naam van elke Passieve Aangeslotene, die gecrediteerd worden met het Toegewezen Rendement. 4.14. Inrichter : het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Sectorale Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf - fbzp-fsep Constructiv, opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006 (met registratienummer 81548/CO/124), en omgevormd tot en aangeduid als multi-sectorale inrichter van zowel het sociaal sectoraal pensioenstelsel van de arbeiders van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124), het Construo Plan genoemd, als van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) door de representatieve organisaties van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124) enerzijds en de representatieve organisaties van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) anderzijds via de collectieve arbeidsovereenkomst hiertoe gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124), respectievelijk de collectieve arbeidsovereenkomst het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) van 8 december 2022. 4.15. Kind : elk wettig, geadopteerd, gewettigd, erkend of natuurlijk kind van de Aangeslotene. 4.16. Normale Pensioenleeftijd : 65 jaar. 4.17. Onthaalstructuur : de verzekering gesloten door de Inrichter voor het beheer van de Verworven Reserves van de Actieve Aangeslotenen die gekozen hebben om de reserves opgebouwd in de pensioentoezegging van een Derde Werkgever of een inrichter, andere dan de Inrichter, te transfereren naar de pensioeninstelling van hun Werkgever. 4.18. Kapitaal-Overlijden : het voordeel bepaald in artikel 10 van dit Pensioenreglement. 4.19. Partner : is de echtgeno(o)t(e) van de Aangeslotene die niet uit de echt gescheiden is, noch wettelijk van tafel en bed gescheiden is, of de persoon van het andere of van hetzelfde geslacht, niet verwant met de Aangeslotene in de eerste, tweede of derde graad met wie de Aangeslotene samenleeft onder de vorm van de wettelijke samenwoning, zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek (verklaring van wettelijke samenwoning afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar zich de gemeenschappelijke woonplaats bevindt).

De Partner van de Actieve of Passieve Aangeslotene moet voldoen aan de hiervoor vermelde voorwaarden op het ogenblik van het overlijden van de betrokken Aangeslotene. De Partner van de Gepensioneerde Aangeslotene moet voldoen aan de hierboven vermelde voorwaarden op de datum van de omzetting van het Aanvullend Pensioenkapitaal door de Aangeslotene in een overdraagbare trimestriële rente en moet nog steeds aan die voorwaarden voldoen op het ogenblik van het overlijden van de Gepensioneerde Aangeslotene. 4.20. Pensioendatum : een onderscheid wordt gemaakt tussen Normale, Vervroegde en Uitgestelde Pensioendatum.

Normale Pensioendatum : de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de Aangeslotene de Normale Pensioenleeftijd heeft bereikt.

Vervroegde Pensioendatum : de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de Aangeslotene de Vervroegde Pensioenleeftijd bereikt heeft.

Uitgestelde Pensioendatum : voor de Actieve Aangeslotene die bij een Werkgever tewerkgesteld is na zijn Normale Pensioendatum, de eerste dag van de maand die volgt op de aanvraag tot opname van het Aanvullend Pensioenkapitaal door de betrokken Aangeslotene die reeds de Normale Pensioenleeftijd bereikt heeft, in zoverre zijn arbeidsovereenkomst met een Werkgever beëindigd werd. Voor de Passieve Aangeslotene, de eerste dag van de maand die volgt op de aanvraag tot opname van het Aanvullend Pensioenkapitaal door de betrokken Aangeslotene die reeds de Normale Pensioenleeftijd bereikt heeft. 4.21. Pensioenfonds : de instelling voor bedrijfspensioenvoorziening genaamd Pensio B, vergund op 18 december 2007, met identificatienummer toegekend door de FSMA : 50.584 en met ondernemingsnummer : 0888.025.595 dat het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel beheert en dat opgericht werd onder de vorm van een OFP, organisme voor de financiering van de pensioenen. 4.22. Pensioenreglement : onderhavige tekst met inbegrip van eventuele bijlagen waarin de rechten en verplichtingen van de Inrichter, de Werkgevers, de Aangeslotenen, hun Begunstigden en Rechthebbenden bepaald worden, alsook de aansluitingsvoorwaarden en regels inzake de uitvoering van de Pensioentoezegging van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel opgenomen zijn. 4.23. Pensionering ("Pensioneert"/"Pensioneren") : met wettelijk pensioen gaan van de Aangeslotene in het wettelijk stelsel van werknemerspensioen. 4.24. Pensioentoezegging : de huidige pensioentoezegging van het type "cash balance" die door de Inrichter is ingevoerd bij CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. 4.25. Prestaties : de sommen die betaald worden aan de Rechthebbenden op basis van het huidige Pensioenreglement. 4.26. Rechthebbende : een persoon die wettig aanspraak maakt en op basis van een wettelijke of gerechtelijke grondslag of oorzaak een aanspraak kan laten gelden op een voordeel krachtens het Pensioenreglement. 4.27. Referteloon : het loon op basis waarvan de Dotatie vermeld in artikel 6 van het Pensioenreglement wordt bepaald en dat gelijk is aan het aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen brutoloon aangegeven met DmfA bezoldigingscodes 1, 3 en 4, zoals dit uitdrukkelijk blijkt uit de betrokken kwartaalstaat voor de RSZ/DmfA-aangifte, maal 1,0368.

Voor alle duidelijkheid wordt gepreciseerd dat alle loonelementen die volgens de gedane DmfA-aangifte van de betrokken kwartaalstaat (van het betrokken kwartaal) op dat ogenblik aangegeven werden als onderhevig aan sociale zekerheidsbijdragen met DmfA bezoldigingscodes 1, 3 en 4, in aanmerking genomen worden als het bedoelde Referteloon.

Dit betekent dat latere vrijstellingen, heffingen of invorderingen van socialezekerheidsbijdragen zonder enig gevolg blijven voor het voorheen in aanmerking genomen Referteloon, tenzij de regularisaties het gevolg zijn van laattijdige aangiftes of correcties doorgevoerd door of ten aanzien van de RSZ, voor redenen andere dan loon(her)kwalificaties, doch gerelateerd aan individuele of collectieve correcties, gerechtelijke beslissingen en dergelijke meer. 4.28. Rentegenieter : een persoon die een rente-uitkering ontvangt, overeenkomstig artikel 17 van het Pensioenreglement. 4.29. Ondernemingsactiviteit Bouw : de ondernemingsactiviteiten waarvoor het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124) bevoegd is, zoals vastgesteld in het koninklijk besluit van 4 maart 1975 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan, zoals laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 4 augustus 2014. Ondernemingsactiviteiten moet hier begrepen worden in de zin van artikel 14/4, § 1, eerste lid van de WAP. 4.30. Toegewezen Rendement : het rendement dat wordt toegekend aan de Individuele Rekeningen van de Actieve en Passieve Aangeslotenen. Het percentage van het Toegewezen Rendement is gelijk aan het percentage van de wettelijke minimum rendementsgarantie dat bepaald is in de wetgeving en reglementering inzake "vaste bijdragen" pensioentoezeggingen en "cash balance" pensioentoezeggingen en dat toegepast wordt op werkgeversbijdragen verschuldigd in dergelijke plannen vanaf vijf jaar aansluiting.

Het percentage van het Toegewezen Rendement zal automatisch aangepast worden wanneer de wetgeving en reglementering het percentage waarnaar hiervoor verwezen werd, zou wijzigen.

Voor de toepassing van het Toegewezen Rendement en de wettelijke minimum rendementsgarantie wordt de verticale methode toegepast. 4.31. Uitgesteld Aanvullend Pensioenkapitaal : het voordeel bepaald in en overeenkomstig artikel 8.3. van dit Pensioenreglement. 4.32. Uittreding : het begrip "uittreding" omvat de volgende situaties : 1) hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van de Actieve Aangeslotene, anders dan door overlijden en Pensionering, bij een Werkgever, voor zover betrokkene binnen de twee opeenvolgende kwartalen geen nieuwe arbeidsovereenkomst als Bediende Ondernemingsactiviteit Bouw heeft gesloten met een Werkgever, die aangesloten is bij het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel;2) hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de Bediende niet langer voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidersovereenkomst, anders dan door overlijden of Pensionering; 3) hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet (langer) valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel heeft ingevoerd en dus niet (langer) kwalificeert als een Werkgever in de zin van artikel 4.36. van dit Pensioenreglement. 4.33. Vervroegde Pensioenleeftijd : elke leeftijd gelegen tussen 60 en de Normale Pensioenleeftijd. 4.34. Verworven Reserves : de verworven reserves bij Uittreding berekend conform de wettelijke bepalingen ter zake. 4.35. Vestigingskapitalen : de vestigingskapitalen bepaald en berekend overeenkomstig de technische bijlage bij het Pensioenreglement. 4.36. Werkgever : een werkgever die ressorteert onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200), die actief is in de Ondernemingsactiviteit Bouw en die valt onder het toepassingsgebied van het Sectoraal Pensioenstelsel. De Werkgever draagt één of meer van de volgende RSZ kengetallen : 024, 026, 044 en 054. 4.37. WAP : de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. HOOFDSTUK II. - Aansluitingsvoorwaarden

Art. 5.Aansluitingsvoorwaarden 5.1. Alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die op 1 januari 2023 verbonden zijn krachtens een arbeidsovereenkomst met één (of meerdere) Werkgever(s) op de datum van de inwerkingtreding van de Pensioentoezegging (1 januari 2023) die geen gebruik heeft (hebben) gemaakt van de mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel ("buiten toepassing''), worden verplicht aangesloten bij deze Pensioentoezegging vanaf 1 januari 2023 overeenkomstig de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. 5.2. Alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die vanaf 1januari 2023 verbonden worden krachtens een arbeidsovereenkomst met één (of meerdere) Werkgever(s) die geen gebruik heeft (hebben) gemaakt van de mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel ("buiten toepassing"), zullen verplicht aangesloten worden bij deze Pensioentoezegging vanaf de dag van de aanvang van hun arbeidsovereenkomst. 5.3. De aansluiting wordt vastgesteld op basis van de DmfA-aangifte die door de Werkgever wordt ingediend onder één van volgende RSZ kengetallen : 024, 026, 044 en 054. 5.4. De aansluiting houdt op voor alle Aangeslotenen die Pensioneren, ook al zijn ze vervolgens opnieuw of blijven ze verbonden met een arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - De individuele rekening

Art. 6.Prestaties § 1. Algemene principes 6.1. De Prestaties toegekend in het kader van de Pensioentoezegging bij Pensionering stemmen overeen met een Aanvullend Pensioenkapitaal.

Dit Aanvullend Pensioenkapitaal bestaat uit Dotaties die op welbepaalde vervaldata gekapitaliseerd worden volgens een toegewezen rendement ("cash balance" systeem). 6.2. Dotaties worden toegekend voor alle Effectieve Dienstperiodes op basis van het aangegeven en in aanmerking genomen Referteloon. 6.3. De Bediende Ondernemingsactiviteit Bouw die aangesloten is bij de Pensioentoezegging kan onmiddellijk aanspraak maken op verworven reserves en prestaties overeenkomstig het Pensioenreglement. 6.4. De Dotatie is op 1 januari 2023 voor elke Actieve Aangeslotene vastgesteld op 1,10 pct. van het Referteloon. 6.5. De Dotatie met betrekking tot elke Effectieve Dienstperiode is verschuldigd en wordt toegevoegd op de Individuele Rekening, op de eerste dag van het kwartaal waarin de Effectieve Dienstperiode gesitueerd is.

Art. 7.Toegewezen Rendement Het Toegewezen Rendement wordt op het einde van elke maand toegekend, en is verschuldigd en wordt aan de Individuele Rekening toegevoegd volgens het principe bepaald in artikel 6.5. van dit Pensioenreglement.

Het Toegewezen Rendement wordt berekend op basis van de waarde op de 1ste dag van het tweede kwartaal volgend op het kwartaal waarin de Effectieve Dienstperiode gesitueerd is. HOOFDSTUK IV. - Pensionering

Art. 8.Opbouwen opeisbaarheid van Prestaties 8.1. De rechten opgebouwd door de Actieve Aangeslotene worden vereffend op het ogenblik van zijn Pensionering op de Normale, Vervroegde of Uitgestelde Pensioendatum. Deze rechten stemmen overeen met het Aanvullend Pensioenkapitaal gelijk aan het bedrag op zijn Individuele Rekening. In zoverre wettelijk vereist, is dit bedrag minstens gelijk aan het bedrag dat in toepassing van de wetgeving inzake "vaste bijdragen" en "cash balance" pensioentoezeggingen met betrekking tot werkgeversbijdragen gewaarborgd is. 8.2. De rechten opgebouwd door de Passieve Aangeslotene worden vereffend op het ogenblik van zijn Pensionering op de Normale, Vervroegde of Uitgestelde Pensioendatum.

Deze rechten stemmen overeen met het Aanvullend Pensioenkapitaal gelijk aan het bedrag op zijn Individuele Rekening. In zoverre wettelijk vereist, is dit bedrag minstens gelijk aan het bedrag dat in toepassing van de wetgeving inzake "vaste bijdragen" en "cash balance" pensioentoezeggingen met betrekking tot werkgeversbijdragen op de datum van de Uittreding gewaarborgd was. 8.3. In principe wordt het Aanvullend Pensioenkapitaal uitbetaald als een éénmalig bedrag onder de vorm van een kapitaal op het ogenblik van de Pensionering op de Normale, Vervroegde of Uitgestelde Pensioendatum.

De Actieve Aangeslotene die bij een Werkgever tewerkgesteld blijft na de Normale Pensioendatum, blijft rechten opbouwen.

De Aangeslotene heeft evenwel het recht om, bij het opvragen van het (Uitgesteld) Aanvullend Pensioenkapitaal, de omzetting ervan te vragen in een trimestriële rente.

Art. 9.Praktische modaliteiten 9.1. Ten laatste twee maanden vóór het bereiken van de Normale Pensioendatum en/of binnen de twee weken nadat het Pensioenfonds op de hoogte is gebracht van de Pensionering op de Vervroegde Pensioendatum of de vraag tot opname ervan naar aanleiding van de Pensionering op de Uitgestelde Pensioendatum, brengt de Inrichter de Aangeslotene op de hoogte van de mogelijkheid om het (Uitgesteld) Aanvullend Pensioenkapitaal om te zetten in een trimestriële rente.

De Actieve Aangeslotene die tewerkgesteld is bij een Werkgever na de Normale Pensioendatum bereikt te hebben en die zijn Pensionering uitstelt (niet Pensioneert), kan het Aanvullend Pensioenkapitaal gerelateerd aan zijn Effectieve Dienstperiode en het Referteloon met betrekking tot de periode gesitueerd vóór de Normale Pensioendatum hetzij opvragen op de Normale Pensioendatum, hetzij opvragen op de Uitgestelde Pensioendatum.

Hij kan het Aanvullend Pensioenkapitaal gerelateerd aan zijn Effectieve Dienstperiode en het Referteloon met betrekking tot de periode gesitueerd na zijn Normale Pensioendatum opvragen bij Pensionering op de Uitgestelde Pensioendatum. 9.2. Indien gekozen wordt voor de omzetting in een trimestriële rente, moet de Aangeslotene een formulier ondertekenen ("voor waar en echt verklaard" en behoorlijk gedagtekend en ondertekend) waarin expliciet de aanvraag en zijn akkoord met de omzetting in een trimestriële rente wordt vastgelegd.

De Aangeslotene dient zijn keuze met betrekking tot de omzetting in een trimestriële rente ten laatste mee te delen aan het Pensioenfonds binnen de 60 dagen die volgen op de datum van de mededeling (betreffende de mogelijkheid van omzetting) die hij ontving vanwege de Inrichter.

Wanneer de Aangeslotene zijn keuze niet binnen deze termijn aan het Pensioenfonds meedeelt, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor de betaling onder de vorm van een kapitaal.

De keuze van de Aangeslotene (kapitaal of rente) is definitief en onherroepelijk.

Indien de Aangeslotene een Partner heeft op het ogenblik waarop hij de omzetting in een trimestriële rente vraagt, kan de Aangeslotene kiezen voor een overdraagbare, niet-geïndexeerde trimestriële rente ten gunste van zijn Partner van dat ogenblik. De overdraagbaarheidsfactor wordt vastgesteld op 60 pct.

De trimestriële rente wordt niet geïndexeerd. 9.3. Het (Uitgesteld) Aanvullend Pensioenkapitaal moet aangevraagd worden. Het Pensioenfonds beschikt in dat verband over een standaard-aanvraagformulier waarin bepaald wordt welke bijkomende stavingstukken vereist voor de uitbetaling ervan, nodig zijn. De Aangeslotene moet dat aanvraagformulier behoorlijk ingevuld en ondertekend, tezamen met de bijkomende stavingstukken bezorgen aan het Pensioenfonds. Deze mededeling gebeurt schriftelijk. HOOFDSTUK V. - Overlijden

Art. 10.Kapitaal-Overlijden 10.1. Het Kapitaal-Overlijden is gelijk aan het bedrag dat op het ogenblik van het overlijden van de betrokken Aangeslotene op zijn Individuele Rekening staat. 10.2. Een Kapitaal-Overlijden wordt uitbetaald aan een Begunstigde indien de Actieve of Passieve Aangeslotene overlijdt voor de Pensionering en vooraleer het (Uitgesteld) Aanvullend Pensioenkapitaal is uitgekeerd.

Als Begunstigde(n) komt/komen in aanmerking voor het Kapitaal-Overlijden, in de volgende rangorde : 1. de Partner van de Aangeslotene (of bij ontstentenis);2. de Kinderen van de Aangeslotene, voor gelijke delen (of, bij hun overlijden, bij plaatsvervanging, hun kinderen) (of bij ontstentenis);3. de ouders, voor gelijke delen, of de langstlevende ouder in totaliteit (of ontstentenis);4. de broers en/of zussen van de Aangeslotene, voor gelijke delen;5. het Pensioenfonds. Indien er meerdere Begunstigden zijn, zal het Kapitaal-Overlijden in gelijke delen onder de Begunstigden verdeeld worden.

Art. 11.Praktische modaliteiten 11.1. Binnen de twee weken na op de hoogte te zijn gebracht van het overlijden, deelt het Pensioenfonds aan de Begunstigde(n) mee dat hij (ze) het recht heeft (hebben) op een Kapitaal-Overlijden.

Het Pensioenfonds beschikt in dat verband over een standaard aanvraagformulier waarin bepaald wordt welke bijkomende stavingstukken vereist voor de uitbetaling ervan, nodig zijn. De Begunstigde(n) moet(en) dat aanvraagformulier behoorlijk ingevuld en ondertekend, tezamen met de bijkomende stavingstukken bezorgen aan het Pensioenfonds. Deze mededeling gebeurt schriftelijk. 11.2. In principe wordt het Kapitaal-Overlijden uitbetaald als een eenmalig bedrag onder de vorm van een kapitaal. 11.3. De Begunstigde(n) heeft (hebben) evenwel het recht om de omzetting te vragen van het (gedeelte van het) Kapitaal-Overlijden in een trimestriële rente.

Binnen de twee weken na op de hoogte te zijn gebracht van het overlijden, deelt het Pensioenfonds dit recht aan de Begunstigde(n) mee.

Indien gekozen wordt voor de omzetting in een trimestriële rente, moet(en) de Begunstigde(n) een formulier ondertekenen ("voor waar en echt verklaard" en behoorlijk gedagtekend en ondertekend) waarin expliciet de aanvraag en het akkoord met de omzetting in een trimestriële rente worden vastgelegd. De trimestriële rente wordt niet geïndexeerd.

De Begunstigde(n) moet(en) deze keuze ten laatste meedelen aan het Pensioenfonds binnen de 60 dagen die volgen op de datum van de mededeling (betreffende de mogelijkheid van omzetting) die hij/zij ontving(en) vanwege het Pensioenfonds.

Wanneer de Begunstigde zijn keuze niet binnen deze termijn aan het Pensioenfonds meedeelt, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor de betaling onder de vorm van een kapitaal. 11.4. De keuze van de Begunstigde (kapitaal of rente) is definitief en onherroepelijk. HOOFDSTUK VI. - Uittreding

Art. 12.Uittreding 12.1. De Aangeslotene wordt beschouwd als "uitgetreden" wanneer één van volgende situaties zich voordoet : 1. De Aangeslotene brengt het Pensioenfonds schriftelijk op de hoogte van de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst en het einde van zijn tewerkstelling bij een Werkgever die actief is in de Ondernemingsactiviteit Bouw en die valt onder het toepassingsgebied van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel [dit is zonder geopteerd te hebben voor de mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied ("buiten toepassing")];2. De Werkgever brengt de Inrichter schriftelijk op de hoogte van het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de betrokken Aangeslotene niet langer voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waarop de Inrichter op zijn beurt het Pensioenfonds hiervan schriftelijk in kennis stelt binnen de termijnen voorzien in artikel 33/1, § 2 van de WAP;3. Het Pensioenfonds stelt vast dat gedurende twee opeenvolgende kwartalen geen DmfA-aangifte door een Werkgever werd gedaan voor de betrokken Aangeslotene.In dit geval wordt naar de Aangeslotene een brief gestuurd waarin gevraagd wordt zijn Uittreding te bevestigen. De Aangeslotene wordt beschouwd als "uitgetreden" na ontvangst van bevestiging. Indien de Aangeslotene echter binnen de drie maanden geen gevolg heeft gegeven aan de vraag tot bevestiging, wordt hij alsnog beschouwd als "uitgetreden". 12.2. Vanaf het moment dat de Aangeslotene wordt beschouwd als "uitgetreden", zal het Pensioenfonds de schriftelijke kennisgeving aan de uitgetreden Aangeslotene doen conform de modaliteiten en binnen de termijnen, zoals voorzien in artikel 31, § 1, tweede en derde lid en § 2 van de WAP en artikel 33/1, § 2 van de WAP.

Art. 13.Rechten bij Uittreding 13.1. In geval van Uittreding van de Aangeslotene : a) heeft de Aangeslotene recht op de Verworven Reserves die berekend worden overeenkomstig de Pensioentoezegging en de geldende reglementering ter zake;b) wordt de betaling van de Dotatie stopgezet;c) behoudt de Aangeslotene alle rechten, voordelen en uitkeringen krachtens de wettelijke bepalingen. 13.2. Indien de Aangeslotene zijn Verworven Reserves na zijn Uittreding bij het Pensioenfonds laat tot zijn Pensionering, zal hij, volgend op zijn Pensionering op de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum, een Uitgesteld Aanvullend Pensioenkapitaal ontvangen dat gelijk is aan de kapitalisatie van Dotaties, betaald met betrekking tot zijn Effectieve Dienstperiode gesitueerd tot vóór zijn Uittreding, aan het Toegewezen Rendement. In voorkomend geval wordt dit bedrag aangevuld tot het bedrag dat in toepassing van de wetgeving en reglementering inzake vaste "bijdragen" en "cash balance" pensioentoezeggingen met betrekking tot werkgeversbijdragen gewaarborgd was op de datum van zijn Uittreding. 13.3. In geval van een latere overdracht van zijn Verworven Reserves naar een andere pensioeninstelling overeenkomstig sub a), b) en c) van artikel 14.1. van het Pensioenreglement, zal de waarde van het over te dragen bedrag gelijk zijn aan het bedrag dat op het ogenblik van de overdracht is ingeschreven op zijn Individuele Rekening, in voorkomend geval aangevuld tot het bedrag dat in toepassing van de wetgeving en reglementering inzake "vaste bijdragen" en "cash balance" pensioentoezeggingen met betrekking tot werkgeversbijdragen gewaarborgd was op de datum van zijn Uittreding.

Art. 14.Opties 14.1. Bij Uittreding in de zin van artikel 4.32., 1) en 3) van het Pensioenreglement heeft de Aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden : a) overdracht van zijn Verworven Reserves naar de pensioeninstelling van een Derde Werkgever, met wie hij een arbeidsovereenkomst gesloten heeft;b) overdracht van zijn Verworven Reserves naar de pensioeninstelling van een inrichter, andere dan de Inrichter, waaronder zijn nieuwe werkgever ressorteert in de mate dat hij aangesloten wordt bij het sectorale pensioenstelsel van die andere sectorale inrichter;c) overdracht van zijn Verworven Reserves naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgelegd door de Koning;d) Behoud van de Verworven Reserves in het Pensioenfonds (zonder wijziging van de pensioentoezegging) tot zijn Pensionering, in welk geval hij een Passieve Aangeslotene wordt en recht heeft op een Uitgesteld Aanvullend Pensioenkapitaal op moment van Pensionering op de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum.In geval van overlijden vóór Pensionering genieten zijn Begunstigde(n) van de overlijdensdekking zoals voorzien in artikel 10 van dit Pensioenreglement.

Tenzij op uitdrukkelijk verzoek van de Aangeslotene, blijft het bedrag van de Verworven Reserves op de datum van Uittreding bij het Pensioenfonds, zonder wijziging van de pensioentoezegging, wanneer dit bedrag lager is dan of gelijk aan 150 EUR. Dit bedrag van 150 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten.

De Aangeslotene deelt zijn keuze schriftelijk mee aan het Pensioenfonds. 14.2. Wanneer de Aangeslotene ervoor opteert om zijn Verworven Reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling, erkent hij dat het Pensioenfonds, de Inrichter en de Werkgevers hun verplichtingen ten aanzien van hem, zijn Begunstigde(n) en/of Rechthebbende(n) volledig hebben uitgevoerd. 14.3. Bij Uittreding in de zin van artikel 4.32., 2) van het Pensioenreglement, dit is wanneer de Aangeslotene niet langer voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidersovereenkomst, wordt de Aangeslotene gelijkgesteld met een Passieve Aangeslotene, met dien verstande dat de wettelijke minimum rendementsgarantie van toepassing op Actieve Aangeslotenen voor hem van toepassing blijft en dat hij, tot op het ogenblik van zijn Uittreding in de zin van in de zin van artikel 4.32., 1) en 3) van het Pensioenreglement, niet de mogelijkheid krijgt om zijn Verworven Reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling. Bij overlijden vóór Pensionering zullen de Begunstigden van de betrokken Aangeslotene eveneens genieten van een overlijdensdekking gelijk aan het bedrag dat op het ogenblik van het overlijden van de betrokken Aangeslotene op zijn Individuele Rekening staat, zoals bepaald in artikel 10 van het Pensioenreglement. HOOFDSTUK VII. - Betalingsmodaliteiten

Art. 15.Algemene bepalingen 15.1. Het (Uitgesteld) Aanvullend Pensioenkapitaal of het (gedeelte van het) Kapitaal-Overlijden of de overeenstemmende trimestriële rente zal pas betaald worden nadat het aanvraagformulier en alle stavingsstukken en documenten vereist door het Pensioenfonds bezorgd werden, behoorlijk en volledig ingevuld en ondertekend, aan het Pensioenfonds, overeenkomstig artikels 9 en 11. 15.2. Het (Uitgesteld) Aanvullend Pensioenkapitaal of het (gedeelte van het) Kapitaal-Overlijden is gelijk aan het bedrag dat op de Individuele Rekening van de betrokken Aangeslotene of van de overleden Actieve/Passieve Aangeslotene staat en is opeisbaar bij de Pensionering van de Aangeslotene (op de Vervroegde, Normale of Uitgestelde Pensioendatum) of op de datum van overlijden van deze laatste. 15.3. Voor het uitvoeren van de betaling door het Pensioenfonds is een minimum bedrag van 15 EUR bruto vereist. 15.4. Voor de omzetting van het (Uitgesteld) Aanvullend Pensioenkapitaal in een trimestriële rente zal gebruik gemaakt worden van omzettingsfactoren die bepaald worden in de technische bijlage van het Pensioenreglement en die minstens een resultaat opleveren gelijk aan het resultaat dat men zou verkrijgen in toepassing van de factoren voorgeschreven door de reglementering ter zake.

Wanneer het jaarlijks bedrag van de omgezette rente bij de aanvang ervan evenwel niet meer dan 500 EUR bedraagt, wordt het (Uitgesteld) Aanvullend Pensioenkapitaal sowieso onder de vorm van een kapitaal betaald. Dit bedrag van 500 EUR wordt geïndexeerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake.

In geval van omzetting van het Aanvullend Pensioenkapitaal of het Kapitaal-Overlijden in een rente, zullen - bij gebreke aan regels vastgesteld door de FSMA in toepassing van artikel 19, § 2 van het koninklijk besluit WAP van 14 november 2003 - de vestigingskapitalen van de rentes voor alle rentegenieters collectief beheerd worden in een afzonderlijk compartiment "rentegenieters" in het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. 15.5. Na uitkering van het Pensioenkapitaal of van het (gedeelte van het) Kapitaal-Overlijden of in voorkomend geval, de laatste rente, hebben het Pensioenfonds, de Inrichter en de Werkgever(s) al hun verplichtingen betreffende het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel met betrekking tot alle uitkeringen en voordelen ten aanzien van de Aangeslotenen, hun Partner, Begunstigden en Rechthebbenden volledig vervuld en deze kunnen in de toekomst, op geen enkele wijze en onder geen enkele vorm nog enige aanspraken laten gelden op welk danige uitkeringen of voordelen dan ook in toepassing van het Pensioenreglement.

Art. 16.Uitbetaling van een Kapitaal 16.1. Bij uitbetaling van een Pensioenkapitaal of van het (gedeelte van het) Kapitaal-Overlijden voor de Actieve Aangeslotenen wordt dit uitbetaald op de laatste dag van de vierde maand volgend op het kwartaal waarin de Aangeslotene zijn laatste activiteitsdag gepresteerd heeft waarvoor een RSZ/DmfA-aangifte vereist is of in de loop waarvan de Aangeslotene overleden is, mits tijdig ontvangst van de in artikel 15.1. beoogde gegevens.

Met "laatste dag van de vierde maand" wordt de laatste dag bedoeld van de maand die volgt op de normale periode van ontvangst van de gegevens die op de kwartaalstaat van de RSZ/DmfA-aangifte staan.

De uitbetaling van het Kapitaal vindt in ieder geval plaats ten laatste binnen de 30 dagen die volgen op het moment waarop het Pensioenfonds beschikt over alle voor de betaling noodzakelijke gegevens. 16.2. Bij uitbetaling van een Pensioenkapitaal aan de Passieve Aangeslotenen wordt dit betaald op het einde van de maand die volgt op de maand van zijn Pensionering, mits tijdige ontvangst van de in artikel 15.1. beoogde gegevens, en in ieder geval ten laatste binnen de 30 dagen die volgen op het moment waarop het Pensioenfonds beschikt over alle voor de betaling noodzakelijke gegevens. 16.3. Bij uitbetaling van (het gedeelte van) het Kapitaal-Overlijden voor de Passieve Aangeslotenen wordt dit betaald op het einde van de maand die volgt op het administratief in orde brengen van het dossier, overeenkomstig artikel 15.1.

Art. 17.Uitbetaling van een rente 17.1. Wanneer een Pensioenkapitaal of van het (gedeelte van het) Kapitaal-Overlijden wordt omgezet in een trimestriële rente voor de Actieve Aangeslotenen, wordt de eerste trimestriële rente uitbetaald op de laatste dag van de vierde maand volgend op het kwartaal waarin de Aangeslotene zijn laatste activiteitsdag gepresteerd heeft waarvoor een RSZ/DmfA-aangifte vereist is of in de loop waarvan de Aangeslotene overleden is, mits tijdig ontvangst van de in artikel 15.1. beoogde gegevens.

Met "laatste dag van de vierde maand" wordt de laatste dag bedoeld van de maand die volgt op de normale periode ontvangst van de gegevens die op de kwartaalstaat van de RSZ/DmfA-aangifte staan.

De uitbetaling van de eerste trimestriële rente vindt in ieder geval plaats ten laatste binnen de 30 dagen die volgen op het moment waarop het Pensioenfonds beschikt over alle voor de betaling noodzakelijke gegevens. 17.2. Wanneer een Pensioenkapitaal wordt omgezet in een trimestriële rente voor de Passieve Aangeslotenen, wordt dit voor het eerst betaald op het einde van de maand die volgt op de maand van zijn Pensionering, mits tijdig ontvangst van de in artikel 15.1. beoogde gegevens, en in ieder geval ten laatste binnen de 30 dagen die volgen op het moment waarop het Pensioenfonds beschikt over alle voor de betaling noodzakelijke gegevens. 17.3. Wanneer (het gedeelte van) het Kapitaal-Overlijden wordt omgezet in een trimestriële rente voor de Passieve Aangeslotenen wordt dit voor het eerst betaald op het einde van de maand die volgt op het administratief in orde brengen van het dossier, overeenkomstig artikel 15.1. 17.4. Vervolgens worden de trimestriële rentes telkens uitbetaald op de laatste dag van de eerste maand van elk volgend kwartaal. 17.5. De laatste trimestriële rente wordt uitbetaald in het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de Rentegenieter komt te overlijden. HOOFDSTUK VIII. - Informatie van het Pensioenfonds aan de Aangeslotenen

Art. 18.Pensioenoverzicht Het Pensioenfonds deelt ten minste één maal per jaar op een vaste datum aan de Actieve Aangeslotenen, een pensioenoverzicht mee waarop alle wettelijk voorgeschreven gegevens vermeld worden.

Bij deze gelegenheid deelt het Pensioenfonds de Aangeslotene mee dat de tekst van het reglement op eenvoudig verzoek kan worden verkregen bij het Pensioenfonds.

Art. 19.Mededeling op aanvraag 19.1. Elke Aangeslotene kan een kopie van het Pensioenreglement verkrijgen bij het Pensioenfonds. 19.2. Bovendien deelt het Pensioenfonds aan de Aangeslotene op eenvoudig verzoek een historisch overzicht mee van de onder de Pensioentoezegging Verworven Reserves en Prestaties.

Art. 20.Verslag over het beheer en andere informatie 20.1. Het Pensioenfonds stelt elk jaar een verslag op over het beheer van de Pensioentoezegging. Dit verslag wordt ter beschikking gesteld van de Inrichter, die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de Aangeslotenen. 20.2. Alle overige informatie en/of documenten waarop de Aangeslotenen, hun Begunstigden en/of Rechthebbenden of hun vertegenwoordigers gerechtigd zijn overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake, wordt hen door het Pensioenfonds volgens de wettelijk voorgeschreven voorwaarden ter beschikking gesteld of bezorgd. HOOFDSTUK IX. - Informatie vanwege/door de Aangeslotenen, Begunstigden of Rechthebbenden

Art. 21.Informatie vanwege/door de Aangeslotenen, Begunstigden of Rechthebbenden 21.1. Iedere Aangeslotene, Begunstigde of Rechthebbende deelt aan het Pensioenfonds/de Inrichter alle gegevens mee die nodig zijn voor de uitvoering van deze Pensioentoezegging, alsook alle wijzigingen in deze gegevens (binnen de maand volgend op de wijziging ervan). 21.2. Indien de Aangeslotene vaststelt dat de op zijn pensioenoverzicht vermelde gegevens niet of niet langer correct zijn, moet hij het Pensioenfonds hiervan schriftelijk binnen de maand na de datum waarop het pensioenoverzicht verstuurd werd op de hoogte brengen. Indien er aan deze verplichting niet voldaan wordt, kan noch het Pensioenfonds, noch de Inrichter hiervoor aangesproken worden. 21.3. Indien het Pensioenfonds binnen de drie maanden na ontvangst van de gegevens vaststelt dat de informatie niet overeenstemt met de gegevens en/of documenten waarover he Pensioenfonds beschikt, vraagt het Pensioenfonds bij de Aangeslotene en/of bij de Inrichter een kopie op van de stavingstukken met betrekking tot de betrokken gegevens. De Aangeslotene en/of de Inrichter moeten hierop ingaan binnen de drie maanden na het verzoek van het Pensioenfonds. De Aangeslotene dient alle gegevens schriftelijk te bezorgen. Bij ontstentenis van voorlegging binnen de voorziene termijn van de stavingstukken van de gegevens, zal geen rekening gehouden worden met de opgegeven, doch niet gestaafde gegevens. De Aangeslotene en de Begunstigde(n) en/of Rechthebbenden zullen geen aanspraak kunnen doen gelden op basis van dergelijke niet gestaafde gegevens. Hun rechten worden dan bepaald op basis van de voorheen door het Pensioenfonds erkende en aanvaarde gegevens. 21.4. De Inrichter bezorgt aan het Pensioenfonds de gegevens die hij ontvangt van de Aangeslotene, de Begunstigde of Rechthebbende alsook alle andere gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de Pensioentoezegging en waarover hij beschikt. HOOFDSTUK X. - Bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Art. 22.Bescherming van de persoonlijke levenssfeer Het Pensioenfonds, de Inrichter en de Werkgevers verbinden zich ertoe de wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer te eerbiedigen.

Zij zullen de persoonsgegevens waarvan zij in kennis gesteld worden in het kader van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel verwerken in overeenstemming met dit stelsel en met inachtneming van de privacywetgeving. HOOFDSTUK XI. - Onthaalstructuur

Art. 23.Inkomende Reserves Indien Actieve Aangeslotenen die Verworven Reserves hebben opgebouwd onder de pensioentoezegging van toepassing bij een derde Werkgever of een inrichter, andere dan de Inrichter, beslissen om deze over te dragen naar de pensioeninstelling van hun Werkgever, zullen dergelijke Verworven Reserves ondergebracht worden in de Onthaalstructuur volgens de bepalingen en modaliteiten van het reglement van de Onthaalstructuur. Ze zullen aldus niet overgedragen worden naar het Pensioenfonds en zijn bijgevolg niet onderhevig aan de bepalingen van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel. Het onthaalstructuurreglement wordt toegevoegd als bijlage aan dit Reglement. HOOFDSTUK XII. - Wijziging, duur en opheffing van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel

Art. 24.Wijziging van het Pensioenreglement Dit Pensioenreglement geeft uitvoering aan artikel 7 van de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

Dit Pensioenreglement kan slechts gewijzigd worden door een wijziging van de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en mits naleving van de toepasselijk wet- en regelgeving, in het bijzonder de wettelijke verplichting tot harmonisering van de aanvullende pensioenen voor arbeiders en bedienden in de zin van de WAP.

Art. 25.Duur van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel Het Pensioenreglement vangt aan op 1 januari 2023 en geldt voor onbepaalde duur. Het bestaan en de toepassing van dit Pensioenreglement is gekoppeld aan de collectieve arbeidsovereenkomst waarbij het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel ingevoerd en georganiseerd wordt.

Art. 26.Procedure tot opheffing van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel De beslissing door de Inrichter tot opheffing van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel overeenkomstig de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst(en) in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) met betrekking tot het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, kan enkel genomen worden mits naleving van de toepasselijk wet- en regelgeving, in het bijzonder de wettelijke verplichting tot harmonisering van de aanvullende pensioenen voor arbeiders en bedienden in de zin van de WAP. HOOFDSTUK XIII. - Ontbinding, vereffening of verdwijning van de Inrichter

Art. 27.Ontbinding, vereffening of verdwijning van de Inrichter 27.1. In geval van ontbinding, vereffening of verdwijning van de Inrichter, wordt, bij ontstentenis van een overname (van de verplichtingen) door een derde, het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel opgeheven.

De Actuaris berekent de Verworven Reserves van alle Aangeslotenen en de Vestigingskapitalen van alle Rentegenieters op de datum van de opheffing van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel.

De activa toebedeeld aan het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw zullen gebruikt worden ter vrijwaring van de Verworven Reserves (in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag dat gewaarborgd is in toepassing van de wetgeving inzake "vaste bijdragen" en "cash-balance" pensioentoezeggingen met betrekking tot werkgeversbijdragen) van de Aangeslotenen en de Vestigingskapitalen van de lopende renten van de Rentegenieters op grond van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel.

De Verworven Reserves van de Aangeslotenen, met uitzondering van de Rentegenieters, in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag dat gewaarborgd is in toepassing van de wetgeving inzake "vaste bijdragen" en "cash-balance" pensioentoezeggingen met betrekking tot werkgeversbijdragen, worden ingeschreven op Individuele Rekeningen die enkel in functie van het netto rendement van de activa van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van het Pensioenfonds mogen schommelen.

Aan de Rentegenieters wordt het Vestigingskapitaal van de lopende rente uitgekeerd, berekend overeenkomstig de actualisatieregels van de technische bijlage bij het Pensioenreglement. 27.2. Indien op het beschouwde ogenblik het totaal van de Verworven Reserves hiervoor bedoeld en de Vestigingskapitalen hiervoor bedoeld niet volledig gedekt zijn door de activa, worden die Verworven Reserves en Vestigingskapitalen proportioneel verminderd. De aldus gereduceerde bedragen zullen ter attentie van de Aangeslotenen op Individuele Rekeningen worden ingeschreven die nog enkel schommelen in functie van het netto rendement van de activa van het van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van het Pensioenfonds. De aldus gereduceerde Vestigingskapitalen zullen aan de Rentegenieters worden uitgekeerd.

Indien op het beschouwde ogenblik het totaal van de activa van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van het Pensioenfonds de Verworven Reserves en Vestigingskapitalen hiervoor bedoeld, overschrijdt, wordt dit overschot toebedeeld aan de Buffer van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in het Pensioenfonds.

Indien het Pensioenfonds het beheer van de aan de Aangeslotenen toegewezen activa niet verder zet, stelt ze een procedure vast om de activa het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en de overeenstemmende passiva over te dragen aan een andere pensioeninstelling. Een algemeen overzicht van de overdrachtsprocedure wordt ter beschikking gesteld van de Aangeslotenen of, indien van toepassing, van hun vertegenwoordigers.

Het Pensioenfonds brengt de FSMA onmiddellijk op de hoogte van de ontbinding, vereffening of verdwijning van de Inrichter, van de gevolgen hiervan op de door het Pensioenfonds beheerde sectorale pensioenstelsels en, in voorkomend geval, van de procedure bedoeld in de voorgaande paragraaf van dit artikel. HOOFDSTUK XIV. - Financiering, onderfinanciering, beeïndiging van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel, ontbinding en vereffening van het Pensioenfonds in zijn geheel of van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw

Art. 28.Financiering 28.1. De Inrichter betaalt bij het einde van elk kwartaal een bijdrage aan het Pensioenfonds. Deze wordt jaarlijks vastgesteld door de Actuaris van het Pensioenfonds op basis van prudente actuariële methoden teneinde te kunnen voorzien in de voordelen bepaald in deze Pensioentoezegging, rekening houdend met de Dotatie zoals bepaald in artikel 6.4. van dit Pensioenreglement, en zoals die door de RSZ geïnd wordt bij de Werkgever conform de modaliteiten bepaald in de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. 28.2. Er zijn geen werknemersbijdragen ten laste van de Aangeslotenen verschuldigd voor de financiering van de voordelen van de Pensioentoezegging.

Art. 29.Onderfinanciering 29.1. Indien de Inrichter nalaat de bijdragen voor de financiering van de Pensioentoezegging te storten waarvan de betaling verschuldigd is, brengt het Pensioenfonds elke Aangeslotene en elke Rentegenieter, uiterlijk drie maanden na de vervaldag van de bijdrage, op de hoogte van de niet-betaling ervan. Deze mededeling gebeurt schriftelijk, per gewone post. 29.2. Wanneer het financiële evenwicht van het Pensioenfonds verstoord is, zal het Pensioenfonds, op advies van de Actuaris, onmiddellijk de nodige aanvullende bijdrage bepalen ten laste van de Inrichter teneinde het financieel evenwicht te herstellen. 29.3. Indien de Inrichter zou nalaten de aanvullende bijdrage ter herstelling van het financieel evenwicht van het Pensioenfonds te storten, zal door het Pensioenfonds, op advies van de Actuaris, een herstelplan voorgelegd worden aan de FSMA. 29.4. Indien binnen de termijn bepaald in dit herstelplan, de toestand zich niet hersteld heeft, zal het Pensioenfonds de Inrichter, de Werkgevers en de Aangeslotenen op de hoogte brengen van de mislukking van het herstelplan. 29.5. Bij ontstentenis van een voldoende financiering binnen de zes maanden na voormelde mededeling wordt het beschikbare vermogen van het Pensioenfonds toebedeeld aan de Actieve Aangeslotenen, de Passieve Aangeslotenen en de Rentegenieters. Deze toedeling gebeurt in verhouding tot de Verworven Reserves van elke Actieve en Passieve Aangeslotene en tot de Vestigingskapitalen van de lopende rentes voor de Rentegenieters. 29.6. Bij ontstentenis van overdracht naar een andere toegelaten instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of erkende verzekeringsmaatschappij wordt voor elke Aangeslotene het aldus verkregen bedrag ingeschreven op zijn individuele rekening binnen het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van het Pensioenfonds. Deze individuele rekeningen kunnen enkel nog schommelen in functie van het netto rendement van de activa van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van het Pensioenfonds. 29.7. Bij ontstentenis van overdracht naar een andere toegelaten instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of erkende verzekeringsmaatschappij wordt aan elke Rentegenieter het aldus vastgestelde Vestigingskapitaal ter beschikking gesteld. 29.8. De Vestigingskapitalen van de lopende renten worden berekend volgens de technische basissen vermeld in de technische bijlage van het Pensioenreglement.

Art. 30.Beëindiging van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel 30.1. In geval van algehele beëindiging van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel of indien de financiering van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel definitief wordt stopgezet, zullen de Werkgevers en de Aangeslotenen binnen de drie maanden schriftelijk door het Pensioenfonds op de hoogte worden gebracht van de beëindiging van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel of van de definitieve stopzetting van de financiering. 30.2. De Verworven Reserves van iedere Actieve Aangeslotene, Passieve Aangeslotene en de Vestigingskapitalen van de lopende renten van iedere Rentegenieter zullen berekend worden door het Pensioenfonds op de datum van de beëindiging en zullen aan hen worden meegedeeld. 30.3. Tenzij een overdracht georganiseerd wordt naar een andere instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of naar een erkende verzekeringsmaatschappij, zal het beschikbare vermogen worden toebedeeld aan alle Actieve Aangeslotenen, Passieve Aangeslotenen en Rentegenieters in verhouding tot respectievelijk hun Verworven Reserves, desgevallend aangevuld tot de wettelijke rendementswaarborg, en de Vestigingskapitalen van de lopende renten. De Verworven Reserves worden berekend aan de hand van de wettelijke bepalingen ter zake en aan de hand van de actualisatieregels bepaald in de technische bijlage bij dit Pensioenreglement. De Vestigingskapitalen worden berekend aan de hand van de actualisatieregels bepaald in de technische bijlage bij dit Pensioenreglement. 30.4. Voor de Actieve en Passieve Aangeslotenen zal het aldus bekomen bedrag ter beschikking worden gesteld voor een overdracht naar een andere instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of naar een erkende verzekeringsmaatschappij. Het kan eventueel ook in het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van het Pensioenfonds worden gehouden. In dit geval zullen de bedragen van de Aangeslotenen worden ingeschreven op Individuele Rekeningen. Deze zullen enkel in functie van het netto rendement van het vermogen van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw van het Pensioenfonds schommelen. 30.5. Bij ontstentenis van overdracht naar een andere toegelaten instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of erkende verzekeringsmaatschappij, zullen voor de Rentegenieters de Vestigingskapitalen aan hen worden uitgekeerd. 30.6. De activa die de Verworven Reserves van de Aangeslotenen en de Vestigingskapitalen van de lopende rentes van de Rentegenieters overschrijden, worden, in geval van definitieve opheffing van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel, proportioneel verdeeld onder alle Active Aangeslotenen, Passieve Aangeslotenen en Rentegenieters.

Deze verdeling gebeurt pro rata hun Verworven Reserves of hun Vestigingskapitaal.

Art. 31.Ontbinding en Vereffening van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw of van het Pensioenfonds in zijn geheel 31.1 In geval van (vrijwillige of gerechtelijke) ontbinding of vereffening van het Pensioenfonds in zijn geheel of van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, of ingeval van intrekking van de toelating van het Pensioenfonds door de FSMA als instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, dienen de bepalingen van de statuten van het Pensioenfonds die de ontbinding en vereffening regelen, in acht genomen te worden. 31.2. De aangeduide vereffenaar(s) zal (zullen) alle wettelijke bepalingen in acht nemen en zijn (hun) opdracht vervullen overeenkomstig de statuten van het Pensioenfonds en/of krachtens de beslissing tot ontbinding of vereffening van de Algemene Vergadering van het Pensioenfonds of, naargelang van het geval, krachtens de gerechtelijke beslissing. 31.3. Aangezien er verschillende afzonderlijke vermogens aanwezig zijn in het Pensioenfonds, zal elk afzonderlijk vermogen afzonderlijk vereffend worden. 31.4. Onder voorbehoud van andersluidende wettelijke bepalingen, gelden de regels die in dit artikel zijn bepaald in geval van zowel de vereffening van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw of van alsook in geval van vereffening van het Pensioenfonds in zijn geheel. 31.5. In geval van ontbinding en vereffening van het Afzonderlijk Vermogen Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw of van het Pensioenfonds in zijn geheel, zal het beschikbare vermogen worden verdeeld zoals bepaald in artikel 30 van dit Pensioenreglement.

Dit bedrag wordt ter beschikking gesteld voor een overdracht naar een andere erkende instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of naar een erkende verzekeringsmaatschappij. Bij ontstentenis van een overdracht, wordt het toebedeeld aan de Aangeslotenen volgens de bepaling van artikel 29 van dit Pensioenreglement. HOOFDSTUK XV. - Algemene bepalingen

Art. 32.Beheer van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel Het Pensioenfonds is belast met het beheer van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel.

Art. 33.Aanvaarding van het Pensioenreglement Het huidige Pensioenreglement bepaalt de rechten en verplichtingen van alle betrokken partijen. Het is van toepassing op elke Aangeslotene wegens zijn aansluiting bij het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel, zoals vastgesteld in artikel 5.

Art. 34.Middelenverbintenis van het Pensioenfonds Het Pensioenfonds verbindt er zich toe de haar toevertrouwde gelden zo goed mogelijk te beheren met het oog op het uitvoeren van het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel en gaat op die manier een middelenverbintenis aan.

Art. 35.Persoonlijk karakter van de pensioenrechten De rechten op de uitkeringen voorzien onder de Pensioentoezegging zijn volkomen persoonlijk. Onverminderd de bepalingen van artikel 1409 en 1410 van het Gerechtelijk Wetboek kunnen die rechten geen voorwerp uitmaken van enige voorschotopnames, afstand, overdracht, inpandgeving of toewijzing van de afkoopwaarde ervan aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet. Dergelijke verrichtingen zijn van rechtswege nietig en kunnen geen uitwerking hebben.

Art. 36.Wetgeving Noch het Pensioenfonds, noch de Inrichter, noch de Werkgevers is/zijn verantwoordelijk indien fiscale of andere maatregelen de voordelen verminderen welke uit onderhavig Pensioenreglement voortvloeien voor de Aangeslotenen, de Begunstigden en/of de Rentegenieters.

Art. 37.Onbekwaamheid Indien een persoon gerechtigd op een voordeel onder deze Pensioentoezegging fysisch of geestelijk ongeschikt is om persoonlijk het voordeel te ontvangen of rechtsonbekwaam is, zullen de uitkeringen betaald worden aan diegene die in rechte gemachtigd is om voor en namens de betrokken onbekwame op te treden.

Art. 38.Deelbaarheid De eventuele nietigheid, op dit ogenblik of in de toekomst, van welke bepaling ook van dit Pensioenreglement, brengt geen nietigheid met zich mee van de andere bepalingen van dit Pensioenreglement.

Art. 39.Fiscale beperking De voordelen bepaald in deze Pensioentoezegging zijn beperkt tot het niveau dat door de fiscale wetgeving wordt opgelegd inzake de aftrekbaarheid van de bijdragen voor de financiering van deze Pensioentoezegging.

Art. 40.Bruto bedragen Alle bedragen, voordelen en uitkeringen die voortvloeien uit dit Pensioenreglement en uit het Sectoraal Aanvullend Pensioenstelsel zijn bruto bedragen, waarop alle bij wet verschuldigde inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen in mindering gebracht moeten worden. Al deze inhoudingen, heffingen, bijdragen en belastingen zijn ten laste van de Aangeslotenen, de Begunstigden en/of hun Rechthebbenden.

Bijlage 1 aan het Pensioenreglement Technische bijlage Bepaling van de omzettingsfactoren van kapitaal in rente Bij de omzetting van een kapitaal in een rente wordt gebruik gemaakt van de sterftetafel die bepaald is in de wetgeving en reglementering inzake het recht tot omzetting van een kapitaal in een rente bij het uitkeren van voordelen in het kader van pensioentoezeggingen. De technische rentevoet die hierbij wordt gebruikt, is gelijk aan de technische rentevoet die bepaald is in de wetgeving en reglementering inzake het recht tot omzetting van een kapitaal in een rente bij het uitkeren van voordelen in het kader van pensioentoezeggingen, verhoogd met 0,25 pct.

Vestigingskapitalen Bij de berekening van de Vestigingskapitalen van de lopende renten wordt gebruik gemaakt van de sterftetafel die bepaald is in de wetgeving en reglementering inzake het recht tot omzetting van een kapitaal in een rente bij het uitkeren van voordelen in het kader van pensioentoezeggingen. De technische rentevoet die hierbij wordt gebruikt, is gelijk aan de technische rentevoet die bepaald is in de wetgeving en reglementering inzake het recht tot omzetting van een kapitaal in een rente bij het uitkeren van voordelen in het kader van pensioentoezeggingen, verhoogd met 0,25 pct.

Bijlage 2 bij het Pensioenreglement Onthaalstructuurreglement Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw Voorwaarden en modaliteiten van uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw ("buiten toepassing")

Artikel 1.Voorwerp Deze Bijlage heeft als doel om, in uitvoering van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteiten Bouw, de voorwaarden en de modaliteiten te bepalen voor de uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (hierna "CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw" genoemd).

De begrippen gebruikt in deze Bijlage moeten op dezelfde wijze begrepen worden als in de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

Art. 2.Voorwaarden tot uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw ("buiten toepassing") § 1. De Werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen van de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouwen die ten laatste op 1 juni 2023 aantonen dat zij voorzien in één of meerdere aanvullende pensioenstelsels op ondernemingsniveau dat/die uiterlijk op 1 januari 2023 : - van toepassing is/zijn op alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die zij tewerkstellen in de betrokken Technische Bedrijfseenheid; en - minstens gelijkwaardig is/zijn aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw zoals hierna bepaald in artikel 3 van deze Bijlage, - worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw voor zolang en voor zover zij blijven voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden. § 2. Daarnaast worden ook de Werkgevers, die op of na 1 januari 2023 (dit is de datum van de invoering van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw) worden opgericht of pas vanaf of na 1 januari 2023 ten gevolge van gewijzigde omstandigheden (zoals onder meer een fusie, een splitsing, een overname of een andere transactie, een wijziging van paritair comité, een wijziging van activiteiten,...) hetzij (i) voor het eerst ressorteren onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, hetzij (ii) voor het eerst Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw tewerkstellen, hetzij (iii) voor het eerst ressorteren onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf voor een deel van hun arbeiders, uitgesloten uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw op voorwaarde dat zij aantonen dat zij op dat moment voorzien in één of meerdere aanvullende pensioenstelsels op ondernemingsniveau dat/die : - van toepassing is/zijn op alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die zij tewerkstellen in de betrokken Technische Bedrijfseenheid; en - minstens gelijkwaardig is/zijn aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw zoals hierna bepaald in artikel 3 van deze Bijlage. § 3. De Werkgevers die wensen gebruik te maken van deze mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, dienen hiervoor de procedure te volgen zoals bepaald in artikel 4 van deze Bijlage.

Art. 3.Gelijkwaardigheid van het aanvullend pensioenstelsel op ondernemingsniveau met het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw § 1. Voor ondernemingspensioenstelsels die deels gefinancierd worden met persoonlijke bijdragen, wordt de gelijkwaardigheid uitsluitend gemeten op basis van : (i) de werkgeversbijdragen in de ondernemingspensioenstelsels bedoeld in artikel 3, § 2; en (ii) het door de werkgeversbijdragen opgebouwde aanvullend pensioen in de ondernemingspensioenstelsels bedoeld in artikel 3, § 3. § 2. Voor ondernemingspensioenstelsels van het type "vaste bijdragen" en van het type "cash balance" wordt de gelijkwaardigheid aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw gemeten op basis van de laagste (toegekende) werkgeversbijdrage per bediende, zoals die in het pensioenreglement/de pensioenreglementen van de ondernemingspensioenstelsel(s) is bepaald. Deze gelijkwaardigheidstoets dient te gebeuren op basis van de netto werkgeversbijdrage na aftrek van de beheerskosten en exclusief de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. Opdat de ondernemingspensioenstelsels als gelijkwaardig kunnen worden beschouwd, moet de laagste netto werkgeversbijdrage per bediende minstens gelijk zijn aan de pensioenbijdrage, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw of in de latere collectieve arbeidsovereenkomst die deze heeft gewijzigd of vervangen. Voor deze gelijkwaardigheidstoets wordt de netto werkgeversbijdrage van de betrokken ondernemingspensioenstelsels berekend op basis van het referentieloon dat als pensioengrondslag wordt gebruikt in het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, met name het aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen brutoloon aangegeven met DmfA bezoldigingscodes 1, 3 en 4, zoals dit uitdrukkelijk blijkt uit de betrokken kwartaalstaat voor de RSZ/DmfA-aangifte, maal 1,0368.

Voor de Werkgevers, die overeenkomstig artikel 2, § 1 van deze Bijlage uiterlijk op 1 januari 2023 een beroep doen op de mogelijkheid om buiten het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw te vallen, dient de hiervoor vermelde netto werkgeversbijdrage in het ondernemingspensioenstelsel (of de ondernemingspensioenstelsels indien het er meerdere zijn) minstens gelijk te zijn aan de pensioenbijdrage zoals vermeld in artikel 9, § 1 (i) van CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, namelijk 1,1 pct.van het aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen brutoloon aangegeven met DmfA bezoldigingscodes 1, 3 en 4, zoals dit uitdrukkelijk blijkt uit de betrokken kwartaalstaat voor de RSZ/DmfA-aangifte, maal 1,0368.

Voor de Werkgevers die, overeenkomstig artikel 2, § 2 van deze Bijlage, vanaf of na 1 januari 2023 een beroep doen op de mogelijkheid om buiten het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw te vallen, dient de hiervoor vermelde netto werkgeversbijdrage in het ondernemingspensioenstelsel (of de ondernemingspensioenstelsels indien het er meerdere zijn) minstens gelijk te zijn aan de pensioenbijdrage zoals vermeld in artikel 9, § 1 (i) van CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, of zoals nadien vermeld in de latere collectieve arbeidsovereenkomst die deze heeft gewijzigd of vervangen, zoals van toepassing op het moment dat de betrokken Werkgever gebruik wenst te maken van de mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. § 3. Voor ondernemingspensioenstelsels van het type "vaste prestaties" gebeurt de gelijkwaardigheidstoets op basis van het aanvullend pensioenkapitaal dat op de leeftijd van 65 jaar wordt opgebouwd op basis van de werkgeversbijdrage in het (de) betrokken ondernemingspensioenstelsel(s).

Het hiervoor vermelde aanvullend pensioenkapitaal op de leeftijd van 65 jaar opgebouwd op basis van de werkgeversbijdrage in het (de) ondernemingspensioenstelsel(s), moet worden berekend zonder toekomstige loonstijgingen (inclusief indexeringen) en op basis van de eventueel in het pensioenreglement voorziene plafonds en andere relevante parameters zoals van kracht op het moment dat een beroep wordt gedaan op de uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. Er wordt, voor de uitvoering van de gelijkwaardigheidstoets, gekozen voor die parameters die resulteren in het laagste pensioenkapitaal. In het bijzonder zal het laagste referentieloon dat wordt gebruikt als pensioengrondslag van de aan het ondernemingspensioenstelsel aangesloten populatie genomen worden. De gelijkwaardigheidstoets gebeurt op basis van het aanvullend pensioenkapitaal op de leeftijd van 65 jaar en hoeft dus niet op elk moment voorafgaand aan de leeftijd van 65 jaar te worden gerealiseerd.

Indien het aanvullend pensioen binnen het ondernemingspensioenstelsel wordt uitgedrukt in een rente, dient de omzetting van de rente naar een kapitaal te gebeuren conform de regels en de omzettingscoëfficiënt opgenomen in het ondernemingspensioenstelsel.

Het aanvullend pensioenkapitaal dat opgebouwd wordt in het (de) ondernemingspensioenstelsel(s) door de werkgeversbijdragen wordt berekend voor een bediende die in dienst treedt op 25 jaar en moet minstens gelijk zijn aan 7,75 maal het maandloon van de bediende.

Indien het ondernemingspensioenstelsel uitgedrukt wordt als een forfaitair kapitaal, zonder enig verband met het maandloon, dan moet dit aanvullend pensioenkapitaal minimaal gelijk zijn aan 35 802 EUR. Het werkgeversgedeelte in de ondernemingspensioenstelsels van het type "vaste prestaties" die ook voorzien in werknemersbijdragen, wordt berekend door van het totale aanvullend pensioenkapitaal het aanvullend pensioenkapitaal samengesteld door de werknemersbijdragen af te trekken. In dit geval wordt een rendement in aanmerking genomen dat gelijk is aan de intrestvoet gebruikt voor de berekening van de WAP-rendementsgarantie, zoals bepaald in artikel 24 van de WAP. § 4. Voor cafetaria pensioenstelsels, zoals bedoeld in artikel 4-2 van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 18/12/2003 numac 2003201595 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen sluiten tot uitvoering van de WAP, waarbij aan de aangeslotene de vrijheid wordt gegeven om het beschikbaar budget te verdelen over de financiering van verschillende prestaties, dient voor de gelijkwaardigheidstoets te worden uitgegaan van de standaardoptie voor een alleenstaande aangeslotene en van de standaard overlijdens- en/of invaliditeitsdekking.

Art. 4.Procedure om vrijgesteld te worden van deelname aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw ("buiten toepassing") § 1. Elke Werkgever, die net voor de invoering van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw overeenkomstig artikel 2, § 1 van deze Bijlage, gebruik wil maken van de mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, moet ten laatste op 1 juni 2023 per aangetekend schrijven de verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest - opgesteld volgens de modellen bijgevoegd aan deze Bijlage - opsturen naar de Inrichter (Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf - fbzp-fsep Constructiv, Koningsstraat 132, bus 3, 1000 Brussel). De datum op de poststempel geldt als bewijs van verzending.

Dit verzoek tot uitsluiting is eenmalig en verklaringen en attesten die na 1 juni 2023 werden ingediend, zullen niet meer in aanmerking worden genomen.

Aan de hand van de verklaringen en attesten en eventuele stavingstukken en na eventueel onderzoek beslist de Inrichter over het "buiten toepassingsgebied" gedekt door deze documenten en zal de Inrichter dit officieel aan de betrokken Werkgever bevestigen binnen de 2 maanden na ontvangst van de verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest. § 2. De Werkgever, die nadien overeenkomstig artikel 2, § 2 van deze Bijlage toepassing wil maken van de mogelijkheid om buiten het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw te vallen, moet hetzij zo snel mogelijk na de oprichting of de juridische wijziging, hetzij zo snel mogelijk na het moment waarop de Werkgever (i) voor het eerst ressorteert onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden voor zijn Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, of (ii) voor het eerst Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw tewerkstelt, of (iii) voor het eerst ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf voor een deel van zijn arbeiders, per aangetekend schrijven de verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest - opgesteld volgens de modellen bijgevoegd bij deze Bijlage - opsturen naar de Inrichter (Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf - fbzp-fsep Constructiv, Koningsstraat 132, bus 3, 1000 Brussel). De betrokken Werkgever moet in dit aangetekend schrijven ook toelichten en aantonen dat hij aan de voorwaarden voldoet die zijn opgenomen in artikel 2 § 2 van deze Bijlage (zoals onder meer naargelang van toepassing de details omtrent de oprichting, de betrokken juridische wijziging of gewijzigde omstandigheden,...) en de nodige stavingstukken toevoegen (zoals onder andere een kopie van de publicatie van de oprichting of de juridische wijziging in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad).

Teneinde onmiddellijk na de oprichting of de juridische wijziging, hetzij na de eerste tewerkstelling van Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die vallen onder het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, vrijgesteld te kunnen worden van deelname aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, moet de Inrichter al de bovenvermelde documenten (aangetekend schrijven met de verklaring van de Werkgever, het actuarieel attest en de stavingstukken) hebben ontvangen tegen hetzij uiterlijk 6 maanden na de oprichting of juridische wijziging, hetzij 6 maanden na de datum waarop de Werkgever (i) voor het eerst ressorteert onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, of (ii) voor het eerst Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw tewerkstelt, of (iii) voor het eerst ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf voor een deel van zijn arbeiders. De datum op de poststempel geldt als bewijs van verzending.

Aan de hand van de verklaringen en attesten en eventuele stavingstukken en na eventueel onderzoek beslist de Inrichter over de ingangsdatum van "buiten toepassingsgebied" gedekt door deze documenten en zal de Inrichter dit officieel aan de betrokken Werkgever bevestigen binnen de 2 maanden na de ontvangst van de verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest.

Indien de RSZ, overeenkomstig artikel 9, § 2 van de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in de tussentijd reeds de patronale bijdragen ter financiering van het CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw zou geïnd hebben bij deze Werkgever (die vervolgens op basis van dit artikel vrijgesteld is van deelname aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw), dan zal dit verrekend worden volgens de modaliteiten bepaald in de hogervermelde beheersovereenkomst die door de Inrichter wordt gesloten met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Dit verzoek tot uitsluiting is eenmalig en verklaringen en attesten die na de voormelde periode van 6 maanden werden ingediend, zullen niet meer in aanmerking worden genomen. § 3. De verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest zullen slechts geldig zijn indien deze zijn opgesteld volgens de modellen, zoals opgenomen in deze Bijlage 2. Tevens moeten alle documenten correct en volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend zijn door de Werkgever respectievelijk de verantwoordelijke voor de actuariële functie van de pensioeninstelling(en) die de ondernemingspensioenstelsels uitvoert/uitvoeren en tijdig worden ingediend. § 4. De betrokken Werkgever zal op eenvoudig verzoek van de Inrichter alle bijkomende gegevens overmaken die de Inrichter toelaten de volledigheid en de juistheid van de geattesteerde gegevens te controleren.

De Werkgever is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit het doorgeven van onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige gegevens aan de Inrichter. § 5. In de gevallen waarin de gelijkwaardigheid niet kan worden vastgesteld op basis van de regels vastgelegd in artikel 3 van deze Bijlage, kan de gelijkwaardigheid op een alternatieve wijze worden aangetoond door de verantwoordelijke voor de actuariële functie van de pensioeninstelling (die het/de ondernemingspensioenstelsel(s) uitvoert). De betrokken verantwoordelijke voor de actuariële functie zal die gelijkwaardigheid moeten attesten en hierbij rekening houden met de (actuariële) principes voor de berekening van de gelijkwaardigheid, zoals bepaald in artikel 3 van deze Bijlage. In dat geval zal de verantwoordelijke voor de actuariële functie hier melding van maken op het actuarieel attest (volgens het bijgevoegde model) en de gebruikte berekeningswijze toelichten in een bijkomende verklaring.

Art. 5.Attesteringsplicht bij wijziging van de pensioenbijdrage in het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw De Werkgever, die buiten het toepassingsgebied valt van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, zal bij elke wijziging van de pensioenbijdrage, zoals vermeld in artikel 9, § 1, (i) van de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw of in elke latere collectieve arbeidsovereenkomst die deze wijzigt of vervangt, een nieuwe verklaring en nieuw actuarieel attest (opgesteld conform voormeld artikel 4) moeten overmaken aan de Inrichter binnen de bij CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw bepaalde termijn.

Art. 6.Einde vrijstelling van deelname aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw § 1. Wanneer het ondernemingspensioenstelsel niet meer minstens gelijkwaardig is aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in de zin zoals bepaald in artikel 3 van deze Bijlage of de Werkgever nalaat de gevraagde attesten en verklaringen over te maken binnen de bepaalde termijn, valt de betrokken Werkgever vooralsnog onder het toepassingsgebied van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en zullen zijn Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw aangesloten worden aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw vanaf het eerste kwartaal volgend op het kwartaal dat de betrokken Werkgever niet meer beschikt over een gelijkwaardig ondernemingspensioenstelsel of heeft nagelaten de nodige attesten en verklaringen te bezorgen aan de Inrichter. § 2. De Werkgevers, die conform de voorwaarden en modaliteiten van deze Bijlage buiten het toepassingsgebied vallen van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, kunnen nadien op eender welk moment beslissen om voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw voor de toekomst toch deel te laten nemen aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. Zij dienen hiertoe hun wens tot deelname aan het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw schriftelijk te melden aan de Inrichter. De Inrichter zal deze aanvraag schriftelijk bevestigen aan de aanvragende Werkgever. De deelname aan het Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw zal ingaan vanaf het eerstvolgend kwartaal volgende op de bevestiging van de Inrichter aan de betrokken Werkgever.

Model 1 Verklaring Werkgever - buiten toepassingsgebied SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) De Werkgever(1), Naam/Benaming : . . . . . . . . . .

Maatschappelijke zetel : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Ondernemingsnummer (KBO-nummer) : . . . . .

Nummer vestigingseenheid (indien van toepassing) : . . . . .

Vertegenwoordigd door, Naam : . . . . . . . . . .

Hoedanigheid : . . . . . . . . . . - Verklaart buiten het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteiten Bouw, zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, te willen vallen; - Verklaart op eer dat op datum van .../.../.... alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (met eventuele uitzondering van studenten en leerlingen), die vallen onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200), aangesloten zijn aan één of meerdere ondernemingspensioenstelsel(s), die minstens gelijkwaardig zijn aan het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteiten Bouw, conform de vereisten zoals bepaald in artikel 3 van de Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw; - Gaat akkoord om, op eenvoudig verzoek van de Inrichter van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf - fbzp-fsep Constructiv (afgekort : "fbzp-fsep Constructiv"), alle gegevens over te maken die deze nodig acht om de volledigheid en de juistheid van deze verklaring en van de geattesteerde gegevens te controleren; - Verbindt er zich toe om elke wijziging aan het ondernemingspensioenstelsel (de ondernemingsstelsels) waardoor dit (deze) niet meer minstens gelijkwaardig is (zijn) aan het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw mee te delen aan het "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf" - fbzp-fsep Constructiv (afgekort : "fbzp-fsep Constructiv").

Indien de Werkgever meerdere ondernemingspensioenstelsels heeft, dan volgt hierna een opsomming van alle pensioenplannen met vermelding van de categorie van Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw die bij elk van deze pensioenplannen zijn aangesloten :

Plan de pension (nom de l'organisme de pension + numéro de police si l'organisme de pension est une compagnie d'assurance)

Description de la catégorie Employés Activité d'entreprise Construction

Pensioenplan (naam pensioeninstelling + polisnummer ingeval de pensioeninstelling een verzekeringsonderneming is)

Omschrijving categorie Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . .

Gedaan te . . . . .

Op . . . . .

Handtekening : . . . . . . . . . .

Terug te sturen per aangetekend schrijven, samen met het actuarieel attest, naar : "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf" - fbzp-fsep Constructiv, Koningsstraat 132, bus 3, 1000 Brussel. De datum van de poststempel geldt als bewijs Voor het uitoefenen van zijn wettelijke opdrachten verwerkt fbzp-fsep Constructiv uw persoonsgegevens. Voor elke info betreffende de verwerking van uw gegevens kan u www.pensiob.be consulteren of een mail sturen naar info@fbzp.be. (1) Dit is de juridische entiteit (op basis van het ondernemingsnummer), of desgevallend de vestigingseenheden (op basis van het vestigingseenheidsnummer) indien de juridische entiteit over meerder vestigingseenheden beschikt. Model 2 Actuarieel attest - buiten toepassingsgebiedSAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) Ik, ondergetekende, Naam : . . . . . . . . . .

Zijnde de verantwoordelijke voor de actuariële functie van de pensioeninstelling(1) Naam pensioeninstelling : . . . . . . . . . .

Maatschappelijke zetel : . . . . . . . . . .

FSMA Identificatienummer : . . . . . . . . . .

Attesteer hierbij dat de hierna vermelde Werkgever(2) : Naam/Benaming : . . . . . . . . . .

Maatschappelijke zetel : . . . . . . . . . .

Ondernemingsnummer (KBO-nummer) : . . . . . . . . . .

Nummer vestigingseenheid (indien van toepassing ) : . . . . . . . . . . 1. Het beheer en de uitvoering van één of meerdere aanvullende pensioenstelsels heeft toevertrouwd aan de hierboven vermelde pensioeninstelling;2. Dit (deze) aanvullend(e) pensioenstelsel(s) ingericht word(t)(en) voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (met eventuele uitzondering van studenten en leerlingen), die vallen onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200), en dewelke in het pensioenplan worden omschreven als : .. . . . . . . . . . . . . . (omschrijving van de categorie(ën) van Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw) 3. Dit (deze) ondernemingspensioenstelsel(s) voldoet/voldoen aan de voorwaarden van gelijkwaardigheid zoals bepaald in artikel 3 van de Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw. Opmerking : Ingeval de verantwoordelijke voor de actuariële functie voor de gelijkwaardigheidstoets dient terug te vallen op artikel 4, § 5 van de Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, dan maakt hij/zij hier in een bijlage bij dit attest melding van en licht hij/zij daarin de gebruikte berekeningswijze toe.

Gedaan te . . . . .

Op . . . . .

Handtekening : . . . . . . . . . .

Terug te sturen per aangetekend schrijven, samen met de verklaring van de Werkgever, naar : "Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Aanvullende Pensioenen Bouwbedrijf" - fbzp-fsep Constructiv, Koningsstraat 132, bus 3, 1000 Brussel. De datum van de poststempel geldt als bewijs Voor het uitoefenen van zijn wettelijke opdrachten verwerkt fbzp-fsep Constructiv uw persoonsgegevens. Voor elke info betreffende de verwerking van uw gegevens kan u www.pensiob.be consulteren of een mail sturen naar info@fbzp.be.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota's (1) In de zin van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening.(2) Dit is de juridische entiteit (op basis van het ondernemingsnummer), of desgevallend de vestigingseenheden (op basis van het vestigingseenheidsnummer) indien de juridische entiteit over meerder vestigingseenheden beschikt. Bijlage 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw Tijdelijke overgangsregeling

Artikel 1.Voorwerp In lijn met de timing die werd afgesproken in het protocolakkoord gesloten door de sociale partners in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf op 9 november 2019, voert deze collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2022 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (hierna "CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw" genoemd), het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in op 1 januari 2023. Bijgevolg stopt vanaf 1 januari 2023 de betaling van de tijdelijke jaarpremie bepaald in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019 aangezien het volledig budget van de tijdelijke jaarpremie wordt aangewend voor het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

Omdat de implementatie van de regeling "buiten toepassing", zoals vastgelegd in Bijlage 2 bij de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, een zekere doorlooptijd vraagt, zal de effectieve inning van de patronale bijdragen door de RSZ pas kunnen aanvangen vanaf het eerste kwartaal van 2024 en zullen de eerste bijdragen pas vanaf dat moment aan het Pensioenfonds (Pensio B) worden gestort.

Concreet betekent dit dat, niettegenstaande het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw in werking zal treden op 1 januari 2023 en de Aangeslotenen vanaf dat moment aanvullende pensioenrechten zullen opbouwen, de praktische uitvoering van de uitkering van de prestaties krachtens het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw door het Pensioenfonds, alsook de eventuele individuele overdrachten van het Pensioenfonds naar een andere pensioeninstelling volgend op de Uittreding op verzoek van de Aangeslotene, worden uitgesteld tot 2024, zijnde het moment vanaf wanneer het Pensioenfonds voor het eerst bijdragen krijgt gestort.

Deze Bijlage heeft als doel om de modaliteiten van dit uitstel van de praktische uitvoering tot begin 2024 te regelen.

De begrippen gebruikt in deze Bijlage moeten op dezelfde wijze begrepen worden als in de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw en de Bijlage 1 bij de CAO SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw (Pensioenreglement).

Art. 2.Uitgestelde inning van de patronale bijdragen voor het jaar 2023 Voor het jaar 2023 zal de RSZ de patronale bijdragen met terugwerkende kracht innen samen met de patronale bijdragen voor het jaar 2024.

Concreet betekent dit dat de RSZ in 2024 uitzonderlijk en tijdelijk gedurende 4 kwartalen een patronale bijdrage van 2,60 pct. (dit is 1,30 pct. voor het jaar 2023 en 1,30 pct. voor het jaar 2024) zal innen bij de Werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw.

De concrete inningsmodaliteiten hiervan worden bepaald in de beheersovereenkomst die door de Inrichter wordt gesloten met de RSZ.

Art. 3.Geen impact op de aanvullende pensioenen krachtens het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw Deze uitgestelde inning van de patronale bijdragen voor 2023 resulteert enkel in een uitstel van de praktische uitvoering van het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw gedurende 2023 tot begin 2024, zonder dat dit evenwel een impact zal hebben op de aanvullende pensioenopbouw (Verworven Reserves) van de Aangeslotenen krachtens het SAP Bedienden Ondernemingsactiviteit Bouw, noch op de omvang van de uit te keren pensioen- en overlijdensprestaties waarop de Aangeslotenen, respectievelijk de Begunstigden aanspraak maken krachtens het Pensioenreglement.

De Dotatie en het Toegewezen Rendement zal ook voor 2023 worden toegekend aan de individuele rekeningen van de Aangeslotenen, conform de bepalingen opgenomen in het Pensioenreglement. Enkel de praktische uitvoering van de uitkering van pensioen- en overlijdensprestaties in de loop van 2023, alsook de eventuele individuele overdrachten van Verworven Reserves in de loop van 2023 worden uitgesteld volgens de regels opgenomen in artikel 4 van deze Bijlage 3.

Art. 4.Uittredingen, pensioneringen en overlijdens in 2023 4.1. Uittredingen in 2023 De uitgestelde inning van de patronale bijdragen voor het jaar 2023 zal geen impact hebben op de berekeningswijze van de Verworven Reserves van de Aangeslotenen die uittreden in de loop van 2023. Deze uitgestelde inning heeft wel een impact op de termijn waarbinnen de kennisgeving volgend op de Uittreding zal gebeuren. Meer bepaald wordt artikel 12.2. van het Pensioenreglement als volgt aangepast voor de Aangeslotenen die uittreden in de loop van het eerste kwartaal van 2023 : "Het Pensioenfonds zal de kennisgeving aan de Aangeslotene die wordt beschouwd als "uitgetreden" doen binnen de verlengde termijn zoals voorzien in 31, § 2, tweede lid van de WAP en volgens de modaliteiten zoals voorzien in artikel 31, § 1 en artikel 33/1, § 2 van de WAP".

Concreet betekent dit dat de eventuele individuele overdrachten van de Verworven Reserves, op grond van artikel 14.1., a), b) of c) van het Pensioenreglement, na schriftelijke mededeling door de uitgetreden Aangeslotene aan het Pensioenfonds van deze keuze, in antwoord op de voormelde kennisgeving (met vermelding van de Verworven Reserves en de keuzemogelijkheden voorzien in artikel 14 van het Pensioenreglement), effectief zullen uitgevoerd worden vanaf begin 2024. 4.2. Pensioneringen in 2023 De uitgestelde inning van de patronale bijdragen voor het jaar 2023 zal geen impact hebben op de berekeningswijze van de rechten opgebouwd door de Aangeslotenen die Pensioneren in de loop van 2023 die overeenstemmen met het Aanvullend Pensioenkapitaal, overeenkomstig artikel 8 van het Pensioenreglement. Deze uitgestelde inning heeft enkel een impact op het moment van de effectieve uitbetaling van dit Aanvullend Pensioenkapitaal of de ermee overeenstemmende trimestriële rente (na vraag tot omzetting door de Aangeslotene) door het Pensioenfonds voor de Aangeslotenen die Pensioneren vóór 1 november 2023.

In afwijking van de termijnen vermeld in de artikelen 9, 16 en 17 van het Pensioenreglement, zal het Pensioenfonds, voor de Pensioneringen die plaats vinden in de periode tot en met 31 oktober 2023 de betalingen ten laatste eind februari 2024 doen aan de betrokken Aangeslotenen. De kennisgevingen hierover zullen door het Pensioenfonds gebeuren in de loop van het laatste kwartaal van 2023. 4.3. Overlijdens in 2023 De uitgestelde inning van de patronale bijdragen voor het jaar 2023 zal geen impact hebben op de berekeningswijze van het Kapitaal-Overlijden waarop de Begunstigde(n) aanspraak maakt/maken, overeenkomstig artikel 10 van het Pensioenreglement, naar aanleiding van het overlijden van de betrokken Aangeslotene in de loop van 2023.

Deze uitgestelde inning heeft enkel een impact op het moment van de effectieve uitbetaling van dit Kapitaal-Overlijden of de ermee overeenstemmende trimestriële rente (na vraag tot omzetting door de Begunstigde) door het Pensioenfonds voor de Begunstigden die hierop aanspraak maken ten gevolge van de overlijdens van de Aangeslotenen die hebben plaatsgevonden vóór 1 november 2023.

In afwijking van de termijnen vermeld in de artikelen 11, 16 en 17 van het Pensioenreglement, zal het Pensioenfonds, naar aanleiding van alle overlijdens die plaatsvinden in de periode tot en met 31 oktober 2023, de betalingen ten laatste eind februari 2024 doen aan de betrokken Begunstigden. De kennisgevingen hierover zullen door het Pensioenfonds gebeuren in de loop van het laatste kwartaal van 2023.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^